Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683388
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683388/2
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2021 – 2025
Geldend van 12-11-2022 t/m heden
Intitulé
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2021 – 2025Voorwoord
We weten het allemaal, maar we staan er niet dagelijks bij stil. Water is van levensbelang. Schoon drinkwater en een goede zorg voor ons afvalwater hebben in het verleden de volksgezondheid enorm vooruitgeholpen. Ziektes zijn uit het straatbeeld verdwenen en onze levensverwachting is met enkele decennia toegenomen. Urgente waterkwaliteits- en wateroverlastknelpunten zijn sinds 1995 geleidelijk aangepakt.
Er zijn twee rode draden te herkennen in dit verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) nieuwe stijl. De eerste rode draad is de wettelijk verplichte invulling van de klassieke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater aangevuld met de verantwoordelijkheid die we hebben voor het oppervlaktewater en een schone, gezonde en klimaatbestendige leefomgeving. De tweede rode draad is de aanstaande omgevingswet, het vGRP is zo opgezet dat bij de inwerkingtreding van de omgevingswet in 2022 eenvoudig aansluiting kan worden gezocht bij de omgevingsvisie, het omgevingsplan en het omgevingsprogramma.
In Cranendonck is de rioleringszorg van oudsher goed geregeld. We houden een betrouwbaar en robuust rioolstelsel in stand met een vanuit landelijk perspectief bekeken gemiddelde rioolheffing wordt. Naast het inzamelen en transporteren van afvalwater is een belangrijke functie van het rioolstelsel traditioneel het goed afvoeren van hemelwater. Hoe we dit doen bepaalt ook hoe de klimaatverandering kan worden opgevangen. Thema’s die hierin centraal staan zijn extreme neerslag, hitte en droogte. In de klimaatvisie van Cranendonck van 2019 zijn de grote lijnen hiervoor al uitgezet. Een aantal punten vanuit de klimaatagenda is in dit vGRP verwerkt.
Gemeente Cranendonck heeft op het gebied van waterbeheer de afgelopen jaren niet stil gezeten. Er is een aantal aansprekende projecten gerealiseerd, waarbij we in de openbare ruimte rekening houden met het veranderende klimaat. In het oog springende voorbeelden hiervan zijn de blauwe ader projecten in de woonkernen waarbij hemelwater wordt afgekoppeld en het klimaatadaptieve schoolplein van de Schatkist. Steeds duidelijker wordt ook dat de gemeente haar bewoners, bedrijven en andere instanties nodig heeft voor de belangrijke opgaven rond klimaat en de energietransitie.
Meer dan de helft van de gemeente is niet openbaar, maar vaak rekent men nog wel volledig op ontzorging. Tegelijkertijd staat ook die openbare ruimte zelf onder druk. Steeds meer functies moeten in een beperkte ruimte worden samengebracht. Dit schuurt soms en het is onvermijdelijk dat van het niet openbare deel steeds vaker moet worden gevraagd om de eigen verantwoordelijkheid te nemen.
De gemeente heeft hier ook een belangrijke rol in het zorgen voor bewustwording en het helpen bij het nemen van het juiste soort maatregelen op het goede moment. Communicatie en samenwerking met de burgers en bedrijven worden meer nog dan voorheen belangrijk. Hierbij kunnen alle kleine beetjes helpen. Bijvoorbeeld door de regenpijpen af te koppelen, regentonnen in te zetten om de tuin te besproeien en stenen uit de tuinen te verwijderen en de tuin te vergroenen. De communicatie en participatie campagne Craantje Klimaat gaat daaraan bijdragen.
Water is een interessant, dynamisch en steeds belangrijker wordend thema in het gemeentelijke beleidsdomein. Als wethouder is het een voorrecht om daar een bijdrage aan te mogen leveren. Met dit beleidsplan hebben we een heldere koers uitgestippeld voor de komende jaren.
Veel leesplezier,
Frans Kuppens
Wethouder Cranendonck
1 Inleiding
1.1 Het vroegere vGRP krijgt een nieuwe vorm
Voor u ligt het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) voor de planperiode 2021 – 2025, waarin het gemeentelijk beleid voor water en riolering binnen onze gemeente uiteen wordt gezet.
Rioolstelsels zijn van oudsher primair aangelegd vanuit het maatschappelijk belang van de volksgezondheid. Afvalwater wordt via rioolstelsels op een hygiënische manier uit woonkernen afgevoerd. In de loop der tijd zijn het beheersen van wateroverlast in woonkernen en het beheersen van emissies naar het milieu bij het beheer van rioolstelsels als maatschappelijke belangen toegevoegd.
De fysieke leefomgeving, waar water een onderdeel van is, komt in de toekomst veel meer centraal te staan samen met andere disciplines die de leefomgeving bepalen zoals wegen, groen en inrichting van de bovengrondse openbare ruimte. In de Omgevingswet die naar verwachting 1 januari 2022 van kracht wordt staat deze gedachte centraal. We plaatsen het plan daarom mede in deze bredere ontwikkeling en in de discussies over de energietransitie (duurzaamheid) en klimaatadaptatie.
Vanuit de bredere kijk blijven we de wettelijk verplichte watertaken in het oog houden, deze betreffen:
- ☐
het inzamelen en verwerken van afvalwater;
- ☐
het verwerken van afstromend hemelwater;
- ☐
het beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming.
In de toekomst blijven de wettelijk verplichte watertaken bestaan, de planverplichting voor het opstellen van een vGRP zal bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervallen. Dit beleidsplan zal te zijner tijd worden geïntegreerd in:
- ☐
de omgevingsvisie;
- ☐
het omgevingsplan;
- ☐
het omgevingsprogramma.
In dit vGRP hebben we daarop geanticipeerd door de indeling van de hoofdstukken op de toekomstige planstructuur in te richten. In figuur 1.1 is dit gevisualiseerd.
Figuur 1.1 toelichting toekomstige vorm waterbeleid in Omgevingswet
1.2 Aanleiding
Het raadsprogramma ´Samen Doen!´, het deltaplan ruimtelijke adaptatie en de drie wettelijke zorgplichten zijn, naast de aanstaande Omgevingswet, de vertrekpunten voor dit vGRP.
Raadsprogramma Samen Doen!
Het raadsprogramma ‘Samen Doen!’ geeft een uitwerking van de hoofdlijnen van beleid van de gemeente Cranendonck voor de periode tot en met 2022. Het programma 1 ‘Wonen en Leven’, thema duurzaamheid is mede richtinggevend voor de inhoud van dit vGRP.
Programma ´Wonen en leven´, thema duurzaamheid "We stellen graag ambiteuze doelen, omdat we ons realiseren dat het hard nodig is om ons gebruik van energie en grondstoffen te wijzigen. We willen actief invulling geven aan de energietransitie! We stellen daarom onze visie op energie en klimaatadaptatie bij en vertale deze visie naar maatregelen en projecten waar we de komende jaren concreet en vooruitstrevend mee aan de slag gaan. Denk bijvoorbeeld aan het (particulier en collectief) opwekken en opslaan van energie, regelgeving voor nieuw- en verbouw voor klimaatbestendige en duurzame ontwerpen, aanleg van groen en wateropvang. Inwoners, onderwijs, energiecoöperaties en bedrijven betrekken we hier nauw bij omdat we hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid in hebben en graag gebruik maken van elkaars expertise." |
Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA)
Klimaatadaptatie heeft in het landelijke beleid een flinke impuls gekregen. Mede gebaseerd op de adviezen uit het Manifest Klimaatbestendige Stad is in 2014 de intentieverklaring Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie verschenen. In het Deltaprogramma 2018 is dit vertaald naar een eerste Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie: een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk dat de aanpak van wateroverlast, hittestress en droogte versnelt en intensiveert.
Klimaatadaptatie Het gezamelijke doel staat centraal: in 2050 is het gebouwde gebied in Nederland, inclusief vitale en kwetsbare objecten, zo goed mogelijk "waterrobuust" en "klimaatbestendig" ingericht. Hierbij horen maatregelen om de kwetsbaarheid van de stad te verlagen voor drie opgaven: te nat (overstroming en wateroverlast), te droog (wateroverlast) en te warm (hittestress). Het gezamelijke doel staat centraal; in 2050 is het bebouwde gebied in Nederland, inclusief vitale en kwetsbare objecten, zo goed mogelijk "waterrobuust" en "klimaatbestendig" ingericht. Hierbij horen maatregelen om de kwetsbaarheid van de stad te verlagen voor drie opgaven: te nat, te droog en te warm. In het DPRA zijn de maatregelen vertaalt naar zeven concrete ambities (zie figuur 1.2). Door te werken aan deze zeven ambities wordt de totstandkoming van een water robuuste en klimaatbestendige inrichting versneld en geïntensiveerd. Het doorlopen de zeven ambities is een repeterend proces: elke zes jaar moeten overheden hun kwetsbaarheden voor extreem weer in beeld bregen en een concrete uitvoeringsagenda opstellen om de kwetsbaarheden te verminderen. |
- 1.
Kwetsbaarheid in beeld brengen;
- 2.
Risicodialoog voeren en strategie opstellen;
- 3.
Uitvoeringsagenda opstellen;
- 4.
Meekoppelkansen benutten;
- 5.
Stimuleren en faciliteren;
- 6.
Reguleren en borgen;
- 7.
Handelen bij calamiteiten.
Figuur 1.2 de zeven ambities uit het Delta Plan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA)
Cranendonck heeft in 2019-2020 de eerste drie stappen van de cyclus doorlopen en deze vastgelegd in de eerste klimaatvisie. In hoofdstuk 2 wordt dit verder toegelicht.
Wettelijke zorgplichten
Volgens artikel 4.22 van de Wet Milieubeheer is iedere gemeente verplicht om de invulling van de zorgplichten te beschrijven in een beleidsplan. Het beleidsplan is het beleidsmatig en financieel kader voor het uitvoeren van de taken die nodig zijn om de wettelijke zorgplichten in te vullen. Artikel 10.33 van de Wet Milieubeheer en de artikelen 3.5 en 3.6 van de Waterwet gaan in op de afval-, de hemel- en grondwaterzorgplicht en zijn opgenomen in de Waterwet (zie kader in hoofdstuk 2). Het beleidsplan beschrijft op hoofdlijnen het beleid van de gemeente voor het beheer – en onderhoud, vervanging en waar nodig verbeteren van de afval- hemel- en grondwatervoorzieningen. De grondwaterzorgplicht richt zich daarbij op kwantitatieve aspecten van de ondiepe grondwatersituatie.
1.3 Planproces en procedure
De gemeentelijke rioleringsvoorzieningen zijn een belangrijke schakel in het afvalwatersysteem en de verwerking van het regenwater. Om de gemeentelijke watertaken zo goed mogelijk in te vullen is het daarom belangrijk om intensief samen te werken zowel intern als extern. Intern zijn de in dit plan beschreven beleidsvoornemens tijdens een raadsinformatieavond besproken met de raad en via de verantwoordelijke wethouder met het college. Het plan is afgestemd met collega’s van andere beleidsterreinen zoals groen, wegen, duurzaamheid en financiën. De belangrijkste externe waterpartners zijn de burgers en bedrijven, waterschap De Dommel, drinkwaterbedrijf Brabant Water en de provincie Noord-Brabant.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft het waterbeheer in de gemeente Cranendonck en de verantwoordelijkheden die de gemeente en andere partijen hierin hebben. Ook kijken we in dit hoofdstuk terug op de afgelopen planperiode. Hoofdstuk 3 gaat in op enkele gemeentelijke beleidsstukken die van belang zijn voor dit vGRP. De samenhang met wetten, regels en beleidstukken van andere overheden wordt beknopt aangeduid. Hoofdstuk 4 beschrijft de ambitie voor dit nieuwe plan via een lange termijn visie en een uitwerking van de daarbij behorende doelstellingen. Dit hoofdstuk kan als basis worden gebruikt voor de toekomstige omgevingsvisie van Cranendonck. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt de ambitie verder uitgewerkt. Hoofdstuk 5 gaat daarbij in op de huidige en de mogelijke toekomstige waterregels. Dit hoofdstuk is de basis voor verdere uitwerking van waterregelgeving in het toekomstige omgevingsplan van Cranendonck. Hoofdstuk 6 gaat in op het waterprogramma voor de planperiode en is een van de bouwstenen voor het toekomstige omgevingsprogramma. Naast de inhoudelijke opgaven en het inhoudelijke programma komen de personele en financiële aspecten van het beleid in dit hoofdstuk aan bod.
2 Water in Cranendonck
2.1 Inleiding
Dit hoofdstuk geeft op hoofdlijnen een beeld van de huidige situatie in onze gemeente in relatie tot het beheer van afvalwater-, hemelwater en grondwatervoorzieningen en de zorg voor het beheer van watergangen. Het waterbeheer is verdeeld over de gemeente, de provincie Noord-Brabant en waterschap De Dommel. Brabant Water zorgt voor schoon en veilig drinkwater. Waterbeheer omvat alle activiteiten die waterpartners uitvoeren om voorzieningen in de (afval)waterketen en het watersysteem zo goed mogelijk te beheren. De begrippen waterketen en watersysteem zijn hieronder toegelicht.
Waterketen De waterketen is de kringloop van water voor menselijk gebruik. De waterketen omvat:
De waterketen is ontwikkeld om de volksgezondheid te bevorderen, het milieu te beschermen en draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast. |
Watersysteem Het samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater, inclusief waterbodem, oevers, planten en dieren noemen we het watersysteem. De waterketen heeft nauwe samenhang met het watersysteem. Rioolstelsels en rioolwaterzuiveringen beïnvloeden het watersysteeem zowel kwantitatief als kwalitatief. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt eisen aan de waterkwaliteit. De drinkwaterbedrijfen zijn bij het produceren van drinkwater in sterke mate afhankelijk van een goede kwaliteit van het beschikbare grond- en oppervlaktewater. De waterketen kan bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit door emissies (uitstoot van stoffen) te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door maatregelen aan de rioolwaterzuivering, of door minder hemelwater via de gemengde riolering af te voeren, zodat er inder riooloverstorten met vuil water optreden. |
Tot de activiteiten in het waterbeheer behoren, naast de drinkwatervoorziening, in hoofdzaak:
- –
waarborgen van de maatschappelijke functies van de (afval)waterketen en het watersysteem zoals een gezonde leefomgeving, wonen, transport of recreatie.
- –
kwantitatief waterbeheer: het voorkomen (en indien nodig beperken) van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste.
- –
kwalitatief waterbeheer: bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem.
2.2 Verantwoordelijkheden in het waterbeheer
Belangrijke partners bij het waterbeheer zijn, naast de burgers en bedrijven in Cranendonck, Waterschap De Dommel, de Provincie Noord-Brabant en Brabant Water. De activiteiten van de waterpartners kennen een grote onderlinge afhankelijkheid. Een goede onderlinge samenwerking is dus essentieel vanuit ieders verantwoordelijkheid.
De gemeente Cranendonck heeft de zorg voor afvalwater- hemelwater en grondwatervoorzieningen. Onder de hemelwatervoorzieningen vallen ook watergangen die niet in beheer zijn bij waterschap De Dommel en nodig zijn om hemelwater en grondwater vanuit de woonkernen af te voeren, groenvoorzieningen voor verwerking van hemelwater en waterbergingsvoorzieningen voor het tijdelijke vasthouden en infiltreren van hemelwater. Het navolgend kader behandelt de gemeentelijke verantwoordelijkheden in meer detail.
De provincie verleent vergunningen voor grondwateronttrekkingen ten behoeve van de bereiding van drinkwater en industriële toepassingen van meer dan 150.000 m3 per jaar. Waterschap De Dommel zorgt voor het kwantitatief en kwalitatief beheer van het oppervlaktewatersysteem in hun beheergebied, de zuivering van afvalwater en vergunningverlening voor de overige grondwateronttrekkingen. De gemeente heeft in de kwantitatieve en kwalitatieve taken een belangrijke rol via het zoveel mogelijk voorkomen van ongewenste lozingen op oppervlaktewater. Brabant Water is verantwoordelijk voor het zuiveren en transporteren van drinkwater.
Figuur 2.1 rioolstelsel Cranendonck
2.3 Het rioolstelsel van Cranendonck
Voor het afvoeren van afvalwater en hemelwater is in onze gemeente een uitgebreid rioleringsstelsel aangelegd (zie figuur 2.1). Het grootste deel van de riolering is gemengd: afvalwater en hemelwater worden in dezelfde buis opgevangen en via een van de hoofdrioolgemalen afgevoerd naar de rioolwaterzuivering Soerendonk (zie afbeelding 2.1). Om te voorkomen dat bij zware neerslag wateroverlast optreedt, zijn overstorten in de rioolstelsels aangebracht. Via overstorten kan water bij hevige regenval direct op watergangen worden geloosd. In de praktijk komt dit bij overstorten in gemengde stelsels gemiddeld circa 6-10 keer per jaar voor.
Verantwoordelijkheden gemeente Cranendonck Afvalwaterzorgplicht Op grond van artikel 10.33 uit de Wet Milieubeheer heeft de gemeente Cranendonck een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater in het hele grondgebied van de gemeente. Hiermee wordt het inzamelen van huishoudelijk afvalwater bedoeld, eventueel vermengd met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater. Hemelwaterzorgplicht Op grond van artikel 3.5 uit de Waterwet heeft de gemeente Cranendonck een zorgplicht voor de doelmatige inzameling van hemelwater. De gemeentelijke zorg heeft betrekking op het afvloeiende hemelwater (of smeltwater) van het openbare terrein. De gemeente hoeft niet altijd het hemelwater van particulier terrein af te voeren. Dit geldt alleen als het niet redelijk is te verwachten dat de perceel eigenaar het afvloeiende hemelwater zelf verwerkt of afvoert. Dit geldt bijvoorbeeld als er geen oppervlaktewater in de buurt is, infiltratie niet mogelijk is door de bodemopbouw of als het een huis betreft zonder tuin. Om aan de zorgplicht hemelwater te voldoen onderhoudt de gemeente een systeem van gemengde riolering, regenwaterriolering, infiltratievoorzieningen en straatkolken. Het hemelwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater, geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar de zuivering. Bij voorkeur maakt de gemeente zo min mogelijk gebruik van gemengde riolering voor de inzameling van regenwater. Dit komt omdat bij gemengde riolering ongezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater kan worden geloosd via de overstorten het rioolstelsel vol zit. Dit is niet goed voor de waterkwaliteit. Daarnaast wordt de rioolwaterzuivering onnodig belast met ‘schoon’ regenwater. Naast de riolering, onderhoudt de gemeente Cranendonck ook zelf een deel van het de kleinere watergangen in het systeem. Grondwaterzorgplicht In artikel 3.6 van de Waterwet staat de invulling van de zorgplicht grondwater beschreven. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Het voorkomen of oplossen van een te hoge of te lage grondwaterstand kan door het beïnvloeden van de grondwaterstand (waterhuishoudkundige maatregelen zoals aanleg van drainage) of door het treffen van bouwkundige maatregelen. Om aan de zorgplicht grondwater te voldoen beheert de gemeente een grondwatermeetnet. |
Sinds de jaren ’70 wordt ook gescheiden riolering aangelegd. Bij gescheiden riolering wordt alleen het afvalwater naar de rioolwaterzuivering getransporteerd. Het relatief schone hemelwater wordt lokaal op sloten en watergangen geloosd. Een variant op het gescheiden stelsel ontstond begin jaren tachtig omdat het hemelwater van gescheiden stelsels in sommige gevallen toch nog te verontreinigd bleek te zijn: het verbeterd gescheiden stelsel. Hierbij wordt een deel van het hemelwater met het afvalwater naar de rioolwaterzuivering getransporteerd en de rest wordt geloosd op oppervlaktewater. Voorbeelden van dergelijke stelsels zijn in de Neerlanden en de bedrijventerreinen Airpark Brabant en Rondven te vinden. Vanaf de jaren ‘90 zijn we binnen Cranendonck geleidelijk gestart met het afkoppelen van schoon hemelwater van het gemengde rioolstelsel. Het aandeel gemengde rioolstelsels neemt hierdoor langzaam maar zeker af. Het hemelwater wordt via hemelwaterriolen geloosd op oppervlaktewater of geïnfiltreerd in de bodem. Voorbeelden van recente projecten zijn de blauwe ader in de Wolfswinkel en op kleinere schaal het afkoppelen van basisschool De Schatkist (zie verder paragraaf 2.5.8).
Afbeelding 2.1 rioolwaterzuivering Soerendonk
2.4 Het watersysteem van Cranendonck
Oppervlaktewater
Voor de afvoer van water van het landelijk en bebouwd gebied is een historisch gegroeid systeem van circa 200 kilometer watergangen aanwezig in Cranendonck variërend van belangrijke watergangen voor afvoer van hemel- en grondwater, tot kleinere afvoerende watergangen, vijvers, vennen en zaksloten. Figuur 2.2 geeft een overzichtskaart van het oppervlaktewaterstelsel.
Binnen het gemeentelijk grondgebied ligt een aantal bovenlopen van De Dommel. In het westen ligt het stroomgebied van de Strijper Aa. De oorspronkelijke bovenloop loopt door natuurgebied "het Goor". Een deel van het water van de Strijper Aa wordt via de Roerdomp om het “het Goor” heen geleid. De Roerdomp wordt deels gevoed door het omliggende landbouwgebied en deels via de Rioolbeek die afkomstig is uit de omgeving van Hamont in België.
Ook de Buulder Aa, die ten westen van Budel stroomt, wordt, via de Kranjesbeek en de Kattekuilbeek, gevoed met water uit België (zie afbeelding 2.2). De beek is sterk genormaliseerd (rechtgetrokken) en heeft een weinig natuurlijke oever. Ter hoogte van kasteel Cranendonck zijn de oevers ecologisch ingericht.
Afbeelding 2.2 Buulder Aa met stuw ter hoogte van Gastel
In het zuidwesten stroomt de Hamonterbeek het gebied binnen (zie afbeelding 2.3). De beek voedt de vennen op de Loozerheide, stroomt onder de Zuid-Willemsvaart door en vervolgt zijn loop onder de naam Tungelroysebeek op Limburgs grondgebied.
Afbeelding 2.3 Hamonterbeek
De Weergraaf en de Boschloop aan de oostzijde zijn beide sterk vergraven en genormaliseerde watergangen. Van oorsprong zijn het kleine beekbovenlopen die het natte gebied van de Loozerheide afwaterden.
Natuurontwikkeling in en langs watergangen is in toenemende mate een aandachtspunt. In het verleden zijn sommige watergangen in de loop der jaren gedeeltelijk genormaliseerd waardoor het watergangenstelsel een deel van haar natuurlijke veerkracht heeft verloren. Tegenwoordig worden vaak op initiatief van het waterschap in samenwerking met natuurorganisaties, land- en tuinbouworganisaties en de gemeente projecten opgezet waarin hermeandering, berging en natuurontwikkeling centraal staan. Voorbeelden daarvan zijn langs de Buulder Aa en Boschloop te vinden.
Voor de zorgplichten van de gemeente is de afvoerende en bergende functie van het watergangensysteem van groot belang. Waterschap De Dommel is hierin sturend. Via de keur bepaalt het waterschap de streefpeilen in de hoofdwatergangen (A-watergangen) in relatie tot andere belangen zoals natuurwaarden, ecologie en economie (landbouw).
De gemeente Cranendonck beheert een groot areaal aan sloten variërend van B-watergangen die, naast de A-watergangen van het waterschap, een hoofdfunctie hebben voor de ont- en afwatering van het landelijk en stedelijk gebied. Daarnaast zijn er veel kleine watergangen die een meer lokale functie hebben voor de afvoer van water bijvoorbeeld vanaf (agrarische) percelen of de afwatering van wegen.
Figuur 2.2 watergangenstelsel Cranendonck
Grondwater
De bodemopbouw en het grondwatersysteem in Cranendonck zijn schematisch afgebeeld in figuur 2.3. Te onderkennen zijn vier grondlagen: het tweede watervoerende pakket (op grote diepte), een scheidende laag, het eerste watervoerende pakket en een deklaag. De grondwaterzorgplicht heeft betrekking op het zogenaamde vrije grondwater in de deklaag. De grondwaterstromingsrichting van het vrije grondwater in de deklaag volgt grotendeels het reliëf en is noordwestelijk gericht.
Figuur 2.3 schema bodemopbouw en grondwatersysteem grondwater
2.5 Hoe staan we ervoor?
2.5.1 Afval- en hemelwatervoorzieningen
Binnen en buiten de woonkernen van de gemeente Cranendonck is het afvalwater van nagenoeg alle woningen en bedrijven aangesloten op de riolering. De meeste rioleringsgebieden zijn voorzien van een gemengd rioolstelsel, een stelsel waarbij afvalwater en hemelwater gezamenlijk wordt ingezameld of een rioolstelsel waarbij dit gescheiden is. In het buitengebied is op grote schaal drukriolering aangelegd, een systeem met pompunits en persleidingen waarmee alleen afvalwater wordt afgevoerd. Het hemelwater wordt hier lokaal verwerkt. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de voorzieningen die in de loop der jaren zijn aangelegd.
Tabel 2.1 areaal water en riolering
Voorziening |
Omvang / aantal |
Eenheid |
Riolering gemengd |
80567 |
m1 |
Riolering HWA |
22435 |
m1 |
Infiltratie transportriolen |
1141 |
|
Riolering DWA |
16500 |
m1 |
Drukriolering |
64.463 |
m1 |
Vrijverval buitengebied |
17.705 |
m1 |
Drukrioolunits |
323 |
Stuks |
Hoofdpersleiding |
3.455 |
m1 |
Hoofdgemalen |
20 |
Stuks |
Bergbezinkvoorzieningen inclusief spoel- en ledigingsgemalen |
6 |
Stuks |
Controleputten en bijzondere constructies |
3632 |
Stuks |
Straat- en trottoirkolken |
10.680 |
Stuks |
Overstorten gemengd rioolstelsel |
21 |
Stuks |
Overstorten (verbeterd) gescheiden rioolstelsel of IT-stelsels |
14 |
Stuks |
Watergangen (inschatting) |
200.000 |
m1 |
Duikers in watergangenstelsel (inschatting) |
14.000 |
m1 |
Het rioolstelsel binnen onze gemeente is na 1955 aangelegd met een accent op de jaren zestig, zeventig en tachtig. Figuur 2.4 geeft een overzicht van het aanlegjaar van de riolering.
Figuur 2.4 aanlegjaar riolering.
2.5.2 Afvalwaterzorgplicht
Inzameling van afvalwater
Binnen en buiten de woonkernen is het afvalwater van alle woningen en bedrijven aangesloten op de riolering. Incidenteel is het mogelijk dat een woning niet aangesloten is omdat bijvoorbeeld oude aansluitingen op septic tanks niet zijn overgezet op openbare rioleringsvoorzieningen. Als we dit signaleren nemen we actie om de betreffende woning alsnog aan te sluiten op een voorziening.
Kwaliteitstoestand vrijvervalrioolstelsel
Ons vrijvervalrioolstelsel is in de periode 2011 tot en met 2018 geheel gereinigd en geïnspecteerd. Inspectieresultaten zijn aansluitend aan de inspecties in detail beoordeeld en vertaald naar reparatie, renovatie en vervangingsmaatregelen. Het algemene beeld dat naar voren komt uit de beoordeling van de inspecties, is dat de vrijvervalrioolstelsels binnen onze gemeente in goede staat verkeren. Voor de komende jaren is de vervangingsnoodzaak relatief laag ten opzichte van de grootte van het areaal.
Kwaliteitstoestand installaties
Het beheer van de mechanische riolering is de afgelopen jaren volgens plan verlopen. Alle riool-, spoel- en ledigingsgemalen en drukrioolunits worden jaarlijks gereinigd en in detail geïnspecteerd door de onderhoudsaannemer. De inspectieresultaten bepalen het jaarlijks preventief onderhoud.
In 2020 is een nieuwe onafhankelijke 0-meting uitgevoerd voor alle installaties en zijn verbetermaatregelen bepaald voor de werktuigbouwkundige en elektrotechnische voorzieningen. Uit de 0-meting is naar voren gekomen dat de hoofdrioolgemalen over het algemeen in goede staat zijn.
In de drukrioolunits zijn gebreken geconstateerd, bij circa 156 units zijn er gebreken aan de elektrische installatie geconstateerd, bij circa 17 units gebreken aan de mechanische installatie en bij circa 25 units is de bouwkundige staat slecht. Vanuit de 0-meting is een nieuw raamcontract opgesteld voor het preventief beheer en onderhoud en het inhalen van achterstallig onderhoud en noodzakelijke kleine vervangingen.
Basisrioleringsplannen
Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de riolering is vastgelegd in zes (per woonkern) verbrede basisrioleringsplannen (vBRP) die in 2012 zijn opgesteld. Tevens zijn de bijbehorende rioleringsmodellen geoptimaliseerd op basis van metingen. Uit de plannen blijkt dat de rioolstelsels over het algemeen goed functioneren. Actualisatie van deze plannen was voorzien in de afgelopen planperiode. In verband met de afstemming op mogelijke Kader Richtlijn Water maatregelen eind 2020, is het actualiseren van de basisrioleringsplannen verschoven naar 2021.
Assetmanagement
Goed assetmanagement (risico gestuurd beheer) en een intensievere samenwerking binnen de afvalwaterketen staat al geruime tijd in de aandacht in Nederland. Het doel van assetmanagement is meer inzicht in de toestand en het functioneren van het afvalwater en watersysteem te krijgen. Door te leren van de geleverde prestatie en meer te gaan sturen op te bereiken effecten kan meer waarde uit de objecten en systemen worden gehaald.
In het vorige vGRP was aangegeven assetmanagement een meer centrale plek te gaan geven in het beheer van de riolering. We zijn vanuit de in het vorige vGRP verwoordde voornemens gestart met het opstellen van een plan van aanpak, dat we in 2017 hebben afgerond. Voor de vrijvervalriolen is in 2019 een risico-inventarisatie gemaakt die als basis gaat dienen voor het verfijnen van het reinigings- en inspectieprogramma de komende jaren. In het kader van dit nieuwe vGRP hebben we het plan van aanpak enigszins herzien en afgestemd op de ontwikkelingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. In bijlage 4 wordt aangegeven op welke wijze we de komende jaren binnen onze gemeente invulling gaan geven aan assetmanagement.
2.5.3 Hemelwaterzorgplicht
Ontvlechten hemelwater en afvalwater
Bij infrastructuurprojecten in de woonkernen en bij nieuwe in- en uitbreidingen van woongebieden is in de afgelopen 20 jaar veel aandacht gegeven aan het scheiden van hemel- en afvalwater. Hierbij is circa 25 hectare verharding afgekoppeld van het gemengde rioolstelsel. Ook in de afgelopen planperiode is dit beleid gevolgd.
Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen
De watertoets is het proces van vroegtijdig beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten via informeren, adviseren en samen afwegen. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen. De afgelopen planperiode is de watertoets bij alle ruimtelijke ontwikkelingen toegepast op basis van het daarvoor gemaakte programma van eisen.
In de praktijk komt het soms voor dat de waterbelangen te laat in planprocessen aan de orde worden gesteld. Dit blijft een aandachtspunt voor de toekomst. Ook de doorvertaling van de watertoets in het vervolgtraject (waterhuishoudkundig plan, definitief ontwerp en bestek) verdient nog de nodige
aandacht. Dit geldt ook voor de doorvertaling van de watertoets naar bouwvergunningen (scheiding van hemelwater en afvalwater, lokale verwerking van hemelwater en doorvertaling van de watertoets in de bouwplannen).
Beheer van hemelwatervoorzieningen
De hemelwatervoorzieningen die de afgelopen 20 jaar zijn aangelegd zijn niet altijd voldoende in beeld. Denk aan wadi’s en de relatie tussen hemelwaterstelsels en open water, zoals de vijver Airpark (zie afbeelding 2.4). Dit is een punt van zorg waar in de komende planperiode aandacht voor nodig is. We gaan een beheervisie voor deze voorzieningen uitwerken waarmee het gegevensbeheer en operationele beheer zal worden versterkt.
Afbeelding 2.4 vijver Airpark
2.5.4 Grondwaterzorgplicht
Grondwatermeetnet
De gemeente heeft in de afgelopen jaren regelmatig gebruik gemaakt van de metingen vanuit het grondwatermeetnet ten behoeve van het afhandelen van meldingen over grondwateroverlast van bewoners en ten behoeve van de onderbouwing van de waterhuishouding in nieuwe ruimtelijke plannen. Het grondwatermeetnet is een belangrijk hulpmiddel daarvoor. Meer algemene analyses van de metingen gericht op bepaling van gemiddelde laagste en gemiddelde hoogste grondwaterstanden zijn nog niet uitgevoerd, deze analyses verdienen nog aandacht in de komende planperiode.
Figuur 2.5 grondwatermeetnet Cranendonck.
2.5.5 Programma vorige planperiode
De acties, activiteiten en beleidsvoornemens vanuit het vorige vGRP4 zijn in bijlage 1 geëvalueerd. De stand van zaken is voor elk investeringsproject en beheeractiviteit via de statussymbolen (zie tabel 2.2) en toelichting uitgewerkt.
Tabel 2.2 Statussymbolen voor investeringsprojecten en beheeractiviteiten.
Symbolen |
Status |
✔ |
Uitgevoerd |
☑ |
In uitvoering/continu proces |
⊗ |
In voorbereiding |
✖ |
Niet meer van toepassing of achterhaald |
☒ |
Uitgesteld |
2.5.6 Verordening rioolheffing
De kosten gemoeid met de rioleringszorg dekt de gemeente Cranendonck uit de rioolheffing. Op basis van de Gemeentewet artikel 228a (zie kader) heeft de gemeente “Verordening rioolheffing 2020” vastgesteld. Met de verordening kan de gemeente kosten verhalen die verbonden zijn aan de afvalwater-, de hemelwater- en de grondwaterzorgplicht. In 2017 is deze verordening na een onderzoek en afstemming met enkele grootverbruikers aangepast. In het verleden was er een tarief voor alle gebruikers. Sinds 2018 is de maatstaf van de heffing gebaseerd op het aantal kubieke meters water dat naar het perceel is toegevoerd (drinkwater) of is opgepompt (grondwater) en vervolgens wordt afgevoerd naar de riolering. Gebruikers die meer gebruik maken van de rioleringsvoorzieningen worden sinds 2018 zwaarder belast in verhouding tot gebruikers die minder gebruik maken van de voorzieningen.
2.5.7 Waterportaal Zuid Oost Brabant
De werkeenheid “Waterportaal Zuid-Oost Brabant” is jaren geleden opgericht vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water ter bevordering van de samenwerking in de waterketen. Om deze samenwerking te bekrachtigen is er een bestuurlijke overeenkomst getekend door de samenwerkende gemeentes voor de periode tot en met 2020.
Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) wordt aangestuurd vanuit het Rijk. Het Rijk heeft aangegeven het contact met de Nederlandse gemeentes te willen onderhouden via de in het verleden opgerichte samenwerkingsverbanden. De wethouders van de bij het waterportaal aangesloten gemeentes hebben aangegeven gehoor te willen geven aan het verzoek van het Rijk en hebben dit in 2020 bevestigd. Dat betekent een verbreding van de taken van het waterportaal. Het gaat hierbij om onderwerpen als wateroverlast, droogte en hittestress.
Wat betreft de organisatie van het klimaatportaal is bedacht dat dit gesplitst wordt in twee delen. Het eerste deel betreft het “oude, meer operationele werk” van het Waterportaal. Het tweede deel betreft het meer beleidsmatige werk waar klimaatadaptatie een belangrijk onderdeel van is. Op deze manier kan in de toekomst desgewenst het werk worden verdeeld over meerdere medewerkers die binnen het waterportaal actief zijn.
2.5.8 Successen in de afgelopen jaren
Trots op lokale en zichtbare initiatieven en projecten
We zijn trots op lokale initiatieven en projecten waarmee de leefomgeving wordt verbeterd. Klimaatadaptatie, vergroening, verbeteren van de biodiversiteit en werk met werk maken door samen te werken staan daarbij centraal. Navolgend worden enkele successen belicht.
Klimaatvisie Klimaatbestendig Cranendonck
In de afgelopen planperiode is Klimaatbestendig Cranendonck opgesteld. Deze klimaatvisie voor Cranendonck is tot stand gekomen vanuit de 2018 uitgevoerde klimaatstresstesten, gevolgd door een klimaatdialoog en een klimaatagenda in 2019. Klimaatbestendig Cranendonck heeft veel raakvlakken met het vGRP, en verschillende punten uit de klimaatagenda zijn in dit plan opgenomen.
Schatkist 100ste schoolplein van de toekomst.
In 2019 is het schoolplein en een groot deel van de daken van basisschool de Schatkist afgekoppeld van het gemengde rioolstelsel. Het plein is opnieuw ingericht waarbij verhardingen zijn weggehaald en nieuwe speelvoorzieningen zijn geplaatst (zie afbeelding 2.5). Het hemelwater van het plein en de daken wordt afgevoerd via goten in het plein naar een wadi. Een uniek project dat tot stand is gekomen in samenwerking met de kinderen en ouders, de school en de gemeente.
Afbeelding 2.5 klimaatadaptief schoolplein: Basisschool de Schatkist in Budel
Blauwe aders
In de planperiode is gewerkt aan de aanleg van blauwe aders in de Stationstraat en Sterkselseweg in Maarheeze, de Wolfswinkel en Gastelseweg in Budel en de Kruisstraat in Soerendonk. Samen met al aangelegde blauwe aders bieden deze een basis om voor grote delen van de gemeente verder te werken aan het ontvlechten van hemelwater en afvalwater en het aanpassen van de leefomgeving aan klimaatverandering.
Afbeelding 2.6 Stationstraat Maarheeze
Hemelwaterbeleid
Sinds 2008 hebben gemeenten de wettelijke zorgtaak voor de duurzame en doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. In de afgelopen jaren hebben we samen met waterschap De Dommel het in de vorige planperiode ingezette hemelwaterbeleid uitgevoerd. In Cranendonck is de uitwerking van de hemelwaterzorgplicht gebeurd door enerzijds een aantal ondersteunende documenten op te stellen, anderzijds door het proces van de watertoets bij bestemmingsplannen en de borging van dit proces in het vervolgtraject te versterken in samenwerking met Waterschap De Dommel. Met deze structuur is het hemelwaterbeleid binnen onze gemeente goed neergezet.
Craantje klimaat
In de klimaatvisie komen op verschillende manieren vaak verschillende aspecten voor; communicatie, campagne en bewustwording (bewoners, stakeholders, huurders, partners). Dit communicatie-, visualisatie- en bewustwordingsaspect, is iets dat vrijwel in alle projecten terugkomt. Niet zozeer op een ‘reguliere’ communicatie manier (tekst, foto’s, et cetera), maar vooral op een aansprekende, innovatieve manier (object, ontwerp, actie, interventie), waardoor meer mensen en diverse doelgroepen bereikt worden. In 2020 is daarom besloten een bredere communicatie- en participatie campagne te ontwikkelen onder de naam Craantje klimaat. Het doel is dat door de concrete, aansprekende- en vernieuwende (communicatie)aanpak klimaatadaptatie bij steeds meer mensen gaat leven en het concrete actie en verandering teweegbrengt.
3 Beleidskader Cranendonck
3.1 Inleiding
Dit hoofdstuk behandelt beknopt de belangrijkste beleidsstukken van onze gemeente die een relatie hebben met dit plan. Naast beleidsstukken van Cranendonck worden vanuit andere overheden beleidskaders en wettelijke kaders gesteld die richtinggevend zijn. Figuur 3.1 geeft hiervan en beeld. Deze figuur is opgebouwd vanuit lokaal, nationaal, regionaal en Europees perspectief.
Figuren 3.1 Wettelijk en beleidskader water
3.2 Raadsprogramma
In het Raadsprogramma ´Samen Doen!´ wordt invulling gegeven aan de bestuurlijke hoofdlijnen voor de periode tot 2022. Het schetst de ambities van Cranendonck vanuit vijf programma´s te weten:
- –
Wonen en leven;
- –
Economie en leven;
- –
Recreatie en toerisme;
- –
Sociaal domein;
- –
Bestuur en algemene dekkingsmiddelen.
Het belangrijkste programma voor dit beleidsplan is het programma wonen en leven waarin accenten zijn gelegd in relatie tot duurzaamheid, biodiversiteit, vergroening en klimaatadaptatie (zie het kader bij paragraaf 1.2).
3.3 Hemelwater- en grondwaterbeleid
In het kader van de hemelwaterzorgplicht heeft de gemeente in het vorige vGRP een aantal hulpmiddelen opgesteld die de basis vormen voor het te voeren hemelwaterbeleid. Figuur 3.2 geeft een overzicht van deze hulpmiddelen die zijn opgenomen in het handboek hemelwater. De uitwerking van het beleid voor de hemel- en grondwaterzorgplicht is één van de hulpmiddelen. In het kader van dit beleidsplan hebben wij de gemeentelijke regels die samenhangen met hemelwater geactualiseerd, zie paragraaf 5.4.
- 1.
Uitwerking van de hemelwater- en grondwaterzorgplicht;
- 2.
Handboek hemelwaterverwerking (voorbeeldenboek);
- 3.
Programma van eisen watertoetsfase, voorontwerpfase;
- 4.
Programma van eisen definitieve ontwerpfase en uitvoeringsfase;
- 5.
Hemelwaterverordening en bijbehorende aanwijsbesluiten.
Figuur 3.2 hulpmiddelen hemelwaterbeleid gemeente Cranendonck.
3.4 Nota duurzaamheid
Het doel van de nota is Cranendonck klimaatneutraal 2050 & Gemeentelijke organisatie CO2-neutraal in 2030. De thema’s die hierbij onderscheiden worden zijn:
- –
Energietransitie;
- –
Materiaaltransitie;
- –
Klimaatadaptatie;
- –
Biodiversiteit;
- –
Schone leefomgeving en duurzaam samen leven (welzijn).
Vanuit de watertaken bieden alle vijf de thema’s aanknopingspunten voor dit vGRP. In de navolgende hoofdstukken zijn deze aanknopingspunten verder uitgewerkt. Het duurzaamheidsbeleid van Cranendonck heeft een relatie met de 17 ontwikkelingsdoelen die zijn opgesteld door de landen die bij de Verenigde Naties zijn aangesloten. In het kader hieronder kunt u daar meer over lezen.
Sustainable Development Goals De SDG’s (Sustainable Development Goals of Duurzame Ontwikkelingsdoelen) zijn zeventien doelen om van de wereld een betere plek te maken in 2030. De SDG’s zijn afgesproken door de landen die zijn aangesloten bij de Verenigde Naties (VN), waaronder Nederland. De doelen kwamen er op basis van wereldwijde inbreng van organisaties en individuen. Ze zijn een mondiaal kompas voor uitdagingen als armoede, onderwijs en de klimaatcrisis. Dit beleidsplan heeft raakvlakken met zeven van de wereldwijde doelen. Met dit vGRP willen we een bijdrage leveren aan het behalen van deze doelen.
3 Goede gezondheid en welvaart 6 Schoon water en sanitatie 9 Industrie, innovatie en infrastructuur 11 Duurzame steden en gemeenschappen 13 Klimaatactie 14 Leven in het water 17 Partnerschappen om doelstellingen te bereiken |
3.5 Klimaatbestendig Cranendonck
Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Cranendonck werkt al geruime tijd aan een klimaatbestendige inrichting van de leefomgeving, onder andere door wateroverlast locaties aan te pakken en verhard oppervlak af te koppelen. In 2015 hebben we de kwetsbare locaties voor het thema extreme neerslag in beeld gebracht en in 2019 voor de thema´s hitte en droogte. Deze ‘stresstesten’ zijn beschikbaar via kaarten waarop de gevolgen van extreme weersomstandigheden te zien zijn. Ook hebben we risicodialogen met belanghebbenden gevoerd in 2019 en een eerste klimaatagenda opgesteld. Figuur 3.3 geeft een beeld van de processen die de gemeente in het kader van klimaatadaptatie heeft doorlopen en periodiek zal blijven doorlopen.
Figuur 3.3 proces van klimaatadaptatie conform het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (links). De afbeelding rechts licht het voeren van de risicodialogen toe.
In de rapportage Klimaatbestendig Cranendonck, die in december 2019 is vastgesteld door de raad, is dit proces vastgelegd. In bijlage 2 zijn de aspecten opgenomen vanuit de klimaatagenda die een samenhang hebben met dit vGRP.
3.6 Voorbereidingen op de Omgevingswet
Cranendonck bereidt zich momenteel voor op de nieuwe Omgevingswet. In de toekomstige omgevingsvisie leggen we onze ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast: een integrale visie die betrekking heeft op alle terreinen van de fysieke leefomgeving waarbij ruimte is voor gebiedsgericht maatwerk. Naast de omgevingsvisie zijn omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan belangrijke instrumenten. Omgevingsprogramma’s gaan in op de uitwerking van het te voeren beleid en maatregelen om omgevingswaarden of doelstellingen te halen. Het omgevingsplan vervangt onder andere het oude bestemmingsplan en wordt aangevuld met lokale regelgeving voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is recent uitgesteld tot 1 januari 2022.
4 Uitwerking visie en doelen
4.1 Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de visie en doelen voor de watertaken van onze gemeente. Dit hoofdstuk is de basis voor de visie op water in de toekomstige Cranendonckse omgevingsvisie.
Figuur 4.1 samenhang ‘ vGRP 2021-2025’ en omgevingsvisie
We nemen onze verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van onze afval-, hemel-, grond- en oppervlaktewatertaken. Wij doen dit met betrokken en kundige mensen, inwoners, ondernemers, andere overheden en belanghebbenden en altijd redenerend vanuit het algemeen belang. De zorg voor het rioolstelsel en het watersysteem vindt plaats op basis van maatschappelijke aanvaardbare kosten. Thema’s die daarbij een rol spelen, zijn: afweging van risico’s, doelmatigheid, urgentie, (politieke) actualiteit, meekoppelkansen, beheerbaarheid, bedrijfszekerheid en goed assetmanagement. De visie en doelen voor de drie wettelijke zorgplichten, het veranderend klimaat en oppervlaktewater zijn navolgend uitgewerkt. De visie en doelen voor het veranderend klimaat en oppervlaktewater hebben een duidelijke relatie met de wettelijke zorgplichten maar zijn anders geaccentueerd in de navolgende paragrafen omdat deze een andere wettelijke basis hebben dan de drie zorgplichten.
4.2 Visie
De navolgende kaders geven de lange termijn visie van onze gemeente op afvalwater, hemelwater, grondwater het veranderend klimaat en oppervlaktewater.
Visie op afvalwater Het inzamelen en afvoeren van afvalwater levert een enorme bijdrage aan de volksgezondheid en leidt wereldwijd tot een langere levensverwachting. De gemeente werkt aan een gezonde leefomgeving door in te zetten op een goed functionerend en robuust rioolstelsel dat kan meebewegen met de ontwikkelingen van de toekomst.
Daar waar mogelijk worden stromen van vuil en schoon water gescheiden (gehouden) en worden water en grondstoffen hergebruikt. Samen met het waterschap streeft de gemeente naar het verminderen van de hoeveelheid te zuiveren afvalwater en het optimaal gebruik van afvalwater vanuit het perspectief van circulariteit: hergebruik van water, nutriënten en warmte.
De gemeente streeft er samen met de waterschap naar om het afvalwater op ee n doelmatige wijze in te zamelen, te transporteren en te zuiveren voordat het geloosd wordt op het oppervlaktewater. |
Visie op hemelwater De gemeente werkt aan een veilige en klimaatbestendige leefomgeving door op een zorgvuldige manier om te gaan met het hemelwater dat valt op de verharde en onverharde oppervlakken. Waar mogelijk worden stenen weggehaald en vergroend. Afstromend schoon regenwater van verhardingen wordt zoveel mogelijk direct of anders via voorzieningen naar de bodem geleid, zodat het vertraagd kan afstromen en in perioden van droogte een buffer vormt. In z’n algemeenheid wordt nagestreefd om het hemelwater zoveel mogelijk vast te houden, daar waar het valt. Inwoners, ondernemers en overige belanghebbenden worden gestimuleerd om hemelwater zoveel mogelijk op het eigen terrein vast te houden. |
Visie op grondwater De gemeente streeft, ook bij een veranderend klimaat, naar het voorkomen van structureel nadelige gevolgen van afwijkende grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming van een gebied. De gemeente streeft naar een grondwaterpeil dat voldoende diep is om structurele nadelige gevolgen door een te hoge grondwaterstand te voorkomen en voldoende hoog om droogteproblemen tegen te gaan. De Provincie Noord-Brabant waterschap De Dommel, de gemeente Cranendonck en particulieren nemen daarbij de eigen verantwoordelijkheid. |
Visie op een veranderend klimaat De gemeente streeft naar een klimaatrobuuste inrichting van de openbare (en niet openbare) ruimte in 2050. Thema’s hierin zijn extreme neerslag, hitte en droogte, maar ook hieraan gekoppelde thema’s als vergroening en biodiversiteit. Voor het thema extreme neerslag staan het zoveel mogelijk voorkomen van negatieve economische gevolgen zoals schade aan gebouwen en vitale infrastructuur en de toegankelijkheid van hulpdiensten centraal. Voor het thema hitte staat verkleining van de gezondheidsimpact op kwetsbare groepen en het hittebestendiger maken van de openbare ruimte centraal. Voor het thema droogte streeft de gemeente naar sponswerking van de openbare ruimte via groene en bodembuffers en het voorkomen van onomkeerbare schade aan kwetsbare gebouwen, infrastructuur en natuurwaarden. |
Visie op oppervlaktewater Naast afvalwater, hemelwater en grondwater is het oppervlaktewater een belangrijke schakel voor het veilig en droog houden van de leefomgeving. Schoon oppervlaktewater verhoogd ook de kansen voor biodiversiteit en is een van de dragers voor de toekomstige klimaatbestendige inrichting van Cranendonck. Ook rioolstelsels dragen hier in belangrijke mate aan bij. Verstandige keuzes voor beide systemen zorgen ervoor dat de dorpen klimaatbestendig, schoon en gezond blijven voor de mensen, maar natuurlijk ook voor planten en dieren! Wij willen water meer zichtbaar maken en met het waterschap werken aan een goede waterkwaliteit. Door water meer zichtbaar te maken wordt de waterbewustwording en de belevingswaarde vergroot |
4.3 Doelen
Vanuit de in de vorige paragraaf beschreven visie zijn de volgende doestellingen voor dit vGRP uitgewerkt.
Thema |
Doelstellingen |
Overkoepelend |
Maatschappelijk verantwoord omgaan met de afval-, hemel en grondwatervoorzieningen.
Maatschappelijk verantwoord omgaang met gemeenschapsgeld
|
Afvalwater |
Zorg dragen voor de inzameling en het transport van afvalwater.
Voorkomen van achterstanden via preventief beheer en onderhoud en planmatige vervanging en verbetering. |
Hemelwater |
Zorg dragen voor de verwerking van hemelwater in het stedelijk gebied.
Lokale verwerking van hemelwater door particulieren en bedrijven stimuleren in bestaand gebied. Daarnaast verplichten van lokale verwerking van hemelwater in nieuwbouwgebieden en inbreidingslocaties. |
Grondwater |
Monitoren van de grondwaterstanden en voorkomen van structureel nadelige gevolgen voor de bestemming van een gebied.
Bieden van inzicht in actuele grondwaterstanden
|
Een veranderend klimaat |
Voorkomen van wateroverlast door extreme neerslag.
Lokale verwerking van hemelwater gericht op het voorkomen van hittestress en droogte.
Voorkomen van onomkeerbare schade aan kwetsbare gebouwen, infrastructuur en natuurwaarden door droogte. Voorkomen van hitte-eilanden in de dorpen door de openbare ruimte minder te verstenen en meer aandacht aan groen te geven zodat gebruik wordt gemaakt van natuurlijke koeling (bijvoorbeeld door bomen). |
Oppervlaktewater |
Bijdrage leveren aan een ecologisch en chemisch gezond oppervlaktewater en waterbodem.
|
5 Cranendonckse waterregels
5.1 Inleiding
Het omgevingsplan bevat de juridisch bindende regels voor burgers en bedrijven die we als gemeente nodig achten om de visie en doelen (zie hoofdstuk 4) te realiseren. De toekomstige omgevingsvisie van Cranendonck zal het stellen van regels in het omgevingsplan moeten legitimeren. In dit hoofdstuk sorteren we voor op de waterregels die gebruikt kunnen worden in het toekomstige omgevingsplan van Cranendonck (zie figuur 5.1).
Figuur 5.1 samenhang ‘ vGRP 2021-2025’ en omgevingsplan
We geven in dit hoofdstuk inzicht in de procedure die vanuit de Omgevingswet voor de (water)regels in het omgevingsplan wordt doorlopen en de wijze waarop het watertoetsproces is geborgd.
Vervolgens komen de belangrijkste waterregels die we momenteel toepassen aan bod: de regels die in het kader van het watertoetsproces zijn opgesteld en de hemelwaterverordening. Deze blijven in de planperiode van dit vGRP van kracht. Tot slot gaan we in op mogelijke toekomstige waterregels die de gemeente kan uitwerken vanuit de bruidsschat.
5.2 Procedure (water)regels in het omgevingsplan
Via de Invoeringswet Omgevingswet zorgt het Rijk ervoor dat bij inwerkingtreding van de Omgevingswet alle gemeenten een omgevingsplan hebben. Het omgevingsplan dat van rechtswege ontstaat, bevat alle vigerende bestemmingsplannen en een aantal verordeningen, waaronder een eventuele hemelwaterverordening (als de gemeente die had vastgesteld). Dit omgevingsplan voldoet nog niet aan de eisen van het nieuwe stelsel. Voor gemeenten geldt een overgangstermijn tot 2029.
Het Rijk voorziet in overgangsrecht voor de regels die nu nog op rijksniveau zijn gesteld in onder andere het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bouwbesluit 2012, maar in het nieuwe stelsel niet terugkeren op rijksniveau. Dit overgangsrecht voor voormalige rijksregels wordt de bruidsschat genoemd. De bruidsschat wordt van rechtswege toegevoegd aan ieder omgevingsplan. Direct vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten de bruidsschatregels aanpassen of schrappen.
5.3 Watertoets in de Omgevingswet
In het huidige watertoetsproces wordt een aantal stappen doorlopen met waterbeheerders om na te gaan of er rekening wordt gehouden met waterbelangen in ruimtelijke planprocessen van gemeenten, provincies en het Rijk. De kern van het instrument wordt gevormd door vroegtijdig overleg, een wateradvies en een waterparagraaf in de ruimtelijke plannen.
De Omgevingswet gaat uit van een integrale benadering van alle aspecten van de fysieke leefomgeving. Alle bestuursorganen moeten bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden rekening houden met de taken van andere bestuursorganen. Met dit uitgangspunt borgt de Omgevingswet dat gemeenten bij het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplan al in een vroeg stadium de waterbelangen borgen. De watertoets zou, gelet op dit uitgangspunt, niet meer wettelijk hoeven te worden voorgeschreven. Toch is een (enigszins aangepaste) watertoets in de nieuwe regelgeving (het Besluit kwaliteit leefomgeving) opgenomen. Deze nieuwe watertoets legt meer nadruk op de inhoudelijke vertaling van het waterbelang in onder andere omgevingsplannen, en minder op het proces.
5.4 Huidige waterregels in Cranendonck
In 2015 hebben we het handboek hemelwater uitgewerkt. In het document zijn twee instrumenten opgenomen waarmee wordt gestuurd in ruimtelijke projecten, het betreft de regels voor het watertoetsproces en de hemelwaterverordening.
Regels voor het watertoetsproces
De regels voor het watertoetsproces zijn in het kader van dit vGRP bijgesteld aan de huidige ontwikkelingen. Deze zijn opgenomen in bijlage 3 en betreffen de afvoercapaciteit van rioleringsvoorzieningen en de dimensionering van waterberging. De regels zijn bedoeld voor initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen en verder als basis voor medewerkers van het waterschap en de gemeente ten behoeve van het watertoetsproces. In de planperiode wordt een vertaalslag gemaakt van deze regels naar de regels die in het omgevingsplan worden opgenomen.
Hemelwaterverordening
Via de hemelwaterverordening en de bijbehorende aanwijsbesluiten regelt de gemeente sinds 2012 de medewerking van particulieren aan het scheiden van hemelwater en afvalwater bij projecten in een bepaald gebied. De hemelwaterverordening kan rechtstreeks worden overgenomen naar het omgevingsplan van Cranendonck. In de planperiode van dit vGRP zullen wij bepalen voor welke nieuwe gebieden de hemelwaterverordening zal gelden.
5.5 Toekomstige waterregels in het omgevingsplan
Voor het waterbeheer zijn met name de regels over aansluiten op de riolering en over afvalwaterlozingen in de bruidsschat relevant. Dit betreft onder andere de lozing van grondwater, afstromend hemelwater en huishoudelijk afvalwater in de bodem, de riolering en het oppervlaktewater. Daarnaast zijn er specifieke lozingsregels voor bedrijfstakken opgenomen in de bruidsschat. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn het lozen bij kleinschalige voedselbereiding (zoals de vetafscheider bij de horeca), lozen bij telen en kweken van gewassen (zoals spoelwater van biologisch geteeld fruit), lozen bij het maken van beton, lozen bij het wassen van motorvoertuigen en lozen bij het opslaan van mest of kuilvoer.
Momenteel worden landelijk bouwstenen gemaakt die als basis kunnen dienen voor regelgeving op watergebied. De bouwstenen gaan onder andere over:
- ☐
aansluiten op de riolering;
- ☐
lozen van afvalwater;
- ☐
bedrijfsafvalwater in het buitengebied;
- ☐
vloerpeilen en maximaal percentage verharding;
- ☐
waterberging inclusief afkoopregeling;
- ☐
afkoppelen en infiltreren;
- ☐
bodemenergiesystemen in intrekgebieden.
De bouwstenen bieden mogelijkheden om onderwerpen op verschillende wijze te regelen. Als de gemeente bijvoorbeeld waterberging bij particulieren wil afdwingen, kan dat met de regels voor afkoppelen bij nieuwbouw of met regels over afkoppelen bij bestaande bouw (hemelwaterverordening). In onderstaand kader is de essentie van de bouwstenen aangeduid. In de planperiode zullen we als gemeente actief met de bouwstenen aan de slag gaan, bepalen welke bouwstenen voor ons relevant zijn, bouwstenen toevoegen en afwegen of de regels vanuit de bruidsschat aanpassingen behoeven.
Bouwsteen aansluiten op de riolering Om het functioneren van de openbare riolering te waarborgen, zijn regels nodig over de aansluitingen op deze riolering. Deze bouwsteen bevat regels over het aansluiten van de perceelleidingen voor afvalwater op de openbare riolering. Bouwsteen bedrijfsafvalwater in het buitengebied. De bouwsteen richt zich op het gerioleerde buitengebied dat vaak bestaat uit drukrioleringen die in beginsel bedoeld zijn voor huishoudelijk afvalwater. Bedrijfsafvalwater dat qua biologische afbreekbaarheid niet overeenkomt met huishoudelijk afvalwater, moet in veel gevallen ook op de vuilwaterriolering worden geloosd. De drukriolering kan dit afvalwater, zeker als het gaat om grote hoeveelheden, vaak niet adequaat verwerken. De gemeente regelt met de bouwsteen de beperkingen die aan dergelijke lozingen moeten worden gesteld. Bouwsteen lozen van afvalwater Deze bouwsteen gaat over het lozen van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard. Onderscheid wordt gemaakt naar afvalwater binnen de bebouwde kom en in het buitengebied. De regels betreffen de lozingsroute, zuiveringsvoorzieningen en bij toepassing van een lokale zuiveringsvoorziening regels voor aan te leveren gegevens en bescheiden. Bouwsteen vloerpeilen en maximaal percentage verhardingen In toenemende mate worden percelen verhard en ligt het bouwpeil van vloeren op gelijke hoogte met verharding buiten het gebouw. Hierdoor stroomt hemelwater makkelijk het gebouw in met alle gevolgen vandien. Meer verharding op een perceel zorgt daarnaast voor minder mogelijkheden voor infiltratie in de bodem. Hemelwater stroomt daardoor versneld af naar de riolering, die daardoor overbelast raakt. Om deze ongewenste effecten te voorkomen kan de hoogte van het bouwpeil en het maximale percentage verharding worden gereguleerd. Bouwsteen waterberging Door klimaatverandering is er steeds vaker sprake van extreme neerslag. Om belasting op de openbare riolering terug te brengen, is het belangrijk dat particulieren het hemelwater langer op eigen terrein vasthouden en vertraagd afvoeren. Het is daarom belangrijk vast te leggen in welke gevallen particulieren een waterberging moeten aanleggen en waar deze aan moet voldoen. Ook het opnemen in het omgevingsplan van een afkoopmogelijkheid wanneer bij omgevingsvergunning wordt afgeweken van de waterbergingseis is belangrijk. Deze bouwsteen heeft sterke raakvlakken met de regels in de uitwerking van het hemelwaterbeleid (zie bijlage 3) en de hemelwaterverordening. Bouwsteen afkoppelen en infiltreren Deze bouwsteen gaat over een verbod om hemelwater of grondwater te lozen op vuilwaterriolering. Het verbod geldt alleen in het zogenaamde afkoppelgebied. Om de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater veilig te stellen, kan de gemeente perceeleigenaren verplichten om in een bepaald gebied af te koppelen. De gemeente Cranendonck heeft tevens de mogelijkheid om via het omgevingsplan infiltreren van hemelwater op eigen terrein in aangewezen infiltratiegebieden te verplichten. Achterliggende reden hiervan is de wens om hemelwater lokaal vast te houden in de betreffende gebieden, zodat dit water beschikbaar blijft voor perioden van droogte. Deze bouwsteen heeft sterke raakvlakken met de regels in de uitwerking van het hemelwaterbeleid (zie bijlage 3). |
6 Waterprogramma Cranendonck
6.1 Inleiding
Het karakter van het toekomstige omgevingsprogramma is uitvoeringsgericht en bevat concrete maatregelen gericht op het realiseren van de omgevingsvisie. De samenhang tussen het vGRP en de Omgevingswet is gevisualiseerd in figuur 6.1. Een maatregel kan strategisch van aard zijn, bijvoorbeeld een onderzoek gericht op doorvertaling van de stresstest droogte naar ontwerpeisen voor een ruimtelijke ontwikkeling. Het omgevingsprogramma wordt, in tegenstelling tot de omgevingsvisie, vanuit verschillende disciplines zoals wegen, groen, water en vanuit gebiedsontwikkelingen opgebouwd. De horizon van de maatregelen is zowel de korte als de lange termijn. Om zeker te stellen dat de maatregelen worden uitgevoerd kent de Omgevingswet een uitvoeringsplicht.
De opgaven voor de drie zorgplichten, het veranderend klimaat en oppervlaktewater zijn vanuit de visie en doelstellingen in dit hoofdstuk verwoord (paragrafen 6.1 tot en met 6.5) en uitgewerkt in het waterprogramma (paragraaf 6.6), personele aspecten en het kostendekkingsplan van het waterprogramma komen in de laatste twee paragrafen aan bod.
Voor de uitvoering van het waterprogramma zal waar mogelijk worden gezocht naar cofinanciering met waterpartners of via landelijke subsidies en samenwerking met andere gemeentelijke programma’s.
Figuur 6.1 samenhang ‘ vGRP 2021-2025’ en omgevingsprogramma
6.2 Opgaven afvalwaterzorgplicht
Reiniging, inspectie en preventief onderhoud riolering
De gemeente stelt de kwaliteitstoestand van het gemeentelijk rioleringsstelsel vast door middel van een visuele inspectie ten behoeve van het bepalen van vervangings- en verbeteringsmaatregelen. Voordat zo’n inspectie plaats vindt, wordt de betreffende rioolstreng schoongemaakt en het vrijkomend slib afgevoerd. Jaarlijks reinigde en inspecteerde de gemeente ongeveer 10% van de riolering. Vanuit de inspecties worden in het kader van preventief onderhoud kleinere schades in het jaar van inspecteren hersteld. Bijzondere voorzieningen zoals zinkers, overstortputten, spindelschuiven en terugslagkleppen worden regelmatiger geïnspecteerd en gereinigd, kleine gebreken worden daarbij meteen hersteld. De komende planperiode wordt dit beleid aangescherpt vanuit de gedachte van asset management (zie einde van deze paragraaf).
Vervanging van riolering
De levensduur van de riolering in Cranendonck is circa 70 tot 90 jaar. De reden voor deze relatief lange levensduur is de ligging van de riolering in een overwegend stabiele zandgrond. Doordat bij deze grondslag minder verzakkingen optreden ontstaat minder schade aan de riolen.
Diverse criteria zijn van invloed op de keuze of een riool vervangen wordt of niet. Belangrijk zijn vanzelfsprekend de afwegingen ten aanzien van het riool zelf: de toestand, ouderdom en functie van het riool. Daarnaast wordt aansluiting gezocht bij de aanleg van blauwe aders, ontwikkelingen in de omgeving, en de afstemming met andere programma´s. Bij het vervangen van riolering worden straten en wegen veelal van trottoir tot trottoir opengebroken. Dit leidt tot hinder bij de betrokken burgers en bedrijven. Door de werkzaamheden te combineren met andere werken (bijvoorbeeld vervangen van bestrating, de wijkaanpak met betrekking tot de energietransitie, elektriciteitskabels of drinkwaterleidingen en herinrichtingsprojecten, wordt efficiënter gewerkt en wordt hinder voor de omgeving zoveel mogelijk beperkt. Daarnaast bespaart het kosten in de uitvoering van de werkzaamheden, omdat de kosten voor het open maken van de straat maar één keer betaald hoeven te worden. Binnen onze gemeente wordt zoveel mogelijk ‘Werk met Werk’ gemaakt.
Op dit moment worden relatief weinig renovaties en vervangingen vanuit de beoordeling van de kwaliteitstoestand, ouderdom en functie verwacht, een vervangingspiek zal zich mogelijk later na 2030 voordoen. Wel zullen riolen worden vervangen in relatie tot de aan te leggen blauwe aders (zie paragraaf 6.3). De strategische vervangingsprognose wordt in de planperiode opnieuw vastgesteld op basis van nieuwe rioolinspecties vanuit het assetmanagementprogramma.
Gemeentelijke riolen moeten goed bereikbaar zijn
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat gemeentelijke riolen in gemeentegrond horen te liggen. In het verleden is dit niet altijd het geval geweest. Riolering wordt zo veel mogelijk aangelegd op percelen in eigendom van de gemeente. Uitgangspunt is ook dat geen gronden worden verkocht waarin gemeentelijke riolen liggen.
Onderhoud gemalen, drukrioolunits en bergbezinkbassins
De gemalen en drukrioolunits worden jaarlijks gereinigd en in detail geïnspecteerd waarna preventieve onderhoudsmaatregelen worden vastgesteld en uitgevoerd. Het preventief en correctief onderhoud van gemalen wordt op contractbasis door derden uitgevoerd. Achterstallige vervangingswerkzaamheden die naar voren zijn gekomen vanuit de inspecties in 2020 worden in 2021 en 2022 uitgevoerd.
Energieterugwinning
We onderzoeken vanuit de algemene duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente in samenwerking met het waterschap, energieleveranciers en gespecialiseerde bedrijven de mogelijkheden om het energieverbruik te verduurzamen bijvoorbeeld via een zonnepanelenveld bij één van de open bergingsbassins. De doelstelling hierbij is het huidige energieverbruik van de gemalen, drukrioolunits en bergbezinkbassins op termijn volledig te verduurzamen.
Meetnet afval- en hemelwater
Binnen Cranendonck worden metingen uitgevoerd in de riolering en wordt ook de gevallen neerslag geregistreerd. De praktijkmetingen hebben als doel het inzicht in het functioneren van de systemen te vergroten. Onderhoud aan de meetvoorzieningen en het opslaan en valideren van de meetdata zijn in handen van waterschap De Dommel. Ook de komende jaren blijven we hiermee actief (zie verder bijlage 4, paragraaf 6).
Asset management programma
Cranendonck heeft sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw, ingegeven door landelijke wetgeving, veel geïnvesteerd in maatregelen om aan milieuwetgeving te gaan voldoen en droge voeten te houden. Vanaf het begin van deze eeuw is Cranendonck actief met het ontvlechten van hemelwater- en afvalwater via afkoppelprojecten. Nu staat Cranendonck voor de taak om ervoor te zorgen dat haar voorzieningen en systemen ook zo goed en lang mogelijk worden beheerd en functioneren zoals dat bij aanleg is voorzien. De met de infrastructuur te leveren prestaties staan hierbij centraal. Dit betekent dat er meer inzicht moet komen in toestand en functioneren van het rioolstelsels als geheel en individuele objecten afzonderlijk. Het doel is te gaan leren van de geleverde prestatie en de daarbij behorende risico’s, en vervolgens op basis daarvan beheer en onderhoud te optimaliseren. Meer gaan sturen op te bereiken effecten, in de vorm van risicogestuurd beheer (asset management). In bijlage 4 is aangegeven op welke wijze we hier concreet invulling aan gaan geven in de planperiode van het vGRP.
Incidentenplan
In 2018 is er op de RWZI Soerendonk een groot incident geweest waarbij het zuiveringsproces gedurende ruim een dag is stilgevallen. In overleg met het waterschap zijn de gemeentelijke gemalen toen uit gezet om het waterschap de ruimte te geven het probleem op te lossen. Andere incidenten in relatie tot water zoals, verstopping van persleidingen, persleidingbreuk en wateroverlast zijn in het verleden ook vaker voorgekomen. Om klaar te staan in het geval van optredende incidenten is een incidentenplan nodig. Het plan geeft aan hoe de gemeente, met het waterschap en hulpdiensten tijdens incidenten opereert. Mogelijke incidenten worden in het plan uitgewerkt en de verantwoordelijkheden en taakverdeling tijdens incidenten worden beknopt in het plan beschreven.
6.3 Opgaven hemelwaterzorgplicht
Reinigen van kolken en lijngoten
Kolken en lijngoten zijn essentieel voor het inzamelen van regenwater dat valt in de openbare ruimte. Verstopping kan lokaal leiden tot overlast, terwijl de hoofdriolering nog voldoende afvoercapaciteit heeft. In het kader van assetmanagent zal het beheer van kolken worden versterkt.
Beheer van overige hemelwatervoorzieningen
De laatste jaren heeft de gemeente veel kleinere (groene) hemelwatervoorzieningen aangelegd. Het gaat om bergende greppels, bermen, wadi’s en infiltratievoorzieningen. In de komende planperiode is meer aandacht voor deze voorzieningen nodig. Het gegevensbeheer (vaste en kwaliteitsgegevens) en operationele beheer voor deze voorzieningen wordt versterkt.
Afbeelding 6.1 WADI (bron: GAW, stichting RIONED)
Scheiding van waterstromen
Sinds het begin van deze eeuw wordt hemelwater in Cranendonck waar mogelijk actief afgekoppeld. Regenwater wordt niet meer gemengd met vuilwater, maar via een aparte regenwaterriolering afgevoerd naar het oppervlaktewater of geïnfiltreerd in de bodem. Dit zorgt ervoor dat de rioolwaterzuiveringen efficiënter kunnen werken, de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert en hemelwater lokaal wordt verwerkt waardoor droogte in de bodem wordt verminderd. Het scheiden van de verschillende waterstromen wordt, mits doelmatig, structureel meegenomen bij nieuwbouw of herstructurering in bestaand stedelijk gebied. Een voorbeeld is plan de Neerlanden dat momenteel in ontwikkeling is. In sommige gevallen is het niet efficiënt om een gescheiden systeem aan te leggen. Voorbeelden daarvan zijn situaties waarbij er weinig oppervlaktewater in de buurt aanwezig is, er weinig ruimte boven en ondergronds beschikbaar is of als woningen hun hemelwater en afvalwater niet gescheiden hebben. De doelmatigheid zal per project worden bekeken.
Afbeelding 6.2 scheiden van afval- en hemelwater
Blauwe ader projecten
De gemeente neemt het afkoppelen van verhard oppervlak mee bij rioolvervangingen, reconstructies van de openbare ruimte en bij nieuwbouw. Komende planperiode worden de blauwe aders in het kader van het centrumplan Maarheeze (fase 3 Sterkselse weg), het centrumplan Budel (A. Mathijssenstraat en verfijning naar de zijstraten aan de oostzijde) en de Gastelseweg afgerond waar nodig samen met vervanging van de gemengde riolering. Daarbij gaat de gemeente nadrukkelijker op zoek naar kansen voor vergroening. Rondom het Boudriepark starten we met een nieuw blauwe ader project, de mogelijkheden hiervoor zijn in 2020 samen met de burgers in de omgeving verkend. Als basisuitgangspunt voor blauwe ader projecten en afkoppelen bij rioolvervangingsprojecten en reconstructies gaan we uit van het verminderen van het verhard oppervlak met minimaal 10%.
Bestaande groenvoorzieningen worden waar mogelijk geschikt gemaakt voor waterberging via eenvoudige aanpassingen van de openbare ruimte zodanig dat hemelwater naar deze groenvoorzieningen kan stromen.
Meemortel
Bedrijventerrein Meemortel is voorzien van een gemengd rioolstelsel, de kwaliteit van dit rioolstelsel is nog goed. In de planperiode voeren we een haalbaarheidsonderzoek uit naar een mogelijke ombouw van dit stelsel in de toekomst waarbij het bestaande riool wordt omgevormd tot een regenwaterriool en een nieuw klein riool voor afvoer van DWA wordt bijgelegd in het profiel van de weg. In het onderzoek zoeken we, met de bedrijfsvereniging, naar mogelijkheden om het hemelwater lokaal te bergen en vertraagd af te voeren en naar mogelijkheden om het profiel van de brede wegen te vergroenen.
VGS 2.0
In 2021 voeren we een onderzoek uit naar verduurzaming van de verbeterd gescheiden rioolstelsels van de Neerlanden, Rondven, Boschakker en Airpark. Bij een duurzaam verbeterd gescheiden rioolstelsel wordt de aansturing van de regenwaterpompen aangepast. Schoon hemelwater wordt zoveel mogelijk naar het oppervlaktewater afgevoerd, de energiekosten worden lager en er is een sterk verminderde afvoer van hemelwater naar de RWZI. Daarmee zorgen we voor een duurzamere situatie en kostenbesparingen, zowel bij het waterschap als de gemeente, zonder dat daar grote investeringen tegenover staan.
6.4 Opgaven grondwaterzorgplicht
Taakopvatting
Grondwaterstanden mogen geen aanleiding geven tot structurele nadelige overlast voor de aan de grond gegeven bestemming. De gemeente geeft gehoor aan deze zorgplicht, door binnen de grenzen van doelmatigheid en financiële en technische haalbaarheid maatregelen te treffen om structurele grondwateroverlast te voorkomen of te beperken in het openbaar gebied. De gemeentelijke taakopvatting ten aanzien van de drie centrale begrippen in de grondwaterzorgplicht structureel, nadelig en doelmatig is in bijlage 5 verwoord. Tevens zijn enkele situaties aangegeven die door de gemeente worden uitgesloten.
Perceeleigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor eventuele nadelige gevolgen op eigen perceel, voor zover zij daar redelijkerwijs zelf in kunnen voorzien. De perceel eigenaar is verantwoordelijk voor de goede staat van zijn eigendom. Hij zorgt voor bouwkundige of waterhuishoudkundige voorzieningen op het eigen terrein en voor de eigen woning (zoals een vochtdichte vloer).
De gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor maatregelen die niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap en de provincie behoren. Als de oplossing van structurele problemen doelmatiger is via maatregelen van andere overheden dan zijn gemeentelijke maatregelen in het kader van de grondwaterzorgplicht niet aan de orde.
Waterloket
De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor de goede staat van zijn eigendom. Hij zorgt voor bouwkundige of waterhuishoudkundige voorzieningen op het eigen terrein en voor de eigen woning (zoals een vochtdichte vloer en waterdichte kelder). De perceel eigenaar kan echter wel voor grondwateroverlast terecht bij de gemeente. De gemeente geldt als eerste aanspreekpunt (loketfunctie). De gemeente registreert de meldingen en voert de regie over de doelmatige aanpak van grondwaterproblemen.
Grondwatermeetnet
Het grondwatermeetnet is een belangrijk hulpmiddel voor de grondwaterzorgplicht. Het grondwatermeetnet is in 2014 ingericht. De meetresultaten worden gebruikt om inzicht te krijgen in de grondwatersituatie (freatische grondwaterstand) en om de infiltratiemogelijkheden bij afkoppelprojecten op hoofdlijnen in te schatten. Tevens zullen de meetresultaten worden gebruikt voor beoordeling van klachten vanuit het waterloket. Meer algemene analyses van de metingen gericht op bepaling van gemiddelde laagste en gemiddelde hoogste grondwaterstanden zijn nog niet uitgevoerd, deze analyse verdienen nog aandacht in de komende planperiode.
Bodemenergiesystemen
In Cranendonck wordt de laatste jaren op een aantal locaties gebruik gemaakt van Warmte Koude Opslag (WKO-systemen). WKO-systemen kunnen worden gebruikt voor het (duurzaam) verwarmen en koelen van gebouwen. De aanleg en bedrijfsvoering van deze systemen kan negatieve gevolgen voor het grondwater hebben. Zo kunnen lokaal grondwaterstandsfluctuaties ontstaan door het oppompen en injecteren van grondwater. Gemeente wil de komende planperiode in overleg met het waterschap, de provincie en Brabant Water een beter beeld krijgen van de WKO-systemen die er zijn en de mogelijke risico´s daarvan voor de grondwaterstand.
Figuur 6.2 gesloten en open bodemenergiesystemen
Grote grondwateronttrekkingen
Binnen de gemeentegrenzen zijn grote grondwateronttrekkingen aanwezig ten behoeve van industrie en drinkwater. Er zijn plannen om deze onttrekkingen te wijzigen waarbij grondwater vanuit een dieper pakket wordt onttrokken. Bekend is dat dit een verlaging van het ondiepe grondwater tot gevolg kan hebben en dat een eventuele stopzetting of vermindering ervan structurele problemen zou kunnen veroorzaken. In de planperiode volgen we deze ontwikkelingen en voeren we actief overleg hierover vanuit het belang van de burgers in Cranendonck.
6.5 Opgaven een veranderend klimaat
Vaststellen kwetsbare locaties (extreme neerslag)
Door klimaatverandering zal de kans op extreme neerslag toenemen. Met behulp van modelberekeningen is onderzocht wat de gevolgen zijn van deze extreme buien. De kans dat een extreme bui valt is overigens zeer klein. Omdat extreme regenval vaak zeer lokaal plaats vindt, komen elk jaar in Nederland toch enkele van zulke zware piekbuien voor.
Afbeelding 6.3 overbelaste straatkolk (bron: GAW, stichting RIONED)
De kaarten die vanuit de stresstest zijn gemaakt, tonen waar de grootste waterhoogten ontstaan. Bij het interpreteren van deze kaarten en het vaststellen van knelpunten past de gemeente maatwerk toe. De focus ligt daarbij op locaties die een belangrijke functie vervullen. Zo moeten de hulpdiensten zo goed mogelijk kunnen blijven functioneren. Schade aan bijvoorbeeld scholen, parkeerkelders en verzorgingstehuizen moet zoveel mogelijk worden voorkomen. In het kader van de actualisatie van de basisrioleringsplannen zal de stresstest voor extreme neerslag opnieuw worden uitgevoerd op basis van de fictieve regenbuien die hiervoor inmiddels gangbaar zijn. Het beleid zoals in het voorgaande vGRP ingezet voor het toetsen van water op straat blijft ongewijzigd.
Beleid toetsen water op straat In het beleid wordt onderscheid gemaakt naar:
Vanuit het eerste punt toetsen we of de riolering voldoet aan de landelijk geaccepteerde richtlijnen met betrekking tot het kunnen afvoeren van regen, zonder dat er water op de straat blijft staan. Het is daarbij acceptabel als water bij extremere buien gedurende een beperkte tijd op straat staat. Een keer water tussen de stoepen is lastig, maar kan geen kwaad. Deze situaties vragen om een afweging tussen maatregelen treffen enerzijds en hinder accepteren en specifieke belangen anderzijds. In het algemeen vindt Cranendonck de volgende situaties daarbij niet-aanvaardbaar:
|
Groen en waterberging (hitte, droogte)
De voorkeur is zoveel mogelijk hemelwater vast te houden op de plek waar het hemelwater valt. Dit kan door water te bergen waar het valt, door te vergroenen of door een bodeminfiltratievoorziening aan te brengen. Wanneer je meer groen zoals mossen, planten, grassen en bomen laat groeien in tuinen, straten, wijken en steden heeft dat vele positieve effecten zoals uit het kader hieronder blijkt. Als basisuitgangspunt voor afkoppelen bij rioolvervangingsprojecten en reconstructies gaan we uit van het verminderen van het verhard oppervlak met minimaal 10%.
Voordelen voor de leefomgeving Regenwater blijft behouden en loopt gemakkelijker de bodem in, de kans op verdroging neemt af. Het regenwater wordt beter gezuiverd door het gras, de planten, bomen en grond. CO2 wordt gereduceerd. Bomen halen CO2 uit de lucht en zetten die om in zuurstof en biomassa (zoals hout, blad en wortels). De zuurstof geven ze aan de lucht. De lucht wordt schoner, omdat fijnstof opgenomen wordt door planten. De natuurlijke omgeving herstelt en de biodiversiteit verbetert. Voordelen voor de mens De mentale en fysieke gezondheid heeft er baat bij. Er ontstaat meer sociale cohesie, bijvoorbeeld door groene wijken of groene schoolpleinen. Financiële voordelen Het gebruik van stroom en gas kan afnemen wanneer gebruik gemaakt wordt van groene isolatie zoals bijvoorbeeld mos op een plat dak. De vastgoedwaarde kan verhoogt worden, bijvoorbeeld door zonnepanelen. Een groene waterberging is minder kostbaar dan berging in het rioolstelsel. |
Afbeelding 6.4 tegen gaan verdroging door water vast te houden
Adaptatie op particulier terrein (extreme neerslag, hitte en droogte)
Ook bewoners en bedrijven kunnen hun bijdrage leveren aan een waterrobuuste omgeving. Regen valt immers niet alleen in de openbare ruimte: meer dan de helft van het oppervlak is geen eigendom van de gemeente. Voorbeelden van maatregelen op eigen terrein zijn het aanleggen van groene daken, het verminderen van verharding in tuinen en afkoppelen van verhardingen naar tuinen.
Gemeente stimuleert initiatieven van bewoners en bedrijven, in 2021 stellen wij hiervoor een regeling op. Waterschap ondersteunt deze initiatieven via de zogenaamde afkoppelverdubbelaar.
Groenblauwe schoolpleinen (extreme neerslag, hitte en droogte)
We gaan de komende planperiode verder werken aan groenblauwe schoolpleinen. Het aanleggen van groenblauwe schoolpleinen biedt mogelijkheden om water vast te houden en lokaal te verwerken.
Denk hierbij aan het laten infiltreren van regenwater in de bodem. Groenblauwe schoolpleinen bieden ten opzichte van versteende pleinen veel voordelen:
- –
mogelijkheid tot educatie, meer buitenlessen en uitdagender voor kinderen;
- –
gezondere omgeving, meer frisse lucht, minder pesten, meer beweging en koeler;
- –
ruimtelijke kwaliteit, voor kinderen is een groen blauw schoolplein leuker, mooier en spannender;
- –
goede bijdrage aan klimaatadaptatie (wateroverlast, te droog en te heet), duurzaamheid en biodiversiteit;
- –
meerwaarde voor de leefomgeving.
Gebruikers ervaren groenblauwe schoolpleinen als zeer positief.
Sportparken (droogte)
Uit onderzoek blijkt dat sportvelden regenwater vaak versneld afvoeren. Dit heeft in sommige gevallen een verdrogend effect op de omgeving. Daarnaast zijn er op een sportpark vaak velden met een waterbehoefte, doorgaans natuurgrasvelden maar soms ook kunstgrasvelden. Hiervoor wordt soms grondwater opgepompt en in sommige gevallen zelfs drinkwater gebruikt. Doel van dit project is om het verdrogend effect van sportcomplexen te beoordelen via een onderzoek en indien nodig eenvoudige maatregelen uit te werken waarmee regenwater kan worden vastgehouden en lokaal kan worden verwerkt (zie afbeelding 6.5). Het onderzoek en de maatregelen zijn in 2021 voorzien.
Afbeelding 6.5 Blauwe sportparken (bron: www.blauwesportparken.nl)
Communicatie over klimaatverandering
De in 2020 ingezette communicatiecampagne Craantje klimaat (zie paragraaf 2.5.8) zetten wij in de planperiode in relatie tot de onderwerpen hitte, droogte en wateroverlast voort.
Figuur 6.4 Communicatiecampagne Craantje klimaat
6.6 Opgaven oppervlaktewater
Een deel van de watergangen, vijvers en bergingsvoorzieningen in Cranendonck wordt momenteel actief beheerd via een raamovereenkomst met een onderhoudsaannemer. Het beheer is vooral gericht op het maaien van watergangen en bermen langs en tussen wegen waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Tevens vindt beheer plaats op basis van meldingen bijvoorbeeld als een watergang verstopt is geraakt.
In de periode eind mei tot eind juni 2016 zijn er in Brabant enkele zeer zware regenbuien gevallen, verder was de totale neerslagsom in deze periode ook relatief erg groot voor de tijd van het jaar (ruim 200 mm). In zowel het stedelijk als landelijk gebied heeft dit in de hele regio tot klachten geleid, zo ook in onze gemeente. In de periode daarna is er overleg geweest met belanghebbenden om problemen te analyseren en waar mogelijk op te lossen. Op basis van dit overleg is besloten in de nieuwe raamovereenkomst meer aandacht te geven aan achterstallig onderhoud. Via een veldinventarisatie is het achterstallig onderhoud in beeld gebracht en is in 2020 een nieuw raamcontract aanbesteed waarmee naast het reguliere onderhoud ook het achterstallig onderhoud de komende jaren kan worden aangepakt. Jaarlijks zal vanuit de veldinventarisatie een uitvoeringsprogramma worden bepaald voor het uit te voeren achterstallig onderhoud dat vanuit de hemel- en grondwaterzorgplicht zal worden uitgevoerd.
We zetten naast reguliere onderhouds- en beheerwerkzaamheden waar mogelijk in op verbetering van ecologische waarden via bijvoorbeeld actief beheer en aanplant van vegetatie en het inrichten van natuurvriendelijke oevers (zie afbeelding 6.6). Indien nodig voeren wij baggerwerkzaamheden uit bij riooloverstorten om de waterkwaliteit goed te houden of te verbeteren. Wij zetten ons in om verdroging in stedelijk en landelijk gebied tegen te gaan door water vast te houden waar dat kan.
Afbeelding 6.6 Buulder Aa met natuurvriendelijke oever
De samenhang tussen het oppervlaktewater en de overstorten van het gemengde rioolstelsel en de overstorten in de verbeterd gescheiden stelsels is in bijlage 6 aangegeven.
6.7 Uitwerking waterprogramma
We maken ten aanzien van de maatregelen voor het waterprogramma onderscheid naar beheer, planvorming en onderzoek en investeringen enerzijds en naar de drie zorgplichten, het veranderend klimaat en oppervlaktewater anderzijds. Het waterprogramma is opgenomen in de tabellen 6.1 tot en met 6.4. In de laatste kolom is de relatie aangegeven met de drie zorgplichten, het veranderende klimaat en stedelijk oppervlaktewater:
- –
A, afvalwaterzorgplicht;
- –
H, hemelwaterzorgplicht;
- –
G, grondwaterzorgplicht;
- –
K, veranderend klimaat;
- –
O, oppervlaktewater.
Beheer en onderhoud
Onder beheer vallen alle activiteiten die samenhangen met het onderhoud van vrijvervalriolering voor afvoer van afvalwater en hemelwater, mechanische riolering en gemalen. Voorbeelden van activiteiten zijn storten van rioolslib, reinigen van kolken, reinigen en inspecteren van riolen, correctief en preventief onderhoud van riolen en gemalen en het in stand houden van meetapparatuur. Specifiek voor de hemelwaterzorgplicht zijn er nog beheeractiviteiten voor wadi´s, open verharding en infiltratievoorzieningen. Voor de grondwaterzorgplicht beheren we een uitgebreid grondwatermeetnet. Ook toerekeningen vanuit andere disciplines vallen onder beheer zoals watergangenbeheer en herstel van wegverhardingen.
Tabel 6.1 programma water, maatregelen beheer en onderhoud
Maatregel |
Opmerking/toelichting |
Relatie |
Vrijvervalriolering |
Reinigen en inspecteren vrijvervalriolen, uitwerken maatregelen volgend uit inspectie, uitvoeren preventief klein onderhoud, uitvoeren correctief onderhoud, gegevensbeheer riolen, reinigen kolken en preventief klein onderhoud kolken, onderhoud van bijzondere constructies en hemelwatervoorzieningen, coördinatie werkzaamheden. |
A, H |
Mechanische riolering |
Reinigen en inspecteren van gemalen, drukrioolunits, en meetapparatuur, uitwerken maatregelen volgend uit inspectie, uitvoeren preventief klein onderhoud, uitvoeren correctief onderhoud, hosting beheersystemen, coördinatie werkzaamheden. |
A, H, G |
Algemene taken |
Inning rioolheffing, herstel verharding bij preventieve reparaties, onvoorzien. |
A, H, G |
Watergangenbeheer |
Aanpak van achterstallig onderhoud. |
O |
Planvorming, onderzoek en monitoring
Planvorming, onderzoek en monitoring is nodig om inzicht te krijgen en te houden in de toestand van de afvalwaterketen en het watersysteem. Onderzoek richt zich op slimme toepassingen die bijdragen aan de gemeentelijke opgaven. Voorbeelden zijn onderzoeken naar alternatieve sanitatie, een beter begrip van het functioneren van rioolstelsels via meten en modelleren, versterken van assetmanagement en planvorming ten behoeve van integrale en klimaat robuuste oplossingen. Voor zover zinvol worden planvormings- en onderzoeksprojecten met waterportaal Zuid-Oost Brabant opgepakt. Verder zal actief de samenwerking worden opgezocht voor een aantal onderwerpen met waterschap De Dommel.
Tabel 6.2 programma water, maatregelen planvorming en onderzoek
Maatregel |
Opmerking/toelichting |
Relatie |
Actualiseren BRP’s |
De basisrioleringsplannen worden in 2021 geactualiseerd in combinatie met de uitkomsten van het Kallisto onderzoek van waterschap De Dommel |
H, A |
Waterportaalprojecten |
Bijdrage en deelname van de gemeente aan de uitwerking van de waterportaalprojecten |
H, A, G, K, O |
Assetmanagement |
Uitwerken assetmanagement voor de in bijlage 4 weergegeven onderwerpen |
H, A |
Waterprogramma 2025 |
Uitwerken van de opvolger van het vGRP in het kader van de Omgevingswet medio 2025 |
H, A, G, K, O |
Handboek hemelwaterbeleid |
Actualiseren van het handboek hemelwaterbeleid, regels vanuit de watertoets doorvertalen naar het omgevingsplan |
H, A |
Beheerplan mechanische riolering |
Actualiseren beheerplan mechanische riolering in combinatie met nieuw contract voor onderhoud |
H, A |
Waterberging in groen |
Inventariseren kansen voor waterberging in groen via eenvoudige maatregelen |
H |
Incidentenplan |
Opstellen plan waarin de verantwoordelijkheden zijn uitgewerkt tussen brandweer, politie, waterschap, gemeente en veiligheidsdiensten bij incidenten (bijvoorbeeld breuk persleiding, wateroverlast, chemische lozing) |
H, A |
Communicatie |
Voorzetten publiekscampagne Craantje klimaat |
H, K |
VGS 2.0 |
Onderzoek naar de mogelijkheden om verbeterd gescheiden rioolstelsels te verduurzamen |
H, A, K |
Bedrijventerrein Meemortel onderzoek |
Onderzoek naar de aanpassing van het gemengde rioolstelsel Meemortel tot een duurzaam verbeterd gescheiden stelsel |
H, A |
Verduurzaming energieverbruik |
Onderzoek naar de mogelijkheden om het energieverbruik van de gemalen en drukrioolunits te verduurzamen |
H, A |
Subsidieverordening |
Stimuleren van initiatieven op eigen terrein door burgers en bedrijven in Cranendonck in relatie tot klimaatadaptatie via een subsidieverordening. |
H, K |
Investeringen, vervanging en renovatie vrijvervalriolen , gemalen en drukrioolunits
Aan de hand van de inspectieresultaten is een concreet vervangingsprogramma opgesteld voor de planperiode met een lange termijn doorkijk. De vervanging van de vrijvervalriolering vormt daarbij een substantieel deel van de investeringen. Binnen de gemeente Cranendonck worden niet automatisch riolen met schade vervangen, daar waar mogelijk en doelmatig worden kleinschalige reparaties of renovaties via relinen uitgevoerd.
Binnen de gemeente worden 323 drukrioolunits, 20 gemalen en 6 spoel- en ledigingsinstallaties en de bijbehorende persleidingen beheerd. Voor deze voorzieningen is op basis van inspecties en kengetallen een inschatting gemaakt wanneer bepaalde onderdelen aan vervanging toe zijn en is een programma opgesteld. Aan de hand van jaarlijkse inspecties en onderhoudsrondes worden daadwerkelijke vervangingen voor een zeker jaar ingeschat.
Tabel 6.3 programma water, maatregelen investeringen rioolvervanging, rioolrenovatie, gemalen en drukrioolunits
Maatregel |
Opmerking/toeliching |
Relatie |
Rioolvervanging |
Vervangingen van riolen in de planperiode, deels vanuit de kwaliteitstoestand deels vanuit de blauwe ader projecten |
A, H, K |
Rioolrenovatie |
Projecten waar reliningen worden uitgevoerd vanuit de inspecties tussen 2021-2023 |
A |
Gemalen en drukrioolunits |
Vervangingen en aanpassingen van werktuigbouwkundige, elektrotechnische, besturingstechnische en bouwkundige onderdelen van gemalen en drukrioolunits |
A, H |
Investeringen, klimaatadaptatieprojecten
Het programma voor klimaatadaptatie is ten opzichte van de hiervoor aangegeven programma´s relatief nieuw en nog in ontwikkeling. Gedurende de planperiode zal dit programma verder concreet worden gemaakt. In het kader van de vervangingsprojecten en blauwe ader projecten zal waar mogelijk actief worden gewerkt aan minder verharding, lokale verwerking van hemelwater en vergroening van de openbare ruimte.
We gaan via subsidies enkele schoolpleinen groen inrichten en werken daarbij waar mogelijk samen met andere subsidieverstrekkers. We gaan op zoek naar locaties waar hemelwater eenvoudig kan worden afgekoppeld en naar groenvoorzieningen of watergangen kan worden geleid.
Bewoners en bedrijven zijn de beste ambassadeurs om in hun buurten aandacht te vragen voor afkoppelen van hemelwater in combinatie met vergroening. We gaan bewoners en bedrijven stimuleren om hiermee aan de slag te gaan. De gemeente helpt daarbij met het geven van informatie, advies, en tips zoals het gebruik van het netwerk van groenbedrijven.
Bewoners kunnen daarnaast zelf met initiatieven komen voor vergroening van de openbare ruimte, bijvoorbeeld voor het aanleggen van geveltuintjes of het afkoppelen en vergoenen van de openbare ruimte in een hofje.
Tabel 6.4 programma water, investeringen en subsidies klimaatadaptatie
Maatregel |
Opmerking/toelichting |
Relatie |
Blauwe ader projecten |
Voorbereiden en uitvoeren van blauwe ader projecten waarbij hemelwater en afvalwater wordt gescheiden en de openbare ruimte wordt vergroend |
A, H, K |
Verduurzaming energieverbruik |
Verduurzamen van het energieverbruik van de gemalen en drukrioolunits |
A, H |
VGS 2.0 |
Uitvoeren maatregelen om verbeterd gescheiden rioolstelsels te verduurzamen |
H, K |
Waterberging in groen |
Geschikt maken van groenvoorzieningen voor waterberging via aanpassingen van de openbare ruimte |
H, K |
Sportparken |
Voorbereiden en uitvoeren maatregelen om hemelwater vast te houden |
H, K |
Subsidieverordening |
Stimuleren van initiatieven op eigen terrein door burgers en bedrijven in Cranendonck in relatie tot klimaatadaptatie via een subsidieverordening |
H, K |
Financiële samenvatting programma
Een samenvatting van de exploitatielasten en investeringen is opgenomen in tabel 6.5.
Tabel 6.5: exploitatielasten (exclusief, BTW en kapitaallasten) en investeringen planperiode
Activiteit |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatielasten beheer en onderhoud |
|||||
Afval-, hemelwater-, grondwaterzorgplicht, beheer en onderhoud inclusief uurkosten |
€ 1.146.836 |
€ 1.146.836 |
€ 1.146.836 |
€ 1.146.836 |
€ 1.146.836 |
Oppervlaktewater, onderhoud (bijdrage) |
€ 50.000 |
€ 50.000 |
€ 50.000 |
€ 50.000 |
€ 50.000 |
Exploitatielasten planvorming, onderzoek en contracten (gemiddeld per jaar) |
|||||
Afvalwaterzorgplicht, hemelwaterzorgplicht, grondwaterzorgplicht, Klimaatadaptatie, oppervlakte water |
€ 116.000 |
€ 116.000 |
€ 116.000 |
€ 116.000 |
€ 116.000 |
Investeringen |
|||||
Afvalwaterzorgplicht, vervanging riolen |
€ 0 |
€ 322.500 |
€ 645.000 |
€ 645.000 |
€ 322.500 |
Afvalwaterzorgplicht, renovatie riolen |
€ 0 |
€ 0 |
€ 0 |
€ 350.000 |
€ 0 |
Afval- en hemelwaterzorgplicht, vervanging gemalen |
€ 225.000 |
€ 107.250 |
€ 57.250 |
€ 57.250 |
€ 57.250 |
Hemelwaterzorgplicht, blauwe ader projecten (samen met vervanging) |
€ 645.000 |
€ 752.500 |
€ 1.058.875 |
€ 0 |
€ 1.236.250 |
Veranderend klimaat en duurzaamheid |
€ 215.000 |
€ 107.500 |
€ 107.500 |
€ 483.750 |
€ 376.250 |
6.8 Personele middelen
De taken die samenhangen met de uitvoering van het vGRP zijn in bijlage 7 geïnventariseerd. Voor elke taak is een inschatting gemaakt van de tijdsbesteding waarbij als uitgangspunt is genomen dat werkzaamheden op een verantwoorde manier zoveel als mogelijk worden uitbesteed: de gemeente treedt op als een regisserende gemeente.
De taken zijn als volgt ingedeeld:
- ☐
Reguliere taken voor de vrijvervalriolering, o.a. reiniging, inspectie en gegevensbeheer;
- ☐
Reguliere taken voor de mechanische riolering en meetapparatuur, o.a. preventief en correctief onderhoud, storingen analyse en gegevensbeheer;
- ☐
Reguliere taken voor onderzoeken, planvorming en contracten, o.a. opstellen plannen, uitvoeren onderzoeken en opstellen contracten;
- ☐
Reguliere overkoepelende taken, o.a. afhandeling meldingen en storingen, financiële afhandeling, communicatie en samenwerking;
- ☐
Projecten vGRP (investeringen), o.a. vervangingen, renovaties, hemelwaterprojecten, aanpassingen mechanische riolering en opleveringscontroles;
- ☐
Projecten overig (intern en extern), o.a. toetsing van de waterhuishouding in ruimtelijke plannen en de verdere uitwerking daarvan in het vervolgtraject.
De taken zijn vervolgens aan functies (medewerkers) toegekend. De uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden vindt plaats door:
- ☐
Programmaleider, beleidsmedewerker;
- ☐
Beheerder, begeleiding contracten, planvorming en onderzoeken, opstellen voorontwerpen, bestandbeheer;
- ☐
Beheerder, begeleiding beheer en onderhoud afhandeling meldingen, storingen en aansturing buitendienst en aannemers;
- ☐
Beheerder, begeleiding investeringen;
- ☐
Specialistische ondersteuning;
- ☐
Watercontactpersoon.
Jaarlijks komt de totale besteding op circa 3900 uren. De benodigde bezetting komt daarmee, uitgaande van 1400 werkuren per jaar per FTE, uit op ca. 2,8 FTE per jaar. De analyse van uren en werkzaamheden is opgenomen in bijlage 7. De huidige personele bezetting sluit goed aan bij deze raming.
6.9 Kostendekkingsplan
Het doel van het kostendekkingsplan is de ontwikkeling van de rioolheffing voor de planperiode inzichtelijk te maken en tevens een doorkijk te geven naar de (middel)lange termijn. Allereerst worden de lasten en baten behandeld, vervolgens de uitgangspunten voor de kostendekkingsberekeningen en tot slot komen de resultaten aan de orde.
6.9.1 Lasten
De verschillende lasten ten behoeve van de kostendekkingsberekeningen zijn in bijlage 8 in detail opgenomen. De volgende lastensoorten worden onderscheiden:
- –
kapitaallasten die samenhangen met verbeterings- en vervangingsinvesteringen die in het verleden zijn gedaan (voor 2021);
- –
kapitaallasten die samenhangen met nieuwe vervangings- en verbeteringsinvesteringen.
- –
jaarlijkse exploitatielasten in verband met het beheer en onderhoud van het rioolstelsel, deze lasten zijn ingedeeld naar beleid en planvorming, beheer en onderhoud en naar lasten voor diverse interne toerekeningen (waaronder personele kosten en kosten voor watergangenbeheer) en btw;
Tabel 6.6 en figuur 6.5 geven een overzicht van de lasten voor de planperiode waarbij onderscheid is gemaakt naar bovenstaande lastensoorten.
Tabel 6.6 overzicht lasten planperiode
Jaar |
Kapitaallasten oud |
Kapitaallasten nieuw |
Exploitatielasten |
BTW |
2021 |
€ 651.100 |
€ 0 |
€ 1.328.095 |
€ 267.764 |
2022 |
€ 693.625 |
€ 45.660 |
€ 1.328.095 |
€ 280.110 |
2023 |
€ 693.625 |
€ 86.547 |
€ 1.328.095 |
€ 285.834 |
2024 |
€ 660.123 |
€ 135.026 |
€ 1.328.095 |
€ 287.931 |
2025 |
€ 660.123 |
€ 194.045 |
€ 1.328.095 |
€ 296.194 |
Figuur 6.5 jaarlijkse lasten planperiode
6.9.2 Baten
De kosten gemoeid met de rioleringszorg dekt de gemeente Cranendonck uit de rioolheffing. Op basis van de Gemeentewet artikel 228a (zie kader) heeft de gemeente “Verordening rioolheffing 2020” vastgesteld. Met de verordening kan de gemeente kostenverhalen die verbonden zijn aan de afvalwater-, de hemelwater- en de grondwaterzorgplicht.
Artikel 229a Gemeentewet Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
|
De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De maatstaf voor de heffing is het aantal kubieke meters water dat naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. De tarieven voor 2020 voor lozing van water zijn opgenomen in tabel 6.7.
Tabel 6.7 overzicht tarieven
Waterverbruik |
2020 |
Eerste tarief, 0-250 m3 |
€ 198,- |
Tweede tarief 251-500 m3 |
€ 121,92 + € 198,- (tarief vorige schijf) |
Boven 500 m3 tot een maximum van 15.000 m3 |
Volgens het systeem van het tweede tarief, voor elke stijging van de hoeveelheid afgevoerd water met 250 m3 of een deel daarvan wordt de heffing met € 121,92 verhoog |
Voor de tarieven boven de 15.000 m3 wordt verwezen naar artikel 6.2 van de verordening. Voor 2021 is een prognose van de opbrengst gemaakt. Deze is als startwaarde meegenomen in de berekening. De totale opbrengst voor 2021 is geschat op € 2.035.000,-.
6.9.3 Overige uitgangspunten kostendekkingsberekening
De volgende overige uitgangspunten zijn van belang voor interpretatie van de kostendekkingsberekening:
- ☐
De berekening is over een lange termijn uitgevoerd zodat ook de toekomstige ontwikkeling zichtbaar wordt;
- ☐
In de berekeningen is uitgegaan van een voorziening egalisatie riolering, deze is recent ingericht in verband met regelgeving vanuit het besluit begroting en verantwoording, jaarlijkse tekorten of overschotten komen ten goede of ten laste van deze voorziening, de stand van de voorziening is per 01-01-2021 ingeschat op € 1.089.566,-;
- ☐
Gemeente streeft naar een kostendekkend tarief waarbij de voorziening aan het einde van de rekenperiode ongeveer op 0 uitkomt;
- ☐
BTW is toegerekend conform de huidige systematiek in de gemeente (14 % over de kapitaallasten en 21 % over de overige exploitatiekosten met uitzondering van de gemeentelijke personele kosten (daarover wordt geen BTW berekend);
- ☐
De kapitaallasten zijn berekend uitgaande van een rentepercentage van 1,1 %;
- ☐
De berekeningen zijn op prijspeil 2021 uitgevoerd exclusief correctie voor inflatie;
- ☐
Stijgingen of dalingen van de rioolheffing na 2021 zijn voor alle tariefcategorieën gelijk;
- ☐
Ten aanzien van afschrijvingstermijnen is er voor gekozen de huidige praktijk in de gemeente zoveel mogelijk te volgen:
- –
afschrijving van rioolvervangingen (vrijvervalriolering), rioolrenovaties en nieuwe investeringen annuïtair in 50 jaar;
- –
afschrijving van elektromechanische en werktuigbouwkundige voorzieningen van gemalen annuïtair in 15 jaar (ten opzichte van de nota afschrijvingen van de gemeente is deze termijn verlaagd);
- –
afschrijving van bouwkundige onderdelen van gemalen annuïtair in 40 jaar.
- –
6.9.4 Berekeningsresultaten
De resultaten van de berekeningen zijn voor het basistarief voor de korte termijn opgenomen in tabel 6.8 en figuur 6.6 en voor de lange termijn in figuur 6.7. Uit de berekeningen blijkt dat het tarief in de planperiode zal moeten stijgen van € 201,60 in 2021 tot € 224 in 2025. Op langere termijn is een verdere stijging nodig naar een niveau van circa € 341 rond 2050.
Tabel 6.8 ontwikkeling rioolheffing planperiode
Jaar |
Ontwikkeling rioolheffing (basistarief 0-250 m3) |
2021 |
€201,60 |
2022 |
€206,- |
2023 |
€211,- |
2024 |
€216,- |
2025 |
€224,- |
Figuur 6.6 ontwikkeling rioolheffing korte termijn
Figuur 6.7 ontwikkeling rioolheffing lange termijn
Ondertekening
Bijlage 1 Terugblik vorige planperiode
Statussymbolen voor investeringsprojecten en beheeractiviteiten:
Symbolen |
Status |
✔ |
Uitgevoerd |
☑ |
In uitvoering/continu proces |
⊗ |
In voorbereiding |
✖ |
Niet meer van toepassing of achterhaald |
☒ |
Uitgesteld |
Nr. |
Maatregel |
Status |
Toelichting |
Afvalwater (investeringen) |
|||
1 |
Reling + luchtinjectie inprikpunten drukriool |
✖ |
Meegenomen in het renovatieprogramma/preventief klein onderhoud. |
2 |
Blauwe ader projecten in combinatie met vervanging of verzwaring van de afvalwaterriolering |
✔ |
Voor de kern Soerendonk een rioolverzwaring en regenwaterriool in de Kruisstraat en een regenwaterriool in de Beekstraat. Werkzaamheden zijn uitgevoerd. |
✔ |
Voor de kern Budel is het project Wolfswinkel (Fase 1) aan de noordoostzijde van Budel uitgevoerd. Voor dit project was een integrale aanpak met andere projecten die in Budel zijn (onder andere het centrumplan en wegrenovatieprojecten) van groot belang. De blauwe ader is bedoeld voor het noord-oosten van Budel. |
||
⊗ |
Fase 2 ‘Mathijssen straat’, wordt in 2020 voorbereid en gaat in 2021, in uitvoering. |
||
✔ |
Voor het centrumplan Maarheeze is een bijdrage opgenomen voor de riolering en de aanleg van een blauwe ader, fase 1 en fase zijn in 2020 afgerond. De blauwe ader is bedoel voor centrale deel van Maarheeze. |
||
✔ |
In de Gastelseweg is een blauwe ader aangelegd. De blauwe ader is bedoeld voor het noord-westen van Budel. |
||
3 |
Rioolaanleg bij bouwplannen (gedekt vanuit exploitatie ruimtelijke ontwikkelingen) |
✔ |
Is uitgevoerd waar van toepassing. |
4. |
Drukriolering vervanging en renovatie bouwkundig |
✔ |
In het kader van de nieuwe opzet van het cyclisch beheer van alle drukrioolunits en gemalen (opgestart in 2014) is deze activiteit uitgevoerd (circa 40 drukrioolunits). |
5 |
Ri oolrenovatie door middel van relining |
✔ |
Rioolrenovatieprojecten die volgen uit de inspectieprogramma’s van 2015, 2016, 2017 en 2018 zijn verdeeld over 2016 en 2020 uitgevoerd. |
7 |
Aanpassing rioolstelsel Molenheide |
✔ |
O.b.v. afspraak met het waterschap is de tijdelijke overstort gesaneerd. De structuur van het gedeeltelijk gemengde en gedeeltelijk verbeterd gescheiden rioolstelsel is daarbij verbeterd, zodat een verbeterd gescheiden stelsel is ontstaan op dit terrein. |
11 |
Kallisto |
☒ |
Uitgesteld tot 2021 |
12 |
Drukriolering |
✔ |
Vervanging van 20 schakelkasten en het vervangen van de werktuigbouwkundige installatie van 40 drukrioolunits. |
13 |
Hoofdrioolgemalen, spoel- en ledigingsgemalen |
✔ |
Uitgevoerd, diverse kleinere en grotere vervangingen. |
Afvalwater (beheer) |
|||
13 |
Opstellen maatregelplannen |
✔ |
Uitgevoerd |
14 |
Beheer meetnet |
✔ |
Uitgevoerd |
15 |
Evalueren en herzien onderhoudscontracten |
✔ |
Uitgevoerd |
16 |
Vrijvervalriolering |
✔ |
Planmatig beheer: reiniging en inspectie van riolen en kolken en preventief en correctief onderhoud van de vrijvervalriolering. |
17 |
M echanische riolering en meetapparatuur |
✔ |
Planmatig beheer: reiniging, inspectie, correctief en preventief onderhoud van de mechanische riolering en meetapparatuur. |
18 |
Onderzoek en planvorming |
☒ |
Een aantal plannen en onderzoeken waaronder actualisatie vBRP’s en uitwerken assetmanagement is geheel of gedeeltelijk uitgesteld. |
19 |
Evaluatie contracten en opstellen nieuwe |
✔ |
|
H emelwater (investeringen) |
|||
20 |
Afkoppelen bij bouwplannen (gedekt vanuit exploitatie ruimtelijke ontwikkelingen) |
✔ |
Is uitgevoerd waar van toepassing. |
21 |
Wegrenovatie- e herinrichtingsprojecten bijdragen voor verwerking hemelwater |
✔ |
Bijdragen aan projecten Gastelseweg, Stationstraat, Sterkselseweg en Beekstraat. |
22 |
Uitwerking afkoppelkansenkaart, snelle afkoppelkansen |
✔ |
Uitgevoerd. |
H emelwater (beheer) |
|||
26 |
Hemelwatervoorzieningen |
✔ |
Reiniging, inspectie en onderhoud van hemelwaterriolering, wadi’s, open verharding en infiltratievoorzieningen is in uitvoering. |
Grondwater (beheer) |
|||
B eheer grondwatermeetnet |
✔ |
Het grondwatermeetnet is ingericht. De beheerovereenkomst met Brabant Water loopt af in 2020. |
|
A nalyse grondwatermeetnet |
✔ |
Analyseren grondwater en grondwateroverlast in relatie tot meldingen. |
|
Inzicht vergroten functioneren grondwatersysteeem |
✔ |
Het verkrijgen van inzicht in het functioneren van het freatische grondwatersysteem en daarin optredende fluctuaties, is een van de belangrijke doelstellingen in het grondwatermeetplan. |
|
I nstellen bouwpeilen |
☒ |
Per gebied gaan we bouwpeilen instellen die grondwateroverlast in de toekomst moeten voorkomen. Uitgesteld in verband met beperkte urgentie, in de praktijk weinig knelpunten met grondwateroverlast. |
|
Overkoepelende activiteiten |
|||
Onderzoek heffingsmaatstaven |
✔ |
Uitgevoerd in relatie tot klimaatvisie de mogelijkheden in 2017. |
|
Toetsen waterparagrafen en ontwerpen riolering en waterhuishoudingsplannen |
✔ |
Uitgevoerd. |
|
Brochuremateriaal |
☑ |
Uitgevoerd in relatie tot klimaatvisie. |
Bijlage 2 Relatie klimaatvisie en vGRP 2021-2025
Initiatief of maatregel |
Toelichting |
Financiering |
Financiële prikkel |
Stimuleren klimaatadaptatie bij burgers en bedrijven, bijvoorbeeld via een nieuwe subsidieverordening. |
Voor te leggen in het kader van het nieuwe rioleringsplan 2021-2025, samenwerking met het waterschap via de afkoppelverdubbelaar. |
Opstellen (juridische) normen om klimaat beter te borgen bij ruimtelijke ontwikkelingen |
Uitwerken normering om klimaatadaptatie in ruimtelijke ontwikkelingen beter te borgen. Meer groen en ruimte voor water. |
Wordt verder uitgewerkt in een verordening in 2020 in het op te stellen nieuwe rioleringsplan 2021-2025. |
Bereikbaar maken van groenvoorziening voor water |
Eenvoudige aanpassingen in de openbare ruimte om meer gebruik te maken van openbaar groen voor waterberging. |
Hiervoor zijn middelen beschikbaar gesteld in het huidig rioleringsplan. |
Mogelijkheden opwekken hernieuwbare energie |
Borgen wisselwerking tussen de energietransitie en klimaatadaptatie. Beoordelen kansen binnen het water- en rioleringssysteem. |
Betreft deels uur kosten van gemeentelijk personeel (binnen de huidige kaders) en deels een activiteit die in het kader van het nieuwe rioleringsplan wordt voorgelegd. |
Sportparken |
Onderzoek naar mogelijkheden om water vast te houden. |
Voor te leggen in het kader van het nieuwe rioleringsplan 2021-2025. |
Investeringen |
Projecten waarmee verhard oppervlak wordt afgekoppeld en klimaatadaptatie wordt gestimuleerd waar mogelijk in combinatie met noodzakelijke rioolvervangingen. |
Deels in het kader van het lopende rioleringsplan, deels voor te leggen in het kader van het nieuw rioleringsplan. |
Centrumplan Budel en Maarheeze |
Ontvlechten hemelwater en afvalwater in deze gebieden, aanleg blauwe aders, waterberging en meer groen. |
Bijdrage aan deze projecten in het kader van het lopende rioleringsplan 2016-2020. |
De Neerlanden |
Woningbouwontwikkeling waarbij veel aandacht wordt gegeven aan klimaatadaptatie. |
Vanuit de exploitatie van het plangebied. |
Waterwerkgroep |
Verbeteren van de samenwerking tussen overheden en de agrarische sector. Hierbij wordt het buitengebied klimaatrobuust ingericht. |
Betreft uur kosten gemeentelijk personeel, binnen de huidige kaders. Afhankelijk van uitkomsten overleg te bepalen of er financiële middelen worden vrijgemaakt. |
Waterportaal en Rainport |
Samenwerking met omliggende gemeenten en het waterschap op het gebied van water. |
Betreft uur kosten gemeentelijk personeel, binnen de huidige werkafspraken. |
Hemelwaterbeleid actualiseren |
Bundelen van de ervaring van de afgelopen vijf jaar en waar nodig bijstellen van het beleid in combinatie met juridische normering. |
In het kader van het in 2020 op te stellen nieuwe rioleringsplan 2021-2025. |
Bijlage 3 Rapport Hemelwaterzorgplicht
1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel
De gemeente Cranendonck heeft de zorg voor afvalwater- hemelwater en grondwatervoorzieningen. De gemeente is hiermee verantwoordelijk voor het goed functioneren van het watersysteem in de woonkernen (afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater voor zover in beheer bij de gemeente). Onder de hemelwatervoorzieningen vallen ook watergangen die niet in beheer zijn bij waterschap De Dommel en nodig zijn om hemelwater en grondwater vanuit de woonkernen af te voeren, groenvoorzieningen voor verwerking van hemelwater en waterbergingsvoorzieningen voor het tijdelijke vasthouden en infiltreren van hemelwater.
Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Cranendonck werkt al geruime tijd aan een klimaatbestendige inrichting van de leefomgeving, onder andere door wateroverlast locaties aan te pakken en verhard oppervlak af te koppelen. In plaats van al het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren zet de gemeente in op het vasthouden en benutten van water. Het hemelwater moet zo lang mogelijk lokaal worden vastgehouden. Het water wordt voor langere tijd in oppervlaktewater opgeslagen of geïnfiltreerd in de bodem. Daarbij houdt de gemeente de volgende voorkeursvolorde aan:
- •
Vasthouden en hergebruiken;
- •
Vasthouden en infiltreren;
- •
Vasthouden en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater (direct of indirect);
- •
Direct afvoeren naar het oppervlaktewater;
- •
Vasthouden en vertraagd afvoeren naar de riolering.
Volgens de wet begint de hemelwaterzorgplicht bij de perceeleigenaar, deze moet het hemel- en grondwater in eerste instantie op het eigen perceel verwerken. De gemeente komt in beeld als dit niet redelijkerwijs kan.
In het vGRP 2021-2025 is het gemeentelijk beleid voor water en riolering binnen de gemeente Cranendonck uitgezet. In het kader van de hemelwaterzorgplicht heeft de gemeente in het vorige GRP (2016-2020) een aantal hulpmiddelen opgezet die de basis vormen voor het te voeren hemelwaterbeleid. Dit rapport is een uitwerking van het beleid omtrent de hemelwaterzorgplicht. In deze uitwerking legt de gemeente het beleid vast ten aanzien van de omgang met hemelwater in de gemeente. Het rapport beschrijft onder meer wat de gemeente redelijkerwijs van bewoners en ontwikkelende partijen verwacht en wat bewoners/ontwikkelaars redelijkerwijs van de gemeente mogen verwachten.
1.2 Leeswijzer
In Hoofdstuk 2 gaan we dieper in op het beleidskader, het wettelijk kader, en de regelgeving van het waterschap wordt beschreven. In Hoofdstuk 3 gaan we in op het beleid van de gemeente. Hoofdstuk 4 beschrijft de uitwerking van het hemelwaterbeleid voor bestaande en nieuwe gebieden.
2 Wettelijk kader, beleid en regelgeving waterschap
2.1 Wetgeving hemelwaterzorgplicht
Op grond van artikel 3.5 uit de Waterwet heeft de gemeente Cranendonck een zorgplicht voor de doelmatige inzameling van hemelwater. De gemeentelijke zorg heeft betrekking op het afvloeiende hemelwater (of smeltwater) van het openbare terrein. De gemeente hoeft niet altijd het hemelwater van particulier terrein te ontvangen. Dit geldt alleen als het niet redelijk is te verwachten dat de perceeleigenaar het afvloeiende hemelwater zelf verwerkt of afvoert. Dit geldt bijvoorbeeld als er geen oppervlaktewater in de buurt is, infiltratie niet mogelijk is door de bodemopbouw of grondwaterstanden, of als het een huis betreft zonder tuin.
Om aan de hemelwaterzorgplicht te voldoen onderhoudt de gemeente een systeem van gemengde riolering, regenwaterriolering, infiltratievoorzieningen en straatkolken. Het hemelwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater, geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar de zuivering (voor gemengde rioolstelsels). Bij voorkeur maakt de gemeente zo min mogelijk gebruik van gemengde riolering voor de inzameling van regenwater. Dit komt omdat bij gemengde riolering ongezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater kan worden geloosd via de overstorten als het rioolstelsel vol zit. Dit is niet goed voor de waterkwaliteit. Daarnaast wordt de rioolwaterzuivering onnodig belast met ‘schoon’ regenwater. Naast de riolering, onderhoudt de gemeente Cranendonck ook zelf een deel van het oppervlaktewatersysteem, vaak zijn dit kleinere watergangen zoals bermsloten, zaksloten en watergangen die op A-of B watergangen aansluiten. De A-watergangen zijn in onderhoud bij Waterschap de Dommel, bij B-watergangen hebben de aangelanden een plicht om de watergang te onderhouden.
De wetgeving geeft gemeenten een zorgplicht voor duurzame en doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. Het gaat hierbij om hemelwater dat perceel eigenaren redelijkerwijs niet zelf op eigen terrein kunnen verwerken. In de oude wetgeving was de gemeente impliciet voor hemelwaterinzameling vanaf openbaar en particulier terrein verantwoordelijk. De perceeleigenaar is in de wetgeving verantwoordelijk voor hemelwater op eigen terrein. De zorgplicht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken.
De wetgeving en zorgplichtformulering geven aan dat de uitwerking uit twee stappen bestaat:
- 1
Gemeente beoordeelt in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater aan de bron te verwerken, hiervoor kunnen hulpmiddelen worden ontwikkeld zoals bijvoorbeeld verordeningen en maatwerkvoorschriften of het waterhuishoudkundige programma van eisen dat is ontwikkeld voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Cranendonck en het handboek waarin voorbeelden zijn opgenomen;
- 2
Indien verwerking van het hemelwater aan de bron redelijkerwijs niet mogelijk is treft de gemeente voorzieningen om het overtollige hemelwater af te voeren via een gemeentelijk systeem. Als het redelijkerwijs niet mogelijk is voor de perceeleigenaar om het hemelwater zelf te verwerken, treedt de gemeentelijke zorgplicht in werking. Hierbij gaat het dus om het aanbieden van een voorziening die op basis van lokale afwegingen bekostigd kan worden vanuit de rioolheffing.
De gemeente kan haar zorgplicht zowel invullen via een gemengd systeem als via een gescheiden systeem. De wetgeving en het rijksbeleid verplichten de gemeente niet tot gescheiden inzameling. Doelmatigheid is het centrale criterium bij de gemeentelijke keuzes (beleidsvrijheid).
De wetgeving:
- •
Gaat uit van het principe dat de perceeleigenaar zoveel mogelijk zelf het hemelwater verwerkt bij de bron;
- •
Geeft gemeenten verantwoordelijkheid om te bepalen wanneer dit redelijkerwijs van de perceeleigenaar gevraagd mag worden;
- •
Gaat er vanuit dat hemelwater (tenzij het tegendeel is aangetoond) schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu terug te vloeien;
- •
Maakt het gemeenten mogelijk om per verordening regels te stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceel eigenaren, hiervoor is door de VNG een modelverordening opgesteld. Gemeente Cranendonck heeft op basis van deze verordening inmiddels een eigen hemelwaterverordening met bijbehorend aanwijsbesluit vastgesteld, het aanwijsbesluit wordt jaarlijks bijgesteld. In het aanwijsbesluit worden gebieden vastgelegd waarop de hemelwaterverordening van toepassing is. Aan de hand van een overzichtskaart wordt duidelijk gemaakt welke gebieden zijn aangewezen.
Artikel 3.5 Waterwet
|
2.2 Beleid en regelgeving Waterschap de Dommel
2.2.1 Waterbeheerprogramma
Het Waterbeheerprogramma schetst de visie en ambities van het waterschap voor de lange termijn (2050). De komende zes jaar maakt het waterschap het verschil door de focus in de aanpak te verleggen. De ambitie en de verandering zijn gericht op:
- •
Van beekdalgericht naar gebiedsgericht: de aandacht gaat vanaf nu ook naar de flanken, de hoge zandruggen en bebouwd gebied, niet alleen naar het beekdal;
- •
Van een sectorale aanpak naar een integrale aanpak; samen met overheden en gebiedspartners werken we aan meerdere doelen in het gebied;
- •
Van ‘water afvoeren’ naar ‘elke druppel telt’; we richten het waterbeheer in op maximaal water vasthouden, we gaan minder grondwater gebruiken en slimmer sturen.
Het waterschap werkt aan drie waterdoelen, die elk een programmatische aanpak hebben:
- 1.
Droge Voeten – functies aanpassen aan bodem- en watersysteem:
Het voorkomen van wateroverlast door verhogingen aan te leggen, waterbergingen te creëren en een crisisorganisatie in te zetten in geval er toch een overstroming dreigt of plaats vindt;
- 2.
Schoon Water – wat schoon is moet schoon blijven:
In Europa gelden er regels voor de kwaliteit waar het water aan moet voldoen, zoals de Kader Richtlijn Water (KRW). Er wordt gewerkt aan de ecologische kwaliteit van het water in de beken, sloten en het ondiepe grondwater in ons gebied. Daarnaast wordt afvalwater gezuiverd;
- 3.
Voldoende Water – elke druppel vasthouden en infiltreren waar deze valt:
Om in droge tijden voldoende water beschikbaar te hebben, wordt gewerkt aan:
- •
Meer water vasthouden en benutten om het grondwater aan te vullen (=waterconservering);
- •
Minder grondwater gebruiken (=onttrekken);
- •
Slimmer en sneller sturen binnen het watersysteem.
- •
2.2.2 Voorkeursvolgorde
Bouw of uitbreiding van woningen, bedrijven of wegen veroorzaken vaak een groei in het verharden van dak en erf. Regenwater dat op stenen of wegen valt, stroomt meestal snel via een riool of een sloot weg. Hoe meer (tuinen van) steen, hoe meer regenwater wegstroomt. Bij hevige buien kan hierdoor wateroverlast ontstaan. Bijvoorbeeld water vanuit het riool op straat, omdat deze het regenwater niet aan kan. Of overstroming van een sloot of beek. Dat geeft dan weer risico’s voor de gezondheid en kan zorgen voor bijvoorbeeld schade in- en rondom huizen. Maar ook in droge perioden zorgt al dat afvoeren voor problemen. Het regenwater krijgt niet meer de tijd om weg te zakken in de bodem en het grondwater aan te vullen. In droge zomers hebben landbouw en natuur dan water te weinig. Wij willen graag zoveel mogelijk voorkomen dat regenwater snel verdwijnt in het riool of in de sloot. Wij gebruiken daarvoor de voorkeursvolgorde voor (schoon) regenwater:
- •
Vasthouden en hergebruiken;
- •
Vasthouden en infiltreren;
- •
Vasthouden en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater (direct of indirect);
- •
Direct afvoeren naar het oppervlaktewater;
- •
Vasthouden en vertraagd afvoeren naar de riolering.
2.2.3 Watertoets
De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen op een evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is niet een toets achteraf maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. Het doel van de watertoets is het voorkomen van waterproblemen, zoals wateroverlast en verdroging, nu en in de toekomst. De initiatiefnemer verwoordt in een waterparagraaf zijn afweging van de waterhuishoudkundige aspecten. Het waterschap en de gemeente geven hierover een wateradvies. De ruimtelijke plannen of onderdelen daarvan kunt u sturen naar watertoets@dommel.nl. De navolgende uitwerking is gebaseerd op respectievelijk het watertoetsproces zoals beschreven op: https://www.dommel.nl/watertoets en het hemelwaterbeleid van de gemeente Cranendonck.
Met de komst van de Omgevingswet zal ook het proces van de watertoets enigszins veranderen. De Omgevingswet gaat uit van een integrale benadering van alle aspecten van de fysieke leefomgeving. Alle bestuursorganen moeten bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden rekening houden met de taken van andere bestuursorganen. Met dit uitgangspunt borgt de Omgevingswet dat gemeenten bij het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplan al in een vroeg stadium de waterbelangen borgen. De watertoets zou, gelet op dit uitgangspunt, niet meer wettelijk hoeven te worden voorgeschreven. Toch is een (enigszins aangepaste) watertoets in de nieuwe regelgeving (het Besluit kwaliteit leefomgeving) opgenomen. Deze nieuwe watertoets legt meer nadruk op de inhoudelijke vertaling van het waterbelang in onder andere omgevingsplannen, en minder op het proces.
2.2.4 Regelgeving waterschap de Dommel
Het waterschap beschikt over verschillende documenten waarin regels over het hemelwater zijn opgenomen die van belang zijn voor het proces van de watertoets. Deze regels zijn nader toegelicht in Bijlage A1.
Keur en Legger
De keur is een verzameling regels die het waterschap gebruikt. Hiermee beschermt het waterschap de dammen, dijken, sloten, beken, rivieren, gemalen en stuwen. De legger is een verzameling van tekeningen en documenten waarop het hele werkgebied van het waterschap staat. De leggers worden gebruikt om het gebied te besturen en te onderhouden. Leggers zijn vastgesteld vanuit de Waterwet en de Waterschapswet.
Onderscheid grote en kleine plannen
Bij het toepassen van de voorkeursvolgorde zoeken de waterschappen de samenwerking met de gemeenten. Via de waterparagraaf worden eenduidige eisen gesteld voor de initiatiefnemers. Wanneer de waterparagraaf van een bestemmingsplan de schriftelijke instemming heeft verkregen van het waterschap en de in de waterparagraaf genoemde maatregelen zijn uitgevoerd, wordt daarmee voldaan aan de algemene regel.
Omdat niet alle plannen een door het waterschap goedgekeurd waterparagraaf hebben, ziet het waterschap de noodzaak een grens te benoemen. De waterschappen maken bij het beoordelen van plannen met een toegenomen of afgekoppeld verhard oppervlak tussen grote en kleine plannen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen plannen met:
- 1.
Een toename kleiner dan 500 m2;
- 2.
Een toename tussen de 500 m2 en 10.000 m2;
- 3.
Ee toename groter dan 10.000 m2.
Voor plannen van maximaal 500 m², groene daken en afkoppelplannen (in bestaand gebied) van maximaal 10.000 m² geldt een vrijstelling voor de realisatie van de compensatie. Voor een toename van het verhard oppervlak tussen 500 m² en maximaal 10.000 m² geldt de rekenregel. Met behulp van deze eenvoudige rekenregel kan de vereiste compensatie voor een specifieke locatie berekend worden.Voor grotere plannen, een toename van meer dan 10.000 m2, geldt de Beleidsregel. De rekenregel en de beleidsregel zijn nader toegelicht in het Programma van Eisen. In Bijlage A2 wordt de gevoeligheidsfactor van de rekenregel verder toegelicht.
3 Beleid Gemeente
3.1 Oude hemelwaterbeleid 2016-2020
In het kader van de hemelwaterzorgplicht heeft de gemeente in het vorige vGRP een aantal hulpmiddelen opgesteld die de basis vormen voor het te voeren hemelwaterbeleid:
- 1.
Uitwerking van de hemelwater- en grondwaterzorgplicht;
- 2.
Handboek hemelwaterverwerking (voorbeeldenboek);
- 3.
Programma van eisen watertoetsfase, voorontwerpfase;
- 4.
Programma van eisen definitieve ontwerpfase en uitvoeringsfase;
- 5.
Hemelwaterverordening en bijbehorende aanwijsbesluiten.
De uitwerking van het beleid voor de hemel- en grondwaterzorgplicht is één van de hulpmiddelen. In het kader van dit beleidsplan hebben wij de gemeentelijke regels die samenhangen met hemelwater geactualiseerd.
3.2 Klimaatvisie
Het doel van de gemeente Cranendonck is om in 2050 klimaatneutraal te zijn en in 2030 CO2-neutraal. In het vGRP 2021-2025 is in bijlage 2 de klimaatvisie opgenomen. De initiatieven of maatregelen die samenhangen met het hemelwaterbeleid daaruit zijn:
- –
Het stimuleren van klimaatadaptatie bij burgers en bedrijven, bijvoorbeeld via een nieuwe subsidieregeling (zie paragraaf 4.6);
- –
Het opstellen van (juridische) normen om klimaat beter te borgen bij ruimtelijke ontwikkelingen, meer groen en meer ruimte voor water;
- –
Het bereikbaar maken van groenvoorzieningen voor water door eenvoudige aanpassingen in de openbare ruimte om meer gebruik te maken van waterberging;
- –
Het onderzoeken naar mogelijkheden om water vast te houden op sportparken;
- –
Investeringsprojecten waarbij verhard oppervlak wordt afgekoppeld en klimaatadaptatie wordt gestimuleerd waar mogelijk, in combinatie met noodzakelijke rioolvervangingen;
- –
Het ontvlechten van hemelwater en afvalwater, de aanleg van blauwe aders, waterberging en meer groen in Budel en Maarheeze.
3.3 Visie hemelwaterzorgplicht
De gemeente werkt aan een veilige en klimaatbestendige leefomgeving door op een zorgvuldige manier om te gaan met het hemelwater dat valt op de verharde en onverharde oppervlakken. Waar mogelijk worden stenen weggehaald en vergroend.
Afstromend schoon regenwater van verhardingen wordt zoveel mogelijk direct of anders via voorzieningen naar de bodem geleid, zodat het vertraagd kan afstromen en in perioden van droogte een buffer vormt. In zijn algemeenheid wordt nagestreefd om het hemelwater zoveel mogelijk vast te houden en te laten infiltreren naar de ondergrond, daar waar het valt. Inwoners, ondernemers en overige belanghebbenden worden gestimuleerd om hemelwater zoveel mogelijk op het eigen terrein vast te houden.We houden hierbij dezelfde voorkeursvolgorde als het Waterschap de Dommel aan voor (schoon) hemelwater:
- •
Vasthouden en hergebruiken;
- •
Vasthouden en infiltreren;
- •
Vasthouden en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater (direct of indirect);
- •
Direct afvoeren naar het oppervlaktewater;
- •
Vasthouden en vertraagd afvoeren naar de riolering.
Voor het thema extreme neerslag staan het zoveel mogelijk beperken van negatieve economische gevolgen zoals schade aan gebouwen en vitale infrastructuur en de toegankelijkheid van hulpdiensten centraal. Om extra ruimte te creeëren voor de berging van water neemt de gemeente maatregelen in openbare ruimte, bijvoorbeeld door aanleg van wadi’s. Echter is er niet genoeg ruimte in de openbare ruimte om alle problemen op te lossen en daarom is ook de inzet van particuliere percelen benodigd.
Voor het thema droogte streeft de gemeente naar sponswerking van de openbare ruimte via groene en bodembuffers en het voorkomen van onomkeerbare schade aan kwetsbare gebouwen, infrastructuur en natuurwaarden.
Voor het thema hitte staat verkleining van de gezondheidsimpact op kwetsbare groepen en het hittebestendiger maken van de openbare ruimte centraal. Vergroening en het creëren van schaduwrijke plekken leveren aan het verbeteren van de hittebestendigheid een bijdrage.
3.4 Doelen hemelwaterzorgplicht
Vanuit de beschreven visie in paragraaf 3.3 zijn doelstellingen geformuleerd:
- 1.
Zorg dragen voor de verwerking van hemelwater in het stedelijk gebied:
- •
Zoveel mogelijk voorkomen van (economische) schade door hemelwateroverlast;
- •
Bij het afvoeren van hemelwater streven we ernaar problemen niet op de omgeving af te wentelen;
- •
Voor de afvoer van hemelwater hemelwater gelden de tritsen: schoonhouden, scheiden en zuiveren (waterkwaliteit) en vasthouden en hergebruiken, vasthouden en infiltreren, vasthouden en vertraagd afvoeren naar oppervlaktewater, direct afvoeren naar oppervlaktewater en vasthouden en vertraagd afvoeren naar riolering (waterkwantiteit). Bij de inpassing van hemelwatervoorzieningen en stedelijk oppervlaktewater in ruimtelijke plannen houden we rekening met klimaatverandering.
- •
- 2.
Lokale verwerking van hemelwater door particulieren en bedrijven stimuleren in bestaand gebied. Daarnaast verplichten van lokale verwerking van hemelwater in nieuwbouwgebieden en inbreidingslocaties.
- 3.
Voorkomen van wateroverlast door extreme neerslag.
- •
Periodiek in kaart brengen van wateroverlastgevoelige gebieden en kwetsbare objecten.
- •
Periodiek bepalen van de kwetsbaarheid van wateroverlastgevoelige gebieden, de verwachtte impact op de leefomgeving en mogelijke acties voor verbetering met belanghebbenden.
- •
- 4.
Lokale verwerking van hemelwater gericht op het voorkomen van hittestress en droogte.
- •
Voor de afvoer van hemelwater wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de sponswerking van de bodem, zowel op particulier terrein als in de openbare ruimte.
- •
In nieuwbouwgebieden lokale verwerking van hemelwater door particulieren vastleggen.
- •
In bestaand gebied stimuleren via bewustwording, afkoppelen, ontstenen en vergroenen (voorbeelden hiervan zijn vergroenen van schoolpleinen, het verwijderen van tegels uit tuinen en groene daken).
- •
Inzetten van de hemelwaterverordening bij projecten.
- •
4 Uitwerking hemelwaterbeleid
4.1 Watertoets
In het Programma van Eisen zijn de regels gestroomlijnd en uitgewerkt voor gemeente Cranendonck. Het waterschap maakt onderscheid in uitbreidingen van kleiner dan 500 m2, tussen de 500 m2 en 10.000 m2 of groter dan 10.000 m2. Daarnaast stelt de gemeente dat ontwikkelingen kleiner dan 50 m2 niet aan de bergingscompensatie hoeven te voldoen. In principe gelden de strengste regels, dus dit houdt in dat voor ontwikkelingen van kleiner dan 500 m2 de regels van de gemeente gelden en voor ontwikkelingen groter dan 500 m2 de regels van het waterschap, mits er wordt geloosd op het oppervlaktewater. Een samenvatting van de gecombineerde regels is opgenomen in Tabel 4.1. Per type ontwikkeling wordt in de navolgende paragrafen een beschrijving gegeven van de eisen. Voor een wijziging van het verhard oppervlak waar niet de hoeveelheid verhard oppervlak wijzigt, maar wel een vervanging of renovatie van een dakvlak of verharding plaats vindt en de kans op afkoppelen zich voordoet, gelden ook de navolgende regels.
Tabel 4‑1: Regels compensatie waterberging bij toename of wijziging van verhard oppervlak.
Ontwikkeling |
Uitbreiding woongebied (toename verhard oppervlak) |
Inbreiding woongebied (toename of wijziging van verhard oppervlak) |
Uitbouw van woningen (toename verhard oppervlak) |
Uitbreiding en inbreiding bedrijventerrein (toename of wijziging verhard oppervlak) |
Ontwerp hemelwaterafvoer |
Bui 08 (19,80 mm in 1 uur) |
|||
< 50 m2 |
0 mm per m2 |
0 mm per m2 |
0 mm per m2 |
0 mm per m2 |
< 500 m2 |
30 mm per m2 |
15 mm per m2 |
15 mm per m2 |
60 mm per m2 |
> 500 m2 |
60 mm per m2 |
60 mm per m2 |
60 mm per m2 |
60 mm per m2 |
4.1.1 Uitbreidingen woongebied (toename verhard oppervlak)
Binnen de bebouwde kom
Bij woninguitbreidingen wordt gekozen voor het afvoeren van het huishoudelijk afvalwater in een DWA-stelsel (Droog Weer Afvoer-stelsel: rioolstelsel waarmee geen regenwater wordt afgevoerd maar alleen huishoudelijk en/of bedrijfsafvalwater) en het apart inzamelen, afvoeren en verwerken van hemelwater via bovengrondse of ondergrondse hemelwatervoorzieningen. Gemeente heeft hierbij een voorkeur voor bovengrondse afvoer in verband met het voorkomen van foutieve aansluitingen maar accepteert afhankelijk van de lokale omstandigheden en afspraken die met ontwikkelende partijen zijn gemaakt ook een deugdelijke ondergrondse afvoer.
Als alternatief kan een projectontwikkelaar of particulier ook kiezen voor afvoer en verwerking van hemelwater van particuliere verhardingen op eigen terrein. Bij nieuwe uitbreidingen wordt te allen tijde het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de keurregels gevolgd en de gemeentelijke eisen voor de verschillende fasen van het project zoals in onderstaand kader is opgenomen.
Buiten de bebouwde kom
Voor nieuwbouw van een of enkele woningen en bestaande bebouwingen buiten de bebouwde kom geldt meestal dat deze worden aangesloten op drukriolering. Hemelwater van deze woningen mag niet op drukriolering worden geloosd. Hemelwater dient op eigen terrein te worden verwerkt.
Een uitzondering op bovenstaande vormt een zeer beperkt deel van de verhardingen van woningen en wegen buiten de bebouwde kom die momenteel zijn aangesloten op de openbare vrijvervalriolering in een van de kernen. Dit zijn verhardingen en woningen die net buiten de bebouwde kom liggen. Deze situaties worden gedoogd totdat er grootschalige renovaties van wegen of riolering op het programma staan.
Dimensioneringsgrondslagen uitbreidingen woongebied Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8, aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp compensatieberging: 30 mm indien de toename verhard oppervlak tussen de 50 m2 en 500 m2 is. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. Ontwerp compensatieberging: 60 mm* indien de toename verhard oppervlak hoger is dan 500 m2. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. |
4.1.2 Inbreidingen woongebied (toename of wijziging verhard oppervlak)
Onder een inbreiding wordt verstaan een ruimtelijke ontwikkeling waarbij woningen worden gebouwd binnen bestaande bebouwing (in de bebouwde kom, zoals in het bestemmingsplan is aangegeven).
Bij woninginbreiding wordt gekozen voor het afvoeren van het huishoudelijk afvalwater in een DWA-stelsel (Droog Weer Afvoer-stelsel: rioolstelsel waarmee geen regenwater wordt afgevoerd maar alleen huishoudelijk en/of bedrijfsafvalwater) of gemengd rioolstelsel . De keuze hangt af van het rioolstelsel waarop aangesloten moet worden in de omgeving van de inbreiding. Voor de hemelwaterafvoer van particuliere verhardingen is uitgangspunt dat deze op eigen terrein wordt verwerkt met afhankelijk van de situatie een mogelijkheid tot overloop naar een laagte, een gemengd riool, een regenwaterriool of een watergang zodat er bij overbelasting geen problemen ontstaan. De scheiding van afvalwater en hemelwater is in het Bouwbesluit 2012 geregeld.
Bij nieuwe inbreidingen wordt te allen tijde het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de keurregels gevolgd en de gemeentelijke eisen voor de verschillende fasen van het project zoals in onderstaand kader is opgenomen.
Dimensioneringsgrondslagen inbreidingen en wijzigingen van verhard oppervlak Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8, aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp compensatieberging: 15 mm indien de toename verhard oppervlak tussen de 50 m2 en 500 m2 is. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. Ontwerp compensatieberging: 60 mm indien de toename verhard oppervlak hoger is dan 500 m2. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. |
4.1.3 Uitbouw van woningen (toename verhard oppervlak)
Het grootste deel van de bouwvergunningaanvragen betreft kleine aanbouwtjes aan bestaande woningen. Voor aanbouwen met een toename van het verhard oppervlak wordt scheiding van hemelwater en afvalwater verplicht gesteld.
Dimensioneringsgrondslagen uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8; Ontwerp compensatieberging: 15 mm indien de toename verhard oppervlak tussen de 50 m2 en 500 m2 is. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. Ontwerp compensatieberging: 30 mm indien de toename verhard oppervlak hoger is dan 500 m2. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. |
4.1.4 Uitbreidingen en inbreidingen bedrijventerrein (toename verhard oppervlak)
Bij een nieuw bedrijventerrein, zoals bedoeld in het bestemmingsplan, gaat de voorkeur uit naar een systeem met drie typen afvoeren: huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, licht vervuild hemelwater en schoon hemelwater.
Het huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater en het licht verontreinigde hemelwater van wegen en parkeerterreinen wordt ondergronds afgevoerd en verwerkt middels een verbeterd gescheiden stelsel. Het afvalwater wordt daarbij naar het DWA-stelsel afgevoerd en het licht verontreinigde hemelwater naar een hemelwaterstelsel. Als alternatief voor een verbeterd gescheiden rioolstelsel mag ook een duurzaam verbeterd gescheiden stelsel (VGS 2.0) worden aangebracht gebaseerd op een verminderde hemelwaterafvoer via het gemaal al dan niet in combinatie met een reiniging van het overstortwater. De capaciteit van het regenwatergemaal wordt hierbij teruggebracht. Voorbeelden van het VGS 2.0 systeem in gemeente Cranendonck zijn te vinden bij Rondven, Airpark en Boschakkers.
Voor het schone hemelwater gaat de voorkeur uit naar directe ondergrondse afvoer waarbij zware regenbuien via een bergingsvoorziening kunnen infiltreren, of wanneer niet mogelijk, vertraagd worden afgevoerd naar oppervlaktewater.
Voor de definitieve vormgeving van het rioolstelsel zal per locatie vooraf een afweging worden gemaakt op basis van doelmatigheid en de landelijke indeling in bedrijfscategorieën (in deze categorisering is op basis van milieutechnisch overwegingen een classificering aangebracht tussen bedrijven met een licht karakter zoals kantoren en bedrijven met een zwaar karakter zoals bijvoorbeeld een autosloperij).
Dimensioneringsgrondslagen uitbreidingen bedrijventerrein Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8, aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp compensatieberging: 60 mm onafhankelijk van de toename van het verhard oppervlak. Zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een laagte, watergang of regenwaterriool. Zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. |
4.1.5 Beloning vergroening
Voor de ontwikkelingen benoemd in vorige paragrafen kan in het geval van aanleg een beloning worden aangevraagd.
Groene daken
Indien er een groen dak met een bepaalde hoeveelheid mm waterberging per m2 wordt gecreeërd, wordt dit aantal mm per m2 in mindering gebracht op de oorspronkelijke hoeveelheid te compenseren waterberging. Dus in het geval dat er een groen dak met 30 mm waterberging per m2 wordt gecreëerd geldt:
- –
Bij een toename < 500 m2 , geldt een beloning van 30 mm per m2 minder berging. Dit betekent dat voor uitbreidingen en inbreidingen van woongebied en uitbouw van woningen geen compensatie berging meer hoeft worden aangelegd. Voor uitbreiding of inbreiding van bedrijventerreinen geldt dat er nog steeds 30 mm per m2 berging dient worden aangelegd.
- –
Bij een toename > 500 m2, geldt een beloning van 30 mm per m2 minder berging. Dit betekent dat bij alle type ontwikkelingen er nog steeds 30 mm per m2 berging dient worden aangelegd.
Als er bij een groen dak gekozen wordt voor rietbedekking en een grindstrook of een strook met vergelijkbaar materiaal langs het dak dan gelden de beloningsregels hierboven eveneens.
Groene tuinen
Voor de ontwikkelingen benoemd in Tabel 4.1 geldt een beloning in het geval percelen worden ontwikkeld met minimaal 50% groen. In dit geval mag de vereiste waterberging met 25% worden verminderd.
Hergebruik regenwater
Bij de aanschaf van een voorziening om regenwater te hergebruiken, bijvoorbeeld een regenton of waterbassin, geldt een één op één beloning. Dus indien er een voorziening wordt aangebracht met een bepaalde hoeveelheid berging in m3, wordt dit in mindering gebracht op de oorspronkelijke hoeveelheid te compenseren waterberging.
4.2 Openbare ruimte
4.2.1 Rioolvervanging, herstructurering, wegrenovatie
Bij uitvoering van herstructureringen, wegrenovatieprojecten of rioolvervangingsprojecten zoekt de gemeente actief naar mogelijkheden om verhard oppervlak af te koppelen indien dit op doelmatige en duurzame wijze mogelijk is. De gemeente vervangt gemengde stelsels alleen door gescheiden stelsels als dit doelmatig is waarbij zoveel mogelijk werk met werk wordt gemaakt. In deze gevallen worden particulieren verplicht mee te werken aan het geheel of gedeeltelijk ontvlechten van hemelwater en afvalwater. De hemelwaterverordening is daarbij een ondersteunend instrument. In het aanwijsbesluit worden gebieden vastgelegd waarop de verordening van toepassing is.
Dimensioneringsgrondslagen rioolvervanging, herinrichting en wegrenovatie Minimaal 10% ontharden en vergroenen. Daarbij zorgen voor een optimale standplaats (voldoende ruimte voor wortelgroei, infiltratie van water en aanvoer van nutriënten in de bodem) voor vitaal groen (bomen en beplanting). Afwatering naar groen (waar het type groen dat toelaat) is belangrijk voor infiltratie. Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8, aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp compensatieberging: afhankelijk van de gekozen oplossing wordt in overleg met het waterschap gezocht naar maatwerkoplossingen voor lokale compensatieberging of compensatieberging aan de rand van de woonkernen. |
4.3 Flankerend beleid
Onkruidbestrijding
Het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen is de laatste jaren sterk afgenomen. De intentie is onkruid binnen de gemeente Cranendonck op alle plaatsen op een duurzame manier te bestrijden waarbij er geen verontreiniging van het hemelwater meer plaatsvindt. Uitgangspunt voor de uitwerking van de hemelwaterzorgplicht is dat dit in de toekomst zo blijft.
Calamiteitenplan
Hulpdiensten moeten op de hoogte zijn van het type rioolstelsel dat aanwezig is en de consequenties die hieraan verbonden zijn. Het kan noodzakelijk zijn om een draaiboek op te stellen voor bepaalde calamiteiten, zoals brand en lekkages. Duidelijk moet zijn waar het water naar toe stroomt. De risico’s moeten in beeld worden gebracht. Bij voorkeur moet het draaiboek worden ingebed in de calamiteiten organisatie van de gemeente. Binnen het nieuwe vGRP worden middelen gereserveerd om een dergelijk calamiteitenplan op te stellen.
Verbieden autowassen op straat
Autowassen is een potentieel vervuilende activiteit door de gebruikte wasmiddelen en het vuil dat van de auto’s komt (remvoering, banden, olie, enz.). Op beperkte schaal zijn gegevens bekend van het water van wasstraten. Onderzoek toont aan dat dit waswater aanzienlijk vervuild is met onder andere zware metalen. Omdat het autowassen voornamelijk tijdens droog weer plaatsvindt, zal een deel van het waswater tussen de bestrating infiltreren. Welk percentage van de verontreinigingen hiermee niet tot afstroming komt, is niet bekend. Aangezien er weinig inzicht is in de vuilemissie ten gevolge van autowassen, kan het effect van het verbieden van autowassen dan ook moeilijk worden bepaald. Met het ontwerp van duurzame hemelwatersystemen worden binnen de gemeente waar mogelijk bodempassages (afstroming via grasbermen) of vergelijkbare technieken toegepast die eventuele vervuilingen afbreken.
Bestrijding hondenpoep
Hondenpoep kan een belangrijke vervuilingsbron zijn, die kan leiden tot hoge gehalten organische stoffen, microbiologische parameters en zware metalen, in het afstromende regenwater. De belasting kan niet gekwantificeerd worden. Omdat overlast door hondenpoep ook een groot maatschappelijk probleem is, is het gewenst dat er voorzieningen zijn waarin honden hun behoefte kunnen doen. Dit kunnen perken zijn, of speciale hondenuitlaat plaatsen. Hierbij moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat de verontreinigingen kunnen afspoelen naar oppervlaktewater.
Strooizout
Strooizout voor de gladheidbestrijding kan een belasting vormen voor het stedelijke watersysteem. Dit is met name het geval bij de toepassing van infiltratievoorzieningen of een gescheiden rioolstelsel. Bij een verbeterd gescheiden stelsel zal het meeste regenwater en het strooizout worden afgevoerd naar de RWZI. In dat geval wordt het strooizout meestal buiten het stedelijk gebied, op groter oppervlaktewater geloosd. In voorkomende gevallen als strooizout leidt tot onacceptabele chlorideconcentraties in het oppervlaktewater kan het nodig zijn het strooibeleid te differentiëren.
4.4 Opgaven vanuit vGRP 2021-2025
Reinigen van kolken en lijngoten
Kolken en lijngoten zijn essentieel voor het inzamelen van regenwater dat valt in de openbare ruimte. Verstopping kan lokaal leiden tot overlast, terwijl de hoofdriolering nog voldoende afvoercapaciteit heeft. In het kader van assetmanagent zal het beheer van kolken worden versterkt.
Beheer van overige hemelwatervoorzieningen
De laatste jaren heeft de gemeente veel kleinere (groene) hemelwatervoorzieningen aangelegd. Het gaat om bergende greppels, bermen, wadi’s en infiltratievoorzieningen. In de komende planperiode is meer aandacht voor deze voorzieningen nodig. Het gegevensbeheer (vaste en kwaliteitsgegevens) en operationele beheer voor deze voorzieningen wordt versterkt.
Scheiding van waterstromen
Sinds het begin van deze eeuw wordt hemelwater in Cranendonck waar mogelijk actief afgekoppeld. Regenwater wordt niet meer gemengd met vuilwater, maar via een aparte regenwaterriolering afgevoerd naar het oppervlaktewater of geïnfiltreerd in de bodem. Dit zorgt ervoor dat de rioolwaterzuiveringen efficiënter kunnen werken, de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert en hemelwater lokaal wordt verwerkt waardoor droogte in de bodem wordt verminderd. Het scheiden van de verschillende waterstromen wordt, mits doelmatig, structureel meegenomen bij nieuwbouw of herstructurering in bestaand stedelijk gebied. Een voorbeeld is plan de Neerlanden dat momenteel in ontwikkeling is. In sommige gevallen is het niet efficiënt om een gescheiden systeem aan te leggen. Voorbeelden daarvan zijn situaties waarbij er weinig oppervlaktewater in de buurt aanwezig is, er weinig ruimte boven en ondergronds beschikbaar is of als woningen hun hemelwater en afvalwater niet gescheiden hebben. De doelmatigheid zal per project worden bekeken.
Blauwe ader projecten
De gemeente neemt het afkoppelen van verhard oppervlak mee bij rioolvervangingen, reconstructies van de openbare ruimte en bij nieuwbouw. Komende planperiode worden de blauwe aders in het kader van het centrumplan Maarheeze (fase 3 Sterksels weg), het centrumplan Budel (A. Mathijssenstraat en verfijning naar de zijstraten aan de oostzijde) en de Gastelseweg afgerond waar nodig samen met vervanging van de gemengde riolering. Daarbij gaat de gemeente nadrukkelijker op zoek naar kansen voor vergroening. Rondom het Boudriepark starten we met een nieuw blauwe ader project, de mogelijkheden hiervoor zijn in 2020 samen met de burgers in de omgeving verkend. Als basisuitgangspunt voor blauwe ader projecten en afkoppelen bij rioolvervangingsprojecten en reconstructies gaan we uit van het verminderen van het verhard oppervlak met minimaal 10%.
Bestaande groenvoorzieningen worden waar mogelijk geschikt gemaakt voor waterberging via eenvoudige aanpassingen van de openbare ruimte zodanig dat hemelwater naar deze groenvoorzieningen kan stromen.
Meemortel
Bedrijventerrein Meemortel is voorzien van een gemengd rioolstelsel, de kwaliteit van dit rioolstelsel is nog goed. In de planperiode voeren we een haalbaarheidsonderzoek uit naar een mogelijke ombouw van dit stelsel in de toekomst waarbij het bestaande riool wordt omgevormd tot een regenwaterriool en een nieuw klein riool voor afvoer van DWA wordt bijgelegd in het profiel van de weg. In het onderzoek zoeken we, met de bedrijfsvereniging, naar mogelijkheden om het hemelwater lokaal te bergen en vertraagd af te voeren en naar mogelijkheden om het profiel van de brede wegen te vergroenen.
VGS 2.0
In 2021 voeren we een onderzoek uit naar verduurzaming van de verbeterd gescheiden rioolstelsels van de Neerlanden, Rondven, Boschakker en Airpark. Bij een duurzaam verbeterd gescheiden rioolstelsel wordt de aansturing van de regenwaterpompen aangepast. Schoon hemelwater wordt zoveel mogelijk naar het oppervlaktewater afgevoerd, de energiekosten worden lager en er is een sterk verminderde afvoer van hemelwater naar de RWZI. Daarmee zorgen we voor een duurzamere situatie en kostenbesparingen, zowel bij het waterschap als de gemeente, zonder dat daar grote investeringen tegenover staan.
4.5 Relatie met klimaatontwikkelingen
De ontwikkeling van het klimaat staat de laatste jaren nadrukkelijk in de belangstelling. Met name extremen zoals wateroverlast door hevige regenbuien en hittestress door langdurige droogte worden daarbij belicht. Deze aspecten worden navolgende behandeld.
Wateroverlast
Wateroverlast krijgt de laatste jaren de nodige maatschappelijke aandacht. Landelijk wordt onderkend dat de neerslagsituatie door klimaatverandering aan het veranderen is wat zich onder andere uit in intensievere en vaker optredende zomerse regenbuien. Rioolstelsels kunnen deze grote hoeveelheden neerslag niet verwerken. Daarop zijn ze niet ontworpen. Riolering is in de huidige situatie gedimensioneerd om bij normale regen (gangbare regenbui die een keer per 2 jaar voorkomt) het water van wegen en daken af te voeren zonder dat water op straat ontstaat.
In de brochure ‘Klimaatverandering, hevige buien en riolering’ heeft de Stichting RIONED haar visie op de problematiek van zwaardere regenbuien beschreven. Onderstaande uitsnede geeft een beeld van deze visie. Het is zaak voor gemeenten om te leren gaan met de risico’s die kunnen optreden. Hierbij is het uiteraard niet de bedoeling risicovolle wateroverlastsituaties te laten voortbestaan.
Klimaatverandering, hevige buien en riolering
De klimaatontwikkeling heeft een duidelijk verband met het landelijke hemelwaterbeleid dat gericht is op ontvlechten van waterstromen. Het ontvlechten van waterstromen kan een bijdrage leveren aan de aanpak van wateroverlastknelpunten door zware regenbuien.
‘In het algemeen is het acceptabel als water bij hevige buien enkele uren op straat staat. De hinder is vergelijkbaar met sneeuwval: de begaanbaarheid van de weg neemt af. Een keer water tussen de stoepen is lastig, maar kan geen kwaad. Deze situaties vragen om een afweging tussen het treffen van (vaak dure) rioleringstechnische maatregelen en de hinder in relatie tot specifieke belangen zoals toegankelijkheid en begaanbaarheid voor iedereen. Voorbeelden van situaties die maatschappelijk gezien moeilijk te accepteren zijn:
De gemeente stelt vast wanneer de grens tussen hinder en schade wordt overschreden en bepaalt de maatregelen. De laatste jaren is er daarbij een tendens naar een algemeen veiligheidsniveau (bijvoorbeeld het theoretisch kunnen afvoeren van een regenbui met een herhalingstijd van een keer per twee jaar) in combinatie met een risicoscan bij (zware) overbelasting van de rioolstelsels. Overlast en schade zijn echter niet in alle gevallen uit te sluiten. Het kan altijd nóg heviger regenen dan waarop de maatregelen zijn gebaseerd. |
Watertekorten
Naast hevige neerslag, eist ook een tekort aan water een prominente rol op. Voor het thema droogte streeft de gemeente naar sponswerking van de openbare ruimte via groene en bodembuffers en het voorkomen van onomkeerbare schade aan kwetsbare gebouwen, infrastructuur en natuurwaarden. Door afstromend schoon regenwater van verhardingen zoveel mogelijk direct of anders via voorzieningen naar de bodem te leiden, kan het vertraagd afstromen en in perioden van droogte een buffer vormen. In tijden van hemelwateroverschot worden zo eventuele tekorten aangevuld en blijft schade aan het groen geminimaliseerd. Groen levert een positieve bijdrage aan het lokale klimaat (voorkomen van hittestress c.q. hitte-eilanden). Gezamenlijk bezig zijn met groen in de buurt zorgt voor meer betrokkenheid en bijzonder en structureel contact tussen mensen. Daarnaast toont onderzoek aan dat er minder conflicten en spanningen zijn in groenere wijken en nemen de speel- en ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen toe.
Ook kan vergroening van de wijk leiden tot een stijging van de gemiddelde prijs van onroerend goed. Communicatie wordt in diverse gemeenten ingezet om betrokkenheid te krijgen bij burgers en aan te zetten tot groene tuinen en daken, wateropvang en het afkoppelen van verhardingen. Bij de aanpak van watertekorten actief grondwaterbeheer een rol. De gemeente investeert reeds in de aanleg van een grondwatermeetnet in bebouwd gebied.
4.6 Afkoppelsubsidie
Als eigenaar van huis of bedrijfspand is het binnen de gemeente Cranendonck mogelijk om subsidie aan te vragen om eigen terrein klimaatbestendiger te maken. Met de afkoppelsubsidie stimuleert de gemeente het afkoppelen van regenpijpen, het ontharden van tuinen en de aanleg van groene daken. Door gebruik te maken van deze subsidie werk je mee aan het klimaatbestendig maken van onze gemeente. Via de website van de gemeente kunnen subsidies worden aangevraagd (https://www.cranendonck.nl/inwoners/onderwerpen-a-z_43590/product/afkoppelsubsidie_1161.html).
A1 Verdieping regelgeving Waterschap de Dommel
In de Keur van Waterschap de Dommel 2015 staat in artikel 3.6. Verbod versnelde afvoer door verhard oppervlak. In de regels omtrent het afvoeren van hemelwater staat het verschil over grote/kleine plannen toegelicht. De Keur is alleen van toepassing indien op het oppervlaktewater wordt geloosd, anders niet. In het Besluit van het dagelijks bestuur van Waterschap de Dommel houdende algemene regels omtrent de vrijstelling van een vergunningsplicht (Algemene regels Waterschap de Dommel) staat in artikel 15 de rekenregel toegelicht, betreffende de afvoer van hemelwater door toename en afkoppelen van verhard oppervlak. Bij het watertoetsproces is meestal sprake van een toename van verhard oppervlak door de bouw van woningen of bedrijven of wijziging van verhard oppervlak door uitbouw of sloop van woningen of bedrijven. In de Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel houdende regels omtrent herziening waterkering, waterkwantiteit en grondwater Derde partiële herziening Beleidsregels voor waterkering, waterkwantiteit en grondwater staat in artikel 13 de beleidsregel toegelicht, betreffende afvoer hemelwater door toename en afkoppelen van verhard oppervlak. Uit deze laatste 3 regels volgt uiteindelijk het onderscheid tussen een toename/afkoppelen van minder dan 500 m², tussen de 500 m² en 10.000 m² of meer dan 10.000 m². In navolgende paragrafen worden de rekenregel en beleidsregel verder toegelicht.
Figuur 1: Overzicht van de regelgeving van Waterschap de Dommel.
A2 Gevoeligheidsfactor rekenregel
In de Algemene regel is een gevoeligheidsfactor opgenomen. Afhankelijk van kenmerken van het beïnvloedingsgebied wordt een gevoeligheidsfactor toegepast. Naarmate de gevoeligheid van een gebied of oppervlaktewatersysteem voor de gevolgen van piekafvoeren lager is, is minder compensatie nodig. Er worden drie waarden voor de gevoeligheidsfactor gehanteerd: ¼, ½ en 1. Het is gezien het globale karakter van de toets niet zinvol hier meer detail in aan te brengen. Welke gevoeligheidsfactor van toepassing is, kan worden afgelezen van de Kaart Algemene regel versnelde afvoer regenwater door verhard oppervlak (Keur 2015 Algemene regel versnelde afvoer regenwater door verhard oppervlak (vastgesteld) (webgispublisher.nl).
Deze kaart bevat slechts drie waarden: laag (¼), gemiddeld (½) en hoog (1). De gevoeligheidsfactoren zijn gebaseerd op de punten aangegeven in Tabel 3.1.
Tabel 3‑2: Kenmerken gevoeligheidsfactoren.
Categorie Gevoeligheidsfactoren |
Factor |
Kenmerken |
Laag |
¼ |
|
Gemiddeld |
½ |
|
Hoog |
1 |
|
De kaart is dus als volgt samengesteld:
- •
Aanduiding hoog (1):
Indien sprake is van:
- 1.
Binnen de bebouwde kom met een bufferzone van 200 m;
- 3.
Inundatiegebieden T100;
- 4.
Natuurgebieden met aquatische natuurwaarde of doelstellingen;
- 5.
Natte gebieden: Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) minder dan 40 cm onder maaiveld.
- 1.
Toelichting ad 3: Onder natuurgebieden wordt verstaan het Natuur Netwerk Brabant (NNB) en waterlopen met een functie viswater, beek- en kreekherstel of KRW-lichaam. Om het NNB worden de attentiegebieden (uit de Verordening water Noord-Brabant) gehanteerd en om waterlopen met de genoemde functies wordt een bufferzone van 200 m gerekend. Frequent terugkerende piekafvoeren hebben een negatief effect op het aquatisch ecosysteem; dieren en substraten spoelen weg bij hoge afvoeren waardoor een verarmd systeem achterblijft.
- •
Aanduiding gemiddeld (½):
Indien geen sprake is van hierboven genoemde 1 t/m 3, en de GHG tussen 40-80 cm onder maaiveld ligt.
- •
Aanduiding laag (¼):
Indien geen sprake is van hierboven genoemde 1 t/m 3, en de GHG meer dan 80 cm onder maaiveld ligt.
De gevoeligheidskaart geeft één waarde per perceel. De GHG die het grootste aandeel heeft op een bepaald perceel is leidend voor de gevoeligheidsfactor voor de rest van het perceel. Ook geldt dat wanneer een perceel geraakt wordt door een 200m-bufferzone rondom een bebouwde kom of waterloop met een functie (inclusief attentiezone), dat het perceel de gevoeligheidsfactor 1 krijgt.
Bij de gevoeligheidsfactoren ½ en ¼ wordt respectievelijk 30 en 15 mm compensatie vereist in plaats van 60 mm. In gebieden waar deze factoren gelden, is namelijk sprake van infiltratiegebieden en is de afvoercapaciteit van waterlopen relatief groot in verhouding tot de specifieke afvoer voor landelijk gebied. Indien de lozing plaatsvindt in een gebied met een afwijkende gevoeligheidsfactor moet de gevoeligheidsfactor worden aangehouden ter plaatse van de uitbreiding van verhard oppervlak (niet van de lozing).
Bijlage 4 Plan van aanpak assetmanagement
1.Inleiding
Cranendonck heeft sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw, ingegeven door landelijke wetgeving, veel geïnvesteerd in maatregelen om aan milieuwetgeving te gaan voldoen en droge voeten te houden. Vanaf het begin van deze eeuw is Cranendonck actief met het ontvlechten van hemelwater- en afvalwater via afkoppelprojecten. Nu staat Cranendonck voor de taak om ervoor te zorgen dat haar voorzieningen en systemen blijven functioneren zoals dat bij aanleg is voorzien. De met de infrastructuur te leveren prestaties staan hierbij centraal. Dit betekent dat er meer inzicht moet komen in toestand en functioneren van het afvalwatersysteem. Het afvalwatersysteem als geheel en individuele objecten afzonderlijk. Het doel is te gaan leren van de geleverde prestaties en de daarbij behorende risico’s, en vervolgens op basis daarvan beheer en onderhoud te optimaliseren. Meer gaan sturen op te bereiken effecten, in de vorm van risicogestuurd beheer (asset management).
In dit plan van aanpak wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is en op welke wijze op korte termijn concreet invulling kan worden gegeven aan asset management binnen Cranendonck. De in dit plan van aanpak aangegeven werkzaamheden gaan wij uitvoeren in het kader van het nieuwe vGRP 2021-2025.
2. Aanpak
Onder assetmanagement wordt hier verstaan het coördineren van activiteiten binnen de organisatie om waarde uit de objecten en systemen, waarmee de watertaken worden uitgevoerd, te realiseren. De afgelopen jaren is op beperkte schaal enige ervaring opgedaan, vooral in relatie tot vrijvervalriolering. In 2021 volgt een verdere kennismaking met assetmanagement (bewustwording) en wordt vanuit een aantal concrete onderwerpen van start gegaan; vanuit een strategie naar operationele uitvoeringsplannen. Dit moet in de planperiode van het vGRP (2021-2025) leiden tot actuele en bruikbare data en meer inzicht in toestand en functioneren van de assets (objecten en systemen).
Hiermee verwachten we onderbouwingen en conclusies steeds beter te kunnen borgen en gaan we deze kennis ook meenemen in aan te besteden (onderhouds)werkzaamheden. Het wordt hierdoor ook makkelijker om te toetsen of en in hoeverre aan de voorgenomen doelen uit het vGRP wordt voldaan. Dit risicogestuurd beheer ontwikkelen we niet in een week of maand. Het is een groeiproces dat tijd nodig heeft. Daarom wordt gestart met het inventariseren waar we staan en waar we op korte termijn naartoe willen. Zonder daarbij de toekomst uit het oog te verliezen. Leren van wat er gedaan wordt, hoe dat gebeurt, en daarmee ook de kwetsbaarheid verminderen.
Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat het huidige gegevensbeheer op een aantal punten kan worden verbeterd, maar voldoende basis biedt om risicogestuurd beheer op te zetten. In de planperiode van het vGRP wordt aangesloten bij de landelijke standaard voor het eenduidig vastleggen, uitwisselen en hergebruiken van gegevens: het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water (GWSW).
We gaan in het kader van assetmanagement de focus de komende jaren leggen op het risicogestuurd reinigen van riolen, rioolvervangingen, meldingen, het meetnet stedelijk water en het gemalenbeheer.
In de volgende hoofdstukken wordt per onderdeel aangegeven wat de stand van zaken is en hoe we in de planperiode van het vGRP praktisch invulling gaan geven aan de uitwerking.
3. Gegevensbeheer
Om te kunnen sturen op prestaties en acceptabele risico’s, is het noodzakelijk om doelen te stellen en om gegevens te verzamelen op basis waarvan toetsing kan plaatsvinden. Daarvoor is een goed ingericht gegevensbeheer noodzakelijk. Cranendonck registreert en beheert haar rioolobjecten in het integrale beheersysteem Obsurv (in combinatie met RioGL). Naast dit beheersysteem zijn er nog andere applicaties en/of systemen in gebruik, waar data en informatie in wordt opgeslagen en beheerd. Revisiegegevens van de afgelopen jaren worden momenteel in het beheersysteem ingevoerd.
Obsurv is de centrale beheerapplicatie binnen de organisatie. Integrale afstemming tussen de verschillende disciplines wegen, groen, openbare verlichting en stedelijk water vindt hier plaats. De benodigde informatie van een groot deel van de bestaande water gerelateerde objecten en voorzieningen wordt in RioGL opgeslagen en beheerd en vervolgens met Obsurv gesynchroniseerd. Het spreekt voor zich dat de gegevens in Obsurv periodiek geactualiseerd moeten worden. Het verwerken van revisiegegevens gebeurt enkel voor kleine werken in eigen beheer. Dit betreffen vooral huisaansluitingen en maatregelen voortvloeiend uit bijvoorbeeld ontvangen meldingen. Gegevens verzameld bij het reinigen en inspecteren van de riolen worden door Sweco in RioGL ingevoerd.
Er bestaat een behoefte om het verwerken van revisiegegevens in de toekomst zo veel als mogelijk binnen de eigen organisatie te gaan uitvoeren. In de planperiode van het vGRP gaan we kijken of dit in de praktijk meerwaarde biedt en haalbaar is. Daarnaast gaan we ons richten op het vaststellen van protocollen voor het gestructureerd en periodiek verwerken van gegevens en informatie afkomstig van reinigings- en inspectiewerkzaamheden, reparatie en renovatiewerkzaamheden en overige relevante uitgevoerde projecten (herinrichting, aanleg van nieuwe voorzieningen, rioolvervangingen, et cetera).
In de protocollen wordt vastgelegd welke informatie en gegevens minimaal aanwezig moeten zijn in de door derden aangeleverde revisietekeningen en/of bestanden.
Onder andere door het in toenemende mate samenwerken op het gebied van (afval)watersystemen, worden gegevens (data) steeds belangrijker. Voor het uitwisselen van data en informatie is het belangrijk dat alle partijen met dezelfde systematiek en definities werken en dezelfde (computer)taal spreken. Het GWSW, met de Stichting RIONED als trekker, is die gezamenlijke taal. Het GWSW is een speciale datastructuur die systemen (stelsels) en processen binnen stedelijk waterbeheer beschrijft gericht op de gegevensuitwisseling. Het is een digitale verzameling van eenduidige definities van objecten, hun kenmerken en onderlinge relaties. De open standaard ondersteunt beheerders en beleidsmakers bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden en maakt innovatieve, nieuwe en betere toepassingen en gebruik van data mogelijk.
We willen als gemeente minder kwetsbaar worden. Daarom gaan we gebruik maken van deze landelijke, open standaarden voor het beschrijven en uitwisselen van gegevens (GWSW). Gegevens voor zo veel mogelijk delen van het stedelijk waterbeheer. Dit bespaart tijd en geld, geeft een hogere gegevenskwaliteit en vergroot het inzicht in systemen en het functioneren daarvan. Als gevolg van het gestandaardiseerd en transparant opslaan en uitwisselen van gegevens, kan ons rioleringsbeheer gescheiden worden in het beheer van gegevens en het werken met gegevens. Dit maakt het mogelijk dat we voor elke willekeurige activiteit kunnen kiezen voor de best bij die activiteit passende leverancier en/of ingenieursbureau. Dit sluit ook aan bij het streven om de taken op het gebied van water in de toekomst gezamenlijk in A2 verband uit te voeren.
4. Minimaliseren wateroverlast
Functioneren riolering onder reguliere en extreme neerslagomstandigheden
In het afgelopen decennium is er herhaaldelijk, als gevolg van extreme neerslag, wateroverlast geweest in Cranendonck. Veel maatregelen zijn inmiddels getroffen om de situatie lokaal te verbeteren. De riolering binnen Cranendonck is niet ontworpen om extreme neerslag, zonder dat er water op straat blijft staan, te kunnen verwerken. Door het veranderende klimaat is het niet ondenkbaar dat er frequenter water op de straten zal blijven staan en dat dit kan leiden tot wateroverlast. Daarom zullen het rioolstelsel en de buitenruimte gereed moeten worden gemaakt voor het verwerken van meer en intensievere neerslag in de toekomst.
In het huidige beleid wordt onderscheid gemaakt in de volgende twee situaties:
- 1.
Toetsen van de afvoercapaciteit van de riolering onder normale weersomstandigheden.
- 2.
Inzichtelijk maken waar er water op de straat blijft staan onder extreme weersomstandigheden.
Onder 1 ) toetsen we of de riolering voldoet aan de landelijk geaccepteerde richtlijnen met betrekking tot het kunnen afvoeren van regen (geen water op straat bij een vastgestelde theoretische herhalingstijd). In 2012 zijn berekeningen uitgevoerd waarin deze toetsing heeft plaatsgevonden. Voor de beperkte gevallen waar de riolering niet voldoet, worden in de actualisatie van de BRP’s in de planperiode verbeteringsmaatregelen voorgesteld.
Als gevolg van veranderende weersomstandigheden (klimaatverandering) dient ook inzicht te worden verkregen in de locaties waar wateroverlast problemen kunnen ontstaan binnen Cranendonck, als het meer en harder gaat regenen (extremen). Onder 2) zijn daartoe in 2014 en 2015 berekeningen uitgevoerd, waarbij naast theoretische regenbuien ook werkelijk gevallen regen als belasting op de riolering is meegenomen. Uit deze berekeningen komen een aantal locaties naar voren waar wateroverlast zou kunnen ontstaan als het meer en harder gaat regenen. Deze berekeningen zijn verwerkt in de klimaatvisie van Cranendonck. Daarnaast zijn in het verleden enquêtes gehouden binnen Cranendonck, met als doel meer kennis te verkrijgen wat betreft de locaties waar inwoners en het bedrijfsleven wateroverlast ervaren. Ook deze informatie is verwerkt in de klimaatvisie.
In het vGRP hebben we opgenomen dat het acceptabel is als water bij hevige buien enkele uren op straat staat. Een keer water tussen de stoepen is lastig, maar kan geen kwaad. Deze situaties vragen om een afweging tussen maatregelen treffen enerzijds en hinder accepteren en specifieke belangen anderzijds. In het algemeen vindt Cranendonck de volgende situaties niet-aanvaardbaar:
- ☐
regenwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt (materiële schade);
- ☐
afvalwater dat in grote mate uit de riolering op straat stroomt (risico’s voor de volksgezondheid);
- ☐
water op straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert (belemmering voor hulpdiensten en economische schade).
Met voornoemd beleid als uitgangspunt, zal worden bepaald of en waar de risico’s acceptabel zijn of dat deze maximaal moeten worden beperkt. We doen dit bij de actualisatie van de BRP’s in komende planperiode, uitgaande van nieuwe (landelijke) buien voor het uitvoeren van stresstesten en het toetsen van het reguliere functioneren (composietbuien).
Risicogestuurd reinigen riolen
Rioolstelsels zijn netwerken die uit veel verschillende soorten objecten bestaan, die niet allemaal even belangrijk zijn voor de prestaties van het stelsel. De invloed van een individueel object op het functioneren van het netwerk hangt af van de kenmerken ervan en de positie in het netwerk. Elk afzonderlijk object levert een bijdrage levert aan het hydraulisch functioneren van het totale rioolstelsel. In vertakte rioolsystemen is het meestal duidelijk welke rioolleidingen belangrijker zijn in relatie tot het hydraulisch functioneren, maar in vermaasde systemen is dit veel complexer.
De aanwezigheid van onder andere wortelingroei, oppervlakteschade, aangehechte afzettingen, bezonken afzettingen en de aanwezigheid van slib/sediment beïnvloeden de frequentie waarmee hydraulische overbelasting plaatsvindt. In vergelijking met een volledig ‘schoon’ stelsel betekent dat een afname van de bescherming tegen ‘natte voeten’. Dit is met name een belangrijk gegeven bij het toetsen van rioolsystemen aan het reguliere functioneren. Hiermee wordt niet het toetsen onder extreme neerslagsituaties bedoeld. Voor het regulier functioneren wordt namelijk getoetst aan de theoretische frequentie voor water op straat zoals deze in het vGRP is vastgesteld. Deze frequentie is voor Cranendonck vastgesteld op eenmaal per twee jaar en wordt hoofdzakelijk bepaald door de neerslaggebeurtenissen die frequenter optreden dan de herhalingstijden die gebruik worden bij toetsing aan extreme neerslag. In de praktijk kan de frequentie van water op straat oplopen van eenmaal per twee jaar naar eenmaal per jaar als er te weinig onderhoud wordt gepleegd aan een rioolsysteem. Een belangrijk gevolg hiervan is dat het contactrisico met rioolwater in de praktijk groter kan zijn dan aanvankelijk gedacht wat niet wenselijk is in het kader van de volksgezondheid.
Binnen Cranendonck is het gebruikelijk om riolen binnen de gemeente ongeveer iedere acht jaar te reinigen en te inspecteren. De hydraulische conditie van een rioolstelsel kan echter in een veel kortere periode veranderen dan de structurele conditie. Daarom willen we frequenter over informatie over het hydraulisch functioneren van ons rioolstelsel kunnen beschikken. Hiertoe gaan we in de planperiode op een relatief eenvoudige wijze inzichtelijk maken welke rioolstrengen het meest belangrijk zijn in het kader van het hydraulisch functioneren van het totale rioolsysteem. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de grafenmethodiek. Met deze methodiek kan op een snelle manier inzicht worden verkregen in de 30% meest kritische rioolleidingen van een rioolstelsel. Naast de grafenmethodiek maken we gebruik van het project dat in 2018 is uitgevoerd voor het bepalen van risicoriolen op basis van o.a. ligging, gebruik, belasting, leeftijd en diameter. De resultaten gaan we gebruiken voor het optimaliseren van onze strategie voor het reinigen en inspecteren van riolen. De meest belangrijke delen van het rioolsysteem worden als zodanig in het beheersysteem Obsurv benoemd. Deze riooltrace’s worden vervolgens frequenter dan eens per acht jaar beoordeeld op de noodzaak tot reinigen en/of nadere inspectie. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van visuele camerainspecties, maar wordt met behulp van een zoomcamera vanuit de putten beoordeeld of er stromingsbelemmerende omstandigheden aanwezig zijn die om reiniging en/of nadere inspectie vragen. We vullen hiermee als gemeente een noodzakelijke voorwaarde voor ‘risicogestuurd beheer’ in, namelijk inzicht in de relatie tussen de toestand van de riolering en het functioneren ervan (onze dienstverlening) en leggen op deze wijze zowel de nadruk op de risico’s, de prestaties en op kostenbesparing.
5. Gemalenbeheer
Een deel van de voorzieningen waar pompen aanwezig zijn (23 installaties), is aangesloten op het telemetriesysteem AquaView++. De optredende storingen ter plaatse van deze installaties worden ook geregistreerd in AquaView++. Naast het telemetriesysteem maken we ook gebruik van de applicatie SAM. Hierin zijn alle pompen en drukrioolunits binnen de gemeente opgenomen. In het gemaalbeheersysteem SAM zijn de geometrische en fysieke gegevens (elektrisch, bouwkundig en mechanisch) van de gemalen vastgelegd en wordt het preventief en correctief onderhoud aan de gemalen geregistreerd. Het onderhoud aan het totale areaal van pompen en drukrioolunits is uitbesteed aan een onderhoudsaannemer en deze registreert de uitgevoerde werkzaamheden in SAM. Waar het optredende stroringen betreft registreert de onderhoudsaannemer deze ook allemaal in SAM. In 2020 is het beheerplan mechanische riolering geactualiseerd, met hierin ook het preventief en correctief onderhoud.
In de planperiode willen we meer inzicht in het aantal optredende alarmen/storingen, inclusief oorzaken, van de afzonderlijke installaties en het functioneren van de randvoorzieningen. Hiertoe worden overzichtelijke dashboards opgesteld met daarin per installatie alle tot op heden geregistreerde alarmen en storingen. Hierin worden ook het geregistreerde correctieve en preventieve onderhoud en de daarbij behorende financiële middelen uit SAM opgenomen. Op deze wijze wordt per installatie en voorziening visueel inzichtelijk gemaakt hoe onderhoud en alarmen/storingen zicht in de tijd tot elkaar verhouden. Met deze informatie, en de bijbehorende financiële middelen, wordt het mogelijk om het preventief beheer te optimaliseren.
Verder werken we waar nodig aan het aanvullen van de informatie om analyses van de werkpunten van de pompen goed te kunnen maken. De informatie van het hoofdpersleidingensyteeem wordt duidelijk op tekening gezet ook met het oog op mogelijke toekomstige vervangingen.
6. Meetnet stedelijk water
Om inzicht te krijgen in het daadwerkelijk functioneren van de gemeentelijke rioolstelsels en het freatische grondwater, is in samenwerking met waterschap De Dommel en Brabant Water enkele jaren geleden een afvalwater- en grondwatermeetnet geïnstalleerd.
Binnen Cranendonck worden metingen uitgevoerd in de riolering en wordt ook de gevallen neerslag geregistreerd. De praktijkmetingen hebben als doel het inzicht in het functioneren van de systemen te vergroten. Onderhoud aan de meetvoorzieningen en het opslaan en valideren van de meetdata zijn in handen van waterschap De Dommel. Sinds begin 2015 is ook een grondwatermeetnet operationeel. Brabant Water beheert hier de peilbuizen en de meetdata. De meetdata van beide meetnetten worden de gemeente via de HydroNet webapplicatie ter beschikking gesteld. De meetgegevens kunnen hierin grafisch worden gepresenteerd en zijn toegankelijk voor analyses.
De randvoorzieningen (bergbezinkbassins en -leidingen) hebben als doel de vuilemissie vanuit de riolering naar het oppervlaktewater te reduceren. Hoe de riolering en de randvoorzieningen (bergbezinkbassins en bergbezinkleidingen) daadwerkelijk functioneren en presteren, is niet helemaal bekend. Denk hierbij aan de jaarlijkse frequentie waarmee de randvoorzieningen worden gevuld met overstortend water (en weer worden geledigd) vanuit de riolering en of randvoorzieningen ook eerder water opvangen dan dat er op oppervlaktewater geloosd wordt vanuit overstorten zonder randvoorziening. Jaarlijks worden de resultaten uit het meetnet met het waterschap besproken. Het initiatief ligt hierbij bij het waterschap. Als Cranendonck willen we meer inzicht hebben in het daadwerkelijk functioneren van onze randvoorzieningen en het hydraulisch functioneren van onze systemen in de praktijk in vergelijking met onze modellen. Om dit te bereiken gaan we samen met het waterschap de in het verleden opgestelde meetdoelen opnieuw tegen het licht houden en waar nodig aanpassen om in het vGRP gestelde doelen te kunnen toetsen. Omdat het hydraulisch functioneren van rioolstelsels per definitie aan verandering onderhevig zijn, willen we een voorzichtig begin gaan maken met het periodiek vergelijken van gemeten en berekende waterstanden. Door hierbij ook rekening te houden met functioneren van onze pompinstallaties, door het meenemen van de geregistreerde alarmen in het telemetriesysteem en de kennis uit de analyses van de werkpunten, krijgen we een schat aan informatie met betrekking tot het hydraulisch gedrag van onze rioolstelsels in de praktijk. Hierdoor zijn we steeds beter in staat passend te anticiperen op problemen en kunnen we operationeel ook beter onderbouwd ingrijpen indien dat nodig is. Daarnaast kan de informatie worden gebruikt om het operationele meetnet riolering op ‘slimme’ locaties uit te breiden en mee te nemen in de strategie voor het risicogestuurd reinigen van onze riolen zoals beschreven in hoofdstuk 4. Door het meten aan de riolering en de verzamelde informatie periodiek af te stemmen met modelberekeningen, blijft het voorspellend vermogen van de modellen op het door ons gewenste niveau. De praktijkmetingen voeden namelijk de modellen en daardoor wordt het mogelijk om het in de tijd veranderende systeemgedrag, op basis van een beperkt aantal meetlocaties, in de modellen onderbouwd te vertalen naar alle overige objecten in de rioolsystemen.
Wat betreft het grondwatermeetnet bestaat er binnen de gemeente een behoefte om de tot nu toe verzamelde meetgegevens in het grondwatermeetnet praktisch inzichtelijk te maken. Hierover gaan we met Brabant Water afspraken maken.
Er is onvoldoende capaciteit beschikbaar binnen de eigen organisatie om de voorgenomen acties met betrekking tot het afvalwater- en grondwatermeetnet in te vullen. Het uitvoeren van de analyses en toetsingen wordt dan ook in samenwerking met waterschap De Dommel, Brabant Water en externen uitgevoerd. We starten met het bijstellen van de meetdoelen en gaan van daaruit kijken op welke wijze we alles in de praktijk gestructureerd gaan aanpakken.
7. Meldingen
Meldingen van burgers en bedrijven vormen dankzij de sociale media een steeds belangrijkere informatiebron. Binnen Cranendonck beschikken we daarmee over een menselijk meetnet van meer dan 20.000 mobiele ‘meetpunten’ oftewel inwoners. Het biedt daarmee een ongekend potentieel aan gegevens. De uitdaging is om deze informatiebron goed te benutten. En dat vraagt wat van de wijze waarop meldingen worden geregistreerd.
In 2014 heeft Stichting RIONED het Standaard UitwisselingsFormaat MELDingen riolering (SUF- MELD) opgesteld en gekoppeld aan het GWSW. Het doel hiervan was gemeenten een systematiek aan te bieden om meldingen uniform en eenduidig te registreren. Als iedereen meldingen op dezelfde manier registreert, met dezelfde informatie, kunnen we er gezamenlijk lering uit trekken en het beheer van de openbare ruimte optimaliseren.
Binnen gemeenten worden meldingen echter centraal verzameld en in een meldingensysteem geregistreerd. Riolering en stedelijk water maken daar in de praktijk echter slechts een klein onderdeel van uit en dat betekende ook in de praktijk dat slechts enkele gemeenten gebruik zijn gaan maken van het SUF-MELD. Daarom is in 2019 in samenwerking met het CROW de SUF-MELD methodiek doorontwikkeld, tot een methodiek die van toepassing is op de gehele openbare ruimte: Beheer Openbare Ruimte MELDingen (BOR-MELD). Het eenduidig registreren van meldingen aan de hand van de BOR-MELD-methodiek zorgt ervoor dat meldingen een betrouwbare informatiebron worden.
Het gebruiken van deze informatie biedt een meerwaarde voor ons, omdat het ons kan laten zien of we onze openbare ruimte op het door ons gewenste niveau beheren.
De inrichting van ons meldingensysteem binnen Cranendonck is gebaseerd op het registreren van meldingen binnen de hele openbare ruimte. Momenteel bestaat niet de behoefte deze inrichting aan te passen en aan te sluiten bij BOR-MELD systematiek. Dat betekent echter niet dat we de verzamelde informatie op het gebied van riolering en stedelijk water niet kunnen gebruiken en er niet van kunnen leren. In de planperiode van het vGRP gaan we de informatie uit het meldingensysteem gebruiken om de effectiviteit van de technische afhandeling van meldingen te meten aan de hand van het aantal ontvangen meldingen over dezelfde objecten en/of voorzieningen. We gaan de meldingen ook combineren met gegevens uit onze beheersystemen, om informatie in te winnen over belangrijke faalmechanismen en de invloed van de wijze waarop we ons areaal beheren op deze faalmechanismen.
Door de meldingen op kaart weer te geven, krijgen we ook inzicht in de geografische spreiding van de meldingen. Op deze wijze krijgen we meer inzicht in welke factoren (weersomstandigheden, grondwaterstand, ondergrond, inrichting van een gebied, reinigingsfrequentie riolen en kolken, onderhoud doorlatende verharding of wadi, et cetera) bepalend zijn voor het type melding.
We zijn dan ook in staat om een betere afweging te maken tussen reactief en proactief beheer. Denk hierbij als voorbeeld aan het reguleer reinigen van een kolk versus het oplossen van een melding van een kolk. Het regulier reinigen van een kolk kost tussen € 2 tot € 5 per kolk, maar het oplossen van een melding over een verstopte kolk leidt al snel tot € 100 - € 200 per kolk. We gaan de jaarlijkse kosten voor het regulier reinigen van de kolken uitzetten tegen de kosten voor het oplossen van meldingen over kolken en deze analyseren om ons reinigingsinterval te optimaliseren.
Voor het registreren en afhandelen van meldingen wordt in Cranendonck gebruik gemaakt van de applicatie Melddesk. Om de in de planperiode voorgenomen acties daadwerkelijk te kunnen verwezenlijken, moeten we inzichtelijk gaan maken welke informatie we aanvullend in Melddesk willen gaan vastleggen. Hierbij gaat het niet om aanpassingen in het systeem zelf, maar aanvullende informatie als opmerking bij de meldingen. We gaan vervolgens de volledige informatie van alle watergerelateerde meldingen analyseren. Hiermee ontstaat meer inzicht in de aard van de meldingen, de achterliggende oorzaken en de getroffen acties. Naast de huidige sterke focus op het oplossen van een melding, gaan we dus meer aandacht besteden aan het volledig registreren van een melding. Dit betekent in de praktijk dat we, naast de goede snelle dienstverlening, ook door eenduidigheid en volledige registratie gaan leren van de ontvangen meldingen. Daarnaast wordt het als gevolg hiervan ook beter mogelijk om onszelf te vergelijken met andere gemeenten en te profiteren van leerpunten van andere gemeenten.
Bijlage 5 Taakopvatting gemeente grondwaterzorgplicht
De gemeentelijke taakopvatting ten aanzien van de drie centrale begrippen in de grondwaterzorgplicht structureel, nadelig en doelmatig is navolgend verwoord. Tevens zijn enkele situaties aangegeven die door de gemeente worden uitgesloten.
Structurele grondwateroverlast dient:
- ☐
wederkerend te zijn en gemeld (tenminste jaarlijks geregistreerd);
- ☐
én gedurende langere tijd voor te komen (tenminste 1 maand continu);
- ☐
én niet tijdelijk te zijn (tenminste 2 jaar);
- ☐
én stabiel of toenemend te zijn.
Nadelige gevolgen zijn:
- ☐
gezondheidsklachten door vocht in de woning;
- ☐
óf schade aan gebouwen of infrastructuur;
- ☐
aantasting van de primaire functie op basis van het bestemmingsplan.
Doelmatigheid:
- ☐
maatregelen dienen effectief te zijn (met de maatregelen worden de problemen voorkomen of aanzienlijk beperkt);
- ☐
én maatregelen dienen efficiënt te zijn (geen alternatieven op de probleemlocatie die goedkoper of effectiever zijn);
- ☐
én de kosten van de maatregelen dienen in verhouding te staan tot de nadelige gevolgen.
Per locatie wordt door de gemeente een afweging gemaakt op basis van het karakter van de overlast, de mogelijke gevolgen en de doelmatigheidscriteria. Onderstaande gevallen worden uitgesloten.
Uitgesloten zijn:
- ☐
situaties waarbij het de bouwkundige of waterhuishoudkundige verantwoordelijkheid betreft van de eigenaar (bijvoorbeeld diepe kelders en kruipruimtes);
- ☐
gebeurtenissen van regionale en boven regionale oorsprong (bijvoorbeeld hoge waterstanden in watergangen);
- ☐
situaties die het gevolg zijn van de wijze van bouwrijp maken van de wijken die in het verleden (voor 2008) zijn aangelegd;
Bijlage 6 Overstorten rioolstelsel Cranendonck
Overstort |
Naam |
Kern |
Drempelbreedte |
Drempelhoogte |
|
|
|
m |
m+NAP |
Gemengd |
Orane Nassauaan |
Maarheeze |
3,50 |
27,20 |
Gemengd |
Smeeen |
Maarheeze |
4,00 |
26,76 |
Gemengd |
Stationstraat |
Maarheeze |
1,18 |
27,50 |
Gemengd |
Sterkseseweg |
Maarheeze |
7,02 |
27,24 |
Gemengd |
Moonsaan |
Maarheeze |
2,62 |
27,41 |
Gemengd |
‘t Winkel |
Soerendonk |
2,80 |
27,57 |
Gemengd |
Beekstraat |
Soerendonk |
3,50 |
27,20 |
Gemengd |
Goorstraat |
Soerendonk |
3,75 |
27,51 |
Gemengd |
‘t Lange |
Gastel |
1,90 |
26,68 |
Gemengd |
Venneweg |
Gastel |
3,01 |
28,26 |
Gemengd |
t Stepke |
Budel |
1,50 |
29,44 |
Gemengd |
Nieuwendik |
Budel |
3,50 |
29,31 |
Gemengd |
Gasteseweg |
Budel |
4,00 |
29,82 |
Gemengd |
Driebokstraat |
Budel |
4,00 |
30,37 |
Gemengd |
Vinnestraat |
Budel |
4,00 |
31,29 |
Gemengd |
Mukstraat |
Budel |
2,00 |
31,53 |
Gemengd |
Meemortel |
Budel |
3,25 |
31,28 |
Gemengd |
Hamonterweg |
Bude-Schoot |
4,00 |
32,78 |
Gemengd |
Het Route |
Bude-Dorpein |
4,00 |
33,84 |
Gemengd |
Fabriekstraat |
Bude-Dorpein |
4,00 |
33,38 |
VGS |
Rondven 1 |
Maarheeze |
1,50 |
26,90 |
VGS |
Rondven 2 |
Maarheeze |
3,00 |
26,85 |
VGS |
Rondven 3 |
Maarheeze |
1,50 |
27,30 |
VGS |
De Neeranden |
Maarheeze |
3,50 |
26,80 |
VGS |
Moenheide |
Soerendonk |
0,40 |
27,20 |
VGS |
Boschakker |
Budel |
1,50 |
31,41 |
VGS |
AirparkGeuzendik |
Budel |
2,00 |
32,50 |
VGS |
AirparkLuchthavenweg |
Budel |
2,00 |
32,50 |
VGS |
Airpark infitratieviver |
Budel |
2,00 |
32,58 |
Bijlage 7 Analyse personele middelen
Bijlage 8 Kostendekkingsplan
Onderlegger lasten kostendekkingsberekeningen Cranendonck, alle bedragen exclusief BTW
Jaar |
Kapitaallasten investeringen voor 2021 |
Kapitaallasten nieuw vanaf 2021 |
Riolering exploitatie |
Vervangings-investeringen vrijverval |
Vervangings- investeringen gemalen en drukriolering |
Relining werkzaamheden |
Afkoppel projecten |
Blauwe ader projecten |
Klimaatadaptieve investeringen |
Toeslag milieukosten |
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073 2074 2075 2076 2077 2078 2079 2080 |
€651.100 €693.625 €693.625 €660.123 €660.123 €646.575 €646.575 €637.517 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €538.782 €457.253 €441.348 €435.277 €429.408 €407.034 €391.719 €391.719 €391.719 €384.120 €384.120 €240.204 €144.722 €144.722 €144.722 €144.722 €144.722 €100.207 €71.895 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 |
€0 €45.660 €86.547 €135.026 €194.045 €239.717 €267.621 €303.947 €356.690 €400.750 €456.722 €498.102 €539.482 €580.862 €622.242 €663.622 €688.649 €722.234 €759.453 €796.671 €833.890 €869.819 €905.748 €941.677 €977.606 €1.013.535 €1.049.464 €1.085.393 €1.121.321 €1.157.250 €1.193.179 €1.229.108 €1.265.036 €1.300.966 €1.336.895 €1.372.824 €1.408.753 €1.444.681 €1.480.610 €1.516.539 €1.552.468 €1.588.397 €1.624.326 €1.660.255 €1.696.184 €1.732.113 €1.768.041 €1.803.970 €1.839.899 €1.875.827 €1.911.757 €1.918.378 €1.921.217 €1.912.828 €1.893.898 €1.888.317 €1.901.791 €1.906.847 €1.895.483 €1.892.804 |
€1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 €1.328.095 |
€0 €300.000 €600.000 €600.000 €300.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 €315.000 |
€225.000 €107.250 €57.250 €57.250 €57.250 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000 |
€0 €0 €0 €350.000 €0 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 €70.000 |
€100.000 €700.000 €585.000 €0 €650.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 €400.000 |
€500.000 €0 €400.000 €0 €500.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 |
€200.000 €100.000 €100.000 €450.000 €350.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 €250.000 |
€60.000 €82.500 €126.375 €78.750 €135.000 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 €91.125 |
Kostendekkingsberekening Cranendonck, scenario 1 conform huidige afschrijvingsbeleid
Jaar |
Oude en nieuwe kapitaallasten |
Exploitatielasten |
BTW |
Factor aanpassing rioolheffing |
Baten riool- heffing |
Saldo lasten en baten |
Stand Voorziening |
Vertaling naar basistarief |
2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073 2074 2075 2076 2077 2078 2079 2080 |
€ 651.100 € 739.285 € 780.172 € 795.149 € 854.168 € 886.292 € 914.196 € 941.464 € 895.472 € 939.532 € 995.504 € 1.036.884 € 1.078.264 € 1.119.644 € 1.161.024 € 1.202.404 € 1.227.431 € 1.261.016 € 1.298.235 € 1.335.453 € 1.372.672 € 1.408.601 € 1.444.530 € 1.480.459 € 1.516.388 € 1.552.317 € 1.588.246 € 1.624.175 € 1.660.103 € 1.696.032 € 1.731.961 € 1.767.890 € 1.803.818 € 1.758.219 € 1.778.243 € 1.808.101 € 1.838.161 € 1.851.715 € 1.872.329 € 1.908.258 € 1.944.187 € 1.972.517 € 2.008.446 € 1.900.459 € 1.840.906 € 1.876.835 € 1.912.763 € 1.948.692 € 1.984.621 € 1.976.034 € 1.983.652 € 1.918.378 € 1.921.217 € 1.912.828 € 1.893.898 € 1.888.317 € 1.901.791 € 1.906.847 € 1.895.483 € 1.892.804 |
€ 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 € 1.328.095 |
€ 267.764 € 280.110 € 285.834 € 287.931 € 296.194 € 300.691 € 304.597 € 308.415 € 301.976 € 308.144 € 315.980 € 321.774 € 327.567 € 333.360 € 339.153 € 344.946 € 348.450 € 353.152 € 358.363 € 363.573 € 368.784 € 373.814 € 378.844 € 383.874 € 388.904 € 393.934 € 398.964 € 403.994 € 409.024 € 414.054 € 419.084 € 424.115 € 429.144 € 422.761 € 425.564 € 429.744 € 433.952 € 435.850 € 438.736 € 443.766 € 448.796 € 452.762 € 457.792 € 442.674 € 434.337 € 439.367 € 444.397 € 449.427 € 454.457 € 453.255 € 454.321 € 445.183 € 445.580 € 444.406 € 441.756 € 440.974 € 442.861 € 443.569 € 441.978 € 441.603 |
1,02 1,02 1,03 1,03 1,04 1,06 1,06 1,04 1,03 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,01 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 |
€ 2.035.000 € 2.072.037 € 2.113.478 € 2.166.315 € 2.220.473 € 2.303.740 € 2.430.446 € 2.564.121 € 2.666.685 € 2.746.686 € 2.801.620 € 2.857.652 € 2.914.805 € 2.973.101 € 3.032.563 € 3.093.214 € 3.124.147 € 3.155.388 € 3.186.942 € 3.218.811 € 3.250.999 € 3.283.509 € 3.316.345 € 3.349.508 € 3.383.003 € 3.416.833 € 3.451.001 € 3.485.511 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 € 3.502.939 |
-€ 174.923 -€ 234.012 -€ 227.787 -€ 190.703 -€ 174.717 -€ 84.631 € 17.232 € 88.711 € 221.143 € 225.849 € 218.073 € 228.053 € 239.176 € 251.465 € 264.943 € 248.702 € 251.412 € 244.679 € 234.119 € 223.879 € 213.959 € 205.835 € 198.039 € 190.575 € 183.446 € 176.656 € 170.207 € 146.675 € 105.717 € 64.758 € 23.799 -€ 17.160 -€ 58.118 -€ 6.136 -€ 28.963 -€ 63.001 -€ 97.269 -€ 112.721 -€ 136.221 -€ 177.180 -€ 218.139 -€ 250.435 -€ 291.395 -€ 168.289 -€ 100.399 -€ 141.358 -€ 182.316 -€ 223.275 -€ 264.234 -€ 254.444 -€ 263.129 -€ 188.717 -€ 191.953 -€ 182.390 -€ 160.810 -€ 154.447 -€ 169.808 -€ 175.572 -€ 162.617 -€ 159.563 |
€ 1.089.566 € 914.643 € 680.631 € 452.844 € 262.142 € 87.425 € 2.793 € 20.026 € 108.737 € 329.880 € 555.729 € 773.802 € 1.001.855 € 1.241.030 € 1.492.495 € 1.757.437 € 2.006.139 € 2.257.551 € 2.502.230 € 2.736.349 € 2.960.228 € 3.174.187 € 3.380.022 € 3.578.061 € 3.768.637 € 3.952.083 € 4.128.738 € 4.298.945 € 4.445.620 € 4.551.337 € 4.616.095 € 4.639.894 € 4.622.734 € 4.564.616 € 4.558.481 € 4.529.518 € 4.466.516 € 4.369.247 € 4.256.526 € 4.120.305 € 3.943.125 € 3.724.986 € 3.474.550 € 3.183.156 € 3.014.867 € 2.914.467 € 2.773.109 € 2.590.792 € 2.367.517 € 2.103.282 € 1.848.838 € 1.585.709 € 1.396.992 € 1.205.039 € 1.022.649 € 861.839 € 707.392 € 537.584 € 362.013 € 199.396 € 39.833 |
€ 198 € 202 € 206 € 211 € 216 € 224 € 236 € 249 € 259 € 267 € 273 € 278 € 284 € 289 € 295 € 301 € 304 € 307 € 310 € 313 € 316 € 319 € 323 € 326 € 329 € 332 € 336 € 339 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 € 341 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl