Subsidieregeling Amateurkunst

Geldend van 06-06-2020 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Amateurkunst

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

gelet op artikel gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening van 2016;

BESLUIT:

vast te stellen, onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling Amateurkunst 2019:

Subsidieregeling Amateurkunst

De subsidieregeling Amateurkunst valt onder de doelstellingen van het Arnhemse cultuurbeleid en heeft als specifiek doel de actieve participatie aan amateurkunst door de inwoners van de gemeente Arnhem te stimuleren. Daarnaast ziet de gemeente voor instellingen van amateurkunst een rol weggelegd om de kwaliteit van leven van de stad en het welzijn van haar bewoners te bevorderen.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. actieve leden: leden van een instelling, die de artistieke activiteiten van de instelling mede uitvoeren, dan wel bestuurlijk actief zijn. De artistieke leiders, commissarissen, ereleden en dergelijke worden niet als zodanig aangemerkt;

  • b. activiteit met een openbaar karakter: een voor publiek toegankelijke activiteit waaraan door middel van publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen. Optredens op bedrijfsfeesten, serenades etc. worden niet als openbare optredens gezien;

  • c. amateurkunst: kunst die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, wordt bedreven;

  • d. artistieke leiding: leiding van een amateurkunstgezelschap, die beschikt over de voor de betreffende discipline vereiste opleiding en/of ervaring;

  • e. ASV: Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016:

  • f. de wet: de Algemene Wet Bestuursrecht;

  • g. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • h. instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem op het gebied van amateurkunst;

  • i. kunstcategorieën: categorieën van kunstuitingen te onderscheiden in:

  • - muziek: grote gezelschappen, orkestmuziek, majorettekorpsen;

  • - zang: alle koren;

  • - theater/dans: alle cultuuruitingen die tot theater, muziek- of bewegingstheater en dans gerekend kunnen worden;

  • - multidisciplinair: mengvormen van verschillende kunstdisciplines, uitgevoerd binnen de organisatie, dan wel door structurele samenwerking met externe partijen;

  • overige: beeldende kunst, audiovisueel, nieuwe media, literatuur.

  • j. leden: leden van een vereniging en deelnemers aan een activiteit op het gebied van amateurkunst van een stichting.

Artikel 2: Toepassingsbereik

  • 1. Het college kan eens per jaar subsidie verstrekken aan instellingen die inwoners van de gemeente Arnhem de gelegenheid geven tot het beoefenen van amateurkunst

  • 2. Om voor de subsidie in aanmerking te komen dient een instelling aan alle volgende

  • voorwaarden te voldoen:

    • a.

      de instelling is minimaal 1 jaar actief op het gebied van amateurkunst;

    • b.

      de instelling heeft minimaal 10 betalende leden of deelnemers;

    • c.

      voor de leden of deelnemers van de instelling bestaat ingeval het een vereniging betreft een contributieplicht en ingeval het een stichting betreft de verplichting tot het betalen van een financiële bijdrage;

    • d.

      minstens de helft van de leden of deelnemers is woonachtig in de gemeente Arnhem. Voor deze voorwaarde geldt een overgangsperiode, waarin een ondergrens wordt gehanteerd van minstens 25% leden die woonachtig zijn in Arnhem. Deze overgangsperiode loopt tot 2024 en geeft instellingen, die niet aan de voorwaarde van minstens 50% Arnhemse leden of deelnemers kunnen voldoen, de kans om zoveel Arnhemse leden te werven dat zij wel tot het gewenste minimum aantal Arnhemse leden of deelnemers komen. In 2023 zal geëvalueerd worden of deze overgangsperiode geleid heeft tot het gewenste resultaat.

    • e.

      de instelling werkt onder artistieke leiding;

    • f.

      iedere inwoner van de gemeente Arnhem kan lid worden van de instelling, met dien verstande dat de instelling ten behoeve van de artistieke kwaliteit van haar activiteiten en minimum eis aan artistieke vaardigheden kan stellen aan haar leden.

Artikel 3: Subsidieplafond

Het college stelt voorafgaand aan het subsidiejaar voor een periode van één jaar het subsidieplafond vast.

Artikel 4: Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend tussen 1 juni en 1 juli voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De aanvrager maakt bij indiening van de aanvraag gebruik van het op www.arnhem.nl beschikbaar gestelde digitale aanvraagformulier.

  • 3. Een aanvraag wordt in behandeling genomen indien is bijgevoegd:

    • a.

      een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

    • b.

      een kopie van het Curriculum Vitae van de artistieke leiding;

    • c.

      de jaarrekening van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aan gevraagd, inclusief balans;

    • d.

      een begroting voor het komende subsidiejaar

    • e.

      een geanonimiseerde ledenlijst, waaruit blijkt dat minimaal 25% van de leden woonachtig is in de gemeente Arnhem (NB. Vanaf 2024 geldt een minimum van 50% leden uit Arnhem), en;

    • f.

      bij een aanvraag op grond van artikel 5, derde lid van deze regeling: een geanonimiseerde ledenlijst, waaruit blijkt dat minimaal 25% van de leden van de instelling jonger is dan 18 jaar.

Artikel 5: Verlening en vaststelling van de subsidie

  • 1. Na het einde van de indieningstermijn als bedoeld in artikel 4, eerste lid, beoordeelt het college of de volledige aanvragen in aanmerking komen voor subsidiëring. Het college beslist uiterlijk binnen 3 maanden na 1 juli. Het college maakt deze beslissing binnen drie weken nadat zij is genomen schriftelijk bekend aan de aanvrager. De verleningsbeschikking is tevens de vaststellingsbeschikking.

  • 2. Aanvragen om subsidie kunnen worden gehonoreerd tot een maximum bedrag, afhankelijk van de kunstcategorie waarin de instelling actief is en met dien verstande dat geen hoger bedrag aan subsidie wordt verstrekt dan het tekort, zoals deze bij de aanvraag uit de begroting blijkt.

  • Een instelling kan slechts voor één kunstcategorie een aanvraag voor subsidie indienen:

  • a. Muziek tot een maximum van 4.000,- euro

  • b. Theater/dans tot een maximum van 4.000,- euro

  • c. Zang tot een maximum van 2.000,- euro

  • d. Multidisciplinair tot een maximum van 4.000,- euro

  • e. Overige disciplines tot een maximum van 2.000,- euro

  • 3. Het subsidiebedrag als bedoeld in het tweede lid kan worden verhoogd met 500,- euro indien minimaal 25% van de leden van de instelling jonger is dan 18 jaar.

  • 4. Indien het totaalbedrag van de voor subsidie in aanmerking komende subsidieaanvragen (inclusief de eventuele verhoging van het subsidiebedrag als bedoeld in het derde lid) het subsidieplafond overschrijdt, zal verdeling naar rato plaatsvinden.

  • 5. Betaling van het subsidiebedrag vindt plaats zo spoedig mogelijk na verzending van de beschikking.

Artikel 6: Weigeringsgronden

De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet en de in artikel 10 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien:

  • 1. gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

    • b.

      de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • c.

      de activiteiten zoals blijkt uit de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

    • d.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • e.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • f.

      de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 2. de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

Artikel 7: Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend en het subsidieplafond wordt vastgesteld onder voorbehoud van ter beschikking stelling van de benodigde middelen door de raad van de gemeente Arnhem.

Artikel 8: Verplichting

Bij een besluit tot subsidieverlening worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a. de instelling verricht minimaal 1 activiteit met openbaar karakter per jaar in de gemeente Arnhem;

  • b. de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring;

  • c. de subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd.

Artikel 9: Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 10: Overige bepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

  • 2. De subsidieregeling Amateurkunst 2019 vervalt op de dag van inwerkingtreding van deze regeling.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunst 2020.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester, 

Toelichting

Algemeen

Het hebben van duidelijke regelgeving op het gebied van subsidieverstrekking is wenselijk voor de subsidie-aanvrager en subsidieverstrekker. De subsidieregeling Amateurkunst 2019 bleek op een aantal punten niet te voldoen aan de praktijk. De regeling vroeg om een herziening en die is gevonden in een nieuwe regeling voor de amateurkunst: Subsidieregeling Amateurkunst. Kunst en cultuur is voor iedereen in de samenleving en moet bereikbaar zijn voor alle inwoners van de gemeente Arnhem. De subsidieregeling Amateurkunst valt onder de doelstellingen van het Arnhemse cultuurbeleid en heeft als specifiek doel de actieve participatie aan amateurkunst door de inwoners van de gemeente Arnhem te stimuleren. Om de participatie van jongeren aan culturele activiteiten te stimuleren is net als in de oude regeling de mogelijkheid opgenomen extra subsidie toe te kennen als minimaal 25% van het ledenbestand van een instelling bestaat uit jongeren tot 18 jaar.

De subsidieregeling is logisch en chronologisch opgebouwd; gestart wordt met een omschrijving van gehanteerde begrippen, waarna het proces van aanvraag, verstrekking, weigering van de subsidie aan bod komen. De verplichtingen en afwijkingsbevoegdheid zijn aan het einde van de regeling opgenomen. Voor zover de artikelen van de nieuwe subsidieregeling vragen om een inhoudelijke toelichting, worden zij hierna toegelicht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit artikel bepaalt aan welke voorwaarden de instelling zelf moet voldoen om voor subsidie op basis van deze regeling in aanmerking te kunnen komen. Vooropgesteld wordt dat de instelling inwoners van de gemeente Arnhem de gelegenheid geeft tot het beoefenen van amateurkunst.

Daarnaast is er een aantal vereisten waaraan de instelling moet voldoen ten aanzien van o.a. het ledenbestand en de artistieke leiding. Als een instelling niet voldoet aan al deze voorwaarden, dan zal een aanvraag leiden tot weigering van de subsidie.

Artikel 4 Subsidieaanvraag

Subsidie kan jaarlijks worden aangevraagd tussen 1 juni en 1 juli bij het college van burgemeester en wethouders.

Bij indiening van de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van een daarvoor vastgesteld online aanvraagformulier en dienen stukken bijgevoegd te worden. Deze stukken zijn nodig om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen.

Artikel 5 Verlening en vaststelling van de subsidie

Indien aanvragen voldoen aan de voorwaarden, kan het college subsidie toekennen. Het toe te kennen bedrag is afhankelijk van de hoogte van de aanvraag, maar ook van de kunstcategorie waarin de instelling actief is. Het college kan maximaal de volgende bedragen toekennen:

Muziek: 4.000,- euro

Theater/Dans: 4.000,- euro

Zang: 2.000,- euro

Multidisciplinair: 4.000,- euro

Overige disciplines: 2.000,- euro

Het bedrag per kunstcategorie is gebaseerd op een gemiddelde van de toegekende subsidiebedragen per categorie in voorgaande jaren. De categorieën muziek en theater/dans hebben doorgaans hogere algemene kosten (bijvoorbeeld aan instrumenten, decors, kostuums e.d.) dan de andere categorieën. Om die reden zijn de basisbedragen hoger.

Omdat de maximaal te verlenen subsidie per instelling gezien het voorgaande niet meer kan zijn dan 5.000,- euro, is de verlening tevens vaststelling. Dit is in overeenstemming met de subsidiebeleidregels van de gemeente Arnhem, waarin deze werkwijze is bepaald voor subsidiebedragen tot maximaal 5.000,- euro.

In dit artikel is een verdelingsmethode opgenomen. Deze methode kan van belang zijn als het totaal van de in aanmerking komende subsidieaanvragen (inclusief eventuele verhoging met 500,- euro vanwege aantal jeugdleden van een instelling) het vastgestelde subsidieplafond overschrijden. In dat geval zullen de voor

subsidie in aanmerking komende aanvragen naar rato (evenredigheid) worden gehonoreerd.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Niet alle subsidieaanvragen komen voor subsidieverlening in aanmerking. In de Algemene wet bestuursrecht is een aantal weigeringsgronden opgenomen, waar deze regeling naar verwijst. Een voorbeeld van een dergelijke weigeringsgrond is het feit, dat gegronde vrees bestaat dat de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zal plaatsvinden. Daarmee vervalt de basis voor het verlenen van de subsidie. In dit artikel is een aantal redenen opgenomen, op basis waarvan het college de subsidieaanvraag kan afwijzen. Per aanvraag zal moeten blijken of zich weigeringsgronden voordoen.

Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid

In bijzondere gevallen, ter beoordeling van het college, kan het college ervoor kiezen af te wijken van bepalingen van deze subsidieregeling. Van deze bevoegdheid zal niet vaak gebruik worden gemaakt. Indien namelijk blijkt dat de regeling niet voldoet aan de praktijk, dan zal moeten worden bezien of de regeling daarop aangepast moeten worden.