Regeling vervallen per 31-07-2025

Nadere regels subsidie Nationaal Programma Onderwijs Almere

Geldend van 04-01-2023 t/m 30-07-2025

Intitulé

Nadere regels subsidie Nationaal Programma Onderwijs Almere

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Almere 2020;

gelet op de Regeling specifieke uitkering inhalen COVID-19 gerelateerde onderwijsvertragingen (Stcr 2021, nr. 42927, 11 oktober 2021);

besluit:

vast te stellen de navolgende Nadere regels subsidie Nationaal Programma Onderwijs Almere

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • b.

    kinderen:

  • degenen die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs;

  • leerlingen; en

  • thuiszitters;

  • c.

    kinderopvang: organisaties die kinderopvang als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang verzorgen;

  • d.

    leerling: degene die is ingeschreven als leerling van een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO, artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC, artikel 7 van het Bekostigingsbesluit WVO of artikel 2.1.2, onderdeel g, van het Uitvoeringsbesluit WEB, met uitzondering van de scholen bedoeld in artikel 185 van de Wet op het primair onderwijs;

  • e.

    lokale partij: partner voor gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid in en om de school namelijk: (jeugdgezondheids)zorgpartijen, bibliotheken, kinderopvang, sociaal werk, welzijnsorganisaties, sport en cultuur alsook vervolgonderwijs namelijk universiteiten, HBO- en MBO-instellingen voor wat betreft het inhalen van COVID-19 vertragingen bij kinderen;

  • f.

    school: uit ’s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, met uitzondering van de scholen bedoeld in artikel 185 van de Wet op het primair onderwijs;

  • g.

    thuiszitters: alle op grond van de Leerplichtwet 1969 kwalificatie- of leerplichtige jongeren die absoluut verzuimen of kort dan wel langdurig relatief verzuimen, met uitzondering van jongeren die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet 1969.

Artikel 2. Doel

Het doel van deze subsidieregeling is om scholen en lokale partijen te stimuleren om ten behoeve van Almeerse kinderen in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 juli 2025 in samenwerking met scholen en lokale partijen maatregelen te treffen om de onderwijsvertragingen bij kinderen als gevolg van COVID- 19 in te lopen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak in aanvulling op de interventies die scholen nemen.

Artikel 3. Subsidievoorwaarden

  • 1. Een subsidie kan worden verleend voor activiteiten gericht op een of meer van de navolgende thema’s:

  • a. Taalontwikkeling

  • b. Voldoende onderwijsprofessionals

  • c. Gelijke kansen in ontwikkeling

  • d. Effectieve ondersteuning door samenwerking onderwijs/jeugdhulp

  • e. Voorkomen van thuiszitters en vroegtijdig schoolverlaten

  • 2. De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient te voldoen aan de navolgende criteria:

  • a. Er dient aansluiting te zijn bij de programmalijnen zoals omschreven in de Lokaal Educatieve Agenda Almere.

  • b. De activiteit vindt plaats in de periode 1 juli 2021 tot en met 31 juli 2025.

  • 3. De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient te voldoen aan minimaal 4 van de navolgende uitgangspunten:

  • a. Stimuleren van gelijke ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren, in het bijzonder voor kinderen en jongeren die in de coronacrisis extra kwetsbaar zijn gebleken.

  • b. Efficiënte besteding: zo min mogelijk overlap of ongebruikte inzet.

  • c. In afstemming met en zoveel mogelijk in samenhang met andere gemeentelijke middelen in het kader van bestrijding van de gevolgen van corona (sport, cultuur, jeugd, welzijn en gezondheid).

  • d. In afstemming met en zoveel mogelijk in samenhang met de door het Almeers onderwijs ontvangen middelen.

  • e. Bij voorkeur en waar mogelijk inzet van bewezen effectieve maatregelen.

  • f. Brede bovenschoolse maatregelen, maatregelen gericht op zorg en welzijn, het bevorderen van de samenwerking, thuiszitters en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten.

  • g. Duurzaam vervolg, waarbij het voortbestaan niet dan wel niet geheel afhankelijk is van gemeentelijke subsidie.

  • h. Uitbreiding van bestaande maatregelen, door die te intensiveren of voor een grotere doelgroep te bestemmen.

Artikel 4. Subsidiabele kosten

  • 1. De navolgende kosten die noodzakelijk zijn ter uitvoering van de activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a. Kosten voor het nemen van bovenschoolse maatregelen of maatregelen op schoolniveau, gericht op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen opgelopen door COVID-19, waarvan het college na overleg met de bevoegde gezagsorganen van in Almere gelegen scholen oordeelt dat dit een toegevoegde waarde heeft.

  • b. Kosten voor maatregelen om de vertraging die als gevolg van COVID-19 is ontstaan in de voorschoolse periode in te lopen voor degenen die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie.

  • c. Kosten voor maatregelen gericht op zorg en welzijn in de school, of in verlengde leertijd en extra beschikbaarheid van zorg op school om vertragingen op sociaal en emotioneel vlak als gevolg van COVID-19 in te halen, die aanvullend zijn aan de reguliere inzet van de gemeente, en die op basis van de geconstateerde achterstanden en problematiek ten gevolge van de COVID-19 vertragingen nodig worden geacht.

  • d. Kosten gericht op het bevorderen van lokale (en regionale) samenwerking tussen scholen, bevoegde gezagsorganen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, en andere lokale partijen ten behoeve van de aanpak van COVID-19 vertragingen en een integrale ondersteuning van kinderen op sociaal, emotioneel, executief en cognitief vlak.

  • e. Kosten gericht op het betrekken van thuiszitters en leerlingen die thuiszitters dreigen te worden bij de aanpak van het inlopen van vertragingen als gevolg van COVID-19.

  • f. Kosten voor tijdelijke extra huur van bestaande huisvesting indien deze extra huisvesting nodig is voor de uitvoering van maatregelen die scholen in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs nemen.

  • g. Kosten voor inkoop van expertise voor de uitvoering van het Nationaal Programma Onderwijs.

  • 2. Niet in aanmerking voor subsidie komen kosten die reeds uit andere hoofde zijn, kunnen of worden gesubsidieerd dan wel bekostigd.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Het college kan op aanvraag subsidie verlenen aan bij het Almeerse Onderwijs betrokken lokale partijen en scholen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie geschiedt door het indienen van het “Aanvraagformulier subsidie gemeente Almere” en bijlagen waarmee de aanvraag wordt onderbouwd.

  • 3. Uit de onderbouwing bij de subsidieaanvraag dient te blijken:

  • a. Dat er wordt voldaan aan de voorwaarden uit artikel 3 van deze Nadere regels.

  • b. Dat de subsidieaanvraag past binnen het bekostigingskader van artikel 4 van deze Nadere regels.

  • c. Dat er een sluitende begroting is.

  • d. Op welke doelgroep de activiteit zich richt met daarbij vermeld de omvang van de doelgroep (aantallen).

  • e. Welke doelen behaald zullen worden en de te verwachten resultaten.

  • f. Op welke wijze er aansluiting is op de thema’s zoals bedoeld in artikel 3 eerste lid van deze Nadere regels.

  • 4. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst van een volledige aanvraag in behandeling genomen.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1. Aanvragen om subsidie op grond van deze Nadere regels worden aangemerkt als een eenmalige subsidie, waarbij de aanvraag om subsidie tenminste 10 weken vóór de aanvang van de activiteit moet worden ingediend.

  • 2. Het college kan toestemming verlenen voor het later indienen van een aanvraag dan in het eerste lid is bepaald.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Een subsidieaanvraag kan worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan een of meerdere criteria van deze Nadere regels en/of de Algemene subsidieverordening Almere 2020.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking en gelden tot en met 31 juli 2025.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze nadere regels indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels subsidie Nationaal Programma Onderwijs Almere”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in het college van burgemeester en wethouders van Almere d.d. 15 februari 2022,

de secretaris, de burgemeester,

R. Wielinga, A.T.B. Bijleveld-Schouten