Verklaring van geen bedenkingen Wabo (beleid)

Geldend van 13-12-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 13-12-2010

Intitulé

Verklaring van geen bedenkingen Wabo (beleid)

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 2 november 2010;

gelet op artikel 2.1 lid 1onder c, artikel 2.12 sub a onder 3 en 2.27 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

besluit:

  • 1.

    in te stemmen met de voorgestelde lijst van categorieën van gevallen op grond van artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, waarin een verklaring van geen bedenkingen door de raad niet vereist is;

  • 2.

    de lijst van categorieën van gevallen vast te stellen;

  • 3.

    het beleid te publiceren.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 13 december 2010.

griffier, voorzitter,

Lijst van categorieën van gevallen op grond van artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, waarin een verklaring van geen bedenkingen door de raad niet vereist is.

Geen verklaring van geen bedenkingen van de raad van de gemeente Heerde is vereist in de volgende gevallen:

  • 1.

    Indien reeds stedenbouwkundige randvoorwaarden, een stedenbouwkundige visie, of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader is vastgesteld door de raad van de gemeente Heerde, waarin is aangegeven dat deze kan worden opgevat als een verklaring van geen bedenkingen.

Toelichting:

Indien de raad reeds de ruimtelijke kaders heeft vastgesteld, is het college gehouden aan deze kaders. De activiteit moet passen binnen deze kaders, wil het college bevoegd gezag zijn. Deze categorie past derhalve binnen de rolverdeling van de raad-college. Een dergelijk kader doorloopt de inspraakprocedure overeenkomstig bij een verklaring van geen bedenkingen.

  • 2.

    Indien de activiteit is opgenomen in een vastgesteld, maar nog niet in werking getreden bestemmingsplan en eventuele zienswijzen tegen het bestemmingsplan zich niet richten op dat onderdeel waarop de activiteit ziet.

Toelichting:

Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan dat uitgesteld ter visie moet worden gelegd. De inwerkingtreding van een bestemmingsplan wordt dan opgehouden. Als de zienswijzen zich niet richten tegen de activiteit, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, dan is er geen gevaar dat een voorlopige voorziening tegen dat onderdeel van het bestemmingsplan wordt gevraagd. Het verlenen van een omgevingsvergunning past dan binnen de door de raad gestelde kaders.

  • 3.

    Indien de activiteit zou passen binnen de door de raad gestelde kaders, maar geweigerd wordt om toepassing te verlenen van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo, op andere gronden dan planologische.

Toelichting:

Er kunnen meerdere redenen zijn om een omgevingsvergunning te weigeren. Bij een omgevingsvergunning worden immers meerdere vergunningen gelijktijdig aangevraagd. Zo kan bijvoorbeeld gelijk met een bouwvergunning ook een milieuvergunning worden aangevraagd. Als een vergunning geweigerd moet worden om andere dan planologische redenen, is het niet nodig de raad daarover nog te raadplegen.

  • 4.

    Indien de activiteit niet past binnen de door de raad gestelde kaders en geweigerd wordt om toepassing te verlenen van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 30 van de Wabo.

Toelichting:

De door de raad gestelde kaders zijn duidelijk. De raad gee op voorhand al aan wat zij aanvaardbaar acht en wat niet. Als een activiteit duidelijk in strijd is met een kader, is er geen noodzaak de toestemming van de raad te vragen.

  • 5.

    Indien de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ter inzage heeft gelegen en er door belanghebbenden binnen de wettelijke termijn geen zienswijzen zijn ingediend.

Toelichting:

Op de door de raad vastgestelde ontwerpverklaring van geen bedenkingen zijn geen zienswijzen ingediend. Er is dan geen noodzaak deze ontwerpverklaring nogmaals voor te leggen aan de raad. De ontwerpverklaring van geen bedenkingen wordt dan gezien als een door de raad vastgesteld ruimtelijk kader.

  • 6.

    Deze lijst van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen van de raad van de gemeente Heerde is vereist, geldt niet als de omgevingsvergunning een monument betreft.

Toelichting:

Gelet op de kwetsbaarheid van monumenten is het goed als de raad betrokken blij bij deze aanvragen om omgevingsvergunning.

De raad wordt door het college telkens geïnformeerd wanneer een omgevingsvergunning is verleend binnen de kaders. van de vastgestelde lijst.