Subsidieregeling 2023 Gemeente Zoetermeer beoordeling van subsidieaanvragen sociaal domein en vrije tijd

Geldend van 10-06-2022 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling 2023 Gemeente Zoetermeer beoordeling van subsidieaanvragen sociaal domein en vrije tijd

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer; om voor de jaarsubsidies 2023 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid: stellen vast de ‘Subsidieregeling 2023 Gemeente Zoetermeer beoordeling van subsidieaanvragen sociaal domein en vrije tijd.’, verder te noemen de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies’.

1 Inleiding

De gemeente Zoetermeer verstrekt subsidies voor onderwijs, arbeidsparticipatie maatschappelijke ondersteuning. Daarmee ondersteunt de gemeente bewoners, verenigingen of organisaties die activiteiten willen aanbieden die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelen op deze gebieden.

De Algemene Subsidieverordening 2016

De Asv bevat de regels van het subsidieproces. Onderwerpen die aan bod komen in de Asv zijn onder meer de aanvraagprocedure, de termijnen voor aanvraag, behandeling en beslissing, de betaling, de gronden voor weigering, de verantwoording en de vaststelling. Het gaat dus nog niet zozeer over de inhoud. U vindt de Asv op onze website.

De Subsidieregeling Zoetermeer 2016

In de subsidieregeling is onder meer aangegeven wat (op hoofdlijnen) de gemeentelijke doelstellingen zijn waarvoor subsidie beschikbaar is. De activiteit(en) waarvoor u subsidie aanvraagt dient een bijdrage te leveren aan de realisatie van die doelstellingen. Verderop gaan wij uitgebreid in op deze doelstellingen.

U vindt de Subsidieregeling Zoetermeer 2016 op onze website.

De Subsidieregeling beoordeling subsidies 2023

In de Subsidieregeling beoordeling subsidies 2023 is aangegeven welke aspecten in 2023 worden betrokken bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. Hoe beter de beoordeling van uw aanvraag, hoe groter de kans op een subsidie. Het is voor u dan ook belangrijk in uw aanvraag in te gaan op deze aspecten. Op deze wijze krijgen wij goed inzicht in de bijdrage die uw subsidieverzoek levert aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de gemeente.

Het Subsidieregeling beoordeling subsidies 2023 wordt jaarlijks opgesteld op basis van de meest recente ontwikkelingen. De Subsidieregeling is een belangrijk hulpmiddel bij het aanvragen van subsidie.

Aanvragen van subsidie

De handleiding voor het aanvragen van subsidie vindt u op onze website. Daar wordt uitgelegd hoe u subsidies aanvraagt en welke formulieren u daarvoor dient te gebruiken:

www.zoetermeer.nl -> inwoners -> online regelen -> meer online regelen -> S -> subsidies.

Of u vult de zoekterm ‘subsidies’ in.

Behandeling van uw aanvraag

De periode waarin u subsidie voor 2023 kunt aanvragen loopt van 1 juni 2022 tot en met 31 augustus 2022. Op deze manier heeft u na de bekendmaking van de Subsidieregeling beoordeling subsidies 2023 voldoende tijd voor het indienen van een aanvraag. De gemeente heeft dan ook voldoende tijd om uw aanvraag te behandelen.

Na sluiting van de aanvraagperiode gaat de gemeente aan de slag en beoordeelt al de ingediende subsidieverzoeken. Bij de beoordeling wordt een puntensysteem gebruikt, verderop wordt uitgelegd hoe dit werkt.

Uiterlijk 30 november 2022 neemt het college van B&W een besluit over het totaal van al de subsidieaanvragen die zijn ingediend. U weet dan op tijd waar u aan toe bent.

Beoordelingssystematiek

Hoe en hoeveel uw activiteit bijdraagt aan de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen is belangrijk bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. De gemeente gebruikt een puntensysteem. Totaal zijn er honderd punten te behalen. Maximaal zestig daarvan zijn te behalen voor de mate waarin de activiteit(en) bijdraagt aan de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Een aanvraag komt in aanmerking voor behandeling als minimaal 70 punten worden behaald.

De vragen die wij stellen en de verdeling van te behalen punten ziet u hieronder. Zoals u ziet wegen wij het belang van uw activiteiten voor de uitvoering van ons beleid het zwaarst bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag.

1

60p

Hoe groot is het belang van de activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid?

2

10p

Is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk in relatie tot de te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en de overige financieringsbronnen?

3

10p

Is sprake van aantoonbare samenwerking met andere organisaties?

4

10p

Is kwaliteit van door de aanvrager uit te voeren activiteiten geborgd?

5

5p

Geeft de aanvrager er blijk van rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen?

6

5p

Is de aanvrager maatschappelijk verantwoord ondernemend?

 

Het subsidiebudget

Een onderdeel van de Subsidieregeling beoordeling subsidies 2023 is de bekendmaking van de budgetten die beschikbaar zijn voor subsidies. Dit noemen wij het subsidieplafond. Een subsidieplafond maakt duidelijk hoeveel subsidie beschikbaar is. Er is geen sprake is van een openeinderegeling. Subsidieaanvragen kunnen worden afgewezen wegens het bereiken van het subsidieplafond.

Gebundelde aanvragen

De gemeente streeft na dat meerdere aanvragen van een instelling in samenhang worden beoordeeld. Daarom vragen wij instellingen deze in een enkelvoudige aanvraag te bundelen. Een gebundelde aanvraag van meer dan € 100.000 brengt wel met zich mee dat aan het eind van het subsidiejaar een controleverklaring bij uw financiële verantwoording afgegeven dient te worden door een accountant. Dit brengt kosten met zich mee. Deze kunnen in uw begroting opgenomen worden en zijn subsidiabel.

Niet subsidiabele voorzieningen

Sinds 1 mei 2021 is een deel van de Wmo-dienstverlening en preventieve jeugdhulp activiteiten wijkgericht en integraal geleverd door een alliantie van partijen die via een inkooptraject is geselecteerd (inZet). Het samenwerkingsverband biedt passende ondersteuning bij problemen op één of meer levensgebieden. Onder dit integrale aanbod vallen verschillende activiteiten en voorzieningen die voorheen subsidiabel waren. Voor deze activiteiten en voorzieningen kan vanaf 2022 geen subsidie meer worden aangevraagd, omdat ze binnen de opdracht van de alliantie vallen. Daarnaast zijn met ingang van 1 mei 2021 ook aparte inkoopafspraken gemaakt over onafhankelijke cliëntondersteuning met focus op de ombudsfunctie.

De volgende voorzieningen zijn met ingang van 1 januari 2022 niet meer subsidiabel omdat deze dienstverlening sinds 1 mei 2021 binnen de opdracht van inZet valt:

  • Cliëntondersteuning

  • Professionele mantelzorgondersteuning

  • Algemeen maatschappelijk werk

  • Sociale raadslieden

  • Sociaal makelaars

  • Bezoekvrouwen en -mannen

  • Welzijn op recept

  • Professioneel georganiseerde welzijnsactiviteiten voor ouderen

  • Administratieve ondersteuning voor ouderen

  • Activiteiten- en participatiecentra

  • Ambachtenwerkplaats

  • GGZ-inlooppunt

  • Gezinscoaching

  • ReSet – Thuiscoaching

  • Opvoedadviespunt

  • Opvoeden Samen Aanpakken

Gemeente Zoetermeer behoudt zich het recht voor om beargumenteerd van deze opsomming af te wijken.

Integriteit

Bij het verstrekken van subsidies staat het publieke belang voorop en is integriteit een belangrijke voorwaarde. Daarbij gaat het om zaken als onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, dienstbaarheid en zorgvuldigheid. Wij letten bij de verstrekking van subsidies op belangenverstrengeling en toetsen of de onafhankelijkheid van de gemeente in het geding kan komen. Ook mogen doelen en/of activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uiteraard niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde of het algemene belang.

Vragen?

Heeft u vragen over het aanvragen van subsidie en heeft u hulp nodig? Neem dan contact op met het Subsidiebureau van de gemeente. Het Subsidiebureau is te bereiken via de mail: subsidiebureau@zoetermeer.nl of algemene nummer van de gemeente (14079). Wij helpen u graag.

2 Programma ‘Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie’.

Dit programma geeft de inspanningen weer die eraan bijdragen dat elke Zoetermeerder werkt, leert en of meedoet naar vermogen.

Bij dit programma zijn in de programmabegroting drie doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:

Doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’.

Doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’.

Doelstelling ‘Voorzien in de noodzakelijke middelen van bestaan’.

2.1 Doelstellingen ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’ en ‘Beperken uitval in het onderwijs’.

Visie

De subsidies die verstrekt worden in deze programmaonderdelen dragen bij aan het leveren van maatwerk in spelen en leren, of het beperken van de uitval in het onderwijs. Daarnaast moeten de activiteiten, waar subsidie aan verstrekt wordt, bijdragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid. Onder andere voor speeltaalhuizen, onderwijsachterstandenbeleid, brede schoolactiviteiten, schoolmaatschappelijk werk, woonbegeleiding voor jongeren en volwasseneneducatie zijn in voorgaande jaren subsidies verstrekt.

Subsidieaanvragen die een relatie hebben met het aanbod op scholen dienen in afstemming met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, betrokken schoolbesturen en/of het mbo ingediend te worden. Bij de afweging van de aanvraag wordt ook de samenhang met het bredere Sociaal Domein betrokken. Een deel van het subsidiebudget is gericht op het voorkomen van onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten. Deze subsidies worden uit Rijksmiddelen bekostigd, waarvoor aanvullende voorwaarden gelden.

Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’

Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- of leeromgeving, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Dit subsidiebudget kan alleen besteed worden aan activiteiten die voldoen aan de wettelijke criteria. Het gaat hierbij om activiteiten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie.

Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’

  • Gelijke en betere ontwikkelkansen voor kinderen en jongeren van nul tot 27 jaar.

  • Meer kinderen en jongeren ontwikkelen zich tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau, zo mogelijk met een startkwalificatie.

  • Kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar met een (taal)ontwikkelingsachterstand boeken extra leerwinst, zodat de achterstand verkleind wordt.

  • Het kinderopvang en/of onderwijsaanbod en is kwalitatief goed en wordt behouden of verhoogd via de (door)ontwikkeling van integrale kind centra.

  • Ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

  • De samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

  • De inwoners in Zoetermeer beschikken over voldoende basisvaardigheden om zelfstandig deel te kunnen nemen aan de samenleving.

Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’

Voor ieder kind en iedere jongere kan (maatwerk) begeleiding ingezet worden, zodat voorkomen wordt dat hij of zij uitvalt in het onderwijs. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Het gaat hierbij om activiteiten voor de uitvoering van leerplicht en RMC, die moeten voldoen aan de wettelijke criteria.

Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’

  • Gelijke en betere ontwikkelingskansen voor elk kind en elke jongere, die daarvoor de juiste ondersteuning ontvangt.

  • De uitval in het onderwijs wordt beperkt.

  • De doorstroom binnen het onderwijs en naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd.

  • Ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

  • De samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

Beoordelingscriteria

Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt binnen het onderdeel onderwijs belang gehecht aan de volgende criteria:

  • Activiteiten dienen bij te dragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid.

  • Activiteiten zijn gericht op het bieden van gelijke ontwikkelkansen van kinderen en jongeren.

  • Activiteiten (met name gericht op preventie) zijn aantoonbaar effectief.

  • Activiteiten die in samenwerking met verschillende partijen aangeboden worden bevorderen ouderbetrokkenheid.

  • Activiteiten dragen bij aan innovatief onderwijs door samenwerking tussen het onderwijs, overheid en bedrijfsleven (Triple helix).

  • Activiteiten versterken het ‘Leven Lang Ontwikkelen’.

2.2 Doelstelling ‘Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan’.

Visie

De subsidies die in dit programmaonderdeel verstrekt worden dienen bij te dragen aan het voorkomen of oplossen van schulden en problemen als gevolg van armoede. Daarnaast moeten de activiteiten, waar subsidie aan verstrekt wordt, bijdragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid.

Doelen en effecten

Binnen dit programmaonderdeel verstrekken we jaarlijks subsidies voor activiteiten gericht op:

  • Administratieve ondersteuning van inwoners bij het op orde krijgen en houden van hun geldzaken.

  • Preventie van problematische schulden door vroeg-signalering en voorlichting;

  • Materiële ondersteuning gericht op minimale voedingsbehoeften en andere (noodzakelijke) basisbehoeften.

  • Materiële ondersteuning gericht op kinderen uit gezinnen in armoede.

  • Het ondersteunen en bijdragen aan een rustige en veilige omgeving voor een goede ontwikkeling van kinderen uit gezinnen in armoede.

Beoordelingscriteria

Aan het verstrekken van subsidie stellen als voorwaarde dat er een aantoonbare samenwerking is met relevante maatschappelijke partners en dat er gezorgd wordt voor kwaliteit en continuïteit in de dienstverlening door:

  • Activiteiten dienen bij te dragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid.

  • Aantoonbare onderlinge afstemming over activiteiten zodat deze complementair zijn, zich richten op preventie en maatschappelijk rendement hebben.

  • Deelname aan het breed overleg armoedebestrijding.

  • Participatie in projecten en activiteiten op het terrein van armoede en schulden, op verzoek van de gemeente georganiseerd of uitgevoerd.

  • Relevante scholing van professionals en vrijwilligers op het terrein van geldzaken.

  • Activiteiten gericht op het activeren dan wel financieel redzaam maken van inwoners die in armoede en/of schulden leven.

3 Programma ‘Samen leven en ondersteunen’.

Dit programma geeft de inspanningen weer die bijdragen aan de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van alle Zoetermeerders zodat zij sterk in het leven kunnen staan.

Bij dit programma is een aantal doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:

Doelstelling ‘Bevordering vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.

Doelstelling ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’.

Doelstelling ‘Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden’.

3.1 Doelstelling ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.

Visie

Onder de doelstelling ‘bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’ staat ‘Het versterken van het gewone leven’ als visie centraal. Van organisaties wordt verwacht dat zij bijdragen aan het creëren van een leefomgeving waarin jeugdigen kansrijk, gezond en veilig kunnen ontwikkelen en opgroeien. De leefwereld van kinderen en hun ouders vormt hierbij de basis. Juist het benutten en versterken van de kracht van het gezin is het startpunt van de ondersteuning die vanuit deze doelstelling wordt gerealiseerd. Om deze reden wordt de ondersteuning aangeboden op de belangrijkste vindplaatsen, namelijk binnen de kinderopvang, het onderwijs, thuis, in de wijk en/of op de (sport)vereniging. Er wordt ingezet op werken vanuit de bedoeling: van oplossing naar (eigen) oplossend vermogen. Dit betekent dat mét inwoners gekeken wordt welke oplossingen bij hen passen en wat werkt voor de uitdagingen die zij ervaren. Dit betekent ook dat een beroep wordt gedaan op organisaties die flexibiliteit en innovatie hoog in het vaandel hebben staan en verantwoordelijkheid durven nemen voor het versterken van onderlinge samenwerking en afstemming vanuit deze visie.

Doel

Door het snel signaleren van en het anticiperen op risico’s kunnen problemen bij het opvoeden en opgroeien zo veel mogelijk worden voorkomen of verminderd en houden jeugdigen perspectief op een kansrijke, gezonde en veilige ontwikkeling. Bij jeugdigen voor wie al specialistische hulp wordt ingezet, wordt waar mogelijk genormaliseerd en weer aangesloten bij het gewone leven door af te schalen naar lichtere vormen van ondersteuning in de directe leefomgeving.

Bij de beoordeling van de aanvragen zal hierbij worden gestuurd op een samenhangend, passend, doelgericht preventief (wijk)aanbod in Zoetermeer.

Doelgroepen

  • a.

    Jeugdigen en gezinnen met vragen over opvoeden en opgroeien (Universele Preventie)

  • Met universele preventie, algemene informatie over het bevorderen van een gezonde ontwikkeling en opvoeding, moeten vooral zo veel mogelijk inwoners worden bereiken. Het gaat hierbij om informatie & advies over opvoeden en opgroeien en het doorgeleiden van jeugdigen en ouders met lichte, beginnende problematiek naar een passende, preventieve maatwerk voorziening (sociale kaart functie).

  • b.

    Jeugdigen en gezinnen met verhoogd risico op opvoed- en opgroeiproblemen (Selectieve Preventie)

  • De selectieve preventie wordt zo georganiseerd dat interventies laagdrempelig beschikbaar zijn, daar waar de meest voorkomende risico’s 1 aanwezig zijn. Interventies zijn gericht op het versterken van beschermende factoren, factoren de positieve ontwikkeling en weerbaarheid van jeugdigen en gezinnen stimuleren, in buurten en op scholen waar jeugdigen en gezinnen hier de meeste behoefte aan hebben. Organisaties moeten aannemelijk kunnen maken dat zij de doelgroep, jeugdigen en gezinnen met verhoogd risico op opvoed- en opgroeiproblemen, weten te bereiken en hiervoor een effectief (bewezen) aanbod hebben

  • c.

    Jeugdigen en gezinnen met beginnende opvoed- en opgroeiproblematiek (Maatwerk)

  • Preventieve maatwerk voorzieningen worden zo georganiseerd dat jeugdigen en ouders met beginnende problematiek snel passende ondersteuning kan worden geboden. Organisaties moeten aannemelijk kunnen maken dat zij de doelgroep, jeugdigen en gezinnen met beginnende opvoed- en opgroeiproblematiek, weten te bereiken en hiervoor een effectief bewezen aanbod hebben. Dit vereist een heldere visie op vroegsignaleren en probleeminventarisatie.

  • d.

    Jeugdigen en gezinnen met specialistische jeugdhulp voor wie lichtere vormen van ondersteuning passend zijn (Maatwerk)

  • Daar waar jeugdigen en gezinnen met specialistische jeugdhulp ook geholpen kunnen worden met lichtere vormen van ondersteuning binnen het preventieve veld om zo terugval te voorkomen, wordt deze ondersteuning geboden. Organisaties moeten aannemelijk maken dat zij deze doelgroep met goed resultaat kunnen ondersteunen, daar waar er risico is op terugval. Dit vereist ook dat organisaties hierover afspraken maken met jeugdhulpaanbieders en/of toegangspartners.

Resultaten

Door het inzetten op een universeel, selectief en maatwerk preventief aanbod willen we problemen bij opvoeden en opgroeien in Zoetermeer zoveel mogelijk voorkomen of verminderen. We verwachten dan ook dat minder jeugdigen te maken gaan hebben met zwaardere opvoed- en opgroeiproblematiek waardoor ook de inzet van (specialistische) jeugdhulp afneemt.

Voor 2023 ligt hierbij de focus drietal thema’s:

  • 1.

    Van opvoedonzekerheid tot opvoedprobleem:

    • a.

      Het voorkomen van problemen bij het opvoeden en opgroeien tijdens de eerste 1000 dagen: Kansrijke start,

    • b.

      Het verstevigen van ouderschap zodat opvoedproblemen worden voorkomen, daar waar zich risico’s voordoen of daar waar reeds lichte problemen zijn ontstaan.

  • 2.

    Van dip tot depressie: Het voorkomen van psychosociale problematiek, in het bijzonder somberheid en depressie bij jeugdigen van twaalf jaar en ouder door het vroegtijdig signaleren en aanbieden van passende ondersteuning.

  • 3.

    Van lastig tot gedragsproblematiek: Het voorkomen van gedragsproblematiek en overlast-gevend gedrag door het vroegtijdig signaleren en aanbieden van passende ondersteuning.

De kinderopvang en het onderwijs zijn belangrijke vindplaatsen en spelen een centrale rol bij het vroegtijdig signaleren van opvoed- en opgroeiproblemen. Versterking van de samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs en de preventieve jeugdhulp is een voorwaarde voor het behalen van resultaat m.b.t. hierboven genoemde thema’s. Van organisaties die resultaat beogen te behalen op deze thema’s wordt verwacht dat zij concreet aangeven hoe zij de verbinding met de kinderopvang en het onderwijs maken.

Inzet

Bij het preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning dat onder deze doelstelling wordt gefinancierd zal de focus liggen op het vergroten van het effect en de kwaliteit. Van organisaties wordt verwacht dat zij kunnen aantonen dat deze interventies op de juiste wijze, door hiervoor getraind of opgeleid personeel, worden uitgevoerd en dat de beoogde doelgroep wordt bereikt.

Voorwaarden

Versterken eigen kracht

Van organisaties wordt verwacht dat zij gezinnen, jeugdigen en hun sociale omgeving ondersteunen bij het oplossen en beheersbaar maken van kwetsbaarheid en het versterken van de eigen mogelijkheden. De strategie hiertoe moet duidelijk terug te vinden zijn in de subsidieaanvraag. Om de eigen kracht van jongeren en gezinnen te versterken en te normaliseren wordt ingezet op de volgende onderdelen.

  • 1.

    Vergroten van de toegankelijkheid tot informatie en advies.

  • 2.

    Werken vanuit een rechtenbenadering (dit betekent dat we erop gericht zijn om jeugdigen toe te rusten om zelf voor hun rechten en belangen op te komen).

  • 3.

    Versterken van jongerenparticipatie.

  • 4.

    Vergroten van de inzet van ervaringsdeskundigheid.

Integraal werken

Binnen deze doelstelling staat integraliteit centraal. Uitgangspunt is om te kijken naar wat het hele gezin nodig heeft en daarop in te spelen, zodat de impact van de probleemsituatie zo gering mogelijk blijft. Hierbij is het soms nodig om samen te werken met professionals op andere beleids- en uitvoeringsterreinen. Dit betreft onder meer samenwerking tussen preventiepartners, jeugdhulppartners, volwassenzorg en veiligheidspartners en onderwijs professionals.

Wij verwachten dat organisaties inzetten op het vernieuwen en afstemmen van aanbod. Dat betekent dat van organisaties verwacht wordt dat de subsidieaanvraag de onderlinge afspraken en afstemming hierover reflecteert. Indien mogelijk vragen organisaties gezamenlijk een subsidie aan om een overkoepelende doelstelling te bereiken. Dit betekent dat een budgettaire verschuiving kan plaatsvinden zodat gemeente-breed zo efficiënt en doelmatig mogelijk resultaten kunnen worden behaald in relatie tot de benoemde thema’s. De beoordeling van de subsidieaanvragen en de gesprekken hierover tussen de gemeente en de organisaties zullen vanuit dit uitgangspunt ook (deels) groepsgewijs plaatsvinden.

Effectiviteit van preventie

De subsidieaanvraag moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het vinden van oplossingen m.b.t. de thematische prioriteit(en) zoals deze hierboven zijn weergegeven, waarbij waar mogelijk gebruik wordt gemaakt van bewezen effectieve interventies. Deze staan vermeld in de databank Effectieve Jeugdinterventies: https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies.

Dit betekent ook dat de gemeente waar mogelijk zal investeren in bewezen effectieve interventies ter vervanging van interventies waarvoor onvoldoende aanwijzingen zijn van de effectiviteit.

Organisaties dienen in hun subsidieaanvraag aan te geven welke methoden gebruikt worden om monitoring en resultaatmeting vorm te geven. Er wordt hierbij vooral belang gehecht aan erkende methoden die gerichte sturing op basis van opgedane ervaring in het preventieve veld bewerkstelligen. Het is hierbij essentieel dat in de subsidieaanvraag wordt aangegeven hoe het voorgestelde aanbod aansluit bij de behoeften van de doelgroep, hoe deze doelgroep bereikt wordt en welke resultaten met de doelgroep gerealiseerd worden.

3.2 Doelstelling ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’.

Binnen de doelstelling ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’ worden de volgende maatschappelijke opgaven onderscheiden:

  • -

    Versterken sociale samenhang

  • -

    Versterken inclusieve en sociaal veilige samenleving en inburgering

  • -

    Elkaar Helpen

  • -

    Organiseren van Maatschappelijke Zorg

Visie

De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving waar iedereen tot zijn recht komt, ongeacht leeftijd, achtergrond of beperking. Iedereen doet mee, we helpen elkaar en doen dat in iedere wijk. Een stevige sociale basis zorgt ervoor dat mensen meedoen, het naar hun zin hebben en omkijken naar anderen. De inwoner zelf, de eigen netwerken, de informele en de (meer) formeel georganiseerde voorzieningen dragen samen bij aan een inclusieve, betrokken en vitale samenleving. Dit heeft een belangrijke preventieve functie en verkleint de behoefte aan zwaardere (zorg)voorzieningen, of stelt deze uit. Waar mogelijk zien wij graag samenwerking tussen professionele en vrijwilligersorganisaties, en afstemming over activiteiten met organisaties in de wijk.

Er is extra aandacht voor bewoners die (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Kwetsbaarheid kan verschillende vormen aannemen, zoals een psychische, fysieke of verstandelijke beperking, maar ook mensen die tot op hoge leeftijd zelfstandig thuis blijven wonen kunnen in bepaalde mate kwetsbaar zijn, en mensen die moeite hebben met sociale contacten, eenzaam zijn, of nog maar net in Nederland zijn, mensen die (langdurig) mantelzorg bieden, en/of dagelijks kampen met (geld)stress.

De maatschappelijke opgaven:

Versterken Sociale Samenhang

Binnen deze opgave worden activiteiten ondersteund die bijdragen aan een sterke(re) sociale basis in wijken en buurten.

Doelgroep

  • Inwoners.

Doel

Een grotere mate van sociale samenhang en leefbaarheid in de wijken om zo bij te dragen aan een sterke(re) sociale basis.

Te bereiken resultaten

  • Inwoners met en zonder een beperking voelen zich ondersteund bij (het organiseren van) activiteiten die bijdragen aan hun empowerment.

  • Inwoners hebben hun sociale netwerk versterkt.

  • Inwoners uit verschillende culturen die met elkaar in een buurt samenleven, hebben onderling begrip voor elkaar.

  • Eenzame inwoners voelen zich minder eenzaam.

  • Conflicten tussen buren zijn bevredigend opgelost.

  • Inwoners zijn gemotiveerd en geactiveerd om zaken rondom leefbaarheid en sociale cohesie in hun buurt of wijk aan te pakken.

  • Inwoners ervaren dat de betrokkenheid, leefbaarheid en saamhorigheid binnen de buurt of wijk zijn versterkt.

  • Inwoners leren van en door elkaar.

  • Er is meer verbinding tussen organisaties, verenigingen en ondernemers (in de wijk) om activiteiten en initiatieven uit te voeren die de leefbaarheid en/of sociale samenhang bevorderen en eenzaamheid voorkomen of bestrijden.

Inzet

Samenlevingsopbouw

  • Inwoners zijn op innovatieve manier gestimuleerd en ondersteund bij het ontwikkelen van (nieuwe) ideeën en initiatieven, waarbij het eigenaarschap bij de inwoners blijft.

  • Inwoners zijn gestimuleerd en ondersteund om mee te doen aan activiteiten die de betrokkenheid in hun directe woonomgeving, en de leefbaarheid en sociale cohesie in buurten en wijken bevorderen.

  • De ondersteuning sluit aan bij wensen, initiatieven, talenten en kansen in de wijk, zoveel mogelijk in samenwerking met andere partijen die in de wijk actief zijn.

  • Inwoners helpen bij (het organiseren van) activiteiten voor/ door zeer kwetsbare groepen zoals inwoners met een zintuiglijke of verstandelijke handicap.

Wijkactivering

  • Inwoners, verenigingen en ondernemers ontwikkelen initiatieven voor de buurt of wijk die leiden tot meer contact en betrokkenheid tussen buurtbewoners.

  • Wijkorganisaties stellen hun accommodatie open voor buurtinitiatieven, activiteiten, ontspanning en ontmoeting door en voor alle wijkbewoners.

  • Er is verbinding tussen vitale (wijk)bewoners en kwetsbare (wijk)bewoners, bewoners van verschillende culturele achtergronden en tussen jong en oud; bijv. door samen te eten.

  • Inwoners en organisaties kunnen voor maatschappelijke initiatieven in de wijk een beroep doen op het budget Wijk aan Zet.

Buurtbemiddeling

  • Buurtbewoners die knelpunten of conflicten ervaren in het samenleven in hun straat of buurt, worden kortdurend ondersteund en begeleid.

  • Communicatie en contact tussen bewoners is hersteld waardoor een prettig woonklimaat ontstaat.

Aanpak eenzaamheid

Voor de aanpak van eenzaamheid werkt de gemeente met een actieplan.

Het actieplan heeft vier onderdelen:

  • 1.

    Inzicht krijgen in eenzaamheid in Zoetermeer;

  • 2.

    Het uitbouwen en versterken van de lokale community tegen eenzaamheid;

  • 3.

    Het signaleren en bespreekbaar maken van eenzaamheid;

  • 4.

    Het doorbreken en duurzaam aanpakken van eenzaamheid.

Het actieplan richt zich in eerste instantie op preventie en het verminderen van eenzaamheid onder ouderen. Ook zijn er initiatieven die zich richten op andere risicogroepen voor eenzaamheid, zoals jongeren. Centrale pijler van het actieplan is de community tegen eenzaamheid, met deelnemers uit bedrijfsleven, zorg en welzijn, horeca, sport, kunst en cultuur e.a. De community is niet van de gemeente, maar van de stad. De deelnemers aan de community bedenken samen wat nodig is. De gemeente motiveert, stimuleert, ondersteunt bij praktische zaken en verbindt. De community deelnemers organiseren mooie evenementen, zoals activiteiten in de Week tegen Eenzaamheid en Magisch Zoetermeer. De uitvoering van het plan loopt in ieder geval door tot en met 2023. Meer informatie kunt u vinden via www.zoetermeertegeneenzaamheid en www.magischzoetermeer.nl.

We willen realiseren, dat:

  • Inwoners worden gestimuleerd om in hun directe leefomgeving naar elkaar om te kijken, initiatieven te ontwikkelen en hun informele netwerk te versterken.

  • Organisaties, verenigingen en ondernemers samenwerken in netwerken en allianties om eenzaamheid aan te pakken. Zij verbinden wat er al is en werken met praktisch toepasbare methodieken en werkwijzen.

Voorwaarden

  • Netwerkvorming tussen wijk-, welzijns-, zorg- en vrijwilligersorganisaties in de wijken, maar ook met ondernemers en sport- en culturele instellingen.

  • Er is aantoonbare afstemming over activiteiten met andere organisaties in de wijk.

Versterken Inclusie en sociaal veilige samenleving en inburgering

In een inclusieve Zoetermeerse samenleving moet iedere inwoner de kans hebben om zich gelijkwaardig te ontwikkelen en ontplooien; ongeacht leeftijd, sekse, beperking, seksuele voorkeur, herkomst, etniciteit of levensbeschouwing.

Een inclusieve stad betekent dat iedereen veilig kan wonen, werken en ontspannen. Een stad waarin iedereen telt en waar ruimte is voor verschillen. Gelijke kansen en gelijke behandeling van alle Zoetermeerders is hierin het streven. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, iedereen levert een unieke bijdrage in de stad, of moet de gelegenheid krijgen deze bijdrage te kunnen leveren.

Doelgroep

  • Alle Zoetermeerders.

  • Vluchtelingen.

  • Iedereen die zich niet vrij voelt om zichzelf te zijn.

Doel

Een inclusieve samenleving waarin sprake is van:

  • Maatschappelijke integratie en participatie van vluchtelingen (vergunningshouders).

  • Acceptatie van inwoners met een andere culturele, etnische of religieuze achtergrond of seksuele oriëntatie.

  • Bestrijden van discriminatie op alle denkbare gronden.

Te bereiken resultaten

  • Vluchtelingen/statushouders hebben na gemiddeld anderhalf jaar een goede startpositie voor deelname aan de Zoetermeerse samenleving.

  • Inwoners ervaren een toegankelijke, inclusieve en veilige stad.

  • Inwoners ervaren de antidiscriminatievoorziening als toegankelijk.

  • Er is voldoende ondersteuning om de weerbaarheid van inwoners te vergroten die zich niet vrij voelen om zichzelf te zijn.

  • De sociale infrastructuur om sociale uitsluiting te voorkomen, te bestrijden en iedereen mee te kunnen laten doen, wordt versterkt.

  • De participatie en onderlinge integratie van nieuwe Nederlanders wordt verbeterd.

  • Waarborgen van de toegankelijkheid van een antidiscriminatievoorziening

  • Vergroten van de weerbaarheid van de inwoners die zich niet vrij voelen om zichzelf te zijn.

  • De onderlinge verbinding tussen verschillende groeperingen en individuen wordt versterkt

  • Vooroordelen over en tussen bevolkingsgroepen wordt verminderd door acceptatie van diversiteit.

  • Er is ruimte om de andere mens te zien. Er ontstaat compassie door elkaar te kennen, te horen, te begrijpen en te respecteren door verhalen te delen en dialogen te starten.

  • Er is een veilig schoolklimaat en veilige leef- en woonomgeving voor alle Zoetermeerders.

  • LHBTI+inwoners en inwoners met een andere culturele, etnische of religieuze achtergrond kunnen zich net zo goed ontwikkelen en ontplooien in de stad

  • Meer zelfacceptatie van LHBTI+inwoners.

  • Communicatie richting Zoetermeerders over de acceptatie van diversiteit en verschillen in de samenleving.

Inzet

Vluchtelingen-ondersteuning

  • Statushouders ontvangen hulp bij vestiging in de gemeente en maatschappelijke begeleiding om hen te helpen bij hun integratie in de Zoetermeerse samenleving.

  • Voor en met statushouders zijn de basisvoorwaarden gerealiseerd: inkomen, financiële zelfredzaamheid, sociaal netwerk, scholing, (vrijwilligers)werk, etc.

Maatschappelijke acceptatie

  • Inwoners die zich gediscrimineerd voelen kunnen hun ervaring melden bij het regionale meldpunt, ontvangen advies en zo nodig ondersteuning.

  • Zoetermeerders (jong, oud, bedrijven, welzijns- en zorgorganisaties, professionals en vrijwilligers) zijn bewust gemaakt van vooroordelen over bepaalde groepen inwoners door voorlichting en deskundigheidsbevordering; met als speerpunten onderwijs, zorg en sociale veiligheid.

  • Er is specifiek aandacht voor LHBTI vriendelijke hulp en zorgverlening.

Lokale agenda non-discriminatie, sociale veiligheid en inclusie

  • Er is zichtbare inzet van een samenwerkingsverband/coalitie die discriminatie op alle gronden bespreekbaar maakt.

  • Zoetermeerders weten waar zij hun verhaal kunnen delen en veilig mogen delen.

  • Het wordt inzichtelijk welke initiatieven (oud en nieuw) bijdragen aan het bestrijden van discriminatie.

  • Er wordt gewerkt aan een gelijkwaardig beeld van alle inwoners door voorlichtingen, deskundigheidsbevordering en het faciliteren van dialogen tussen inwoners.

  • Jongereninitiatieven vormen een belangrijke basis van de aanpak in de lokale agenda om als voorbeeld te fungeren.

Voorwaarden

  • Inwoners moeten worden ondersteund en gefaciliteerd om hun verhaal te vertellen.

  • Er is samenwerking met (vrijwilligers)organisaties in het sociale en veiligheidsdomein (Wmo, jeugd).

  • Netwerkvorming tussen wijk-, welzijns- en vrijwilligersorganisaties in de wijken, maar ook met ondernemers, de arbeidsmarkt, woningmarkt en sport- en culturele instellingen.

  • Betrokkenheid vanuit scholen en organisaties die gericht zijn op jongerenwerk.

  • Er is aantoonbare afstemming over activiteiten met andere organisaties in de stad en op wijkniveau.

Elkaar Helpen

Inwoners die elkaar helpen (ofwel informele hulp) zijn essentieel voor het functioneren van de Zoetermeerse samenleving op de terreinen welzijn en zorg. Gemeente Zoetermeer wil stimuleren dat inwoners ‘samen redzaam’ worden. Dit houdt in dat mensen die minder zelfredzaam zijn worden geholpen door zelfredzame inwoners. Veel inwoners in Zoetermeer willen wat voor een ander betekenen. Soms is een inspanning nodig om de verbinding tussen inwoners te leggen die kunnen helpen en die hulp nodig hebben. Binnen deze opgave worden voorzieningen ondersteund die deze verbinding tussen inwoners stimuleren en faciliteren.

Doelgroep

  • Vrijwilligers.

  • Mantelzorgers.

  • Inwoners met een hulpvraag.

  • Inwoners die iets voor een ander willen doen.

  • Organisaties en initiatieven die stimuleren en faciliteren dat inwoners elkaar kunnen helpen.

Doel

Een samenleving waar mensen elkaar helpen en een infrastructuur die inwoners daartoe stimuleert en faciliteert.

Te bereiken resultaten

  • Er is een passend aanbod van informele hulp dat complementair is aan formele hulp.

  • Inwoners zijn gestimuleerd en gefaciliteerd om informele hulp te bieden.

  • Inwoners met een hulpvraag en inwoners met een hulpaanbod vinden elkaar.

  • Mantelzorgers voelen zich goed ondersteund en raken niet overbelast.

  • Er is een netwerk van verschillende sociale eetinitiatieven waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten en een gezonde maaltijd kunnen koken en/of ontvangen.

  • Er is een goede wisselwerking tussen formele en informele hulp.

Inzet

Vrijwillige hulp

  • Inwoners helpen elkaar van A naar B door middel van o.a. een ouderenbus, personenvervoer of begeleid vervoer.

  • Inwoners verlenen diensten aan elkaar, bijvoorbeeld in de vorm van o.a. huisbezoek 75+, boodschappendienst, klussendienst, maatjesprojecten, vrijwillige respijtzorg en projectmatig vrijwilligerswerk.

Vrijwilligersondersteuning

  • Professionele en vrijwilligersorganisaties vormen onderlinge netwerken in het sociaal domein. Zo kunnen ze beter samenwerken, kennis delen en vrijwilligers uitwisselen.

  • Vrijwilligers kunnen hun talenten en kennis vergroten met opleidingen. Zo zijn ze goed toegerust op de praktijk.

  • Voor de ontwikkeling en implementatie van nieuwe ideeën van vrijwilligers(organisaties) heeft de gemeente een Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning opgesteld. Het gaat om activiteiten, producten, diensten en trainingen die ervoor zorgen dat vrijwilligers hun werk beter kunnen doen en zorgen voor een betere samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties. (Vrijwilligers)organisaties kunnen een subsidieaanvraag doen, passend bij de criteria uit deze subsidieregeling. U vindt deze op onze website.

Mantelzorgondersteuning

  • Professionele mantelzorgondersteuning wordt geleverd door het consortium dat de gebiedsgerichte Wmo uitvoert.

  • Mantelzorgers kunnen uiteraard ook worden ondersteund door vrijwilligers. Bijvoorbeeld door de organisatie van lotgenotencontact voor mantelzorgers. Of een vrijwilliger die de mantelzorger ontlast door iets met de cliënt te gaan doen.

Eten en ontmoeten

  • Sociale eetinitiatieven worden georganiseerd door vrijwilligers, maatschappelijke initiatiefnemers en organisaties. Deze eetinitiatieven zijn gericht op (kwetsbare) groepen inwoners die een steuntje in de rug nodig hebben bij het ontmoeten van andere inwoners. Samen koken en/of eten is een middel om deze ontmoetingen te stimuleren.

  • Sociale eetinitiatieven activeren en stimuleren inwoners bij het zelf organiseren en koken van gezamenlijke maaltijden.

  • Verschillende sociale eetinitiatieven vormen gezamenlijk een netwerk om het aanbod beter richting inwoners te ontsluiten en in samenwerking goed op de vraag van inwoners in te spelen.

Voorwaarden

  • Inwoners worden gestimuleerd en gefaciliteerd om elkaar te helpen. De focus dient erop te liggen dat de informele hulp ten gunste komt aan kwetsbare inwoners.

  • In kader van dit thema dienen activiteiten van (professionele) organisaties te bewerkstelligen dat inwoners elkaar beter kunnen helpen.

  • Professionals voeren in het kader van dit thema zelf geen activiteiten uit die ook door vrijwilligers uitgevoerd kunnen worden: zij stellen vrijwilligers in staat om activiteiten uit te voeren in kader van informele hulp.

Organiseren van Maatschappelijke Zorg

Binnen deze opgave worden vooral voorzieningen ondersteund die een vangnetfunctie voor de doelgroep OGGZ/GGZ vervullen. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben en hier niet om (willen) vragen wordt een veilig vangnet geboden waarmee zij toch hulp kunnen krijgen.

Doelgroepen

  • Personen waarover inwoners of professionals zorgen hebben.

  • Inwoners met psychische/psychosociale problematiek.

  • Inwoners die dakloos dreigen te worden al dan niet vanwege ernstige meervoudige problematiek.

Doel

  • Een veilig vangnet en effectieve ondersteuningsstructuur, in de wijken en stedelijk.

Te bereiken resultaten

  • Tegengaan van maatschappelijke teloorgang, het beperken van overlast en het verminderen van persoonlijk leed door in een vroeg stadium contact te leggen (vertrouwen, stimuleren en motiveren): thuis of op straat.

  • Inwoners waarover zorgen zijn of zorgmijders, zijn toegeleid naar passende zorg of ondersteuning.

  • De pool van ervaringswerkers is bekend bij de professionele hulpverleners.

Inzet

  • Inwoners kunnen hun zorgen over een andere inwoner melden bij één meldpunt, ook als het gaat om meldingen in het kader van de Wvggz.

  • Inwoners die zelf niet vragen om zorg of ondersteuning maar deze wel nodig hebben zijn actief benaderd (door wijk-ggz, wijkcoach, wijkverpleegkundige, verslavingszorg, bemoeizorg MO/OGGZ groep).

  • Voor professionals is een consultatie- en triagefunctie GGZ beschikbaar.

  • Voor inwoners waarvoor het gewenst is dat zij even uit de eigen omgeving zijn om escalatie te voorkomen is een time-outvoorziening beschikbaar.

  • Ervaringswerkers/ervaringsdeskundigen op het terrein van GGZ hebben een professionele ‘thuishaven’, worden actief betrokken bij ondersteuning aan inwoners en verzorgen in de wijk laagdrempelige herstelactiviteiten.

Voorwaarden

  • Partijen hebben ieder een specifieke expertise.

  • Er is aantoonbare onderlinge afstemming over activiteiten zodat deze complementair zijn.

  • Partijen zijn verankerd in de lokale zorgverlening en ondersteuning op wijkniveau.

  • Er is samenwerking met (vrijwilligers)organisaties in het sociale en veiligheidsdomein (Wmo, jeugd, werk en inkomen, wonen, politie).

3.3 Doelstelling ‘Bevorderen Gezondheid en Welbevinden’.

Binnen de doelstelling ‘Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden’ wordt de volgende maatschappelijke opgave onderscheiden (paragraaf 3.3):

  • -

    Bevorderen Gezondheid en Welbevinden.

Visie

Ook een goede gezondheid is belangrijk voor iedereen. Dit is een voorwaarde om te kunnen participeren. De gemeente beschouwt gezondheid op een positieve manier: ‘gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’.

De maatschappelijke opgave:

Bevorderen Gezondheid en welbevinden

Binnen de opgave gezondheidsbevordering en welbevinden ondersteunt de gemeente:

  • (Preventieve) activiteiten die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

  • (Preventieve) activiteiten gericht op een goede geestelijke gezondheid.

  • Begeleiding vanuit vrijwilligers en gezondheidszorg voor inwoners in hun laatste levensfase.

  • Het stimuleren van eigen kracht en het gezonder maken van de wijk door inzet van preventie verpleegkundigen.

Doelgroep:

  • Personen met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, zowel fysiek als mentaal.

  • Personen in hun laatste levensfase.

Doel

  • Stimuleren van een gezonde leefstijl.

  • Handvatten bieden voor een gezonde mentale leefstijl.

  • Mensen zorg en ondersteuning bieden in hun laatste levensfase.

Te bereiken resultaten

  • Met lichte zorg en stimuleren van een gezonde leefstijl voorkomen dat mensen zwaardere zorg nodig hebben.

  • Door inzet van Positieve Gezondheid bevorderen van de ervaren gezondheid en gezonde keuzes makkelijker te maken.

  • Stimuleren eigen regie als het gaat om ervaren gezondheid.

Inzet

  • Inwoners met (risico op) overgewicht krijgen advies over gezonde voeding, voor zichzelf en hun kinderen.

  • Inwoners met verhoogd risico op mentale problematiek kunnen in groepsverband hun psychosociale vaardigheden verbeteren.

  • Begeleiding vanuit vrijwilligers en gezondheidszorg voor inwoners in hun laatste levensfase.

  • Stimuleren van eigen kracht en het gezonder maken van de wijk door inzet van preventie verpleegkundigen.

Voorwaarden

  • Partijen hebben ieder een specifieke expertise.

  • We hebben hierbij een uitgesproken voorkeur voor activiteiten die uitgaan van de principes van Positieve Gezondheid en/of die bewezen effectief zijn zodat inwoners ondersteund worden op eigen regie op het leven en hun gezondheid en welbevinden.

  • Partijen zijn verankerd in de lokale zorgverlening en ondersteuning op wijkniveau.

  • Er is samenwerking met (vrijwilligers)organisaties in het sociale en veiligheidsdomein (Wmo, jeugd, werk en inkomen, wonen, politie).

4 De subsidieplafonds

Het Subsidieregeling valt binnen de kaders van de meerjarenbegroting. Om te sturen op de inzet van middelen en voor de transparantie wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het bedrag aan te verlenen subsidies kan per programma niet hoger zijn dan het plafond dat voor dat programma is vastgesteld.

De vaststelling van de plafonds vindt bij de vaststelling van het Subsidieregeling plaats. Dat is ruim voordat de gemeenteraad de meerjarenbegroting vaststelt. Daarom maken burgemeester en wethouders op basis van artikel 3 een begrotingsvoorbehoud: als de behandeling van de meerjarenbegroting daartoe aanleiding geeft, dan mogen burgemeester en wethouders de plafonds aanpassen.

Het subsidieplafond voor de Subsidieregeling beoordeling subsidies sociaal domein 2023 is gesplitst in twee deelplafonds, te weten voor de subsidies die vallen onder programma 1: Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie en programma 2: Samenleven en ondersteunen.

Deelplafond 1: Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie: € 7.488.819

Deelplafond 2: Samenleven en ondersteunen: € 9.912.468

Ondertekening


Noot
1

Bekende risicofactoren die de kans op het ontstaan of escaleren van problemen bij opvoeden en opgroeien vergroten zijn o.a. (een combinatie van) financiële stress binnen het gezin, echtscheidingsproblematiek, het opgroeien binnen een éénoudergezin en/of het hebben van een ouder met een (lichamelijke of psychische) ziekte of een verslaafde ouder.