Verordening burgerinitiatief gemeente Brummen

Geldend van 16-02-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Brummen

De raad van de gemeente Brummen;

gelezen het voorstel van de IPV-fractie van 24 november 2005;

overwegende, dat het in het kader van het dualisme gewenst is om de mogelijkheden te bieden die de participatie en betrokkenheid van de burgers bij de politieke agenda kunnen vergroten;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING BURGERINITIATIEF GEMEENTE BRUMMEN

Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2 GELDIG INITIATIEF OP AGENDA RAAD

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering als daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a)

      niet door ten minste het aantal initiatiefgerechtigden genoemd in artikel 3.3 wordt ondersteund;

    • b)

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

    • c)

      niet voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 5.

Artikel 3 GERECHTIGDEN TOT BURGERINITIATIEF

  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn inwoners van de gemeente Brummen.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

  • 3.

    Het initiatief moet ten minste ondersteund zijn door:

    • a)

      ten minste tien initiatiefgerechtigden voor voorstellen in de directe woonomgeving;

    • b)

      twintig initiatiefgerechtigden voor voorstellen op wijkniveau

    • c)

      dertig initiatiefgerechtigden voor voorstellen op dorps/gemeentelijk niveau.

Artikel 4 VAN BURGERINITIATIEF UITGESLOTEN ONDERWERPEN

Een burgerinitiatief houdt niet in:

  • a)

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b)

    een vraag over gemeentelijk beleid;

  • c)

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d)

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e)

    een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5

PROCEDURE VAN IN BEHANDELINGNEMEN BURGERINITIATIEF

  • 1.

    Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

  • a)

    een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

  • b)

    een toelichting op het initiatiefvoorstel;

  • c)

    de achternaam, de voornamen, het (contact)adres en de handtekening van de verzoeker, en

  • d)

    een lijst met de voornamen, achternamen, adressen en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

BEHANDELING BURGERINITIATIEF IN RAAD

  • 1.

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van een forum en/of de raad wordt geplaatst, met dien verstande, dat ten minste één week is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2.

    Als de raad het verzoek afwijst, omdat het in strijd is met artikel 4, kan de raad het voorstel doorzenden aan het college.

  • 3.

    Als de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatief voor de eerstvolgende vergadering van de raad en of het forum.

  • 4.

    De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om het burgerinitiatief nader toe te lichten.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud ervan op een geschikte wijze, zoals plaatsing in een huis-aan-huisblad.

  • 6.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7 VERSLAGLEGGING OVER WERKING BURGERINITIATIEF

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening burgerinitiatief gemeente Brummen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 januari 2006
De voorzitter
De griffier

TOELICHTING VERORDENING BURGERINITIATIEF GEMEENTE BRUMMEN

BEGRIPSOMSCHRIJVING

Artikel 1

In dit artikel is gekozen om de term 'burgerinitiatief" te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Dit artikel biedt de mogelijkheid dat burgers een onderwerp aan de gemeenteraad aandragen, zonder dat hierbij een concreet voorstel is gevoegd. Te denken valt hier aan de wens om over een bepaalde problematiek in de raad te discussiëren. Overigens hebben burgers uiteraard ook de vrijheid om een concreet voorstel in te dienen.

GELDIG INITIATIEF OP AGENDA RAAD

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen, indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus tenminste moeten uitspreken over het burgerinitiatief.

Van een geldig verzoek is sprake als:

  • (a)

    het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

  • (b)

    het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en

  • (c)

    aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan

In artikel 3 wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, kan het volgende worden opgemerkt. Het initiatief dient een zekere garantie bieden dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatief ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. Wel is bewust gekozen voor een verdeling in soorten initiatief. De verwachting is dat burgers initiatieven zullen willen indienen die hun directe omgeving of straat raken. Ook is het mogelijk dat op wijkniveau initiatieven zullen ontstaan of op gemeentelijk danwel dorpsniveau. In dit voorstel worden de kleine kernen in de gemeente gezien als wijk. Redelijk is dat bij verschillende soorten initiatieven verschillende hoeveelheden ondersteuners nodig zijn.

GERECHTIGDEN TOT BURGERINITIATIEF

Artikel 3

Dit artikel regelt wie gerechtigd zijn een initiatief in te dienen. Het moeten inwoners zijn van de gemeente Brummen Het burgerinitiatief is een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Gekozen is geen leeftijdscriterium in te voeren, om zodoende ook jeugd en jongeren de gelegenheid te geven initiatieven te nemen. De verwachting is dat wanneer jeugdige inwoners een initiatief willen nemen dat ze hierbij procesmatig en inhoudelijk ondersteund worden door bijvoorbeeld wijkraden of SWB. Om te voorkomen dat leeftijd een bepalend criterium is, wordt voor dit uitgangspunt gekozen.

Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

VAN BURGERINITIATIEF UITGESLOTEN ONDERWERPEN

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar wordt vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij er niet over gaat

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een forum of raadsvergadering of in een overleg met een wethouder.

Ook moet voorkomen worden, dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan de raad bepalen dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit kan de besluitvorming in de raad frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. In dit artikel is uitgegaan van een periode van een jaar.

PROCEDURE VAN IN BEHANDELINGNEMEN BURGERINITIATIEF

Artikel 5

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is ligt het voor de hand om het burgerinitiatief bij hem te laten indienen. Dit kan per brief en digitaal. De benodigde formulieren zijn via de website van de gemeente te verkrijgen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatief plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen wordt naar personalia gevraagd als adressen en geboortedata. Vooral deze laatste gegevens kunnen niet eenvoudig aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan onderzocht worden of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Een model voor de genoemde formulieren is als bijlagen 1 en 2 opgenomen bij deze verordening.

BEHANDELING BURGERINITIATIEF IN RAAD

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar her college. Dat zaI in het bijzonder gebeuren als het college wel bevoegd is.

Tijdens de discussie bleek enige onduidelijkheid over de termijn de raad inhoudelijk over het initiatief spreekt. Dit is geregeld in de artikel 6 lid 3. Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het zesde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

Bij deze bepalingen is gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatief omgaat. Onnodig is dat de raad altijd voltallig het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de voltallige raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in b.v. een forum inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek nodig is.

VERSLAGLEGGING OVER WERKING BURGERINITIATIEF

Artikel 7

In dit artikel is een regeling over het burgerinitiatief opgenomen, die de burgemeester verplicht om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), evenals een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad op de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In de wet met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan ook voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen.

CITEERARTIKEL

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Bijlage 1: VERORDENING BURGERINITATIEF GEMEENTE BRUMMEN

Verzoek burgerinitiatief

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

Toelichting op het voorstel/onderwerp:

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

Het voorstel heeft betrekking op (aankruisen wat van toepassing is)

Ο directe woonomgeving,

Ο wijk (of Leuvenheim, Oeken, Hall, Empe),

naam wijk:

Ο dorp naam dorp:

Ο gemeente

Naam:

……………………………………………………………………………………………………………….

Eerste voornaam en verdere voorletters:

………………………………………………………………………………………………………………..

Geboortedatum: …………………………………………………………………………………………..

Adres:………………………………………………………………………………………………………..

Postcode …………………………en woonplaats………………………………………………………

Handtekening:

Plaatsvervanger:

Naam:

……………………………………………………………………………………………………………….

Eerste voornaam en verdere voorletters:

………………………………………………………………………………………………………………..

Geboortedatum: …………………………………………………………………………………………..

Adres:………………………………………………………………………………………………………..

Postcode …………………………en woonplaats………………………………………………………

Handtekening

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Het zogenaamde burgerinitiatief moet worden ondersteund door initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatief mag niet inhouden:

een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

een vraag over gemeentelijk beleid;

een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

een bezwaar in de zin van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

een voorstel over een onderwerp waarover de raad minder dan één jaar voor de datum van indiening van het voorstel een besluit heeft genomen.

Bijlage 2: VERORDENING BURGERINITATIEF GEMEENTE BRUMMEN

Behoort bij burgerinitiatief van:

Naam:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Geboortedatum:

Korte omschrijving voortstel:

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatief

nr.

Naam

Adres

geboortedatum

handtekening

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

Toelichting

Bovenaan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.