Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2022

Geldend van 28-03-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2022

Het dagelijks bestuur, respectievelijk de voorzitter van het openbaar lichaam Regio Gooi en Vechtstreek;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 14, 17 en 19 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek;

Gelet op afdeling 10.1.1 Mandaat van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Overwegende :

  • dat het in het kader van het periodiek actualiseren van het Mandaat- volmacht- en machtigingsbesluit RAV 2018 noodzakelijk is een nieuw Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2022 vast te stellen;

  • dat de samenwerking op ondersteunende taken en directievoering tussen de RAV Gooi en Vechtstreek en de RAV Flevoland vanaf 1 januari 2021 is ondergebracht in de Coöperatie Ondersteuning Ambulancezorg Gooi en Vechtstreek en Flevoland U.A. (coöperatie RAV);

  • dat het in deze samenwerking van belang is dat de dagelijkse besturen van zowel de RAV Flevoland als de RAV Gooi en Vechtstreek een gelijkluidend Mandaatbesluit afgeven met het oog op de eenheid in de directievoering van beide RAV’s en de ondersteuning van het primaire proces.

Besluit:

  • 1.

    Vast te stellen het Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2022 met geactualiseerd bevoegdhedenregister;

  • 2.

    In te trekken het Mandaat- volmacht- en machtigingsbesluit RAV 2018 inclusief bevoegdhedenregister;

  • 3.

    De uitoefening van de bevoegdheden die staan vermeld in het bevoegdhedenregister, nr. 22.0000232 behorend bij het Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2022 te verlenen aan de daarin genoemde functionarissen;

  • 4.

    Ten aanzien van de uitoefening van de onder 3. vermelde bevoegdheden de navolgende voorschriften vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt een aantal begrippen gehanteerd, waaronder het volgende wordt verstaan:

  • 1. Ten aanzien van mandaat

    • a.

      Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

    • b.

      Gemandateerde: de functionaris die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

    • c.

      Mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een in het bevoegdhedenregister opgenomen functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen.

  • 2. Ten aanzien van volmacht

    • a.

      Volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

    • b.

      Gevolmachtigde: de functionaris die van de volmachtgever de bevoegdheid heeft gekregen om namens het bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

    • c.

      Volmachtgever: het bestuursorgaan dat aan een in het bevoegdhedenregister opgenomen functionaris de bevoegdheid geeft namens het bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • 3. Ten aanzien van machtiging

    • a.

      Machtiging: de bevoegdheid om namens het bestuursorgaan handelingen te verrichten niet zijnde besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen;

    • b.

      Gemachtigde: de functionaris die van het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van het bestuursorgaan handelingen te verrichten niet zijnde besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen.

  • 4. Ten aanzien van ondermandaat

    De bevoegdheid om het verleende mandaat door te geven aan een ander binnen de organisatie.

  • 5. Ten aanzien van substitutie

    De bevoegdheid om de verleende volmacht door te geven aan een ander binnen de organisatie.

  • 6. Ten aanzien van ondertekeningsmandaat

    De bevoegdheid om een besluit van een bestuursorgaan namens het bestuursorgaan te ondertekenen.

  • 7. Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 8. Voorzitter: de voorzitter van het dagelijks bestuur van Regio Gooi en Vechtstreek bevoegd tot vertegenwoordiging van het openbaar lichaam ter zake van het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

  • 9. Regio: het openbaar lichaam Regio Gooi en Vechtstreek als bedoeld in artikel 1 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 10. RAV: het deel van de organisatie van de Regio dat is belast met het verlenen van ambulancezorg op grond van de Wet ambulancezorgvoorzieningen en de uitvoering van het ambulancedeel in de meldkamer die gemeenschappelijk met politie en brandweer wordt beheerd.

  • 11. Ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de RAV.

  • 12. Directeur: de directeur van de RAV.

  • 13. Bestuurssecretaris: de functionaris aangewezen als secretaris van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 14. Werknemer: iemand in dienst van de Regio (onderdeel RAV) niet zijnde directeur van de RAV, teammanager of bestuurssecretaris.

  • 15. Senior juridisch adviseur: functionaris met aandachtsgebied juridisch binnen het organisatieonderdeel Bedrijfsvoering.

  • 16. Klachtenfunctionaris: functionaris die bemiddelt en adviseert over de afhandeling van klachten.

  • 17. Concerncontroller: functionaris die zorgt voor realisatie van een goed werkende bedrijfsvoering, de P&C cyclus, adequate en actuele sturings- en verantwoordingsinformatie en een gedegen adviesfunctie.

  • 18. Financial controller: functionaris die bedrijfsvoering ondersteunt en adviseert bij financiële, bedrijfskundige en strategische vraagstukken.

  • 19. Functionaris Gegevensbescherming: functionaris die toezicht houdt op de toepassing en naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

  • 20. Medisch manager Ambulancezorg: functionaris aangewezen als medisch manager ambulancezorg.

  • 21. Teammanager: de functionaris aangewezen als teammanager c.q. teamleider van het Stafbureau, het team Operationeel Meldkamer en het team Operationeel Ambulancechauffeurs Ambulanceverpleegkundigen.

  • 22. Bevoegdhedenregister: het overzicht van door de mandaatgever aan de gemandateerde opgedragen bevoegdheden.

  • 23. Instructie: richtlijnen (per geval of algemeen) aan de (onder)gemandateerde of (onder)gevolmachtigde over de uitoefening van een gemandateerde gevolmachtigde bevoegdheid.

Artikel 2 Algemeen

Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging vindt plaats in naam en onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur.

Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging; instructies en voorschriften

  • 1. De verlening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging geschiedt in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken.

  • 2. De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem krachtens mandaat genomen besluit. 1 Zoals het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard, het verzenden van ontvangstbewijzen, het voeren van overige correspondentie, het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen en het verzorgen van bekendmakingen, kennisgevingen en andere publicaties.

  • 3. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het dagelijks bestuur vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.

  • 4. Een ieder aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht of machtiging (of het recht van substitutie) is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructie als bedoel in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het dagelijks bestuur, respectievelijk de Voorzitter toe.

  • 5. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de directeur over aan het dagelijks bestuur bekende informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden. De directeur zorgt er voor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

  • 6. Waar volmacht is verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van een daarop betrekking hebbend besluit wordt onder de volmacht ook begrepen het bewaken van de uitvoering van die rechtshandeling, waartoe onder meer worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.

  • 7. Een in mandaat te nemen besluit mag niet worden genomen, indien:

    • a.

      het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerde beleid, dan wel indien precedentwerking te verwachten is;

    • b.

      het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten dan wel er geen dekking is voor de financiële gevolgen van het besluit en/of niet voorzien is in de benodigde autorisatie volgens het vier ogen principe;

    • c.

      sprake is van betrokkenheid van meerdere eenheden en één van de betrokken eenheden over het te nemen besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht;

    • d.

      er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde of gevolmachtigde bij het te nemen besluit bestaat;

    • e.

      andere dan financiële gevolgen voor de RAV en/of de Regio niet volledig kunnen worden overzien;

    • f.

      de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen / ondertekenen;

    • g.

      uit overleg met de portefeuillehouder blijkt dat deze het voorstel aan het ter zake bevoegde bestuursorgaan wil voorleggen;

    • h.

      advies nodig is van andere organisatieonderdelen en het advies en het eigen standpunt niet op elkaar aansluiten of niet tot dezelfde conclusie leiden.

Indien één of meer van de in het zevende lid onder a. tot en met h. omschreven situaties zich voordoet, dan besluit het ter zake bevoegde bestuursorgaan zelf.

Artikel 5 Ondertekening

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:

“namens het dagelijks bestuur van de Regio,

Directeur RAV ……………

handtekening en naam”

Artikel 6 Ondertekeningsmandaat

Aan de bestuurssecretaris en aan de directeur wordt mandaat verleend tot ondertekening van besluiten genomen door het dagelijks bestuur en door de voorzitter. Dit dient uit het besluit te blijken. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:

“overeenkomstig het door het dagelijks bestuur/de voorzitter van de Regio genomen besluit,

De bestuurssecretaris óf De directeur,

handtekening en naam”

Artikel 7 Ondermandaat/ Substitutie

  • 1. Indien en voor zover niet anders is aangegeven is het de directeur toegestaan ondermandaat en het recht van substitutie (doorgeven van volmacht en machtiging) aan anderen binnen de ambtelike organisatie van de RAV Gooi en Vechtstreek te verlenen tenzij dit uitdrukkelijk in het bevoegdhedenregister is verboden. Op een verleend ondermandaat en op de doorgegeven volmacht en machtiging zijn alle bepalingen van het Mandaatbesluit RAV 2022 van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Ondermandatering en het doorgeven van volmacht geschieden bij schriftelijk besluit door de oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde. De oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de ondergemandateerde of doorgegeven bevoegdheden. Deze ondergemandateerde of doorgegeven bevoegdheden worden onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur in een overzicht opgenomen.

  • 3. Ondermandaten en de doorgegeven volmachten worden ter kennis van het dagelijks bestuur gebracht.

  • 4. Bij ondermandaat geschiedt de ondertekening op de wijze als bepaald in artikel 5, waarbij voor gemandateerde de naam en functie van de ondergemandateerde moet worden ingevuld.

Artikel 8 Informatie en overlegplicht

  • 1. De (onder)gemandateerde, gevolmachtigde of degene die in de plaats van de gevolmachtigde de (rechts)handeling verricht, stelt het dagelijks bestuur in kennis van krachtens mandaat te nemen besluiten en/of verrichte (rechts)handelingen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het dagelijks bestuur gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt;

    • c.

      de directeur het noodzakelijk acht af te wijken van de door het dagelijks bestuur vastgestelde kaders en beleid.

  • 2. De directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens mandaat genomen besluiten en van krachtens volmacht verrichte rechtshandelingen via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het dagelijks bestuur.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2022’.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2022. Per die datum wordt het Mandaatbesluit RAV Gooi en Vechtstreek 2018 inclusief bevoegdhedenregister ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de parafencyclus van het dagelijks bestuur d.d. 20 maart 2022.

Bussum, 28 maart 2022.

M. van der Linden

secretaris

G. van den Top

voorzitter


Noot
1 Zoals het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard, het verzenden van ontvangstbewijzen, het voeren van overige correspondentie, het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen en het verzorgen van bekendmakingen, kennisgevingen en andere publicaties.