Afvalstoffenverordening Bernheze 2021

Geldend van 01-11-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2021

Intitulé

Afvalstoffenverordening Bernheze 2021

Vastgesteld door de gemeenteraad op 7 oktober 2021

Gepubliceerd in het gemeenteblad op ……

Inwerkingtreding op 1 november 2021

De raad van de gemeente Bernheze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2021;

gelet op de artikelen 10.23 , 10.24, tweede lid , 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende Afvalstoffenverordening Bernheze 2021

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

1. Burgemeester en wethouders wijzen de inzameldienst aan die is belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

2. Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissing) is niet van toepassing. In de Omgevingswet zal niet langer worden voorzien in de mogelijkheid van een positieve beschikking bij niet tijdig beslissen (lex silencio positivo, ‘lsp’).

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de voorbereiding van de aanwijzing en over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

1. Het is anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

a. daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders;

b. bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of

c. verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

2. Op de aanwijzing van een inzamelaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, is artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

a. ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

b. over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of

c. achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Afvalscheiding

1. Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid worden ingezameld, over de wijze en frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

2. In ieder geval de volgende bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

a. asbest;

b. autobanden;

c. bouw- en sloopafval;

d. elektrische of elektronische apparatuur;

e. etensresten;

f. frituurvet;

g. glas;

h. GFT (groente-, fruit- en tuinafval);

i. harde kunststoffen;

j. houtafval;

k. papier en karton;

l. puin, gips en gasbeton;

m. klein chemisch afval;

n. luier- en incontinentie afval;

o. matrassen;

p. metalen;

q. PMD (plastic verpakkingen, blik en drankenkartons);

r. restafval;

s. textiel;

t. vloerbedekking en tapijt.

3. In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kunnen burgemeester en wethouders de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in het tweede lid, of fracties daarvan, achterwege laten.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

1. Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

a. ter inzameling aan te bieden;

b. achter te laten op een inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouder te stellen regels over het gebruik van:

a. inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

b. inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

2. Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel, op of aan de openbare weg te laten staan.

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 11. Verbod op aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden om bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid aan te bieden, over te dragen of bij de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5, achter te laten.

§ 4. Handhaving en toezicht

Artikel 19. Strafbare feiten

Overtreding van artikel 4, artikel 6 of van artikel 8 tot en met artikel 11, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 20. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

1. De krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

Na invoering van de Omgevingswet wordt artikel 5.10 van de Wabo vervangen door artikel 18.6a van de Omgevingswet;

2. De buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) van de gemeente Bernheze.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 21. Intrekking oude verordening

De Afvalstoffenverordening Bernheze 2019 wordt ingetrokken op de dag dat deze verordening (Afvalstoffenverordening Bernheze 2021) in werking treedt.

Artikel 22. Overgangsrecht

Vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen en aanwijzingen verleend/gedaan op grond van of krachtens de Afvalstoffenverordening Bernheze 2019 blijven - indien en voor zover het gebod of het verbod waarop de vergunning, ontheffing of aanwijzing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Bernheze 2021.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2021.

Ondertekening