Regeling vervallen per 31-12-2028

Nadere regel subsidie Preventie en begeleiding aan jongeren op het gebied van liefde, relaties en seksualiteit, gemeente Utrecht

Geldend van 11-03-2022 t/m 30-12-2028

Intitulé

Nadere regel subsidie Preventie en begeleiding aan jongeren op het gebied van liefde, relaties en seksualiteit, gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;

gelet op de Jeugdwet;

gelet op de Wet publieke gezondheid;

en gelet op de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders/nota’s:

• Verordening Jeugdwet

• Voortgangsrapportage en uitvoeringsagenda Jeugd april 2021

• Kaders en uitvoeringsnota’s zorg voor jeugd

• Nota van Uitgangspunten Buurtteams 2019-2024

• Nota van uitgangspunten Jongerenwerk Utrecht 2020-2026

• Strategie contracteren aanvullende zorg Jeugd vanaf 2020

• Coalitieakkoord 2018-2022 Utrecht: Ruimte voor Iedereen

• Subsidieregeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg

• Stimuleringsregeling Gezonde School (Gezonde Relaties en Seksualiteit)

Overwegende dat:

• Utrecht een stad wil zijn waarin alle jongeren en jongvolwassenen gezond en veilig kunnen opgroeien. Utrechtse jongeren een gezonde (seksuele) identiteitsontwikkeling doormaken, gezonde (seksuele) relaties aangaan en wensen en grenzen kunnen aangeven en respecteren;

• Voor de meeste jongeren dit positief verloopt en zonder grote problemen, maar voor sommigen hier ondersteuning bij nodig is. Sommige jongeren risico lopen op en/of te maken hebben met negatieve ervaringen, zoals seksueel overschrijdend gedrag, misbruik en uitbuiting. Risico’s ontwikkelen zich zowel online als offline. Door middel van preventieve inzet en vroegtijdige, vrij toegankelijke begeleiding willen we (ergere) problemen voorkomen. Hierbij hebben we oog voor de verbinding tussen de online en offline leefwereld van jongeren;

• Met deze subsidie jongeren worden bereikt met een leeftijd van 11 tot 23 jaar. De uitvoering van de opdracht is inclusief en met oog voor diversiteit, met specifieke aandacht voor het brede spectrum van genderidentiteit, (non-)seksuele oriëntatie en religieuze en (bi)culturele achtergronden.

• Met deze nadere regel we verdere invulling geven aan de Utrechtse ambities om de sociale basis te versterken en de ‘beweging naar voren’ te maken. De basis hiervoor zijn de leidende principes; leefwereld centraal; doen wat nodig is; ruimte voor professionals; uitgaan van mogelijkheden; zo nabij mogelijk; en eenvoud;

• Deze nadere regel een vervolg is op de opdrachtbrief (2021 en 2022) voor continuering van de uitvoering van voorlichting, laagdrempelige (groeps)begeleiding en deskundigheidsbevordering op de thema’s relaties en seksualiteit voor jongens en meiden van 11 tot 23 jaar, gegund aan Stichting Specifieke Jeugdprojecten;

• Deze nadere regel zich richt op 1) inzet op preventie, 2) begeleiding van jongeren, en 3) consultatie vanuit de sociale basis aan andere partijen in de stad van 2023 tot en met 2028;

Besluiten vast te stellen de volgende nadere regel subsidie Preventie en begeleiding aan jongeren op het gebied van liefde, relaties en seksualiteit gemeente Utrecht.

Artikel 1 Definities

Deze nadere regel verstaat onder:

  • a.

    Aanvullende jeugdhulp: specialistische zorg die wordt ingezet aanvullend op de basiszorg die geboden wordt door het buurtteam of de huis/jeugdarts. De aanvullende Jeugdhulp is in Utrecht van 2020-2029 gecontracteerd aan Spoor030 en KOOS.

  • b.

    Basiszorg: de zorg die wordt geboden door de buurtteams, huisartsen, de jeugdgezondheidszorg of Stadsteam Back Up.

  • c.

    Beweging naar voren: het zoveel mogelijk preventief en ‘zo gewoon mogelijk’ bieden van hulp en ondersteuning, aansluitend bij de leefwereld van jongere en gezin. Uitgangspunt hierbij is het vroegtijdig bereiken van jongeren en daarmee (ergere) problemen worden voorkomen.

  • d.

    Buurtteams Utrecht: teams van professionals die generalistisch en buurtgericht zorg, jeugd- en gezinshulp verleent. In 18 buurten is een buurtteam gehuisvest/actief dat bestaat uit een team Sociaal en een team Jeugd en Gezin, daarnaast wordt jeugd- en gezinshulp geboden via een team voor het Voorgezet Onderwijs en op mbo-scholen. De buurtteammedewerkers/gezinswerkers ondersteunen gezinnen en jongeren met inbegrip van hun omgeving bij het versterken van hun veerkracht en het benutten en/of ontwikkelen van hun netwerk. Zij bieden waar nodig zelf zorg en hulp en kunnen meldingen en aanvragen in ontvangst nemen en behandelen.

  • e.

    Consultatie: bieden van advies en het overdragen van kennis en expertise aan andere partijen in de stad.

  • f.

    GGDrU: GGD-regio Utrecht is de gemeentelijke gezondheidsdienst van de 26 gemeenten in de regio Utrecht. GGDrU heeft verschillende taken, waarbij in relatie tot deze opdracht relevant is de verantwoordelijkheid voor deskundigheidsbevordering van docenten (PO, VO, MBO) op het gebied van relaties en seksualiteit.

  • g.

    Intellectueel eigendom: resultaten betreffen alle uitingen die onderwerp kunnen zijn van bescherming door middel van intellectuele eigendomsrechten, daaronder in ieder geval begrepen: materialen, methodes, processen, producten, software, (uit)vindingen, of data die tijdens de looptijd van de subsidie, en door of in verband met de subsidie, tot stand zijn gekomen;

  • h.

    Jongerenwerk: het jongerenwerk ondersteunt jongeren in een kwetsbare positie bij hun ontwikkeling richting volwassenheid en werkt op het snijvlak van welzijn, zorg, onderwijs en veiligheid. Het jongerenwerk is in Utrecht van 2020-2026 met een stedelijke opdracht belegd bij Stichting Jongerenwerk Utrecht (JoU).

  • i.

    Jongeren in een kwetsbare positie: jongeren die voor een korte of langere periode problemen ervaren bij het opgroeien en (positief) meedoen in de maatschappij. Hierdoor lopen zij verhoogd risico om slachtoffer en/of dader te worden van negatieve ervaringen, zoals seksueel overschrijdend gedrag, misbruik en uitbuiting.

  • j.

    Leidende principes: Uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze opdracht zoals; A) leefwereld centraal: de inwoner/het gezin/het kind/de jongere in het dagelijkse leven vormt het uitgangspunt voor de ondersteuning en voor beleidsontwikkeling; B) doen wat nodig is: maatwerk bieden in aanvulling op en in samenwerking met de inzet van het eigen netwerk; C) ruimte voor professionals: ruimte voor professionele afwegingen en beslissingen; D) uitgaan van mogelijkheden: normaliseren in plaats van problematiseren en aansluiten bij de mogelijkheden van de inwoner/gezin/kind/jongere en diens omgeving; E) zo nabij mogelijk: zorg beschikbaar in de eigen buurt, maatwerk in aansluiting bij inwoner/gezin/kind/jongere en de omgeving daar omheen; F) eenvoud: de inhoud is leidend, niet het systeem en het zorglandschap is overzichtelijk en minder versnipperd met minder bureaucratie.

  • k.

    LHBTIQ+: L = lesbisch, H = homo, B = biseksueel, T = transgender, I = intersekse, Q = queer en de + staat voor alle andere mogelijke manieren waarop mensen zichzelf, dus hun gender of seksualiteit kunnen benoemen.

  • l.

    (Samenwerkings-)partners: organisaties en overige partijen waarmee in Utrecht wordt samengewerkt. Deze partijen komen uit verschillende domeinen. Denk hierbij aan organisaties zoals GGDrU, Lokalis, Sterk VO, Centrum voor Seksueel Geweld, Moviera, Spoor030, KOOS, Stichting JoU, JGZ, scholen, politie.

  • m.

    Social media: verzamelbegrip voor online platforms waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofddoel van sociale media is persoonlijke informatie met elkaar uitwisselen. Bekende platforms zijn Facebook, Twitter, Instagram en WhatsApp.

  • n.

    Sociale basis: omvat algemene voorzieningen die goed toegankelijk en bereikbaar zijn voor iedereen. Het gaat om onderwijs, sport, welzijn, cultuur, openbare gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en meer. Ook bewoners die zich vrijwillig inzetten voor elkaar en voor de buurt en veel organisaties en maatschappelijke initiatieven zijn onderdeel van deze sociale basis.

  • o.

    Social return: iets teruggeven aan de samenleving, bijvoorbeeld door arbeidsparticipatie te stimuleren en meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

  • p.

    Utrechts sturingsmodel: sturingsmodel gebaseerd op het model Simons waarbij we sturen op: waarden van waaruit we werken (leidende principes, co-creatie), kaders (budget of wettelijke kaders), monitoringinformatie (aantallen, ervaringen) en de dialoog die plaatsvindt om steeds te kunnen leren.

Artikel 2 Doel

Deze nadere regel heeft als doel:

  • 1.

    Inzet op preventie:

    • a.

      jongeren hebben een positieve visie op liefde, relaties en seksualiteit;

    • b.

      jongeren zijn zich bewust van (mogelijke) risico’s;

    • c.

      jongeren worden vroegtijdig bereikt en (ergere) problemen worden voorkomen;

    • d.

      de juiste doelgroep wordt bereikt, met name jongeren in een kwetsbare positie die verhoogd risico lopen op slachtoffer- en/of daderschap;

    • e.

      versterking en aanvulling op de inzet van scholen (lessen, voorlichtingen), GGDrU en (school)jongerenwerk.

  • 2.

    Vrij toegankelijke begeleiding van jongeren:

    • a.

      passende en laagdrempelige begeleiding voor jongeren die te maken hebben met vragen en/of problemen op het gebied van liefde, seksualiteit, relaties en dwang;

    • b.

      bereiken van jongeren die dit nodig hebben, ook jongeren die moeilijk(er) bereikbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat zij niet snel zelf om hulp vragen;

    • c.

      jongeren versterken elkaar en leren met en van elkaar, dankzij zowel individuele als collectieve vormen van begeleiding;

    • d.

      versterking en aanvulling op de inzet van de sociale basis, zoals scholen en het (school)jongerenwerk, en de basis- en aanvullende (jeugd)zorg.

  • 3.

    Consultatie aan andere partijen in de stad:

    • a.

      de subsidieontvanger heeft kennis en expertise en kan deze overdragen op het gebied van liefde, seksualiteit, relaties en dwang en is op de hoogte van maatschappelijke trends en ontwikkelingen;

    • b.

      Utrechtse professionals met vragen op het gebied van liefde, seksualiteit, relaties en dwang krijgen advies en hun handelingsbekwaamheid wordt bevorderd.

Onderdeel van deze opdracht is inzet op social return. Social return maakt het mogelijk dat investeringen die de gemeente doet naast het ‘gewone’ rendement, ook een concrete sociale winst opleveren. De gemeente investeert samen met haar subsidieontvangers in de sociale infrastructuur van gemeente en regio. Een van de instrumenten om dit te doen is social return.

Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager

  • 1.

    De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2.

    Subsidieaanvragers moeten voldoen aan de financiële, economische en juridische eisen, zoals beschreven in de Algemene Subsidieverordening en dit artikel. Deze eisen gelden als uitsluitingscriteria in het geval de subsidieaanvrager er niet aan voldoet. De gemeente Utrecht heeft het recht om in een later stadium bewijsstukken hiervoor bij de subsidieaanvrager op te vragen.

  • 3.

    De subsidieaanvrager voert op moment van indienen van de aanvraag en ook na verlening van de subsidie niet hoofdzakelijk activiteiten uit die onder de basiszorg (spoor 2) of de aanvullende zorg (spoor 3) vallen.

  • 4.

    De subsidieaanvrager gaat ermee akkoord dat alle resultaten die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteiten (intellectueel) eigendom van de gemeente Utrecht zijn of worden, tenzij hiervan door of namens de gemeente Utrecht expliciet afstand wordt gedaan.

  • 5.

    De subsidieaanvrager garandeert dat de aanvrager voldoet aan alle eisen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming en hieraan gerelateerde en geldende landelijke en gemeentelijke regelgeving.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    Het uitvoeren van preventieve activiteiten, zoals het bieden van voorlichting op scholen en eventueel op andere (digitale) vindplaatsen van jongeren. Hiermee wordt rekening gehouden met wat effectief, haalbaar en passend is. Er wordt een bewuste afweging gemaakt welke doelgroepen er met de preventieve inzet worden bereikt, waarbij er aandacht is voor jongeren in een kwetsbare positie.

  • b.

    Het bieden van begeleiding. Begeleiding wordt zowel in individueel als collectieve vormen aangeboden. Alle vormen van begeleiding zijn laagdrempelig en vrij toegankelijk. De groepsactiviteiten kunnen aanvullend zijn op een individueel traject, of hier los van staan. Ouders/verzorgers van de kinderen die de begeleiding krijgen, worden waar nodig en passend betrokken. De begeleiding versterkt en vult de inzet aan van de sociale basis, basis- en aanvullende (jeugd)zorg. Dit vraagt actieve afstemming en samenwerking met deze uitvoerende partijen in Utrecht, en mogelijk collectieve inzet. Hierbij verwachten we een proactieve, samenwerkende houding van de subsidieontvanger.

  • c.

    Het bieden van consultatie. Andere Utrechtse professionals kunnen op verschillende manieren gebruik maken van de kennis en expertise van de subsidieontvanger. De subsidieontvanger geeft advies aan andere Utrechtse professionals, beantwoordt vragen en bevordert deskundigheid en handelingsbekwaamheid. Dit is aanvullend op consultatie van andere Utrechtse partners, zoals de JGZ, buurtteams, en aanvullende jeugdhulpaanbieders.

  • d.

    De uitvoering van de subsidiabele activiteiten is in lijn met de doelstelling, zoals genoemd in artikel 2, de Utrechtse leidende principes, programma’s en actieplannen (denk aan mensenhandel en straatintimidatie) en andere beleidsterreinen van de gemeente Utrecht.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

Voor de subsidieaanvraag gelden de volgende eisen:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient de aanvraag van de subsidie in met e-herkenning via het digitaal loket.

  • 2.

    Uit de aanvraag moet blijken dat wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in artikel 6, derde lid van de Algemene subsidieverordening. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van de documenten die genoemd worden in de Algemene subsidieverordening, artikel 6, vierde lid:

    • a.

      Een overzicht van de activiteiten met daarbij een omschrijving waarvoor subsidie wordt gevraagd en van de doelen die met die activiteiten worden beoogd. Aanvullend dient de aanvraag een gedetailleerde uitwerking voor het eerste jaar te bevatten, inclusief een schatting van het aantal bereikte jongeren, zowel van de preventieve taken als van de begeleiding.

    • b.

      Een financiële onderbouwing van de aanvraag aansluitend op het overzicht van de activiteiten. In deze onderbouwing staat per activiteit opgenomen welke personele en materiele middelen nodig zijn voor de activiteiten. Tevens is het gevraagde subsidiebedrag helder onderbouwd met daarbij - indien van toepassing - een sluitende begroting met daarin alle (overige) inkomsten. Aanvullend dient de financiële onderbouwing een gedetailleerde uitwerking voor het eerste jaar te bevatten.

  • 3.

    De aanvraag dient duidelijk en beknopt te zijn. De subsidieaanvrager kan als richtlijn 5 tot 8 pagina’s aanhouden.

  • 4.

    De aanvraag bevat het uitvoeren van alle subsidiabele activiteiten zoals opgenomen in artikel 5.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Alle aanvragen moeten uiterlijk op vrijdag 29 april 2022 worden ingediend met e-herkenning via het digitale loket bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht.

Artikel 8 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag

Voor de uitvoering van deze subsidie wordt jaarlijks maximaal € 425.000,- subsidie verleend, plus eventueel geldende indexaties.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

De aanvragen die tijdig en volledig zijn ontvangen worden op basis van criteria beoordeeld en met elkaar vergeleken. De beoordeling gebeurt aan de hand van de volgende criteria, die nader worden toegelicht in bijlage 1. Als er aanleiding voor is wordt aan inschrijvende partijen gevraagd om een presentatie te geven.

Criterium 1: Inhoudelijke invulling van de nadere regel, met aandacht voor de verbinding tussen de verschillende activiteiten en doorontwikkeling (maximaal 40 punten).

De mate waarin verbinding bestaat tussen de verschillende activiteiten en hoe deze elkaar versterken en de mate waarin effecten worden bereikt passend bij de doelstelling en doelgroep, waarbij de leidende principes als uitgangspunt worden gebruikt.

Criterium 2: Verbinding met de stad (maximaal 40 punten)

De mate van afstemming en samenwerking met samenwerkingspartners in de gemeente Utrecht uit de sociale basis, basiszorg en aanvullende (jeugd)zorg. En hoe u in deze samenwerking denkt vorm te geven aan de ‘beweging naar voren’.

Criterium 3: Efficiënte en effectieve inzet van middelen (maximaal 20 punten)

De mate waarin er een logisch verband bestaat tussen de activiteiten en de daarbij benodigde middelen.

Artikel 10 Besluitvorming

Bij de besluitvorming geldt de volgende procedure:

  • 1.

    de tijdig en volledig ontvangen aanvragen worden op basis van de in artikel 9 benoemde criteria beoordeeld en naderhand op basis van de gegeven punten met elkaar vergeleken;

  • 2.

    bij de beoordeling wordt gebruik gemaakt van een ambtelijke commissie;

  • 3.

    de beoordeling wordt gedaan op basis van consensus;

  • 4.

    op basis van de beoordeling besluiten burgemeester en wethouders uiterlijk 1 juli 2022 over de aanvraag.

Artikel 11 Verplichtingen aan subsidieverlening

  • 1.

    Een deel van de subsidie wordt ingezet voor social return. Richtlijn voor de inzet is 5% van het aangevraagde subsidiebedrag, maar dit mag worden beperkt tot 2% van de totale inkomsten als dit lager is dan de genoemde 5% van de subsidie. Nadere detaillering hiervan kan samen met de gemeente worden ingevuld na het besluit tot verlening.

  • 2.

    De gemeente Utrecht verleent subsidie voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 5 voor de periode van 6 jaar. De eerste periode start op 1 januari 2023. De invulling van de uit te voeren activiteiten vindt jaarlijks plaats. De subsidieontvanger dient daarvoor jaarlijks een activiteitenplan en begroting in vóór 1 november van het voorgaande jaar.

Artikel 12 Monitoring en evaluatie

  • 1.

    Monitoring. Het Utrechts sturingsmodel en de leidende principes zijn de basis voor monitoring, evaluatie en doorontwikkeling in de komende periode. Jaarlijks wordt op basis van het activiteitenplan, tussentijdse rapportage, jaarrapportage en het gesprek hierover getoetst of de inzet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van deze nadere regel. Ook vinden er kwartaalgesprekken en wanneer nodig aanvullende afstemmingsoverleggen plaats tussen de gemeentelijke accounthouders en de subsidieontvanger in het belang van monitoring, evaluatie en doorontwikkeling. De subsidieontvanger en gemeente Utrecht geven na toekenning samen vorm aan het Utrechts sturingsmodel om de sturing en verantwoording dynamisch en betekenisvol in te richten.

  • 2.

    Evaluatie. Het beleid waarvoor de subsidie wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van de subsidieregeling en deze nadere regel.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt vanaf de datum na publicatie in werking en geldt tot en met 31 december 2028.

Artikel 14 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als nadere regel subsidie Preventie en begeleiding aan jongeren op het gebied van liefde, relaties en seksualiteit gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 8 maart 2022

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma  

De secretaris,

Gabrielle G.H.M. Haanen

Toelichting op de beoordelingscriteria uit artikel 9

De aanvragen die tijdig en volledig zijn ontvangen worden op basis van criteria beoordeeld en met elkaar vergeleken. Het betreft de volgende criteria, die nader worden toegelicht in deze bijlage.

Criterium 1: Inhoudelijke invulling van de nadere regel, met aandacht voor de verbinding tussen de verschillende activiteiten en doorontwikkeling (maximaal 40 punten).

De mate waarin verbinding bestaat tussen de verschillende activiteiten en hoe deze elkaar versterken en de mate waarin effecten worden bereikt passend bij de doelstelling en doelgroep, waarbij de leidende principes als uitgangspunt worden gebruikt.

  • 1.

    Beschrijf welk effect u beoogd met de aanvraag in lijn met de doelstelling, en op welke manier u dit effect gaat bereiken.

  • 2.

    Beschrijf hoe vanuit de leidende principes invulling wordt gegeven aan de doelstelling.

  • 3.

    Beschrijf hoe u de juiste doelgroep bereikt, met aandacht voor specifieke groepen die dit nodig hebben (zoals LHBTIQ+, jongeren met een licht verstandelijke beperking en jongeren die niet gemakkelijk om hulp vragen).

  • 4.

    Beschrijf de verbinding tussen de verschillende activiteiten en hoe deze elkaar versterken.

  • 5.

    Beschrijf hoe u in uw dienstverlening aansluit bij wat de doelgroep nodig heeft, hoe ervaringen en inzichten van de doelgroep worden meegenomen in de werkwijze, bijvoorbeeld door de inzet van ervaringsdeskundigheid.

  • 6.

    Beschrijf hoe u zorgdraagt voor continuïteit van de activiteiten uitgevoerd binnen de huidige opdracht en hoe wordt voortgebouwd op opgedane kennis en ervaring in Utrecht. Beschrijf of deze nadere regel wordt uitgevoerd door professionals die over expertise en ervaring beschikken op rondom jongeren, seksualiteit en relaties, zowel op het gebied van preventie (zoals voorlichting) als op begeleiding. Gezien de gewenste continuering verwachten wij dat de aanvraag voortbouwt op hetgeen is ontwikkeld de afgelopen jaren.

  • 7.

    Beschrijf hoe u aandacht heeft voor en actief inspeelt op online- als offline ontwikkelingen en trends om te weten wat er speelt in het leven van jongeren, en hoe wordt aangesloten op de ontwikkeling dat jongeren steeds meer online actief zijn.

Beoordeling criterium 1:

Uw beschrijving wordt hoger gewaardeerd als deze een volledige beschrijving van bovenstaande punten geeft en deze:

  • Concreter en realistischer onderbouwd is;

  • Meer vertrouwen geeft in het bereiken van de doelstellingen;

  • Meer blijk geeft van het zorgdragen voor inhoudelijke continuïteit;

  • Overtuigender aantoont op welke wijze de doelgroep wordt bereikt en het aanbod aansluit bij wat de doelgroep nodig heeft;

  • Meer blijk geeft van uw bekendheid met de werking en de doelstellingen van de leidende principes;

  • Meer blijk geeft van pro-activiteit bij het inspelen op nieuwe trends en ontwikkelingen.

Criterium 2: Verbinding met de stad (maximaal aantal punten: 40)

De mate van afstemming en samenwerking met samenwerkingspartners in de gemeente Utrecht uit de sociale basis, basiszorg en aanvullende (jeugd)zorg. En hoe u in deze samenwerking denkt vorm te geven aan de ‘beweging naar voren’.

  • 1.

    Geef invulling aan de volgende casus (richtlijn 250 tot 450 woorden). ‘De 15-jarige Sarah meldt zich bij uw organisatie vanwege een incident op haar school. Sarah heeft sinds een maand een vriend, Marco. Sarah en Marco sturen elkaar seksueel getinte foto’s. Dit vinden ze beiden leuk. Ze vertrouwen elkaar en spreken dit ook naar elkaar uit. Op een dag komt Sarah op school en wordt ze door iedereen nagekeken. Ze hoort roddels en een paar klasgenoten schelden haar uit. Sarah komt erachter dat Marco een naaktfoto van haar heeft doorgestuurd. De foto gaat rond op social media en veel kinderen van de school hebben de foto gezien. Sarah voelt zich gekwetst en erg alleen. Ze wil niet meer naar school en spijbelt daarom veel. Ondertussen is thuis ook veel aan de hand. Haar ouders heeft ze niets verteld over Marco, de foto en ook niet over hoe het op school gaat. Sarah en Marco hebben ondanks het incident nog een relatie, maar Sarah weet niet of ze dit nog wel wil.

    • a.

      Beschrijf hoe u invulling geeft aan deze casus.

    • b.

      Beschrijf hoe u hierbij samenwerkt en hoe uw oplossingsrichting aansluit en aanvullend is op andere Utrechtse organisaties.

  • 2.

    Beschrijf hoe u zorgdraagt voor continuïteit van bestaande Utrechtse netwerken. Het is van meerwaarde als de uitvoering van deze nadere regel wordt uitgevoerd door professionals die bekend zijn met de netwerken en over expertise en ervaring beschikken op rondom jongeren, seksualiteit en relaties, zowel op het gebied van preventie (zoals voorlichting) als op begeleiding. Gezien de gewenste continuering verwachten wij dat de aanvraag voortbouwt op hetgeen is ontwikkeld de afgelopen jaren.

Beoordeling criterium 2:

Uw beschrijving wordt hoger gewaardeerd als deze een volledige beschrijving van bovenstaande punten geeft en deze:

  • Concreter en realistischer onderbouwd is;

  • Meer vertrouwen geeft dat de oplossingsrichting aansluit bij de jongere en het gezin, in lijn met de leidende principes;

  • Meer bekendheid toont met relevante netwerken waarmee u samenwerkt of gaat samenwerken in de stad en in de wijken;

  • Meer pro-activiteit toont in het samen met andere organisaties signaleren van en inzetten op ontwikkelingen;

  • Meer blijk geeft van hoe de uitvoering aansluit op de inzet van andere organisaties en deze versterkt;

  • Meer blijk geeft van het zorgdragen voor continuïteit van bestaande samenwerkingen en netwerken.

Criterium 3: Efficiënte en effectieve inzet van middelen (maximaal aantal punten: 20)

De mate waarin er een logisch verband bestaat tussen de activiteiten en de daarbij benodigde middelen.

  • 1.

    Geef een financiële onderbouwing van de aanvraag die aansluit op het overzicht van de activiteiten met een gedetailleerde uitwerking voor het eerste jaar, zoals aangegeven in artikel 6.

Beoordeling criterium 3:

Uw beschrijving wordt hoger gewaardeerd als deze een volledige beschrijving van bovenstaande punten geeft en deze:

  • Een logischer verband laat zien tussen de activiteiten en de daarvoor benodigde middelen;

  • Efficiëntere inzet van middelen;

  • Realistischer onderbouwd is.