Beheerplan Gladheidsbestrijding 2022 - 2023

Geldend van 11-11-2022 t/m heden

Intitulé

Beheerplan Gladheidsbestrijding 2022 - 2023

De nadere regels, in de vorm van “beheerplan gladheidsbestrijding Dijk en Waard” ten behoeve van de uitvoering vast te stellen. Onder voorwaarden dat de gemeenteraad positief besluit over vaststelling van het beleidsplan gladheidbestrijding;

1 Inleiding.

In het beleidsplan gladheidsbestrijding staan de kaders waarbinnen de organisatie kan acteren. In dit document wordt ingegaan op de uitvoering en dient als beheerplan.

2 Organisatie

De gemeente Dijk en Waard voert de gladheidsbestrijding uit met eigen personeel.

De interne organisatie van de gladheidsbestrijding is als volgt opgezet:

afbeelding binnen de regeling

Het college van burgemeester en wethouders is als wegbeheerder bestuurlijk eindverantwoordelijk. Het opstellen van beleid en budgetbeheer is de verantwoordelijkheid van de areaalbeheerder wegen. De teamleider Uitvoering is verantwoordelijk voor het opstellen van een uitvoeringsplan, personele aansturing en het materieel.

2.1Uitvoeringsorganisatie.

Binnen de gemeente is volgens een rooster een gladheidcoördinator aangewezen voor een bepaalde tijdsperiode. Deze gladheidcoördinator is tijdens het seizoen 24 uur per dag telefonisch stand-by. Het is de taak van de gladheidscoördinator om relevante gladheidinformatie te verzamelen en hierop te anticiperen. De mate van de (te verwachten) gladheid (op basis van weerbureau) en de termijn waarbinnen de gladheid zal ontstaan, is bepalend of een strooiactie noodzakelijk is. De gladheidcoördinator schakelt bij dreigende gladheid de geconsigneerde chauffeurs in, die verzamelen bij de gemeentewerf. Daar worden de strooimachines op de vrachtwagens gemonteerd. Ook waarnemingen van bijvoorbeeld de politie of eigen waarneming kan leiden tot inzet. Indien de gladheidcoördinator besluit tot preventieve of curatieve actie, worden ook hiervoor de geconsigneerde chauffeurs opgeroepen.

Schematisch ziet dat er als volgt uit.

afbeelding binnen de regeling

De gemeente Dijk en Waard werkt in principe met 2 ploegen. Elke ploeg bestaat uit een gladheidcoördinator en 15 chauffeurs. Jaarlijks wordt een rooster vastgesteld.

Gladheid trekt zich niets aan van de reguliere kantooruren. Juist in de avonduren en ’s ochtends vroeg wordt vaak preventief gesproeid. Bij langdurig aanhoudende gladheid kan dit voor de werknemers betekenen dat ze veel en lang ingezet worden. Hierbij is het zaak om de arbeidstijdenwet in de gaten te houden. Het kan nodig blijken om (voor de reguliere werkzaamheden binnen groen en afvalinzameling) extra extern personeel in te zetten.

3 Materiaal

In de gemeente Dijk en Waard is een eigen zoutdepot.

Voor de gladheidsbestrijding is het volgende materieel beschikbaar:

  • -

    4 vrachtwagens

  • -

    4 strooiwagens (pick-up)

  • -

    7 trekkers

Tijdens de strooiacties zijn deze voertuigen niet beschikbaar voor de reguliere dienst. Dit levert tot op heden geen problemen op, omdat de gladheidsbestrijding meestal plaatsvindt buiten normale werktijden.

Voor het materieel en bestuurders gelden enkele bijzondere bepalingen. Strooiauto’s mogen zo’n 10% te zwaar beladen worden. Dit is met name van belang voor de kleinere strooiwagens, omdat de strooimachine erg zwaar is en boven het normale grensgewicht van 3,5 ton uitkomen. Uiteraard moet het voertuig dit technisch wel aankunnen. Bovendien geldt deze uitzondering ook voor houders van enkel een B-rijbewijs. Normaal gesproken is bij een gewicht boven de 3,5 ton een vrachtwagenrijbewijs noodzakelijk. Bij voertuigen die worden gebruikt voor sneeuwruimen, gelden ruimere breedtematen tot 3,40 meter inclusief sneeuwschuiver. Uiteraard dient het overige verkeer hier met bredere verlichting en waarschuwingslichten op geattendeerd te worden.

4 Gladheidsbestrijding Dijk en Waard

4.1Preventief of curatief

Gladheidbestrijding kan op twee manieren plaatsvinden: preventief of curatief. Bij preventieve gladheidbestrijding wordt voorafgaand aan de verwachte gladheid gesproeid. Bij curatief worden de wegen gesproeid nadat gladheid geconstateerd is. Binnen Dijk en Waard is het uitgangspunt om preventief te sproeien.

Eén van de belangrijkste voordelen van preventief sproeien is dat gladheid wordt voorkomen en hierdoor de verkeersveiligheid niet in gedrang komt. Verder kan het tijdstip van sproeien beter ingepland worden. Het zoutverbruik is bij preventief sproeien lager, omdat er minder gram per m2 gesproeid wordt. Met preventief sproeien is de kans aanwezig dat de verwachte gladheid uitblijft. Dit veroorzaakt dan hogere kosten dan curatief sproeien.

Een voordeel van curatief sproeien is dat de gladheid bestreden wordt als het ook daadwerkelijk glad is. Het nadeel is dat de mate van verkeersveiligheid echter wel lager is, omdat het altijd enige tijd duurt voordat alle wegen zijn behandeld. In de tussentijd zijn diverse wegen dus glad. Tevens moet voor de juiste werking van het dooimiddel, meer zout worden gesproeid.

4.2Effect van gladheidsbestrijding op het milieu

De voor de verkeersveiligheid noodzakelijke gladheidbestrijding brengt voor het milieu neveneffecten met zich mee. Een deel van het gebruikte dooimiddel komt terecht in de directe omgeving van de wegen waarop het is gespoten. Daar kunnen zich waardevolle beplantingen, groenvoorzieningen en interessante bermvegetaties bevinden. Uiteindelijk bereikt het dooimiddel ook de bodem en het grondwater. Afspoelend water voert het dooimiddel immers vanaf het wegdek, via de bermen naar sloten en rioleringen.

De eerste in aanmerking komende maatregel om zoutschade te voorkomen of te beperken is uiteraard minder zout in het milieu brengen. Dit gebeurt op de volgende wijze:

  • Door middel van pekelwatersproeien wordt preventief en curatief gladheid bestreden. De pekelsproeiers zorgen ervoor dat niet alleen nauwkeuriger gladheid wordt bestreden, maar tevens dat minder zout benodigd is.

  • Door bewust om te gaan met het aantal sproeiacties, komt ook minder zout in het milieu.

  • Bij elke sproeiactie moet er op worden gelet dat zo min mogelijk zout in het milieu wordt gebracht. Een belangrijke verantwoordelijkheid daarvoor berust bij de gladheidbestrijders zelf. Zij dienen ervoor zorg te dragen dat met de juiste afstelling van de machines de juiste hoeveelheden pekelwater worden opgebracht. Hiervoor zijn instructies aanwezig.

4.3Toegepaste gladheidsbestrijdingsmethodiek Dijk en Waard

Binnen de gemeente wordt gebruik gemaakt van vacuümzout, de basis voor pekelwater. Voor de opslag hiervan bevindt zich een zoutloods (afgedekt en vloeistofdicht i.v.m. weglopen van zout in de bodem) op de gemeentewerf met een inhoud van 400 ton (strategische voorraad). Dit wordt opgelost in water om pekelwater van te maken. Hiervan is 2.800 m3 in voorraad. Dit is in de basis genoeg voor 1 winter.

Door het gebruik van pekelwater hoeft minder zout gebruikt te worden om hetzelfde of zelfs een beter resultaat te krijgen dan met natzout. Het zout wordt beter en gelijkmatiger verspreid over het oppervlak, omdat het niet ingereden hoeft te worden.

4.4Signaleringsmethode

De methodiek van gladheidbestrijding heeft gevolgen voor het signaleringssysteem dat wordt toegepast. Bij de gekozen preventieve bestrijdingsmethode is een goede meteorologische prognose onontbeerlijk. Verschillende weerbureaus in Nederland leveren deze voorziening. Deze bureaus maken specifieke gladheidberichten die bruikbaar zijn voor de gladheidcoördinator, die hiermee bepaalt of en wanneer preventief gesproeid gaat worden. De coördinator kan bij twijfel ook in overleg gaan met een meteoroloog van het weerbureau of voert een schouw uit.

De meest verregaande methode om de gladheid te signaleren is het installeren van een gladheidmeldsysteem (GMS). Hierbij wordt op een zorgvuldig bepaalde locatie een sensor in het wegdek aangebracht die tezamen met een te plaatsen weerhut continu gegevens verzamelt over wegtemperatuur, type neerslag, luchtvochtigheid en het zoutgehalte dat nog op de weg aanwezig is. Deze gegevens worden met behulp van een computerprogramma geanalyseerd en omgezet tot een zeer lokale gladheidverwachting. De provincie Noord-Holland maakt gebruik van een dergelijk

systemen. In 2022 legt de gemeente ook een GMS aan, die wordt toegevoegd aan het systeem van de provincie. De gemeente kan dan over de gegevens beschikken en de provincie doet het beheer.

4.5Prioriteiten gladheidsbestrijding

Vanuit financieel, organisatorisch en milieutechnisch oogpunt is het niet mogelijk om alle wegen in de gemeente te sproeien. Er moet extra personeel worden ingeschakeld/ingehuurd en extra materieel worden aangekocht/ingehuurd. Bovendien leidt het extra strooizout ook tot meer milieuschade. Beplanting en bomen in bermen en tuinen kunnen slecht tegen zout water. Het is daarom noodzakelijk om te prioriteren welke wegen binnen de gladheidsbestrijding worden opgenomen. De prioritering en andere kaders zijn opgenomen in het beleidsplan gladheidsbestrijding Dijk en Waard.

De meest actuele kaart is altijd te vinden op de website van de gemeente.

4.6Tijdscriteria winterperiode 1 november – 1 april

De werkzaamheden rondom gladheidbestrijding kunnen 24 uur per dag uitgevoerd worden. Het streven is echter om de werkzaamheden tussen 4:00 en 23:00 uit te voeren. Bij extreme omstandigheden kan hiervan afgeweken worden.

Landelijk geaccepteerde tijden voor de normale operationele acties (de tijd tussen vertrek van de werf tot het moment waarop de aangegeven wegen gespoten) zijn:

  • wegen max. 2 uur;

  • fietspaden/gebiedsontsluiting max. 3 uur

  • erftoegang max. 3 uur

  • overige max 3 uur

Bovenstaande is gebaseerd op de prioritering van wegcategorie 1, 2 en 3 binnen de gemeente Dijk en Waard en de CROW norm 270.

De gladheidsbestrijding valt onder de normen van de Arbeidstijdenbesluit. De reden hiervan is dat voertuigen die worden ingezet voor gladheidsbestrijding te beschouwen zijn als voertuigen die worden ingezet bij (ter voorkoming van) noodsituaties. Om niet op voorhand in de knoop te komen met de reguliere werkzaamheden stellen we de maximale tijd voor strooiactie op 3 uur.

Bij preventief sproeien wordt geen maximum gesteld aan de reactie- en uitvoeringstijd, omdat de actie planbaar is. Uitgangspunt is dat het sproeien klaar moet zijn voordat de gladheid optreedt.

4.7Controle van het effect van de gladheidbestrijding

Het controleren of de gladheidbestrijding het gewenste effect heeft gehad is onderdeel van het takenpakket van de coördinator gladheidbestrijding. Op diverse locaties in de gemeente wordt gekeken hoe de gesteldheid van de weg is.

4.8Sneeuw en ijzel

Bij (aanzienlijke) sneeuwval worden sneeuwploegen op de strooiwagens gemonteerd. Een sneeuwschuiver kan vanaf ongeveer 2 cm sneeuw worden ingezet. Voor de fietspaden is een rolbezem aanwezig. De combinatie van schuiven, borstelen en sproeien is meestal voldoende om gladheid in voldoende mate te bestrijden. Bij sneeuwval is het niet altijd mogelijk om de richttijden voor de reguliere strooiacties te hanteren. Waar nodig wordt in een later stadium opgehoopte sneeuw verwijderd op belangrijke oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers. Dit vindt tijdens reguliere werktijden plaats.

IJzel is winterse neerslag die bevriest zodra het op het koude wegdek komt. Dit vormt dan een dunne ijslaag op de weg. Als dooi uitblijft kan ijzel soms dagen blijven liggen. IJzel is voor het verkeer zeer gevaarlijk, een geringe hoeveelheid kan al leiden tot gladheid. Ook als preventief gesproeid is, vormt zich soms een ijslaagje bovenop het zout. Het ijslaagje ontdooit wel van onderaf, maar er kan korte tijd toch sprake zijn van een zeer gladde weg. Het ijslaagje zorgt er namelijk voor dat het strooizout niet direct wordt vermengd, waardoor de dooiwerking langzamer verloopt. Dit kan voor de gladheidscoördinator reden zijn om de ijslaag ook curatief van bovenaf te bestrijden. Door extra pekelwater aan te brengen verloopt de dooiwerking sneller.

4.9Noodroute

Bij lang aanhoudende gladheid kan een schaarste aan strooizout ontstaan. Dit kan leiden tot het beperken van de gladheidsbestrijding tot alleen de belangrijkste wegen. Hiervoor is een speciale noodstrooiroute opgezet, met voornamelijk prioriteit 1 wegen. Inzet van deze noodroute moet ondersteund worden door extra communicatie, zodat weggebruikers hiervan op de hoogte zijn.

5 Interne communicatie gladheidsbestrijding

Effectieve communicatie is belangrijk voor een goed resultaat van de gladheidbestrijding. In het beleidsplan is de externe communicatie beschreven.

De interne communicatie is de communicatie binnen de gladheidbestrijdingsorganisatie. Bij de interne communicatie is het van belang dat eenieder weet wat hij of zij moet doen in het geval van gladheid. Het opstellen van een uitvoeringsplan en werkprocessen helpt hierbij. Voordat het gladheidseizoen van start gaat, wordt gezorgd dat alle betrokken medewerkers op de hoogte zijn van de routes en van de werkprocessen. Er wordt “droog” geoefend met het materieel en met het rijden van de routes om eventuele knelpunten voortijding in beeld te hebben. Interne communicatie is in principe de taak van de teamleider uitvoering.

6 Financiën.

De kosten voor de uitvoering van de gladheidsbestrijding zijn deels vast, maar grotendeels variabel. De winter bepaalt wat er moet gebeuren. De kosten voor de uitvoering bestaan uit:

  • -

    Materieel: dit zijn de kosten voor de machines en voertuigen. De kosten bevatten onder andere brandstof, aanschaf en afschrijving.

  • -

    Inzet personeel: uurloon, deels met toeslag vanwege beschikbaarheid en werken buiten de kantooruren.

  • -

    Opleidingen van personeel

  • -

    Strooimiddelen

  • -

    Claims: Bij ongevallen in het openbaar gebied kan de wegbeheerders aansprakelijk worden gesteld (al dan niet via de rechtsbijstandverzekering). Deze claims worden in behandeling genomen en gemotiveerd af- of toegewezen. Arbitrage of rechtszaken kunnen het gevolg zijn van een afwijzing. Hierin gaat naast de mogelijke schadevergoeding ook tijd in zitten.

  • -

    Schades: waar gewerkt wordt in moeilijke omstandigheden, kan wat mis gaan. In principe is de gemeente hiervoor verzekerd. Kosten voor de verzekering en eigen risico komen voor rekening van de gladheidsbestrijding.

In de begroting is een vast budget opgenomen ten behoeve van de gladheidsbestrijding. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat dit budget bij normale winters voldoende is. Overgebleven middelen vloeien terug naar de algemene middelen.

Budgetbeheerder is de afdeling Stadsbedrijf. De teamleider Uitvoerder heeft mandaat om het budget voor gladheidsbestrijding in te zetten.

Ondertekening