Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711679
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711679/1
Regeling vervallen per 01-05-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Twenterand 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m 30-04-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Twenterand 2024De raad van de gemeente Twenterand, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet,
b e s l u i t
vast te stellen de: “verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Twenterand 2024”.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van n-e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de n-e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
De leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
attestatiën de vita, nodig voor het betalen van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging, wedde, soldij en andere periodieke uitkeringen, komende ten laste van de staat, een provincie, een gemeente of andere openbare lichamen;
- d.
bevelschriften van betaling;
- e.
beschikking op verzoekschriften om ontheffing en/of teruggave van belasting;
- f.
de uitsluitend ten behoeve van de nieuwsverspreiding af te geven afdrukken van voorstellen, rapporten, adressen en andere stukken, welke aan de gemeenteraad overgelegd en vanwege de administratieve diensten der gemeente vermenigvuldigd worden;
- g.
de tarieven genoemd onder hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel inclusief bedoelde stukken, gevraagd in het algemeen belang door of vanwege de staat, een provincie, een gemeente of een ander openbaar lichaam, alsmede door of vanwege de vertegenwoordigers van vreemde mogendheden hier te lande;
- h.
beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichtingen jegens de gemeente;
- i.
beschikkingen of afschriften daarvan uitgereikt aan belanghebbenden, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas.
- j.
het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning voor het houden van niet-commerciële activiteiten door organisaties.
Artikel 5 Tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges op grond van hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 worden geheven bij wege van aanslag.
-
2. De overige leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de aanslag of kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs de elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, op het moment van mailing van de kennisgeving;
- d.
langs de elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.12 (kansspelen).
- 1.
- c.
betrekking hebben op de onderdelen 1.15.1 en 1.15.2 (verstrekken van gegevens, een uittreksel of een persoonslijst uit de basisregistratie personen), 1.35.4 (inlichting uit het kiezersregister), 1.25.3 (attestatie de vita of verklaring van in leven zijn) en 1.25.4 (legalisatie handtekening), indien en voor zover deze wijzigingen slechts ten doel hebben het tarief van deze verstrekkingen te koppelen aan de gewijzigde tarieven in het Legesbesluit akten burgerlijke stand;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. De bekendmaking van de in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normbladen geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente Twenterand 2024”.
Ondertekening
Vriezenveen, 19 december 2023
De raad voornoemd,
de griffier,
drs. R.J.M. Ros
de voorzitter,
Mr. J.C.F. Broekhuizen
Tarieventabel, behorende bij legesverordening 2024
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
-
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
-
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
-
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.1.1 |
ter zake van de voltrekking van een huwelijk, een registratie van partnerschap, de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk bedraagt op: |
|
a. |
maandag t/m vrijdag |
€ 531,50 |
b. |
de in 1.1.1. genoemde leges worden niet geheven als de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap plaatsvindt op een kosteloos aangewezen tijdstip. |
|
c. |
50 % van de in 1.1.1.a genoemde leges worden wel geheven als de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap plaatsvindt op een kosteloos aangewezen tijdstip, waarbij meer dan 6 (meerderjarige) personen aanwezig zijn en/of wanneer er een keuze wordt gemaakt voor een (Buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand. |
€ 265,75 |
d. |
zaterdag, alsmede zon- en feestdagen (of daarmee gelijkgestelde dagen tot 14.00 uur). |
€ 850,40 |
e. |
Het tarief ter zake van de voltrekking van een huwelijk, een registratie van partnerschap, de ceremonie t.b.v. omzetting van een huwelijk in een partnerschap of de ceremonie t.b.v. omzetting van een partnerschap in een huwelijk bedraagt van meer dan één paar in het huis der gemeente dezelfde tarieven per paar als bovenvermeld. |
|
f. |
Het streamen van een huwelijk/Geregistreerd Partnerschap, dit kan alleen wanneer het huwelijk/Geregistreerd Partnerschap plaatsvindt in het gemeentehuis. |
€ 26,55 |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.2.1 |
terzake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap indien daarbij geen gebruik wordt gemaakt van een trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen ruimte: |
€ 124,25 |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.3.1 |
ter zake van de voltrekking van een huwelijk, een registratie van partnerschap, de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk bedraagt buiten het gemeentehuis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 124,25 |
1.3.2 |
Voor de voltrekking van een huwelijk, een registratie van partnerschap de ceremonie t.b.v. omzetting van een partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis bedraagt het tarief van maandag toe en met vrijdag tot 18:00 uur: |
€ 531,50 |
1.3.3 |
Voor het voltrekken van een huwelijk, een registratie van partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis bedraagt het tarief op maandag tot en met vrijdag vanaf 18:00 uur: |
€ 584,65 |
1.3.4 |
Voor het voltrekken van een huwelijk, een registratie van partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis bedraagt het tarief op zaterdag: |
€ 664,35 |
Artikel 1.4 Naamskeuze Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam |
||
Het tarief bedraagt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in artikel 1 van de Regeling rechten naamskeuze overgangsregeling Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam: |
||
1.4.1 |
Voor de naamskeuze op grond van artikel IIIA van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam: |
|
1.4.2 |
Voor de naamskeuze op grond van artikel IIIB van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam: |
|
a. |
voor het oudste kind van twee ouders: |
|
b. |
voor elk volgend kind van diezelfde ouders: |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.5.1 |
voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag: |
€ 281,50 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.6.1 |
Voor het beschikbaar stellen van getuigen van gemeentewege, bedraagt het tarief per getuige : |
€ 41,45 |
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.7.1 |
om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
€ 27,85 |
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.8.1 |
ter zake van het verstrekken van een trouwboekje/bewijs geregistreerd partnerschap |
€ 49,95 |
1.8.2 |
ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag van belanghebbende tot: het geregeld éénmaal per week c.q. per maand verstrekken van opgaven omtrent geborenen, overledenen, ondertrouwden en gehuwden, geregistreerde partnerschappen bij een abonnement met een geldigheidsduur van één jaar, rechtgevende op opgaven omtrent: |
|
a. |
1. uitsluitend geborenen |
€ 208,15 |
b. |
2. uitsluitend overledenen |
€ 208,15 |
c. |
3. uitsluitend huwelijksvoltrekkingen/ geregistreerde partnerschappen |
€ 208,15 |
d. |
4. uitsluitend huwelijksaangiften |
€ 208,15 |
e. |
5. de hiervoor onder 1 t/m 4 genoemde onderdelen tezamen |
€ 470,75 |
f. |
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor iedere ambtelijke ondersteuning daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 18,20 |
1.8.3 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd. |
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||
Het tarief bedraagt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden: |
||
1.9.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
a. |
voor een persoon op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is: |
|
b. |
voor een persoon op het moment van aanvraag jonger dan 18 jaar is: |
|
1.9.2 |
voor een nationaal paspoort een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.9.1 (zakenpaspoort): |
|
a. |
voor een persoon op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is: |
|
b. |
voor een persoon op het moment van aanvraag jonger dan 18 jaar is: |
|
1.9.3 |
van een reisdocument t.b.v. een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
a. |
voor een persoon op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is: |
|
b. |
voor een persoon op het moment van aanvraag jonger dan 18 jaar is: |
|
1.9.4 |
van reisdocument voor vluchtelingen of reisdocument voor vreemdelingen: |
|
1.9.5 |
voor een 2e paspoort (2 jaar geldig)( nationaal paspoort of zakenpaspoort): |
|
a. |
voor een persoon op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is: |
|
b. |
voor een persoon op het moment van aanvraag jonger dan 18 jaar is: |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
||
1.10.1 |
van een Nederlandse Identiteitskaart: |
|
a. |
voor een persoon op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is: |
|
b. |
voor een persoon op het moment van aanvraag jonger dan 18 jaar is: |
|
1.10.2 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
||
1.11.1 |
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.9 t/m 1.10.2 worden vermeerderd met : |
|
a. |
voor het laten bezorgen van één reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor één persoon bedraagt het tarief |
€ 5,25 |
b. |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere reisdocumenten en/of Nederlandse identiteitskaarten voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip bedraagt het tarief per document |
€ 5,25 |
c. |
Voor de onderdelen 1.11.1 a en b dienen bij het uitreiken van de documenten alle betreffende personen aanwezig te zijn. Bovendien dienen in dit geval alle aanvragen op het zelfde tijdstip aan de balie ingediend te worden. |
|
1.11.2 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.9.1 t/m 1.10.2 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd (per document) met een bedrag dat gelijk is aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.12.1 |
tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05. |
|
Artikel 1.13 Modaliteiten |
||
1.13.1 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.12.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling. |
|
1.13.2 |
Het tarief dat geheven wordt voor het afgeven van een gezondheidsverklaring is conform de regeling goedkeuring tarieven CBR. |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
||
Artikel 1.14 Definities |
||
1.14.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één inlichting verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent, één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.15.1 |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking: |
€ 8,00 |
1.15.2 |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één kalenderjaar: |
|
a. |
voor 25 inlichtingen: |
€ 36,05 |
b. |
voor 100 inlichtingen: |
€ 108,30 |
c. |
voor 250 inlichtingen: |
€ 255,55 |
d. |
voor 500 inlichtingen: |
€ 402,75 |
e. |
voor 750 inlichtingen: |
€ 488,95 |
f. |
voor 1000 inlichtingen: |
€ 575,25 |
g. |
voor 2500 inlichtingen: |
€ 1.365,20 |
h. |
voor 5000 inlichtingen: |
€ 2.155,25 |
i. |
voor 7500 inlichtingen: |
€ 2.513,45 |
j. |
voor 10000 inlichtingen: |
€ 2.871,55 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.16.1 |
In afwijking van het in 1.15 bepaalde, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.16.2 |
het verstrekken van een inlichting, indien die inlichting wordt gevraagd: |
|
a. |
ten dienste van de geestelijke zorg door een kerkgenootschap als bedoeld in de Wet van 10 december 1853, Stb.102, of door een zelfstandige onderdeel van een Kerkgenootschap of door een genootschap op geestelijke grondslag met volledige Rechtsbevoegdheid niet zijnde een kerkgenootschap; |
€ 0,15 |
b. |
ten behoeve van wetenschappelijk of filantropisch doel; |
€ 0,15 |
1.16.3 |
Geen leges is verschuldigd voor het toezenden van de gegevens (persoonslijst) bij de eerste inschrijving in een basisregistratie personen (art. 2.54 Wet BPR). |
|
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.17.1 |
tot het verkrijgen van een uittreksel uit de basisregistratie personen: |
€ 8,00 |
1.17.2 |
tot het verkrijgen van iedere andere verklaring omtrent een persoon: |
€ 8,00 |
1.17.3 |
tot het verkrijgen van een uittreksel uit de basisregistratie personen dat via het digitaal loket is aangevraagd. (m.u.v. uittreksels burgerlijke stand): |
€ 5,30 |
1.17.4 |
tot het afgeven van een verklaring in het bijzonder belang van personen, per stuk: |
€ 19,15 |
1.17.5 |
tot het afgeven van een certificaat van oorsprong: |
€ 19,15 |
1.17.6 |
het verstrekken van een inlichting na een no-hit verklaring: |
€ 2,70 |
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.18.1 |
ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 13,35 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
||
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.19.1 |
tot het verstrekken van: |
|
a. |
een afschrift van één verslag alle raadsdebatten per avond en één besluitenlijst van de aansluitende raadsvergadering van die zelfde avond |
€ 11,15 |
b. |
een afschrift van de voorstellen van het college van burgemeester en wethouders aan de raad en de daarbij behorende conceptbesluiten en memories van toelichting echter met uitzondering van de ontwerp-begrotingen/rekeningen/voorjaarsnota met bijlagen, per vergadering: |
€ 9,45 |
c. |
een afschrift van de agenda voor de raadsdebatten en voor openbare raadsvergadering van één avond: |
€ 8,85 |
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.20.1 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
a. |
op de verslagen van alle raadsdebatten en openbare raadsvergaderingen |
€ 96,65 |
b. |
op de stukken als bedoeld in 1.19.1.b |
€ 133,15 |
c. |
op de agenda's van de raadsdebatten en openbare raadsvergaderingen |
€ 79,90 |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
||
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
||
Het tarief bedraagt: |
||
1.21.1 |
indien het de afgifte van een afdruk van een gedeelte van de plankaart op A-4 formaat betreft: |
€ 19,60 |
1.21.2 |
indien het de afgifte van een afdruk van een gehele kadaster (plan) kaart betreft: |
€ 38,25 |
1.21.3 |
indien het de afgifte van een digitaal bestand op diskette en/of cd-rom betreft: |
€ 47,65 |
1.21.4 |
indien het de afgifte van een plot van een digitale kaart op AO formaat betreft: |
€ 43,95 |
a. |
indien het de afgifte van een plot van een digitale kaart op A1 formaat betreft: |
€ 39,30 |
b. |
indien het de afgifte van een plot van een digitale kaart op A2 formaat: |
€ 34,35 |
c. |
indien het de afgifte van een plot van een digitale kaart op A3 formaat: |
€ 29,65 |
d. |
indien het de afgifte van een plot van een digitale kaart op A4 formaat: |
€ 24,70 |
1.21.5 |
met betrekking tot het verstrekken, op aanvraag, van schriftelijke informatie over een perceel/pand inzake mogelijke bodemverontreiniging |
€ 113,40 |
1.21.6 |
indien het de afgifte van een luchtfoto op A4 en/of A3 formaat betreft: |
€ 19,60 |
1.21.7 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van :een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.21.7., structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,40 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 0,80 |
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
||
1.22.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 19,60 |
1.22.2 |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3. vijfde lid, van de Erfgoedwet |
€ 0,40 |
1.22.3 |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 0,40 |
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
||
1.23.1 |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres |
€ 8,00 |
1.23.2 |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie |
€ 8,00 |
1.23.3 |
het gemeentelijke adrescoördinatiebestand of delen daarvan, per adrescoördinaat |
€ 8,00 |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
||
Artikel 1.24 Gemeentegarantie |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.25.2 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag van personen, per stuk wordt het maximum tarief in rekening gebracht zoals het door het Rijk is vastgesteld. |
|
1.25.3 |
ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand, onder d, genoemde stukken (attestatie de vita, bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek) Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd. |
|
1.25.4 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of het waarmerken van een stuk voor elke handtekening of elk gewaarmerkt stuk door een gemeente: |
€ 9,10 |
1.25.5 |
tot het verkrijgen van een verklaring inzake het Nederlanderschap: |
€ 8,00 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
||
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.26.1 |
ter zake van het op verzoek doen van nasporingen van in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 19,60 |
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
||
1.27.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per kopie: |
€ 0,40 |
1.27.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina: |
€ 0,40 |
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
||
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.30 Leegstandwet |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.30.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 1, van de Leegstandwet |
€ 163,65 |
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.31.1 |
tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
|
1.31.2 |
De subonderdelen 1.31.1.a en 1.31.1.b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
1.31.3 |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 20,60 |
1.31.4 |
tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39c van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 4.775,10 |
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.32.1 |
van een instemmingsbesluit of een vergunning op grond van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2016: |
€ 468,20 |
1.32.2 |
Het in 1.32.1 genoemde bedrag wordt: |
|
a. |
indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanvraag verhoogd met: |
€ 149,00 |
b. |
indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel of leiding plaats vindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake daarvan door burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
1.32.3 |
Indien een begroting, als bedoeld in 1.32.2.b. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.33.1 |
tot het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart (Gehandicaptenkaart) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 1990, 460) inclusief keuringskosten: |
€ 157,60 |
1.33.2 |
Bij de verstrekking van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart wordt het bedrag genoemd onder 1.33.1. verlaagd met de hieraan verbonden keuringskosten. Bij een afwijzing van de aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart, worden alleen de hieraan verbonden keuringskosten in rekening gebracht. |
|
1.33.3 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten. |
€ 83,95 |
1.33.4 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen. |
€ 37,45 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
||
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in de behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.34.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 0,80 |
1.34.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 0,80 |
1.34.3 |
afdruk van kaarten of tekeningen groter dan A3 formaat |
€ 19,60 |
1.34.4 |
een beschikking en of verklaring op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 41,55 |
1.34.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 5,70 |
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.35.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening tot het langer openhouden van een inrichting |
€ 20,45 |
1.35.2 |
tot het afgeven van een vergunning, bedoeld in artikel 21 van de Visserijwet tot het vissen in een water, op het visrecht waarvan de gemeente rechthebbende is |
€ 19,35 |
1.35.3 |
voor het analoog verstrekken van een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 62,75 |
1.35.4 |
tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet (Stb. 1989, 423) |
€ 5,60 |
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Artikel |
Omschrijving |
Vast tarief |
Variabel tarief |
||
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|||||
Artikel 2.1 Definities |
|||||
Definities |
|||||
2.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||||
2.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||||
2.1.3 |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||||
2.1.4 |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
||||
2.1.5 |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende [citeertitel gemeentelijke of regionale normbouwkostenregeling] en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan [10]% afwijken van deze normbouwkosten.] |
||||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||||
a. |
omgevingsoverleg; |
||||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||||
2.3.1 |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||||
2.3.2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||||
2.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||||
2.3.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||||
2.3.5 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||||
2.3.6 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||||
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|||||
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|||||
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|||||
2.4.1 |
Voor een vooroverleg zonder dat een gesprek aan de intaketafel of omgevingstafel nodig is: |
€ 390,65 |
|||
2.4.2 |
Voor een overleg aan de intaketafel |
€ 555,50 |
|||
2.4.2.1 |
Voor een overleg aan de omgevingstafel, voor iedere keer dat er een overleg plaats vindt |
€ 680,85 |
|||
2.4.3 |
Voor de toetsing van een beoordeling door "de Stadsbouwmeester" van een vooroverleg bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door "de Stadsbouwmeester" en/of derden in rekening worden gebracht. |
||||
2.4.4 |
Voor een overleg aan de regionale omgevingstafel bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door de regionale omgevingstafel en/of derden in rekening worden gebracht. |
||||
2.4.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een schriftelijke verklaring dat een activiteit omgevingsvergunning vrij is: |
€ 200,40 |
|||
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|||||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000: |
2,75% |
|||
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 300,00 |
||||
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000: |
2,60% |
|||
van de bouwkosten; |
|||||
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000: |
2,50% |
|||
van de bouwkosten; |
|||||
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000: |
2,35% |
|||
van de bouwkosten; |
|||||
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000: |
2,00% |
|||
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 500.000 |
||||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
2.6.1 |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit: |
||||
a. |
ls het normbedrag is bepaald op een bedrag van € 0 tot € 25.000 : |
3,50% |
|||
van het normbedrag, met een minimum van: |
€ 390,65 |
||||
b. |
Als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 25.000, maar niet meer dan € 100.000 |
€ 875,00 |
|||
Vermeerderd met |
1,00% |
||||
Van het deel van het normbedrag boven de € 25.000 |
|||||
c. |
Als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 100.000, maar niet meer dan € 250.000: |
€ 1.625,00 |
|||
Vermeerderd met |
0,60% |
||||
Van het deel van het normbedrag boven de € 100.000 |
|||||
d. |
Als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 250.000, maar niet meer dan € 500.000 |
€ 2.525,00 |
|||
Vermeerderd met |
0,50% |
||||
Van het deel van het normbedrag boven de € 250.000 |
|||||
e. |
Als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 500.000, maar niet meer dan € 1.000.000 |
€ 3.775,00 |
|||
Vermeerderd met |
0,40% |
||||
Van het deel van het normbedrag boven de € 500.000 |
|||||
f. |
Als het normbedrag is bepaald op een bedrag van € 1.000.000 of hoger |
€ 5.775,00 |
|||
Vermeerderd met |
0,30% |
||||
Van het deel van het normbedrag boven de € 1.000.000 |
|||||
2.6.2 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
||||
2.6.3 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||||
2.7.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 233,35 |
|||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 350,00 |
|||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 311,15 |
|||
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|||||
2.8.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
2.8.1.1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
||||
2.8.1.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 622,30 |
|||
2.8.1.1.2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 622,30 |
|||
2.8.1.2 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
||||
2.8.1.2.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 622,30 |
|||
2.8.1.2.2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 622,30 |
|||
2.8.1.3 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||||
2.8.1.3.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 622,30 |
|||
2.8.1.3.2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 622,30 |
|||
2.8.2 |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 311,15 |
|||
2.8.3 |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand 2016 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
||||
2.8.3.1 |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
||||
2.8.3.2 |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
||||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 777,90 |
|||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 777,90 |
|||
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|||||
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief per milieubelastende enkelvoudige aanvraag, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.481,20 |
||||
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
|||
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid : |
€ 3.481,20 |
|||
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid : |
€ 3.481,20 |
|||
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
|||
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
|||
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
|||
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||||
2.17.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.481,20 |
|||
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
|||
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 3.481,20 |
|||
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.481,20 |
||||
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|||||
2.20.1 |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
||||
2.20.2 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
||||
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|||||
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|||||
2.21.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|||||
2.22.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|||||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|||||
Omgevingsplanactiviteit: Opbreken en graven |
|||||
2.23.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit),: |
€ 183,86 |
|||
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 400,00 |
|||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 400,00 |
|||
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 200,46 |
||||
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 200,46 |
||||
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 200,46 |
|||
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 200,46 |
||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 200,46 |
|||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 200,46 |
|||
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|||||
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|||||
Gereserveerd |
|||||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening Twenterand 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 152,40 |
||||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||||
Gereserveerd |
|||||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg |
|||||
Gereserveerd |
|||||
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 60,00 |
||||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|||||
Gereserveerd |
|||||
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|||||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 457,15 |
|||
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 457,15 |
|||
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|||||
2.36.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€1.740,60 |
|||
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€1.740,60 |
|||
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€1.740,60 |
|||
2.36.2 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€1.740,60 |
|||
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|||||
2.37.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 457,15 |
|||
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|||||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||||
2.38.1 |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel: |
€ 1.244,58 |
|||
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel: |
€ 1.244,58 |
|||
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel |
€ 1.244,58 |
|||
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel: |
€ 1.244,58 |
|||
2.38.2 |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|||||
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 256,27 |
||||
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|||||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|||||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 467,20 |
||||
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 256,27 |
||||
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|||||
Gereserveerd |
|||||
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|||||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan en/of TAM/IMRO: |
€ 6.765,33 |
||||
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 467,20 |
||||
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|||||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 3.916,35 |
|||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 3.542,62 |
|||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 3.542,62 |
|||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|||||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 220,99 |
|||
b. |
een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies. |
||||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 273,58 |
|||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 443,10 |
|||
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 327,75 |
|||
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 1.244,67 |
|||
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: een rapport wordt beoordeeld, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies. |
||||
Artikel 2.50 Advies |
|||||
2.50.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 1.000,67 |
|||
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
||||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
||||
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||||
2.50.2 |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
Artikel 2.51 Instemming |
|||||
Gereserveerd |
|||||
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|||||
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|||||
2.52.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|||
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|||||
2.52.2 |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
||||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
||||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
||||
2.52.3 |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 390,60 |
|||
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|||||
2.53.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
||||
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
||||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|||||
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
||||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|||||
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
||||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|||||
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|||||
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|||||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden: |
25% |
||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges |
|||||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden: |
50% |
||||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden: |
50% |
||||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|||||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden: |
25% |
||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|||||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden: |
25% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|||||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|||||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|||||
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|||||
Een bedrag minder dan € 5 wordt niet teruggegeven. |
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 3.1 Horeca |
||
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van |
||
3.1.1 |
een vergunning ingevolge artikel 2:28 van de APV Twenterand (exploitatievergunning horecabedrijf) |
€ 216,85 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van |
||
3.2.1 |
een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet; |
€ 436,60 |
3.2.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 83,85 |
3.2.3 |
indien de in lid 3.2.1 bedoelde aanvraag om vergunning een aanvraag betreft met het oogmerk om een nieuwe vergunning te verkrijgen waarbij slechts een administratieve wijziging in een reeds eerder verleende vergunning moet worden opgenomen, dan bedraagt het tarief: |
€ 82,75 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
||
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
||
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
3.5.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) |
€ 83,90 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
||
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
||
Het tarief bedraagt |
||
3.6.1 |
ter zake van het in behandeling nemen tot het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een evenement |
nihil |
Artikel 3.7 Organiseren markt |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
||
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 |
||
Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.16 Toeristische verhuur |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
||
Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in de behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
3.18.1 |
een beschikking en of verklaring op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 41,50 |
3.18.2 |
tot registratie in het register LRK van gastouder (ongeacht de opvang plaatsvindt op adres van gastouder of vraag ouder) |
€ 285,15 |
3.18.3 |
tot registratie in het register LRK van gastouderbureau, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal |
€ 713,15 |
3.18.4 |
een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1, onderdeel a, van de Brandbeveiligingsverordening (aanwezigheid van meer dan 50 personen) |
|
a. |
51 tot en met 250 personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een woongebouw: |
€ 626,15 |
b. |
Meer dan 250 personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een woongebouw: |
€ 1.239,65 |
3.18.5 |
van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2 lid 1b van de Brandbeveiligingsverordening (nachtverblijf voor meer dan 5 personen) |
|
a. |
6 tot en met 10 personen |
€ 621,60 |
b. |
11 tot en met 25 personen |
€ 1.239,65 |
c. |
26 tot en met 100 personen |
€ 2.033,75 |
d. |
meer dan 100 personen |
€ 2.479,10 |
3.18.6 |
een gebruiksvergunning m.b.t. het brandveilig gebruik van een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1-C van de Brandbeveiligingsverordening (verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar en verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen): |
|
a. |
11 tot en met 25 personen |
€ 621,60 |
b. |
meer dan 25 personen |
€ 1.239,65 |
3.18.7 |
van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk of inrichting, als bedoeld in artikel 2.11, lid 1-A en B van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid 1A,B en C van de Brandbeveiligingsverordening voor een gebouw of bouwwerk of inrichting waarvan de huidige gebruiksvergunning inmiddels verlopen is (meer dan 5 jaar) bij ongewijzigd gebruik per aanvraag: |
€ 305,15 |
3.18.8 |
een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouw of inrichting als bedoeld in artikel 2.11.1 lid 1-A van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid1-B van de Brandbeveiligingsverordening (nachtverblijf voor meer dan 5 personen) |
|
a. |
1. 6 tot en met 10 personen |
€ 621,60 |
b. |
2. 11 tot en met 25 personen |
€ 1.239,65 |
c. |
3. 26 tot en met 100 personen |
€ 2.033,75 |
d. |
4. meer dan 100 personen |
€ 2.479,10 |
3.18.9 |
een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk of inrichting als bedoeld in artikel 2.11.1 lid 1-B van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid 1-C van de Brandbeveiligingsverordening (verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar en verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen): |
|
a. |
1. 10 tot en met 25 personen |
€ 621,60 |
b. |
2. meer dan 25 personen |
€ 1.239,65 |
c. |
Gebruiksvergunning op grond van artikel 2.11.1 lid 1-A en B van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid 1-A,B en C van de Brandbeveiligingsverordening voor het in gebruik hebben of houden van bouwwerk of inrichting voor de maximale duur van 30 dagen. |
|
3.18.10 |
De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afwijkend gebruik van een bouwwerk, anders dan voor het gebruik tijdens een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2016, waar gelijktijdig maximaal 50 tot 249 personen aanwezig kunnen zijn: |
€ 83,85 |
3.18.11 |
De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afwijkend gebruik van een bouwwerk, anders dan voor het gebruik tijdens een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2016, waar gelijktijdig 250 personen of meer aanwezig kunnen zijn: |
€ 305,15 |
Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2023
De griffier van Twenterand,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl