Beleidsplan gladheidsbestrijding Dijk en Waard

Geldend van 11-11-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan gladheidsbestrijding Dijk en Waard

De raad van de gemeente Dijk en Waard;

gelet op

  • -

    artikel 108 Gemeentewet

  • -

    artikel 174, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek

  • -

    artikel 15 Wegenwet

besluit:

  • 1.

    Het beleid gladheidsbestrijding Dijk en Waard 2022 en verder, vast te stellen;

  • 2.

    De beleidsplannen “gladheidsbestrijding Langedijk 2016 – 2020” en “sneeuw en gladheidsbestrijding Heerhugowaard 2011 – 2016” in te trekken.

1 Inleiding

Vrijwel ieder jaar kent Nederland de ongemakken van de winter in de vorm van gladheid. Dan wordt in de verkeersinformatie en het weerbericht gewaarschuwd voor gladde wegen en bruggen. Ook ieder jaar blijkt intredende gladheid of sneeuwval de nodige weggebruikers te verrassen. De gevolgen variëren van onschuldige blikschade en glijpartijen tot ernstige letselschade of nog erger. De gemeente is wegbeheerder en vanuit de Wegenwet (artikel 15 en volgende) verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen waar de gemeente eigenaar van is. Hieronder valt ook het, op basis van een inspanningsverplichting, begaanbaar houden van wegen tijdens winterse perioden van gladheid.

Het is belangrijk dat inwoners, bedrijven en instellingen weten wat zij van de gemeente kunnen verwachten wat betreft de gladheidsbestrijding. Daarom worden de werkwijze en kaders (wettelijk, financieel, duurzaamheid) van de gemeente vastgelegd in dit beleidsplan.

1.1Trends en ontwikkelingen

De gemeente Dijk en Waard is een jonge en groeiende gemeente. Dit betekent een uitbreiding van het aantal wegen en gebruikers van deze wegen waar gladheidsbestrijding plaatsvindt.

Naast de veranderingen in de buitenruimte, zijn er ook veranderingen in het gedrag van mensen. Aan de ene kant zie je dat de bewoners in een buurt op elkaar letten en samen zorgen voor de buitenruimte, het zogenaamde stoepje schoon houden, met name in de wat oudere wijken waar meer laagbouw staat. Aan de andere kant zie je ook dat er meer individualisme is, waardoor anders met de buitenruimte wordt omgegaan. Deze veranderingen hebben ook invloed op de manier waarop de gemeente haar dienstverlening vormgeeft.

Een andere trend zijn de veranderende weersomstandigheden de afgelopen jaren. Deze zijn extremer geworden. Het aantal winterse dagen is minder voorspelbaar dan in het verleden. Het flexibel kunnen inspelen op de weersomstandigheden is dan ook een vereiste.

2 Wettelijke/juridische kaders

2.1Juridische aspecten

Als wegbeheerder moet de gemeente op grond van de Wegenwet zorgdragen dat de wegen binnen haar gebied “verkeren in goeden staat”. Dit is de zorgplicht van de wegbeheerder. De wegbeheerder heeft niet de plicht een volmaakte veiligheid te bewerkstelligen. Dat is zowel praktisch als financieel niet haalbaar. Afwegingen en prioriteiten worden gesteld binnen de (financiële en wettelijke) kaders.

Inzake gladheidbestrijding zijn er geen centrale regels. De wegbeheerder heeft de vrijheid om te besluiten hoe zij haar gladheidsbestrijding inricht. Dit betekent niet dat de gemeente zomaar kan besluiten om geen enkele gladheidsbestrijding toe te passen, gelet op de zorgplicht als wegbeheerder.

Van belang is het volgende:

  • 1.

    De wegbeheerder heeft een inspanningsverplichting voor de bestrijding van gladheid (dit is iets anders dan een resultaatsverplichting, waarbij hij zou moeten garanderen dat de weg te allen tijde voldoende stroef is).

  • 2.

    De wegbeheerder mag prioriteiten stellen op basis van het belang van bepaalde wegen, maar ook op grond van kosten- en milieuoverwegingen. Deze keuzes worden onderbouwd in dit beleidsplan.

  • 3.

    Er zijn locaties met een hogere zorgplicht. Hiermee moet in de prioritering rekening worden gehouden. Druk bereden doorgaande wegen, primaire fietsroutes en busroutes hebben prioriteit.

  • 4.

    De wegbeheerder is niet verplicht tot preventief strooien en kan volstaan met curatief strooien.

    • Gladheidbestrijding kan op twee manieren plaatsvinden: preventief of curatief. Bij preventieve gladheidbestrijding wordt voorafgaand aan de verwachte gladheid gestrooid / gesproeid. Bij curatief worden de wegen gestrooid / gesproeid nadat gladheid geconstateerd is.

2.2Arbo-aspecten

De gladheidsbestrijding vindt vrijwel altijd plaats onder lastige omstandigheden voor het uitvoerend personeel. De kaders voor de inzet en de arbeidsomstandigheden van het personeel zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en de Arbowet. Gladheidbestrijding wordt door eigen medewerkers uitgevoerd.

De gladheidsbestrijding valt onder de normen van de Arbeidstijdenbesluit. De reden hiervan is dat voertuigen die worden ingezet voor gladheidsbestrijding te beschouwen zijn als voertuigen die worden ingezet bij (ter voorkoming van) noodsituaties.

2.3Overige wegbeheerders.

Alle wegen die niet in beheer zijn van de gemeente, zijn geen onderdeel van de gladheidsbestrijding door de gemeente Dijk en Waard. Afstemming vindt plaats, waar nodig, met andere wegbeheerders, zoals de provincie en aangrenzende gemeenten.

3 Beleidskeuzes

3.1Prioriteiten

Vanuit financieel, organisatorisch en milieutechnisch oogpunt is het niet mogelijk om alle wegen in de gemeente te strooien. De zorgplicht die de gemeente heeft ten aanzien van gladheidbestrijding is wettelijk gebaseerd op een inspanningsverplichting en niet op een resultaatverplichting.

Om binnen de redelijke grenzen van personele inzet en beschikbare middelen te zorgen dat onder winterse omstandigheden wegen en fietspaden begaanbaar zijn en blijven, worden prioriteiten gesteld en keuzes gemaakt, hierbij wordt niet alleen naar kosten, verkeersstromen en veiligheid gekeken, maar ook naar milieu en duurzaamheid .

Wegcategorie

Het eerste punt waarop geprioriteerd wordt, is de wegcategorie. De indeling in wegcategorieën is gebaseerd op de functie in het verkeersnetwerk. Gebiedsontsluitingswegen (50, 70 en 80 km/h-wegen) en primaire fietsroutes hebben de hoogste prioriteit. Dit geldt ook voor busroutes van het openbaar vervoer en toegangswegen naar de uitrukposten van hulpdiensten.

Erftoegangswegen (30 en 60 km/h-wegen) en overige doorgaande wegen op bedrijventerreinen hebben een prioriteit 2. Een 30 km/h-weg wordt alleen opgenomen in de strooiroute als de weg een belangrijke ontsluitingsfunctie heeft voor een wijk. Wegen die geen prioritering hebben worden niet gestrooid.

Naast de prioritering spelen ervaringsoverwegingen ook een rol om een weg toch op te nemen in een strooiroute. Bijvoorbeeld een weg waarvan bekend is dat deze sneller glad wordt en daardoor verraderlijk is voor weggebruikers.

Bovenstaande leidt tot de volgende prioriteitsstelling:

Wegen met prioriteit 1 (hoog):

  • gebiedsontsluitingswegen

  • primaire fietsroutes

  • busroutes voor openbaar vervoer

  • Uitrukposten van hulpdiensten

Wegen met prioriteit 2:

  • erftoegangswegen met belangrijke ontsluitingsfunctie

  • overige doorgaande wegen op bedrijventerreinen

Objecten, prioriteit 3:

  • toegang van/naar het station

  • gemeentehuis

  • winkelcentra (in overleg met de beheerders en eigenaren van parkeervoorzieningen is afgesproken dat ieder zorg draagt voor gladheidbestrijding op eigen terrein, inclusief op en afritten)

  • sporthal

  • bibliotheek

  • overdekt zwembad

  • zorgcentrum

  • concentraties van woningen ten behoeve van ouderen of speciale woongemeenschappen en medisch centra.

De kaart met actuele strooiroutes is te vinden op de digitale kanalen van de gemeenten (zie ook onder communicatie).

Voetgangersgebieden

Voetgangersgebieden worden bij sneeuwval deels mechanisch en deels handmatig toegankelijk gehouden.

Duurzaamheid

De voor de verkeersveiligheid noodzakelijke gladheidbestrijding brengt voor het milieu neveneffecten met zich mee. Om de hoeveelheid zout dat terecht komt in het milieu te beperken, is er mede voor gekozen om met pekelwater te sproeien in plaats van zout te strooien. Een deel van het gebruikte dooimiddel komt terecht in de directe omgeving van de wegen waarop het is gesproeid. Uiteindelijk bereikt het dooimiddel ook de bodem en het grondwater.

Maatregelen om minder zout in het milieu te brengen:

  • Een belangrijke stap in de goede richting in dit verband is het pekelwater sproeien, waarmee preventief en curatief gladheid wordt bestreden. De pekelsproeiers zorgen ervoor dat niet alleen nauwkeuriger gladheid wordt bestreden, maar tevens dat minder zout benodigd is (40% minder dan natzout strooien).

  • Door bewust om te gaan met het aantal sproei-acties, komt ook minder zout in het milieu. De afweging bij het sproeien is in hoeverre de extra veiligheid en service, door meer te sproeien dan de huidige basis, zwaarder weegt dan de toegenomen kosten en milieuschade.

3.2Afwijkende omstandigheden

Bij afwijkende winterse omstandigheden (langdurige of kortstondige gladheid /sneeuwval) wordt het uitgangspunt dat alle gemeentelijke sproei-eenheden worden ingezet op prioriteit 1, totdat deze wegen goed begaanbaar zijn. Dit betekent dat prioriteit 2 en 3 enkel worden aangepakt wanneer de situatie bij prioriteit 1 dit toelaat. Bij volledige inzet op prioriteit 1 is het resultaat dat niet alle in het beleidsplan opgenomen wegen worden gesproeid.

Schaarste aan strooizout

Bij lang aanhoudende gladheid kan een schaarste aan strooizout ontstaan. Dit kan leiden tot het beperken van de gladheidsbestrijding tot alleen de belangrijkste wegen. Hiervoor is een speciale noodstrooiroute opgezet, met voornamelijk prioriteit 1 wegen. Inzet van deze noodroute moet ondersteund worden met speciale aandacht voor communicatie, zodat weggebruikers hiervan op de hoogte zijn. Zie ook paragraaf 3.3.

3.3Communicatie gladheidsbestrijding

Effectieve communicatie met de inwoners en weggebruiker is belangrijk voor een goed resultaat van de gladheidbestrijding.

Weggebruikers moeten geïnformeerd worden over de aanpak van de gladheidbestrijding binnen de gemeente. De informatie die minimaal verstrekt wordt is:

  • -

    op welke wegen gladheid wordt bestreden;

  • -

    welke prioriteiten gehanteerd worden;

  • -

    de mogelijkheden tot het stellen van vragen of indienen van klachten.

Om ervoor te zorgen dat de weggebruikers worden geïnformeerd, wordt jaarlijks aan het begin van het gladheidsseizoen hierover door de gemeente gecommuniceerd. Standaard wordt een bericht geplaatst op de gemeentepagina, in een huis-aan-huisblad en een persbericht opgesteld. Uitgebreidere informatie staat op de website van de gemeente.

Sociale media kanalen, zoals bijvoorbeeld Facebook en Twitter, zijn belangrijke communicatiemiddelen om weggebruikers op een snelle manier te bereiken. In overleg met team Communicatie worden deze middelen ingezet.

Speciale communicatie

Indien er schaarste is aan strooimiddelen vraagt dat om eigen communicatie. Indien de noodstrooiroute wordt gebruikt, moet dit vooraf uitgebreid worden gecommuniceerd.

4 Financiën.

De kosten voor de uitvoering van de gladheidsbestrijding zijn deels vast, maar grotendeels variabel. De weersomstandigheden bepalen wat er moet gebeuren. De budgetten zijn gebaseerd op de trends en ontwikkelingen van de afgelopen jaren en berekend op normale winterse omstandigheden. De raad stelt deze middelen beschikbaar via de jaarlijkse begroting.

Via de reguliere P&C cyclus zal de raad haar controlerende rol kunnen uitoefenen.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 04 oktober 2022

De wnd. griffier,

H. (Hans) Wijnveen

De voorzitter,

M.F. (Maarten) Poorter