Regeling vervallen per 10-01-2024

Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2023

Geldend van 18-12-2022 t/m 01-06-2023

Intitulé

Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2023

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;

  • in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018 (ASVL);

  • gelet op de ASVL artikel 2;

  • gelet op de Gemeentewet artikel 156

BESLUITEN:

De volgende regeling vast te stellen:

Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2023

LUIDENDE:

Artikel 1 Begrippen

  • 1. De begripsbepalingen van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018 zijn overeenkomstig van toepassing op onderhavige regeling.

  • 2. In aanvulling op bovenstaand lid 1 gelden de onderstaande begripsbepalingen:

  • a. ASVL: Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018;

  • b. Regeling: de regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2023;

  • c. Kansen voor Kinderen 2: het door het college van burgemeester en wethouders d.d.

  • 28 september 2021 vastgestelde Uitvoeringsprogramma Kansen voor Kinderen 2 2021- 2028;

  • d. Programma school en omgeving (PSO): Voorloperssubsidie van de minister van OC&W vanuit de subsidieregeling School en omgeving (Minister van OC&W d.d. 6 juli 2022, nr. 33295719);

  • e. Nationaal Programma Onderwijs (NPO): Subsidie bestemd voor het nemen van maatregelen gericht op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen als gevolg van COVID-19 op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak in aanvulling op de interventies die scholen nemen (Minister van OC&W d.d. 30 september 2021, nr. KO/28085678);

  • f. IKC: definitie IKC zoals vastgelegd in Bijlage 2 van Kansen voor Kinderen 2 (2021-2028), die voor wat betreft deze regeling slechts van toepassing is het regulier onderwijs: Een IKC is een voorziening waar kinderopvang en onderwijs onder één dak gehuisvest zijn. Dit IKC biedt kinderen van 0 tot en met 12 jaar een totaalaanbod in zorg, cognitief, sociaal-emotioneel, cultureel en fysiek opzicht op basis van één pedagogische visie. Het aanbod wordt geïntegreerd aangeboden en komt tot stand op basis van één visie die op haar beurt voortkomt uit analyse van beschikbare data over doelgroep, wijk, ouders en kinderen die dit IKC bezoeken. Een IKC biedt kinderopvang en primair onderwijs in één doorlopende lijn. De aansturing geschiedt op basis van gelijkheidwaardigheid tussen onderwijs en kinderopvang. Ook IKC’s in oprichting vallen hieronder;

  • g. IKC in oprichting: een instelling voor regulier onderwijs en een kinderopvangorganisatie op één specifieke locatie hebben een gezamenlijk streven om te komen tot een IKC en hebben dit vastgelegd in een intentieverklaring. Een intentieverklaring beschrijft het gezamenlijk doel van partijen om op een specifieke locatie binnen een bepaalde termijn tot een gezamenlijk IKC te komen. In de intentieverklaring worden de overwegingen die tot de intentie hebben geleid opgenomen. Tevens staan hierin de volgende stappen die gezet gaan worden om de intentie verder uit te werken en tot het IKC te komen. Het vervolg hierop is een samenwerkingsovereenkomst tussen de onderwijsinstelling en de kinderopvangorganisatie;

  • h. Plus IKC’s: het betreft de volgende in Kansen voor Kinderen 2 genoemde IKC’s in aandachtswijken en/of aan het programma school en omgeving deelnemende IKC’s in de gemeente Leeuwarden:

  • IKC Montessori

  • IKC Eestroom

  • IKC Aventurijn

  • IKC Plataan

  • IKC Potmarge

  • IKC Het Palet

  • IKC Prins Maurits

  • IKC Prins Constantijn

  • IKC De Kinderkoepel

  • IKC Franciscus

  • IKC Trianova

  • i. Basis IKC’s: alle resterende niet onder artikel 1 lid 2 sub h genoemde IKC’s dan wel IKC’s in oprichting in de gemeente Leeuwarden. Ook voorzieningen waar kinderopvang en speciaal onderwijs onder één dak met elkaar samenwerken worden hiermee gelijkgesteld in deze regeling, totdat hiervoor specifiek beleid is ontwikkeld;

  • j. niet IKC’s: alle resterende basisscholen en locaties van kinderopvang in de gemeente Leeuwarden niet vallende onder artikel 1 lid 2 sub h en i;

  • k. Profiel: het op basis van de onder artikel 1 lid 2 sub f genoemde (langetermijn)visie en analyse geformuleerde plan van een IKC. Het profiel komt tot uiting in een integraal profielplan waarin zowel extra activiteiten voor kinderen als activiteiten met het oog op zaken genoemd in artikel 1 lid 2 sub r, s, en t opgenomen kunnen zijn.

  • l. Plan van aanpak: plan van de Plus IKC’s in het kader van PSO en Kansen voor Kinderen 2;

  • m. IKC-Commissie: een door het college ingestelde commissie bestaande uit afgevaardigden van de schoolbesturen van het basisonderwijs en van organisaties voor kinderopvang in de gemeente Leeuwarden, een voorzitter, niet behorend tot eerder genoemde organisaties en een onafhankelijk pedagoog/onderwijsdeskundige;

  • n. Verzamelaanvraag: gecombineerde aanvraag voor niet IKC’s in het kader van NPO;

  • o. Voorschool: voorziening voor opvang en (voorschoolse) educatie van peuters (2 tot 4 jaar);

  • p. Vroegschool: voorziening voor (vroegschoolse) educatie voor kleuters (groep 1 en 2 basisschool);

  • q. Overhead: materiaalkosten, coördinatie, (bij)scholing, extra overleg of andere kosten die nodig zijn om de extra activiteiten uit te kunnen voeren

  • r. Ouderbetrokkenheid: de relatie tussen professional, ouders en kinderen zoals bedoeld in het beleidskader ‘een systeembenadering van ouderbetrokkenheid’;

  • s. Peuter-kleutergroepen: een voorziening waaraan zowel peuters als kleuters deelnemen die voldoet aan het door het college vastgestelde kader peuter-kleutergroepen;

  • t. Doorgaande lijn: afstemming van leren en ontwikkelen van kinderen van voorschool tot vroegschool, basisonderwijs en voortgezet onderwijs.

Artikel 2 Doel van de regeling

Deze regeling heeft als doel om middelen beschikbaar te stellen aan

  • 1. Plus IKC’s

  • 2. Basis IKC’s

  • 3. Niet IKC’s

ten behoeve van het verminderen van ongelijkheid, verbeteren van kwaliteitsonderwijs/opvang en het bevorderen van goede gezondheid en welzijn van kinderen conform het Uitvoeringsprogramma Kansen voor Kinderen 2, het versterken van de doorgaande lijn, het uitvoeren van het programma school en omgeving en het inhalen van onderwijsvertragingen als gevolg van COVID-19.

Artikel 3 Subsidieplafond en maximale bijdragen

  • 1. Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond voor het schooljaar 2023-2024 is € 1.540.000,-.

  • 2. Aan de Plus IKC’s kan maximaal een subsidie van € 350,- per kind verleend worden plus een vast bedrag van € 10.000,- per Plus IKC. Aan basis IKC’s kan maximaal een subsidie van € 115,- per kind verleend worden plus een vast bedrag van € 5.000,- per basis IKC. Het betreft het aantal kinderen van 2 jaar en ouder dat per teldatum 1 januari 2023 het desbetreffende IKC bezoekt. De bedragen per kind zijn inclusief een bedrag van € 43,92 per kind voor het NPO deel. Dit is tevens het maximale bedrag wat voor deze deelaanvraag per kind mag worden toegekend.

  • 3. Binnen het maximaal te verlenen subsidiebedrag bestaat het volgende deelplafond met het oog op peuter-kleutergroepen. Voor peuter-kleutergroepen wordt ten hoogste € 50.000,- subsidie verleend met een maximum bijdrage van € 10.000,- per IKC voor maximaal 5 IKC’s. Daarbij gelden de voorwaarden en procedure zoals genoemd in artikel 8, lid 4.

  • 4. Aan de in artikel 2 lid 3 genoemde niet IKC’s kan maximaal een bedrag van € 43,92 per kind worden verstrekt. Het betreft het aantal kinderen van 2 jaar en ouder wat de betreffende locatie per teldatum 1 oktober 2022 bezoekt.

Artikel 4 Activiteiten

  • 1. Het college kan aan Plus en basis IKC’s subsidie verlenen voor extra activiteiten voor kinderen (zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 onder l), activiteiten ter versterking van de doorgaande lijn, peuter-kleutergroepen, ouderbetrokkenheid en NPO.

  • a. Voor de Plus IKC’s geldt dat ze daarnaast voor hun plannen van aanpak financiering krijgen vanuit het PSO. De stuurgroep PSO met als penvoerder Stichting Proloog regelt de bijdragen aan de Plus IKC’s vanuit het PSO.

  • 2. Het college kan aan niet-IKC’s subsidie verlenen in het kader van NPO.

Artikel 5 Aanvragen

  • 1. De directie van een onder artikel 2 lid 1 en 2 genoemd IKC vraagt namens het bevoegd gezag een subsidie aan voorzien van de bijlagen, genoemd in het vijfde lid.

  • 2. Aanvragen voor niet IKC’s genoemd in artikel 2 lid 3 worden door het bevoegd gezag door middel van een verzamelaanvraag ingediend.

  • 3. De onder lid 1 en 2 genoemde aanvragen worden door de desbetreffende directie voor 1 februari 2023 bij het college ingediend.

  • 4. De onder lid 1 en lid 2 genoemde aanvragen worden hetzij schriftelijk hetzij digitaal ingediend met gebruikmaking van het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 5. Bij de onder lid 1 genoemde aanvraag worden door de Plus IKC’s onderstaande bijlagen aangeleverd:

  • a. Een schriftelijke toelichting van de directeur van het IKC in samenwerking met de locatiemanager vanuit de kinderopvang met daarin minimaal:

  • een langetermijnvisie;

  • een plan van aanpak gebaseerd op de 0-meting en aandachtspunten uit de duidingsgesprekken, waarin de invulling van PSO wordt uitgelicht;

  • de stappen die het IKC het komende schooljaar verwacht te zetten;

  • de onder artikel 1 lid 2 sub g van deze regeling genoemde samenwerkingsovereenkomst;

  • een overzicht voor welke activiteiten passend binnen de voorwaarden van het NPO subsidie wordt aangevraagd;

  • b. Een gespecificeerde begroting, rekening houdend met:

  • Een maximum uurtarief van € 64 voor de inzet van gespecificeerde leerkrachten dan wel extern ingehuurde professionals. Indien de inzet van reguliere leerkrachten mogelijk is verdient dit de voorkeur.

  • Een maximum van 20% van het totale aanvraagbedrag voor overhead dat nodig is voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • Een minimum van 80% van het totale aanvraagbedrag voor de inzet van leerkrachten c.q. andere professionals.

  • Een maximum van 40% voorbereidingstijd bij de inzet van de leerkrachten of andere professionals.

  • c. De onder b opgesomde begrotingsregels gelden niet voor onderdelen van de aanvraag die zien op peuter-kleutergroepen, doorgaande lijn, ouderbetrokkenheid en NPO. Daarvoor kan een los kostenoverzicht worden toegevoegd.

  • d. De onder b opgesomde begrotingsregels gelden niet voor financiering vanuit PSO.

  • 6. Bij de onder lid 1 genoemde aanvragen worden door basis IKC’s onderstaande bijlagen aangeleverd:

  • a. Een schriftelijke toelichting van de directie van het IKC met daarin minimaal:

  • de visie van het IKC;

  • een analyse van de wijk, populatie en/of behoeften van de kinderen van het IKC gebaseerd op zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens;

  • het hieruit voortvloeiende profiel van het IKC;

  • de praktische vertaling van het profiel in activiteiten zoals bedoeld in artikel 4;

  • de onder artikel 1 lid 2 sub g van deze regeling genoemde intentieverklaring dan wel een samenwerkingsovereenkomst;

  • een overzicht voor welke activiteiten passend binnen de voorwaarden van het NPO subsidie wordt aangevraagd;

  • b. Een gespecificeerde begroting overeenkomstig de eisen genoemd in lid 5 sub b en c.

  • 7. Bij de onder lid 2 genoemde verzamelaanvragen wordt een overzicht gevoegd waaruit blijkt om welke basisscholen dan wel kinderopvanglocaties het gaat en voor welke activiteiten passend binnen de voorwaarden van het NPO subsidie wordt aangevraagd alsmede een begroting van de geraamde kosten.

  • 8. De aanvraag bedoeld in lid 1 is voorzien van:

  • a. Een handtekening van de aanvrager bedoeld in lid 1, van de directie van het desbetreffende IKC, van de leiding van de desbetreffende kinderopvangorganisatie, van de voorzitter(s) van en namens de medezeggenschapsraad van de school en/of de oudercommissie van de kinderopvang, waarmee zij aangeven in te stemmen met de subsidieaanvraag en het betreffende profielplan.

  • b. Een handtekening ‘voor gezien’ van de teamleider van het Sociaal Wijkteam (SWT) in de eigen wijk op het profielplan waaruit blijkt dat het SWT op de hoogte is van het profielplan.

  • 9. Een handtekeningenblad als bedoeld in lid 8 wordt niet los maar als onderdeel van het aanvraagformulier aangeleverd.

Artikel 6 IKC-commissie

  • 1. De IKC-commissie:

  • a. toetst de subsidieaanvragen aan de regeling; en

  • b. geeft aanvragers de mogelijkheid om de plannen en doelen in de aanvraag mondeling toe te lichten; en

  • c. adviseert aan de stuurgroep van het PSO over de plannen van aanpak van de Plus IKC’s.

  • 2. De IKC-commissie kan bepalen dat advisering voor een of meer verzamelaanvragen NPO niet nodig is.

  • 3. De inrichting en werkwijze van de IKC-commissie is geregeld in het reglement van de IKC-Commissie.

Artikel 7 Procedure

  • 1. Uiterlijk 4 weken na de in artikel 5 lid 3 van de regeling genoemde indieningstermijn worden aanvragen, mits zij voldoen aan de eisen opgenomen in artikel 5 van de regeling, ter advisering voorgelegd aan de IKC-commissie.

  • 2. Wanneer de aanvraag naar het oordeel van de IKC-commissie voldoende is om te kunnen worden gepresenteerd, nodigt zij de aanvragers uit de aanvraag mondeling toe te lichten.

  • 3. De IKC-commissie geeft na de presentaties een advies aan respectievelijk het college en de stuurgroep PSO over de aanvragen.

  • 4. De IKC-commissie streeft ernaar voor 1 mei 2023 het college over de desbetreffende aanvraag te adviseren.

  • 5. Uiterlijk 1 juni 2023 beslist het college op de aanvraag.

Artikel 8 Beoordeling van de ingediende plannen van aanpak en profielplannen

  • 1. Om voor subsidie genoemd in artikel 5 lid 1 in aanmerking te komen moet voldaan worden aan onderstaande voorwaarden:

  • a. Extra: het gaat om extra aanbod dat naast, aansluitend en aanvullend op het reguliere onderwijscurriculum wordt ingezet. Dit extra aanbod mag geen substitutie zijn van het reguliere aanbod.

  • b. Professionals: de uitvoering van het extra aanbod wordt verzorgd door daarvoor gekwalificeerde professionals.

  • 2. De Commissie beoordeelt de aanvraag genoemd in artikel 5 lid 1 aan de hand van de volgende criteria:

  • a. Integraal: er is sprake van aantoonbare integrale samenwerking tussen onderwijs en opvang met betrekking tot de uitwerking van het plan van aanpak of profielplannen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • b. Aansturing: er is sprake van gelijkwaardigheid tussen onderwijs en opvang bij de aansturing van het IKC.

  • c. Planmatigheid: de visie en analyse op basis van de aandachtspunten uit de duidingsgesprekken dan wel facts, figures en feelings leiden op een logische manier tot respectievelijk de plannen van aanpak of profielplannen/keuze van activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4.

  • d. Intensief: het extra aanbod bestaat uit een programma dat frequent en met aandacht wordt uitgevoerd. Het IKC bereikt zoveel mogelijk alle kinderen.

  • e. Ouderbetrokkenheid: het IKC draagt zorg voor een sterk systeem van ouders, kinderen en professionals.

  • 3. Voor de (deel)aanvragen voor NPO-middelen geldt de volgende voorwaarde. Deze aanvragen dienen gericht te zijn op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen als gevolg van COVID-19 in te lopen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak in aanvulling op de interventies die de betrokken organisaties zelf nemen. Het gaat om de volgende maatregelen:

  • a. het nemen van (bovenschoolse) maatregelen gericht op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen opgelopen door COVID-19;

  • b. maatregelen om de vertraging die als gevolg van COVID-19 is ontstaan in de voorschoolse periode in te lopen voor kinderen die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie;

  • c. maatregelen gericht op zorg en welzijn in de school of in verlengde leertijd en extra beschikbaarheid van zorg op school om vertragingen op sociaal en emotioneel vlak als gevolg van COVID-19 in te halen;

  • d. het bevorderen van lokale (en regionale) samenwerking tussen schoolbesturen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, en andere lokale partijen ten behoeve van de aanpak van COVID-19 vertragingen en een integrale ondersteuning van jongeren op sociaal, emotioneel, executief en cognitief vlak;

  • e. het betrekken van (dreigende) thuiszitters bij de aanpak van het inlopen van vertragingen als gevolg van COVID-19, zowel thuiszitters met (langdurig) relatief verzuim als de groep thuiszitters met absoluut verzuim;

  • f. kosten voor tijdelijke extra huur van huisvesting indien deze extra huisvesting nodig is voor de uitvoering van maatregelen die scholen of gemeenten in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs nemen.

  • 4. Aan een bijdrage voor peuter-kleutergroepen zijn in verband met het karakter van een pilot de volgende voorwaarden en procedures verbonden:

  • a. Er wordt voor maximaal 2 jaar een subsidie verleend. Subsidies die hiervoor in het schooljaar 2022-2023 zijn verleend tellen daarbij als jaar 1.

  • b. De pilot wordt gemonitord via de VVE-kwaliteitscyclus. IKC’s nemen deel aan deze cyclus.

  • c. IKC’s overleggen bij de aanvraag een beleidskader peuter-kleutergroepen conform het door het college vastgestelde kader en nemen deel aan kennisvergaring en -uitwisseling.

  • d. IKC’s met een voornemen subsidie voor peuter-kleutergroepen aan te vragen, melden dit voor 21 december 2022 bij het college. Daarna wordt willekeurig bepaald welke IKC’s aan de pilot deel mogen nemen. IKC’s die al aan de pilot meedoen, hebben daarbij voorrang. Aanvragen voor een bijdrage voor peuter-kleutergroepen worden alleen verleend wanneer toegang tot de pilot is verleend.

  • 5. Indien het in artikel 3 lid 1 genoemde subsidieplafond wordt overschreden, adviseert de commissie aan de hand van de aanvragen en presentaties over de rangorde van de aanvragen. De prioritering bij overschrijding van het subsidieplafond is als volgt:

  • a. (deel)aanvragen NPO

  • b. aanvragen plus IKC’s

  • c. resterende aanvragen op basis van een door de IKC commissie te bepalen score per aanvraag op de hiervoor onder artikel 8 lid 3 sub a tot en met e genoemde onderdeel. Per onderdeel bedraagt de maximale score 5 punten.

Artikel 9 Verantwoorden, vaststellen en verplichtingen

  • 1. Voor de wijze van verantwoording en vaststelling zijn de bepalingen hierover in de ASVL van toepassing.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling dient uiterlijk 1 oktober 2024 te worden ingediend. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een daarvoor ontwikkeld format.

  • 3. Gedurende de subsidieperiode tonen de IKC’s waaraan subsidie is verleend op creatieve wijze aan een delegatie hoe de subsidiemiddelen op de locatie worden besteed. Aan deze locatiebezoeken zullen op uitnodiging van de gemeente afwisselend ambtenaren, raadsleden en/of wethouders en andere belangstellenden deelnemen. Het IKC kan het moment hiervoor zelf bepalen maar de bezoeken dienen plaats te vinden binnen de subsidieperiode.

  • 4. IKC’s en niet IKC’s die een subsidie op grond van deze regeling hebben ontvangen verlenen hun medewerking aan evaluaties, effectmetingen en kennisuitwisseling van de regeling wanneer hen dat gevraagd wordt.

Artikel 10 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college. Het college kan van de bepalingen van deze regeling afwijken als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 11 Citeertitel, inwerkingtreding en duur

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen 2023’. De regeling treedt in werking 1 dag na publicatie en is enkel van toepassing op aanvragen voor het schooljaar 2023-2024.

Ondertekening