Beleidsregels Terug- en invordering Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 gemeente Boekel

Geldend van 16-04-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Beleidsregels Terug- en invordering Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 gemeente Boekel

Grondslag

Participatiewet en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004

Artikel 1 - Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

College

Het college van burgemeester en wethouders;

Wet

Participatiewet

Bbz

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. .

Artikel 2 — Terugvordering

  • 1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om de bijstand verstrekt op grond van het Bbz terug te vorderen.

  • 2. Het gaat hier om de bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 58, tweede lid en artikel 59 Participatiewet en de artikelen 12, tweede lid, onderdeel c, artikel 39, eerste lid, onderdeel a onder 3, artikel 39, tweede lid, artikel 41, vierde en vijfde lid en artikel 43, derde lid van het Bbz.

  • 3. Het college kan de bijstand daarnaast terugvorderen:

    • a.

      bij het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste en tweede lid van het Bbz; of

    • b.

      een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening van het bestaan, in het geval het bijstand in de met de voorbereiding samenhangende kosten betreft.

Artikel 3 — Moment van terugvordering verstrekt bedrijfskapitaal

Het college vordert het bedrijfskapitaal, dat is toegekend op grond van artikel 20 en 24 van het Bbz terug als belanghebbende ook na een tweede aanmaning niet aan zijn rente- en aflossingsverplichting voldoet.

Artikel 4 — Verwijtbare bedrijfsbeëindiging

  • 1. Er is sprake van verwijtbare bedrijfsbeëindiging als bedoeld in artikel 43 van het Bbz bij:

    • a.

      bestuurdersaansprakelijkheid;

    • b.

      privébestedingen die niet in lijn liggen met de inkomsten en een inkomen op bijstandsniveau;

    • c.

      er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit rechtvaardigen.

  • 2. De lening wordt voortgezet tegen dezelfde voorwaarden als het bedrijfskapitaal is verstrekt; dat betekent met hetzelfde aflossingsbedrag en rentetarief.

Artikel 5 — Onderzoek

  • 1. Het college is bevoegd onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zo nodig naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de verlening dan wel de voortzetting van bijstand. Als het onderzoek daartoe aanleiding geeft kan het college besluiten tot herziening of intrekking van de bijstand.

  • 2. Het college is bevoegd te onderzoeken of het bedrijf of zelfstandig beroep nog levensvatbaar is, als daartoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.

Artikel 6 — Heronderzoek van uitkeringen en bedrijfskapitaal

  • 1. Het college verricht het heronderzoek, in die gevallen dat de heronderzoekstermijn niet in het Bbz is vastgelegd, binnen twaalf maanden:

    • a.

      na de ingangsdatum van de uitkering; of als de uitkering met terugwerkende kracht is toegekend;

    • b.

      na de aanvraagdatum van de uitkering;

    • c.

      na de datum waarop het besluit naar aanleiding van het laatst verrichte heronderzoek werd genomen; of als tot een zodanig besluit geen aanleiding bestond;

    • d.

      na de datum waarop blijkens een daartoe strekkende aantekening in het dossier van belanghebbende het laatst verrichte heronderzoek werd afgesloten.

  • 2. Het college kan voor categorieën van uitkeringsgerechtigden en voor te onderzoeken gegevens en omstandigheden termijnen vaststellen die afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn; de termijn bedraagt niet meer dan achttien maanden.

  • 3. Het college neemt op basis van het beëindigingsonderzoek uiterlijk zes maanden na de Iaatste maand waarin betaling van de uitkering heeft plaatsgevonden een besluit, met betrekking tot de wederzijds tussen de gemeente en belanghebbende resterende verplichtingen en de afwikkeling daarvan.

Artikel 7 — Heronderzoek debiteuren

  • 1. Het college verricht het debiteurenonderzoek, in die gevallen dat de heronderzoekstermijn niet in het Bbz is vastgelegd, binnen twaalf maanden:

    • a.

      na de datum waarop de vordering is ontstaan;

    • b.

      na de datum waarop het besluit naar aanleiding van het laatst verrichte debiteurenonderzoek werd genomen: of als tot een zodanig besluit geen aanleiding bestond;

    • c.

      na de datum waarop blijkens een daartoe strekkende aantekening in het dossier van belanghebbende het laatst verrichte debiteurenonderzoek werd afgesloten.

  • 2. Het college kan voor categorieën van vorderingen en van personen, termijnen vaststellen die afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn; de termijn bedraagt niet meer dan achttien maanden.

  • 3. Ten aanzien van vorderingen waarvan de betalings- en aflossingstermijnen een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarin de eerste aflossingstermijn voldaan moet zijn, niet overschrijden, kan het college toepassing van het eerste lid achterwege laten zolang belanghebbende zijn verplichtingen nakomt.

Artikel 8 — Invordering

Artikelen 11 tot en met 19 van de beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 zijn van overeenkomstige toepassing, als en voor zover het Bbz niet in invordering voorziet.

Artikel 9 — Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien

Met betrekking tot de onderwerpen die vallen onder de discretionaire bevoegdheid van het college, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 10 — Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2020, behalve in situaties waarbij sprake is van negatieve gevolgen voor belanghebbende.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Terug- en invordering Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 gemeente Boekel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 7 april 2020,

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

J.G. Marcic

de burgemeester,

P.M.J.H. Bos