Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2022)

Geldend van 01-01-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2022)

Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

gelet op de artikelen 12 en 18 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019;

BESLUIT:

het navolgende Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2022 vast te stellen.

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

  • 1.

    In dit besluit de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    budgetplan: het plan waarin de cliënt beschrijft hoe het persoonsgebonden budget ingezet gaat worden om invulling te geven aan de ondersteuningsvraag.

  • b.

    collectief vraagafhankelijk vervoer: vervoer van deur tot deur op afroep, middels een Deeltaxi;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    hulpmiddel: roerende zaak die bedoeld is om beperkingen in de zelfredzaamheid of de participatie te verminderen of weg te nemen, bijvoorbeeld een scootmobiel;

  • e.

    ingezetene: degene die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de gemeente Woensdrecht;

  • f.

    maatschappelijke ondersteuning: het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;

  • g.

    maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, welke kan worden verstrekt in natura of middels een persoonsgebonden budget;

  • h.

    natura: een maatwerkvoorziening welke in de vorm van een product of dienst rechtstreeks van een door de gemeente gecontracteerde aanbieder aan de cliënt wordt aangeboden en waarvoor het college de aanbieder betaalt;

  • i.

    niet-professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke niet in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en/of welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning niet in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor niet als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;

  • j.

    onderhoud: alle noodzakelijke werkzaamheden die nodig zijn om een voorziening bruikbaar voor de cliënt te houden, uitgezonderd reparaties als gevolg van bijvoorbeeld aanrijding en onzorgvuldig gebruik;

  • k.

    pgb (persoonsgebonden budget): bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;

  • l.

    professionele zorgaanbieder: organisatie die professionele zorg en ondersteuning verleent en hiervoor geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;

  • m.

    professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;

  • n.

    resultaat: hetgeen met de maatwerkvoorziening bereikt dient te worden om de zelfredzaamheid en/of participatie te behouden of te vergroten;

  • o.

    wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit uitvoeringsbesluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet.

HOOFDSTUK 2: VERVOER

Artikel 2. Primaat vervoer

  • 1.

    Onder de maatwerkvoorziening (rolstoel)taxivervoer in natura wordt een voorziening voor collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) verstaan (Deeltaxi).

  • 2.

    Aan de cliënt die medische belemmeringen ondervindt bij het gebruik van het CVV verstrekt het college een pgb voor (rolstoel)taxivervoer of een pgb voor een alternatieve vervoersvoorziening (bijvoorbeeld het gebruik van een (eigen) auto) of autoaanpassing,

Artikel 3. Betaling voor (rolstoel)taxivervoer in natura (Deeltaxi)

  • 1.

    Een cliënt aan wie een maatwerkvoorziening voor (rolstoel)taxivervoer in natura (Deeltaxi) is toegekend, is voor het vervoer een instaptarief verschuldigd en een tarief per gereisde kilometer. Deze tarieven worden door de Regio West-Brabant bepaald.

  • 2.

    Het aantal te reizen kilometers met de Deeltaxi is gemaximaliseerd tot 1500-2000 kilometer op jaarbasis. Dit voldoet in beginsel aan de ondergrens voor lokale verplaatsingen.

  • 3.

    Indien het medisch gezien noodzakelijk is dat cliënt begeleid wordt bij het gebruik van (rolstoel)taxivervoer, worden voor de begeleider géén kosten in rekening gebracht.

  • 4.

    Een sociale begeleider (zonder medisch geïndiceerde noodzaak) kan tegen twee keer het Wmo-tarief gebruik maken van het (rolstoel)taxivervoer.

  • 5.

    De betaling wordt door de vervoerder in ontvangst genomen, in naam van de gemeente die het vervoer aanbiedt.

HOOFDSTUK 3: PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 4. Bedragen pgb

Overeenkomstig artikel 12, lid 5, artikel 18, lid 1, lid 2 en lid 3 van de Verordening, is de hoogte van een pgb:

  • 1.

    voor huishoudelijke ondersteuning: per maand een bedrag van maximaal:

Categorie

Professionele zorgverlener

Niet-professionele zorgverlener

HO Start

€ 152,97

€ 78,04

HO

€ 305,94

€ 156,07

HO Plus

€ 445,47

€ 226,98

HO Extra

€ 611,88

€ 312,15

  • 2.

    voor begeleiding individueel: per maand een bedrag van maximaal:

Categorie

Professionele zorgverlener

Niet-professionele zorgverlener

BGI Waakvlam

€ 254,10

€ 104,06

BGI Licht

€ 508,20

€ 208,11

BGI Midden

€ 1.041,56

€ 426,53

BGI Zwaar

€ 1.718,54

€ 703,76

BGI Offerte

€ 56,66 (per uur)

€ 23,20 (per uur)

  • 3.

    voor begeleiding groep: per maand een bedrag van maximaal:

Categorie

Professionele zorgverlener

Niet-professionele zorgverlener

BGG Licht

€ 744,39

€ 284,21

BGG Midden

€ 1.094,76

€ 417,98

BGG Zwaar

€ 1.476,22

€ 664,49

  • 4.

    voor vervoer van en naar de behandellocatie van de professionele ondersteuningsverlener of - aanbieder (in het geval begeleiding groep): per etmaal een bedrag van maximaal:

    • a.

      € 17,00 wanneer er geen sprake is van rolstoelvervoer;

    • b.

      € 29,16 wanneer er wel sprake is van rolstoelvervoer.

  • 5.

    voor kortdurend verblijf (enkel mogelijk indien er sprake is van een professionele ondersteuningsverlener of –aanbieder): per etmaal een bedrag van maximaal € 175,00.

  • 6.

    voor beschermd wonen: per maand een bedrag van maximaal:

    • a.

      voor de begeleiding:

Categorie begeleiding

Tarief

Licht

€ 2.719,54

Midden

€ 3.003,79

Zwaar

€ 3.952,42

  • b.

    voor de huisvesting:

Vorm van huisvesting

Tarief

Compleet

€ 1.729,83

Huur

€ 1.055,43

Zelfstandig

€ 0,00

  • c.

    voor groepsbegeleiding en/of vervoer naar groepsbegeleiding: zoals beschreven in lid 3 en lid 4 van dit artikel.

  • 7.

    voor taxivervoer: per jaar een bedrag van maximaal € 2.850,- voor maximaal 1500 kilometer (€ 1,90 per kilometer).

  • 8.

    voor rolstoeltaxivervoer: per jaar een bedrag van maximaal € 3.075,- voor maximaal 1500 kilometer (€ 2,05 per kilometer).

Artikel 5. Budgetplan

Overeenkomstig artikel 12, lid 4, sub a, van de Verordening, dient in het door de cliënt aangeleverde budgetplan in ieder geval vermeld te worden:

  • 1.

    naam en BSN van de cliënt;

  • 2.

    of de cliënt het pgb zelf gaat beheren of dat dit gedaan zal worden door een vertegenwoordiger;

  • 3.

    indien het pgb beheerd gaat worden door een vertegenwoordiger: of er sprake van een door de kantonrechter benoemde wettelijk vertegenwoordiger of dat de cliënt de vertegenwoordiger zelf gaat machtigen;

  • 4.

    indien het pgb beheerd gaat worden door een vertegenwoordiger: de naam van het adres van de vertegenwoordiger;

  • 5.

    of het een eerste aanvraag voor een pgb betreft, een wijziging van een pgb, of een verlenging van een pgb;

  • 6.

    waarom de cliënt een pgb wil ontvangen en hoe hij deze wil besteden (voor welke maatwerkvoorziening wordt het pgb ingezet en welke resultaten dienen behaald te worden);

  • 7.

    indien het pgb wordt ingezet voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, of beschermd wonen: de naam en adresgegevens/ contactgegevens van de zorgaanbieder of zorgverlener;

  • 8.

    indien het pgb wordt ingezet voor de aanschaf van een hulpmiddel, aard- of nagelvaste voorziening t.b.v. wonen, sportvoorziening, autoaanpassing of het bezoekbaar maken van een woning: de benodigde offertes voor de betreffende producten/diensten.

Artikel 6. Uitbetaling pgb

  • 1.

    De uitbetaling van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen vindt plaats via de SVB na:

    • a.

      ontvangst van het door de cliënt opgestelde budgetplan, en;

    • b.

      verzending van het besluit door het college, en;

    • c.

      ontvangst door de SVB van een door de cliënt volledig ingevulde zorgovereenkomst, en;

    • d.

      goedkeuring van de zorgovereenkomst door het college, en;

    • e.

      ontvangst door de SVB van een door de cliënt volledig ingevulde verantwoording van het besteedde pgb.

  • 2.

    Indien uitbetaling van pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen door de SVB wordt gemandateerd aan het college, vindt uitbetaling plaats door het college na:

    • a.

      ontvangst van het door de cliënt opgestelde budgetplan, en;

    • b.

      verzending van het besluit door het college, en;

    • c.

      ontvangst door het college van een door de cliënt volledig ingevulde zorgovereenkomst, en;

    • d.

      goedkeuring van de zorgovereenkomst door het college, en;

    • e.

      ontvangst door het college van een door de cliënt volledig ingevulde verantwoording van het besteedde pgb.

  • 3.

    Uitbetaling van het pgb voor hulpmiddelen, sportvoorzieningen en autoaanpassingen vindt plaats door het college na:

    • a.

      ontvangst van het door de cliënt opgestelde budgetplan inclusief offerte(s) en;

    • b.

      verzending van het besluit door het college.

  • 4.

    Uitbetaling van het pgb voor aard- en nagelvaste voorzieningen ten behoeve van wonen en het bezoekbaar maken van een woning vindt plaats door het college na:

    • a.

      ontvangst van het door het cliënt opgestelde budgetplan inclusief offerte(s) en;

    • b.

      verzending van het besluit door het college.

  • 5.

    voor (rolstoel)taxivervoer en alternatieve vervoersvoorzieningen vindt plaats door het college na:

    • a.

      ontvangst van het door de cliënt opgestelde budgetplan inclusief offerte(s), en;

    • b.

      verzending van het besluit door het college.

Artikel 7. Verantwoording pgb

  • 1.

    De verantwoording van het pgb vindt plaats op grond van artikel 12, lid 8, sub c, van de Verordening.

  • 2.

    Verantwoording van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen vindt plaats door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld formulier waarbij de in het formulier opgenomen gegevens dienen te worden vermeld. De SVB beoordeelt of het door de cliënt gedeclareerde pgb overeenkomt met het verstrekte pgb.

  • 3.

    Verantwoording van het pgb voor hulpmiddelen, sportvoorzieningen en autoaanpassingen door de cliënt aan het college vindt plaats binnen drie maanden na dagtekening van het besluit en omvat minimaal:

    • a.

      een factuur van de maatwerkvoorziening (bij aanschaf van een maatwerkvoorziening) of een huur- of leaseovereenkomst (bij huur/lease van een maatwerkvoorziening). Uit de factuur of huur- of leaseovereenkomst moet kunnen worden opgemaakt dat:

      • i.

        met de aanschaf van de maatwerkvoorziening is voldaan aan het programma van eisen, en;

      • ii.

        de te bereiken resultaten, waarvoor het pgb is verstrekt, met de maatwerkvoorziening worden behaald.

    • b.

      daar waar opgenomen in het (toekennings)besluit: een door cliënt afgesloten verzekerings-, onderhouds- en servicecontract.

  • 4.

    Verantwoording van het pgb voor een aard- en nagelvaste voorziening ten behoeve van wonen of het bezoekbaar maken van een woning door de cliënt aan het college vindt plaats binnen zes maanden (bij kosten minder dan € 20.000,00) of twaalf maanden (bij kosten vanaf € 20.000,00) na dagtekening van het besluit en omvat minimaal: .

    • a.

      een factuur van de maatwerkvoorziening (bij aanschaf van een maatwerkvoorziening) of een huur- of leaseovereenkomst (bij huur/lease van een maatwerkvoorziening). Uit de factuur of huur- of leaseovereenkomst moet kunnen worden opgemaakt dat:

      • i.

        met de aanschaf van de voorziening is voldaan aan het programma van eisen, en;

      • ii.

        de te bereiken resultaten, waarvoor het pgb is verstrekt, met de voorziening worden behaald.

    • b.

      daar waar opgenomen in het (toekennings)besluit: een door cliënt afgesloten verzekerings-, onderhouds- en servicecontract.

  • 5.

    Het college kan ter verantwoording van het pgb voor (rolstoel)taxivervoer of een alternatieve vervoersvoorziening binnen 3 maanden na dagtekening van het besluit en daaropvolgend ieder kwartaal bij cliënt opvragen; een (verzamel)factuur en een rittenregistratie (bij (rolstoel)taxivervoer) of (bij een alternatieve vervoersvoorziening) een rittenregistratie, waaruit moet kunnen worden opgemaakt wat het aantal kilometers is dat in de afgelopen maand is afgelegd met het betreffende vervoersmiddel.

  • 6.

    Het college vraagt (aanvullend) verantwoording voor de besteding van het pgb op indien daar naar aanleiding van de declaratie/verantwoording (bij de SVB en/of het college) van het pgb door de cliënt reden toe bestaat. De cliënt zal worden verzocht andere gegevens zoals bijvoorbeeld een bankafschrift te overleggen aan het college ten behoeve van de controle van de verantwoording.

  • 7.

    In alle overige gevallen dient de cliënt op verzoek van het college een verantwoording van het pgb te kunnen overleggen. Dit zal steekproefsgewijs plaatsvinden.

Artikel 8. Controle pgb

Bij uitbetaling van een pgb, ontvangst van de verantwoording, of indien daar aanleiding toe bestaat gedurende de looptijd van de voorziening, wordt door het college gecontroleerd of:

  • a.

    het pgb voor de maatwerkvoorziening is of nog wordt besteed aan het doel waarvoor deze verstrekt is, en

  • b.

    de maatwerkvoorziening (nog) voldoet aan het opgestelde programma van eisen, en

  • c.

    met de maatwerkvoorziening het te bereiken resultaat is of nog wordt behaald, en

  • d.

    de verantwoording voor de maatwerkvoorziening binnen de daarvoor in artikel 7 van dit Uitvoeringsbesluit genoemde termijn is ingediend.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 9. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan ten gunste van de cliënt worden afgeweken van hetgeen bij of krachtens dit besluit is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Intrekken oud besluit en overgangsrecht

  • 1.

    Het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2021 wordt ingetrokken op het moment dat het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2022 in werking treedt.

  • 2.

    Een cliënt houdt recht op een lopende maatwerkvoorziening (in natura of middels pgb), totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze maatwerkvoorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2022 worden afgewikkeld conform het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2021.

  • 4.

    Van het in het derde lid van dit artikel gestelde kan ten gunste van de cliënt worden afgeweken.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2022 treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2022.

  • 2.

    Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: ‘Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2022’.

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 2 maart 2022,

Burgemeester en wethouders van Woensdrecht,

A.P.E. Baart MBA                             Drs J.J.C. Adriaansen

Secretaris                                       burgemeester