Financiële verordening Recreatieschap Groengebied Amstelland

Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Intitulé

Financiële verordening Recreatieschap Groengebied Amstelland

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Groengebied Amstelland;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Groengebied Amstelland d.d. 1 november 2022;

gelet op Wet gemeenschappelijk regeling artikel 59 en overeenkomstig het bepaalde in artikel 190 tot en met 219 Provinciewet;

besluit vast te stellen de Verordening financieel beheer Recreatieschap Groengebied Amstelland:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Schap:

  • Het openbaar lichaam Recreatieschap Groengebied Amstelland, als bedoeld in artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Groengebied Amstelland

  • b.

    Algemeen bestuur (AB):

  • Het algemeen bestuur van het schap, als bedoeld in artikel 6.1 van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Groengebied Amstelland

  • c.

    Dagelijks bestuur (DB):

  • Het dagelijks bestuur van het schap, als bedoeld in artikel 12.1 van de gemeen¬schappelijke regeling Recreatieschap Groengebied Amstelland

  • d.

    Uitvoeringsorganisatie:

  • De organisatie die in opdracht van het algemeen bestuur van het recreatieschap belast is met het dagelijks gebiedsbeheer, het financieel beheer, de beleidsvoorbereiding en de plan-vorming en -uitvoering.

  • e.

    Budgethouder:

  • De directeur van de uitvoeringsorganisatie of een door hem aangewezen functionaris

  • f.

    BBV:

  • Het Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten

  • g.

    Administratie:

  • Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het Algemeen bestuur, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Groengebied Amstelland en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd

  • h.

    Rechtmatigheid:

  • Het in overeenstemming zijn met de financiële beheersmaatregelen opgenomen in geldende wet- en regelgeving

  • i.

    Doelmatigheid :

  • Het realiseren van bepaalde prestatie met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen

  • j.

    Doeltreffendheid:

  • De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald

  • k.

    Investeringskrediet:

  • Een budget voor het realiseren van een investering

  • l.

    Investering:

  • Een opoffering in tijd, geld of menskracht waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Inrichting begroting

  • 1. Het AB stelt per bestuursperiode de indeling van de begroting vast conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten ( BBV).

  • 2. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de raming per programma. Bij de jaarverslaggeving wordt een overzicht gegeven van de realisatie per programma en de bijdrage per deelnemer.

  • 3. De begroting voor het komende jaar bevat een meerjarenbegroting over een periode van drie jaar, om de in de begroting opgenomen ramingen te kunnen plaatsen in een meerjarenperspectief.

  • 4. In de begroting wordt van nieuwe investeringen het benodigde investeringskrediet weergegeven met de afschrijvingstermijnen en de uit de investeringen voortvloeiende kapitaallasten (meerjarig).

Artikel 3 Uitvoering begroting

  • 1. Het DB waarborgt dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het DB draagt er zorg voor dat de begrote lasten en baten door middel van kosten toerekening eenduidig zijn toegewezen aan het programma.

Artikel 4 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijziging

  • 1. Het AB geeft met het vaststellen van de begroting opdracht aan het DB om de doelstellingen te realiseren en diensten te verlenen.

  • 2. Het AB autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma.

  • 3. Het DB draagt er zorg voor dat de lasten, zoals is geautoriseerd in de begroting, niet worden overschreden.

  • 4. Indien het DB voorziet dat een programma of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het DB aan het AB gemeld. Dit kan middels de tussentijdse rapportages of middels een voorstel voor wijziging van het budget van het betreffende programma of investeringskrediet of een voorstel tot bijstelling van het beleid. Het DB legt dit aan het AB ter autorisatie voor.

  • 5. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar, die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het DB voor het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van het investeringskrediet aan het AB voor.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het DB informeert het AB eenmaal per jaar (in het najaar) door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van het recreatieschap van het lopende jaar.

  • 2. De tussentijdse rapportage bevat:

    • a.

      Een analyse van de uitkomsten ten opzichte van de begroting;

    • b.

      Een vooruitblik op het verwachte jaarresultaat;

    • c.

      Een overzicht van de bestede investeringskredieten;

  • 3. In de tussentijdse rapportages worden afwijkingen op investeringskredieten en afwijkingen op de raming van baten en lasten boven de 10% met een ondergrens van € 10.000 toegelicht.

Artikel 6 Jaarstukken

  • 1. Het DB maakt elk jaar de rekening van het voorafgaande jaar op conform wet- en regelgeving. De jaarstukken bevatten in ieder geval:

    • a.

      Een programmaverantwoording;

    • b.

      De verplichte paragrafen;

    • c.

      Een balans, inclusief een uitgebreide toelichting hierop en een overzicht van de baten en lasten van het voorafgaande jaar;

    • d.

      Een verklaring over de rechtmatigheid van de beheershandelingen.

  • 2. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 7 Waardering en afschrijving vaste activa

De kaders voor activering, waardering en afschrijving van vaste activa worden separaat beschreven in de Nota activeren, waarderen en afschrijven. Het AB stelt deze nota vast.

Artikel 8 Reserves en voorzieningen

De kaders voor het instellen/vormen en het gebruik van reserves en voorzieningen worden beschreven in de Nota reserves en voorzieningen. Het AB stelt deze nota vast.

Artikel 9 Financieringsfunctie

  • 1. Het schap neemt ten aanzien van de financieringsfunctie de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) en daarmee ook de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (wet RUDDO) in acht;

  • 2. Het AB stelt het Financieringsstatuut vast. Daarin zijn voor de financieringsfunctie kaders opgenomen voor het risicobeheer, financiering, kasbeheer en relatiebeheer.

Artikel 10 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeenschappelijke regeling, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeenschappelijke regeling verleende diensten.

  • 2. Bij de kosten worden betrokken de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa.

  • 3. Voor de inzet van materiele activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld.

Artikel 11 Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeenschappelijke regeling in concurrentie met markt-partijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het DB vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan het AB waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeenschappelijke regeling de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het DB vooraf een voorstel aan het AB waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

Hoofdstuk 4 Paragrafen

Artikel 12 Paragrafen

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het DB conform het Besluit begroting en verantwoording minimaal de verplichte onderdelen van de paragrafen Bedrijfsvoering, Financiering, Onderhoud kapitaalgoederen, Grondbeleid, Verbonden partijen en Weerstands-vermogen en risicobeheersing op.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 13 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    Het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de organisatie;

  • b.

    Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden;

  • c.

    Het verschaffen van informatie over uitputting van toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doel-treffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begrotingen relevante wet- en regelgeving;

  • e.

    De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doel-treffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante weten regelgeving.

Artikel 14 Financiële organisatie

Het DB zorgt voor en legt vast:

  • a.

    Voor een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • b.

    De verlening of goedkeuring van mandaten en volmachten aan de budgethouder voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • c.

    Het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan;

  • d.

    Het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten en diensten met inachtneming van geldende regels vanuit de Europese Unie.

Artikel 15 Interne controle

  • 1. Het DB zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balans-mutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het DB maatregelen tot herstel.

  • 2. Ten behoeve van deze stelselmatige toetsing draagt het DB zorg voor een controleplan. Voor de uitvoering van dit plan en de jaarlijkse actualisatie is de uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk. Dit plan borgt de regelmatige toetsing van de bedrijfsprocessen, op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, op de rechtmatigheid van beheers handelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik.

Artikel 16 Verantwoording over de rechtmatigheid

  • 1. Het DB verantwoordt zich over de rechtmatigheid van de beheershandelingen conform de bepalingen van het BBV met een rechtmatigheidsverantwoording en toelichting in de paragraaf Bedrijfsvoering.

  • 2. Voor het rechtmatigheidsoordeel stelt het AB de verantwoordingsgrens vast op 3%. Deze grens van 3% geldt afzonderlijk voor zowel fouten als onzekerheden.

  • 3. Het DB rapporteert in de paragraaf Bedrijfsvoering over alle bevindingen omtrent de financiële rechtmatigheid waardoor in het voorkomende geval de verantwoordingsgrens wordt overschreven en verder over alle bevindingen die het DB relevant acht voor de lezer van de jaarrekening.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Financiële verordening vastgesteld op 29 november 2018 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening ( en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2022.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: verordening financieel beheer Recreatieschap Groengebied Amstelland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Recreatieschap Groengebied Amstelland op 24 november 2022.

De voorzitter,

J. Langenacker