Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707780
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707780/1
Gemeente Rhenen - Verordening leges omgevingsvergunningen 2024
Geldend van 28-12-2023 t/m heden
Intitulé
Gemeente Rhenen - Verordening leges omgevingsvergunningen 2024De raad van de gemeente Rhenen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges omgevingsvergunningen 2024
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- •
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- •
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- •
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- •
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- •
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
diensten ten behoeve van verklaringen over inkomen en vermogen;
- d.
diensten ten behoeve van het afgeven van een vergunning voor het houden van niet commerciële evenementen of activiteiten door organisaties, zoals bedoeld in artikel 3.2.1 van de tarieventabel, voor zover deze evenementen of activiteiten tot categorie A behoren;
- e.
onder organisaties als bedoeld in lid c wordt verstaan: een lokale organisatie zonder winstoogmerk, die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van evenementen of activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige, culturele aard of tot bevordering van het algemeen belang waarbij de evenementen of activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen één dag na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
- c.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De ‘Verordening leges omgevingsvergunningen 2023’ van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening leges omgevingsvergunningen 2024’.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2023
De raadsgriffier, de voorzitter,
drs. K. Koopman drs. J.A. van der Pas
Behoort bij raadsbesluit van 20 december 2022
de raadsgriffier, de voorzitter,
drs. K. Koopman drs. J.A. van der Pas
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING LEGES OMGEVINGSVERGUNNINGEN 2024
INDELING TARIEVENTABEL
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Zie hiervoor; Verordening leges 2024
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 (Niet van toepassing)
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Zie hiervoor; Verordening leges 2024
HOOFDSTUK 2DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|||
Artikel 2.1. Definities |
|||
1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
3 |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
||
4 |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
||
5 |
In afwijking in zoverre van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend (op grond van het bouwkostenkompas van IGG (www.bouwkostenkompas.nl of een van de daarop gebaseerde schriftelijke uitgaven van IGG, geldend in het belastingtijdvak). Als de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% lager zijn dan de berekende bouwkosten volgens het bouwkostenkompas, dan worden de leges berekend naar het hogere berekende bedrag aan bouwkosten. De bouwkostenkompas of een van de daarop gebaseerde schriftelijke uitgaven van IGG kan op afspraak worden ingezien op het gemeentehuis. |
||
6 |
Principeverzoek (ook wel: vooroverleg of omgevingstafel genoemd): een vorm van omgevingsoverleg m.b.t. een ruimtelijk initiatief waarvoor het college, al dan niet in de vorm van een conceptaanvraag omgevingsvergunning, wordt gevraagd medewerking te verlenen. Het gaat hierbij om een initiatief waarbij een bestemming of gebruik van een perceel verandert en/of het gebruik van de opstallen verandert (met of zonder bouwkundige werkzaamheden), dan wel of wordt afgeweken van de bouwregels. Het plan wordt getoetst aan de ruimtelijke kaders (bestemmingsplan en overig gemeentelijk beleid). Als noodzakelijk en/of gewenst wordt het principeverzoek voorgelegd aan de Welstandscommissie. Het college neemt vervolgens een besluit of zij bij afwijking van het bestemmingsplan in principe mee wil werken aan het plan. |
||
7 |
Schetsplan (ook wel principeoverleg genoemd): een vorm van omgevingsoverleg waarin een schetsmatig plan voor bouw- of verbouwactiviteiten dat -vooruitlopend op een omgevingsvergunning - wordt getoetst aan de ruimtelijke kaders (bestemmingsplan en overig gemeentelijk beleid). Als noodzakelijk en/of gewenst wordt het schetsplan voorgelegd aan de welstandscommissie. |
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a |
omgevingsoverleg; |
||
b |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||
c |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||
d |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||
e |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||
f |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||
g |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||
h |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||
1 |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk |
||
2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||
3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||
4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||
5 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
6 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|||
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg Paragraaf 2.2 Voorfase |
|||
Het tarief voor een aanvraag beoordeling van: |
|||
1 |
een principeverzoek bedraagt: |
€ |
1.135,00 |
2 |
een schetsplan bedraagt: |
€ |
231,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
1,09% van de totale bouwkosten met een minimum van: en een maximum van: |
€ € |
404,00 100.000,00 |
b |
In afwijking van het minimumbedrag bepaald in artikel 2.5, onder a en artikel 2.6 onder a, geldt als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op zowel het bepaalde in artikel 2.5 onder a als het bepaalde in 2.6 onder a, uitsluitend het minimumbedrag bedoeld in artikel 2.6 onder a van deze legesverordening. Mits beide omgevingsvergunningen binnen: - 24 uur worden aangevraagd, danwel - een door het bevoegd gezag gestelde termijn. |
||
c |
In afwijking van het maximumbedrag bepaald in artikel 2.5, onder a en artikel 2.6 onder a, geldt als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op zowel het bepaalde in artikel 2.5 onder a als het bepaalde in artikel 2.6 onder a, een maximum bedrag van mits beide omgevingsvergunningen binnen: - 24 uur worden aangevraagd, danwel - een door het bevoegd gezag gestelde termijn. |
€ |
125.000,00 |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit of het in stand houden van het te bouwen bouwwerk: 1,97% van de totale bouwkosten met een minimum van: tot een maximum van: als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op zowel het bepaalde in dit artikel als in artikel 2.5 onder a, dan geldt één minimumbedrag van: en één maximumbedrag van: voor beide aanvragen. |
€ € € € |
404,00 100.000,00 404,00 125.000,00 |
b |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bestaande uit het gebruiken van het te bouwen bouwwerk: |
|
588,00 |
c |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
8.326,00 |
d |
de in onderdeel a tot en met c genoemde tarieven zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit binnen beleid betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ |
588,00 |
e |
de in onderdeel a tot en met c genoemde tarieven zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een overige buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ |
1.731,00 |
Artikel 2. 7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
495,00 |
b |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
1.931,00 |
c |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
2.225,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: gemeentelijke/provinciale monumenten |
|||||
1 |
a b c |
1e 2e 1e 2e 1e 2e |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening 2016 gemeente Rhenen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
495,00 495,00 495,00 495,00 2.225,00 2.225,00 |
|
2 |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
|
588,00 |
||
3 |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2016 gemeente Rhenen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
||||
a |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
||||
b |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ |
495,00 |
b |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
495,00 |
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: wijzigings- of sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een wijzigings- of een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening 2016 gemeente Rhenen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ |
495,00 |
|
b |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
495,00 |
|
c |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
495,00 |
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
495,00 |
Paragraaf 2.5 (Niet van toepassing) |
Artikel 2.12 t/m 2.20 (Niet van toepassing) |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
||
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ |
868,00 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
868,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|||
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
703,00 |
2 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
703,00 |
3 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met een archeologische verwachtingswaarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
703,00 |
4 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
703,00 |
5 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
703,00 |
6 |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft, waarbij alleen afgeweken wordt van het omgevingsplan vanwege een bepaling m.b.t. archeologie én op basis van archeologisch onderzoek of naar oordeel van een door het bevoegd gezag aan te wijzen archeologische deskundige, is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad (evt. door het stellen van voorschriften), en worden in dat geval verhoogd met: |
€ |
588,00 |
7 |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een overige buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ |
1.731,00 |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b. indrijven van voorwerpen, c. ophogen van de grond, of d. verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan |
|
704,00 |
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
2.434,00 |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
704,00 |
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
2.434,00 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
704,00 |
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
2.434,00 |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
209,00 |
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
2.434,00 |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
704,00 |
b |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
704,00 |
c |
voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, waarbij alleen afgeweken wordt van het omgevingsplan vanwege een bepaling m.b.t. archeologie én op basis van een archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een door het bevoegd gezag aan te wijzen archeologische deskundige, is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad (evt. door het stellen van voorschriften): |
€ |
1.292,00 |
d |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
2.434,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
Artikel 2.29 (Niet van toepassing)) |
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
95,50 |
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
1.827,00 |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanbrengen of maken van reclame of het plaatsen van een reclameobject, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen genoemde activiteiten: |
|||
a |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ |
174,00 |
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
1.905,00 |
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van objecten op de weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
als de activiteit bestaat uit het op een oppervlakte van maximaal 2 parkeerplaatsen opslaan van container(s), bigbag(s) en/of steiger(s) maximaal 6 weken buiten het beschermd stadsgezicht: |
€ |
38,00 |
b |
als de activiteit bestaat uit het op een oppervlakte van maximaal 2 parkeerplaatsen opslaan van bouwobjecten maximaal 3 dagen buiten het beschermd stadsgezicht: |
€ |
38,00 |
c |
als de activiteit bestaat uit het op een oppervlakte van maximaal 2 parkeerplaatsen opslaan van container(s), bigbag(s) en/of steiger(s) maximaal 3 weken binnen het beschermd stadsgezicht: |
€ |
97,50 |
d |
als de activiteit bestaat uit het op een oppervlakte van maximaal 2 parkeerplaatsen opslaan van overige roerende zaken: |
|
1 98,00 |
e |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ |
72,00 |
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen van een standplaats, bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a |
een jaar (of langer) m.b.t. kiosk, kraamtafel, auto, verkoopwagen e.d. voor het aanbieden van handelswaar, anders dan bedoeld in de Verordening Marktgelden: |
€ |
342,00 |
b |
één dag m.b.t. kiosk, kraamtafel, auto, verkoopwagen e.d. voor het aanbieden van handelswaar, anders dan bedoeld in de Verordening Marktgelden: |
€ |
156,00 |
c |
één dag m.b.t. kiosk, kraamtafel, auto, verkoopwagen e.d. voor het aanbieden van informatie, promotiemateriaal e.d, anders dan bedoeld in de Verordening Marktgelden: |
€ |
19,50 |
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||||
a |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
368,00 |
|
b |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
1e |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
368,00 |
|
2e |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
2.098,00 |
|
3e |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ |
368,00 |
|
c |
betreft een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vaststellen en/of wijzigen van een hogere waarde als bedoeld in artikel 4.103c lid 2 Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
603,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
||||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||||
a |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|||
1 |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||
2 |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||
3 |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|||
4 |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||
per maatwerkvoorschrift: |
€ |
1.731,00 |
||
b |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ |
1.731,00 |
Artikel 2.36 (Niet van toepassing) |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.26, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
|
2.169,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
||||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
||||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ |
510,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ |
510,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ |
510,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ |
510,00 |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht of – indien dit eerder is - met ingang van de dag dat aanvrager heeft ingestemd met het genoemde bedrag, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
||
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ |
403,00 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ |
134,00 |
Artikel 2.42 (Niet van toepassing) |
Artikel 2.43 (Niet van toepassing) |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ |
9.994,00 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1. |
voor een gedoogverklaring: |
€ |
1.265,00 |
2. |
tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ |
368,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
|
met een maximum van: |
€ |
1.167,00 |
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||
a. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
9.994,00 |
b. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in het onderdeel a: |
€ |
380,00 |
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ |
723,00 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ |
723,00 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ |
723,00 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ |
723,00 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ |
723,00 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ |
723,00 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ |
723,00 |
Artikel 2.50 Advies |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ |
539,00 |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Rhenen 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, blijkend uit de actuele tarievenstructuur van MooiSticht, bijgevoegd als bijlage 1: Tarieventabel 2024 bij deze verordening: |
|||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Rhenen 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b, wordt het tarief in onderdeel b verhoogd met: |
€ |
74,00 |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet genoemde beschikking of niet genoemd advies: |
€ |
368,00 |
Artikel 2.51 Instemming |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|||
a. |
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: |
€ |
539,00 |
|
b. |
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: |
|||
het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.13 Vermindering |
||||
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a en artikel 2.4 lid 1 (principeverzoek), waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het derde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt van de voor het omgevingsoverleg (art. 2.4 lid 1) geheven leges |
75% |
||
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a en artikel 2.4 lid 2 (schetsplan), waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het derde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: van de voor het omgevingsoverleg (art. 2.4 lid 2) geheven leges. |
100% |
||
3. |
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid moet de aanvraag om een omgevingsvergunning zijn gedaan: |
|||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|||
c. |
binnen twaalf maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving |
Artikel 2.53 Vermindering leges in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen |
|||
Als een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (bouwtechnische deel), omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) en/of een aanlegactiviteit als bedoeld in de artikelen 2.5, 2.6, 2.14, 2.15, 2.16, 2.19 en 2.39 voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen bij bestaande particuliere woningen en monumenten wordt verleend, worden de leges verminderd. De op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges worden verminderd met: De volgende duurzaamheidsmaatregelen komen hiervoor in aanmerking: |
50% |
||
- |
het plaatsen van zonnepanelen (in combinatie met boilers) op (1) daken; (2) op monumentale daken; (3) binnen het beschermd stadsgezicht; |
||
- |
het plaatsen van zonnepanelen, niet op daken: tegen een gevel of op het erf; |
||
- |
het aanbrengen van isolerende voorzieningen aan de buitenzijde: gevels en daken; |
||
- |
het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40 DB; |
||
het aanbrengen van een begroeid dak dat na realisatie een waterbergende capaciteit heeft van minimaal 18 liter per m2. |
|||
Nieuwbouwwoningen zijn uitgesloten van deze vermindering. Deze woningen moeten op grond van de regelgeving al energieneutraal gebouwd worden. |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
||
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
100% |
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
€ |
85% 231,00 |
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
|
231,00 |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot acht weken na de indiening van de aanvraag: |
68% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
|
231,00 |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf acht weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
|
231,00 |
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
|
1.135,00 |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
68% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
|
1.135,00 |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een verschuldigd bedrag resteert van tenminste: |
|
1.135,00 |
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
25% |
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten- of milieubelastende activiteiten |
|||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
25% |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. |
Behoort bij raadsbesluit van 20 december 2022
de raadsgriffier, de voorzitter,
drs. K. Koopman drs. J.A. van der Pas
Bijlage tarieventabel artikel 2.50
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl