Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hardinxveld-Giessendam

Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hardinxveld-Giessendam

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hardinxveld-Giessendam; ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 14 december 2021; gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hardinxveld-Giessendam

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    portefeuillehouder: lid van het college dat verantwoordelijk is voor de tot zijn portefeuille behorende onderwerpen;

  • e.

    het Juridisch Kenniscentrum: de afdeling van de (service-)gemeente Dordrecht, waar het secretariaat van de commissies van de deelnemende gemeenten is ondergebracht;

  • f.

    de gemeente: de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

  • h.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

  • i.

    ambtelijk horen: het horen door een ambtenaar of meerdere ambtenaren namens het bestuursorgaan zoals bedoeld in artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • j.

    behandeling (van bezwaarschriften): het verzamelen van alle relevante stukken als bedoeld in artikel 7:4 van de Algemene wet bestuursrecht, het voorbereiden van de hoorzitting en het voorbereiden van de beslissing op bezwaar.

  • k.

    horen: horen als bedoeld in artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Behandeling

  • 1.

    Er is een commissie ter advisering van de raad, het college en de burgemeester inzake beslissingen op bezwaar.

  • 2.

    De commissie is bevoegd te adviseren ten aanzien van bezwaarschriften tegen:

    • a.

      besluiten van de raad;

    • b.

      besluiten die tot de gemeente zijn gericht;

    • c.

      besluiten die zijn genomen op een aanvraag van een derde waarbij de aanvraag een zwaarwegend gemeentelijk belang dient;

    • d.

      besluiten die zijn gericht tot instellingen, bedrijven of organisaties op het bestuur waarvan het gemeentebestuur een overwegende invloed heeft of waarin de gemeente een bestuurlijk belang heeft;

    • e.

      handhavingsbesluiten, voor zover hierbij een ondernemersbelang in het geding is;

    • f.

      besluiten op het gebied van de ruimtelijke ordening, voor zover hierbij een ondernemersbelang in het geding is;

    • g.

      besluiten, waarbij sprake is van meerdere bezwaarmakers en/of indien de besluitvorming bestuurlijk gevoelig ligt;

    • h.

      overige besluiten, voor zover behandeling door de commissie door het verwerend orgaan noodzakelijk wordt geacht.

  • 3.

    De bezwaarschriften die niet behoren tot de bevoegdheid van de commissie worden voor het horen voorgelegd aan de portefeuillehouder.

  • 4.

    De commissie noch de portefeuillehouder zijn bevoegd te horen ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken, besluiten inzake de rechtspositie van medewerkers in dienst van de gemeente, besluiten inzake sociale zekerheid en besluiten inzake de Jeugdwet.

  • 5.

    Het college en de burgemeester zijn voor de bezwaarschriften die aan de portefeuillehouder worden voorgelegd bevoegd ten aanzien van het horen mandaat te verlenen aan door hem aan te wijzen ambtenaren, hetzij schriftelijk bij algemeen mandaat, hetzij mondeling voor een bepaald geval.

  • 6.

    Op ambtelijk horen is het bepaalde over de behandeling door de commissie in de artikelen 7, 9, 11, 13, 14 en 15 van overeenkomstige toepassing, waarbij geldt dat daar vermelde bevoegdheden dan bevoegdheden zijn van de ambtenaar of ambtenaren die namens het bestuursorgaan horen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2.

    Leden van de commissie kunnen geen lid zijn van het bestuursorgaan of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid daarvan.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door de manager van het Juridisch Kenniscentrum aangewezen medewerker.

  • 2.

    De manager van het Juridisch Kenniscentrum wijst tevens de plaatsvervanger(s) van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    Het college benoemt voor een periode van vier jaar de voorzitter en maximaal zes leden, waarvan één lid als plaatsvervangend voorzitter, die roulerend samen met de voorzitter de in artikel 3, eerste lid bedoelde commissie vormen.

  • 2.

    Commissieleden kunnen ten hoogste tweemaal voor een periode van vier jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat de benoemingsperiode zodanig wordt vastgesteld dat steeds twee van het totaal aantal benoemde commissieleden na een periode van vier jaar aftreden.

  • 4.

    Als een commissielid tussentijds aftreedt wordt zo spoedig mogelijk een nieuw commissielid benoemd. Het nieuwe commissielid wordt benoemd voor de resterende periode van het afgetreden lid. Deze tussentijdse benoeming geldt als volwaardige eerste termijn.

  • 5.

    De voorzitter en de leden kunnen om dringende redenen door het college worden geschorst en ontslagen.

  • 6.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 7.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 8.

    Het college voorziet zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie maanden in de opvolging van de afgetreden leden.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting in handen van de commissieleden gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie:

  • a.

    het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1, tweede lid van de wet;

  • b.

    het aan de indiener stellen van een termijn, waarbinnen een verzuim kan worden hersteld, als bedoeld in artikel 6:6 van de wet;

  • c.

    het verzenden van de stukken tijdens de behandeling door de commissie , als bedoeld in artikel 6:17 van de wet;

  • d.

    het ter inzage leggen van de stukken als bedoeld in artikel 7:4, tweede lid, van de wet;

  • e.

    het achterwege laten om belanghebbenden over en weer te informeren over het verhandelde in het geval dat belanghebbenden afzonderlijk van elkaar zijn gehoord, als bedoeld in artikel 7:6, vierde lid, van de wet.

Artikel 8 Bemiddeling

De secretaris onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens het bezwaarschrift in behandeling wordt genomen en verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De secretaris is bevoegd om namens de voorzitter of het bestuursorgaan rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan verstrekt zo spoedig mogelijk de namens de voorzitter of het bestuursorgaan de gevraagde informatie.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter beslist over het afzien van het horen, als bedoeld in artikel 7:3 van de wet.

  • 2.

    De secretaris bepaalt namens de voorzitter plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 3.

    De hoorzitting van de commissie is openbaar, tenzij een lid van de commissie of een belanghebbende om een hoorzitting achter gesloten deuren verzoekt en er naar het oordeel van de voorzitter gewichtige redenen zijn om de hoorzitting in beslotenheid te doen plaatsvinden.

  • 4.

    In aanvulling op het derde lid is de hoorzitting niet openbaar indien naar het oordeel van de voorzitter een van de gevallen zich voordoet als bedoeld in artikel 8:62, sub a, c en d, van de wet.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De secretaris nodigt namens de voorzitter de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de verzenddatum van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4.

    De secretaris is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat ten minste de voorzitter of zijn plaatsvervanger, en één lid aanwezig zijn.

  • 2.

    In uitzonderlijke gevallen kan de voorzitter het horen aan één lid opdragen als bedoeld in artikel 7:13, derde lid, van de wet.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte en zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde documenten, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Tijdens de hoorzitting wordt door de secretaris een geluidsopname gemaakt ten behoeve van het opstellen van het verslag. De geluidsopname wordt niet verstrekt en nadat het bestreden besluit formele rechtskracht heeft verkregen vernietigd.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat het verslag en een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Indien de voorzitter van de commissie beslist dat toepassing wordt gegeven aan artikel 7:3, aanhef onder a en e van de wet, wordt geen advies uitgebracht, maar doet de secretaris van de commissie daarvan gemotiveerd mededeling aan het bestuursorgaan.

  • 5.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 6.

    Het advies wordt, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Van de beslissing op bezwaar ontvangt de commissie een afschrift.

Artikel 17 Verdaging

Indien naar het oordeel van de manager van het Juridisch Kenniscentrum de termijn als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verdaagt hij namens het bestuursorgaan tijdig de beslissing.

Artikel 18 Tegenadvies

  • 1.

    De functionaris die verantwoordelijk is voor het bestreden besluit kan een advies van de commissie voorzien van een tegenadvies.

  • 2.

    De functionaris zendt het tegenadvies aan het bestuursorgaan.

Artikel 19 Vergoeding

  • 1.

    Het college stelt de vergoeding van de voorzitter en de overige leden van de commissie vast.

  • 2.

    Na vaststelling van de vergoeding als bedoeld in het eerste lid, wordt de vergoeding jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer als bedoeld in de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangaande de geïndexeerde bedragen van de (onkosten)vergoeding en toelagen voor politieke ambtsdragers van gemeenten.

  • 3.

    Het college kan afwijken van de jaarlijkse indexatie als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 20 Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt elk jaar een jaarverslag uit over haar activiteiten in het voorgaande kalenderjaar.

  • 2.

    De commissie vermeldt daarin de zaken die zij het vermelden waard acht, doch ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      het aantal bezwaarschriften dat zij ter advisering heeft ontvangen;

    • b.

      het aantal inhoudelijke adviezen dat zij heeft uitgebracht.

Artikel 21 Overgangsregeling

Op de behandeling van de bezwaarschriften die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening en die op dat moment nog in behandeling zijn, is deze verordening van toepassing.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Verordening commissie bezwaarschriften 2018, vastgesteld op 20 september 2018.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 januari 2022

De griffier, De voorzitter,

Annemarie van der Ploeg Dirk Heijkoop