Categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht is vereist voor het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Geldend van 21-07-2022 t/m heden

Intitulé

Categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht is vereist voor het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Definities

  • a. Stedelijk gebied: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.

  • b. Bedrijventerrein: een terrein dat vanwege zijn bestemming geschikt is voor gebruik voor handel, nijverheid en industrie.

  • c. Milieucategorie 1 en 2: categorieën 1 en 2 als bedoeld in de meest recente versie van de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering”.

2. Categorieën voor het stedelijk gebied

  • a. (bouw)projecten voor maximaal 4 woningen.

  • b. (bouw)projecten voor zakelijke, maatschappelijke en recreatieve doeleinden, mits niet op een bedrijventerrein.

  • c. (bouw)projecten voor bedrijfsfuncties in milieucategorie 1 en 2.

  • d. (bouw)projecten voor aanpassing van bestaande en aanleg van nieuwe weg-, water-, parkeer- en groenvoorzieningen van lokale aard.

  • e. (bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor openbaar vervoer, wegverkeer en waterverkeer.

  • f. (bouw)projecten voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.

  • g. projecten voor het wijzigen van de functie van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen.

  • h. de bouw van bijgebouwen en/of de uitbreiding van hoofdgebouwen buiten de bestemming ‘Wonen’, mits de omvang aan bijgebouwen niet groter wordt dan op grond van het bestemmingsplan toegestaan en het bijgebouw een duidelijke ruimtelijke relatie met de woning heeft.

  • i. (bouw)projecten op een bedrijventerrein indien de milieucategorie gelijk blijft of wordt verlaagd.

  • j. (bouw)projecten voor uitbreiding van bestaande detailhandel, horeca en supermarkten.

  • k. (bouw)projecten voor veldopstellingen van zonnepanelen met een oppervlakte kleiner dan 2 hectare.

  • l. (bouw)projecten voor kleine horizontale as windturbines met een ashoogte van maximaal 33 meter en een tiphoogte van maximaal 45 meter, én (bouw)projecten voor kleine verticale as windturbines met een tiphoogte (bouwhoogte) van maximaal 33 meter op een bedrijventerrein.

3. Categorieën voor het landelijke gebied

  • a. (bouw)projecten voor uitbreiding van grondgebonden landbouwbedrijven, niet zijnde glastuinbouw.

  • b. (bouw)projecten voor het behoud en ontwikkeling van natuur.

  • c. (bouw)projecten voor aanpassing van bestaande en aanleg van nieuwe weg-, water-, parkeer- en groenvoorzieningen van lokale aard.

  • d. (bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor openbaar vervoer, wegverkeer en waterverkeer.

  • e. (bouw)projecten voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.

  • f. nieuw-/verbouw van agrarische bedrijfswoningen ten behoeve het gebruik als reguliere woning, mits het agrarische bedrijf is beëindigd.

  • g. (bouw)projecten voor wonen indien het agrarische bedrijf is beëindigd.

  • h. (bouw)projecten voor veldopstellingen van zonnepanelen met een oppervlakte kleiner dan 2 hectare.

  • i. (bouw)projecten voor kleine horizontale as windturbines met een ashoogte van maximaal 33 meter en een tiphoogte van maximaal 45 meter, én (bouw)projecten voor kleine verticale as windturbines met een tiphoogte (bouwhoogte) van maximaal 33 meter.

Ondertekening