Organisatieverordening recreatieschap Spaarnwoude

Geldend van 18-02-2022 t/m heden

Intitulé

Organisatieverordening recreatieschap Spaarnwoude

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Spaarnwoude;

Overwegende dat in verband met het werkgeverschap van de functionarissen werkzaam voor een bestuursbureau voor de recreatieschappen Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Geestmerambacht, Groengebied Amstelland, Spaarnwoude en Twiske-Waterland in deze verordening een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt ingesteld;

Gelet op artikel 52, aanhef en onder i en j, juncto (PM behalve bij Geestmerambacht) artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel [bepaling verordenende bevoegdheid] van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Spaarnwoude;

Gelet op het mandaatbesluit van de commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 28 september 2021, nr. 1697818/1697824, inzake de personele bevoegdheden ten aanzien van de functionarissen van het bestuursbureau;

Besluit vast te stellen:

Organisatieverordening recreatieschap Spaarnwoude

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder :

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de in de aanhef genoemde gemeenschappelijke regeling;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de in de aanhef genoemde gemeenschappelijke regeling;

  • c.

    deelnemer: deelnemer aan de in de aanhef genoemde gemeenschappelijke regeling;

  • d.

    bestuursbureau: bureau dat zorgt voor de voorbereiding van en advisering over de bestuurlijke besluitvorming, het initiëren van schapsoverstijgende beleidsvoorbereidende werkzaamheden en de advisering over de opdrachtgevende taken voor werken en diensten van de recreatieschappen Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Geestmerambacht, Groengebied Amstelland, Spaarnwoude en Twiske-Waterland;

  • e.

    werkgeverscommissie: de werkgeverscommissie bestuursbureau recreatieschappen Noord-Holland, een door de gezamenlijke recreatieschappen ingestelde bestuurscommissie die namens hen de invulling van het werkgeverschap uitoefent ten aanzien van de op het bestuursbureau werkzame functionarissen die met de provincie Noord-Holland een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan;

  • f.

    uitvoeringsorganisatie: de gemeenschappelijke organisatie die in opdracht van de recreatieschappen belast is met beheer en exploitatie en planontwikkeling genaamd Recreatie Noord-Holland NV;

  • g.

    hoofd uitvoeringsorganisatie: de directeur van de uitvoeringsorganisatie die belast is met de algehele leiding van die organisatie;

  • h.

    beheer en exploitatie: de werkzaamheden, van wat voor aard dan ook, voortvloeiend uit een door het algemeen bestuur genomen besluit, verstrekte opdracht, goedgekeurde begroting, alsmede de inrichting of herinrichting van gebieden constructies en gebouwen waarover het algemeen bestuur zeggenschap heeft;

  • i.

    planontwikkeling: de werkzaamheden, van wat voor aard dan ook, voortvloeiend uit een door het algemeen bestuur genomen besluit, verstrekte opdracht of goedgekeurde begroting ten behoeve van het verwerven en inrichten van nieuwe gebieden;

  • j.

    mandaat: mandaat, volmacht en machtiging.

Artikel 2 Bestuursbureau

  • 1. Er is een bestuursbureau dat is belast met de voorbereiding van en advisering over de bestuurlijke besluitvorming, het initiëren van schapsoverstijgende beleidsvoorbereidende werkzaamheden en de advisering over de opdrachtgevende taken voor werken en diensten van de recreatieschappen Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Geestmerambacht, Groengebied Amstelland, Spaarnwoude en Twiske-Waterland.

  • 2. Het bestuursbureau staat onder leiding van de bestuurssecretaris die eerstverantwoordelijk is voor de personele en organisatorische zaken van het bestuursbureau. Er is een vervangend bestuurssecretaris.

  • 3. De bestuurssecretaris en zijn medewerkers zijn in dienst van en worden gefaciliteerd en gehuisvest door de provincie Noord-Holland ten behoeve van en voor gezamenlijke rekening van de recreatieschappen.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt ter uitvoering van het bepaalde in het vorige lid de benodigde financiële middelen tijdig ter beschikking aan de provincie Noord-Holland binnen het kader van een daartoe tussen de provincie en de recreatieschappen aangegane samenwerkingsovereenkomst.

  • 5. Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken mandaat aan de bestuurssecretaris voor de uitvoering van de ondersteunende werkzaamheden en kunnen daartoe aanwijzingen geven.

Artikel 3 Werkgeverscommissie

  • 1. Er is een werkgeverscommissie die namens de recreatieschappen de invulling van het werkgeverschap uitoefent ten aanzien van de bestuurssecretaris en de overige op het bestuursbureau werkzame functionarissen die met de provincie Noord-Holland een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan.

  • 2. De werkgeverscommissie oefent namens de commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de bevoegdheden op grond van de Ambtenarenwet, de cao provinciale sector, de daaraan gerelateerde uitvoeringsregelingen en de provinciale personeelsregeling of protocollen uit. Daarbij behoren tevens de voorbereiding en uitvoering van de overige tot het werkgeverschap behorende beslissingen en regelingen.

  • 3. De werkgeverscommissie is samengesteld uit de gezamenlijke voorzitters van de algemene besturen van de recreatieschappen die uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter kiezen.

    Het lidmaatschap van de werkgeverscommissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek; het lid doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur, het ontslag gaat in als een opvolger is benoemd;

    • b.

      indien het lid aftreedt als voorzitter van het algemeen bestuur;

    • c.

      indien het algemeen bestuur van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de werkgeverscommissie te vervullen.

  • 4. De voorzitter van de werkgeverscommissie draagt in ieder geval zorg voor:

    • a.

      het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie;

    • b.

      het leiden van de vergaderingen;

    • c.

      het doen naleven van de bepalingen in deze verordening inzake de werkgeverscommissie

    • d.

      het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, alsmede het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie,

    • e.

      het fungeren als schakel tussen de werkgeverscommissie en de bestuurssecretaris.

  • 5. De bestuurssecretaris staat de werkgeverscommissie terzijde en maakt met de voorzitter afspraken over ondersteuning. De bestuurssecretaris draagt zorg voor het secretariaat.

  • 6. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen uitgebracht door de leden.

    Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Bij een gelijk aantal voor- en tegenstemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 7. De bestuurssecretaris draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst van elke vergadering. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de werkgeverscommissie definitief vastgesteld.

  • 8. De vergaderingen van de werkgeverscommissie worden in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f, van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden. De agenda, de stukken en de besluitenlijst zijn openbaar, tenzij de werkgeverscommissie beslist dat op grond van het belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, hierop of een deel daarvan geheimhouding moet worden gelegd. Indien een lid van het algemeen bestuur de stukken wil inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter van de werkgeverscommissie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als sprake is van strijd met het belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 9. De werkgeverscommissie vergadert tenminste eenmaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.

  • 10. De werkgeverscommissie brengt met inachtneming van het achtste lid jaarlijks het verslag uit aan het algemeen bestuur.

Artikel 4 Exclusiviteit uitvoeringsorganisatie

Aan de uitvoeringsorganisatie is met uitsluiting van derden gelet op artikel 2.24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012 een uitsluitend recht verleend voor de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van beheer, exploitatie en planontwikkeling in het werkingsgebied van het recreatieschap.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden uitvoeringsorganisatie

  • 1. Onder naam en verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter van het recreatieschap is het hoofd van de uitvoeringsorganisatie gemandateerd besluiten te nemen, uitgaven te doen, alsmede rechtshandelingen te verrichten ter uitvoering van de aan de uitvoeringsorganisatie opgedragen taken, voor zover:

    • a.

      daarvoor in de gemeenschappelijke regeling de desbetreffende bevoegdheid is bepaald;

    • b.

      deze besluiten of rechtshandelingen dienen ter uitvoering van een goedgekeurd beleidskader, investeringsschema, plan, begroting of enig additioneel of incidenteel besluit van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of voorzitter.

  • 2. Het algemeen bestuur kan nadere regels vaststellen ten aanzien van het mandaat aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie is bevoegd om binnen de grenzen van het eigen mandaat een ondermandaat te verstrekken aan medewerkers van de uitvoeringsorganisatie of aan derden. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie stuurt een afschrift van een ondermandaatbesluit aan het algemeen bestuur.

  • 3. Het algemeen bestuur verwerkt de mandaatbesluiten in een verzamelbesluit, dat voor een ieder ter inzage wordt gelegd.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt voor de uitvoering van de opgedragen taken de benodigde financiële middelen tijdig ter beschikking aan de uitvoeringsorganisatie binnen het kader van de vastgestelde plannen, begrotingen, dan wel enig afzonderlijk te nemen besluit.

  • 5. Onverminderd de bevoegdheden van het dagelijks bestuur voortvloeiend uit de gemeenschappelijke regeling, draagt het dagelijks bestuur zorg voor:

    • a.

      het opstellen van de agenda voor de vergaderingen van het algemeen bestuur;

    • b.

      het vooraf goedkeuren van besluiten of rechtshandelingen, te nemen door het hoofd van de uitvoeringsorganisatie, die niet in algemene zin zijn goedgekeurd door het algemeen bestuur doch geen uitstel dulden in het kader van een verantwoorde uitvoering van de opgedragen taken;

    • c.

      het op verzoek van het hoofd van de uitvoeringsorganisatie nader preciseren van opdrachten welke door het algemeen bestuur zijn verstrekt aan de uitvoeringsorganisatie;

    • d.

      het geven van richtlijnen aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie teneinde de informatievoorziening aan het algemeen bestuur te verbeteren;

    • e.

      het geven van richtlijnen aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie over de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur;

  • 6. De richtlijnen, bedoeld in het vijfde lid van dit artikel onder d en e worden in goed overleg tussen het algemeen bestuur en het hoofd uitvoeringsorganisatie opgenomen in de overeenkomsten welke het recreatieschap aangaat met de uitvoeringsorganisatie.

Artikel 6 Uitwerking contractuele relatie uitvoeringsorganisatie en recreatieschap

  • 1. Uitgangspunten voor het beheer, exploitatie en planontwikkeling door de uitvoeringsorganisatie zijn in ieder geval de vastgestelde beleidskaders, plannen en begrotingen, alsmede incidentele of additionele besluiten van het algemeen bestuur.

    Het recreatieschap gaat op basis van die besluiten een raamovereenkomst c.q. uitvoeringsovereenkomsten aan met de uitvoeringsorganisatie.

    • 2.

      De inhoud van de in het vorige lid bedoelde besluiten, waaronder begrepen de financiële gevolgen van die besluiten, worden aangehaald c.q. overgenomen in de overeenkomsten die tussen het recreatieschap en de uitvoeringsorganisatie worden aangegaan.

    • 3.

      Voordat het recreatieschap contractuele verplichtingen aangaat met de uitvoeringsorganisatie vergewist het algemeen bestuur zich er van dat de uitvoeringsorganisatie kan voldoen aan de eisen die het algemeen bestuur in acht zal nemen ten aanzien van een integrale uitvoering van de op te dragen taken. De uitvoeringsorganisatie dient daartoe tenminste een integraal uit te voeren productenpakket aan te bieden.

Artikel 7 Taken hoofd uitvoeringsorganisatie

  • 1. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie legt, gelet op de terzake geldende wettelijke termijnen, elk jaar tijdig een ontwerpbegroting voor het daaropvolgende jaar, een geactualiseerd investeringsschema alsmede een ontwerpjaarrekening over het voorafgaande jaar, voor aan het algemeen bestuur.

  • 2. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie of een door hem aan te wijzen plaatsvervanger woont als vaste adviseur de vergaderingen bij van het algemeen en dagelijks bestuur.

  • 3. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie draagt er desgevraagd of uit eigener beweging zorg voor dat de leden van het algemeen en dagelijks bestuur over alle informatie kunnen beschikken die zij nodig hebben om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

  • 4. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie rapporteert periodiek aan het algemeen en dagelijks bestuur over het gevoerde beheer en exploitatie, alsmede over de voortgang met betrekking tot de planontwikkeling.

  • 5. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie informeert, voorafgaande aan het aangaan van verplichtingen met niet te verzekeren risico’s, het dagelijks bestuur. Bij bezwaar van het dagelijks bestuur wordt de onderhavige kwestie ter besluitvorming aan het algemeen bestuur voorgelegd. Zo nodig komt het algemeen bestuur in een spoedeisende vergadering bijeen teneinde een in de vorige volzin bedoelde besluit te nemen.

  • 6. Onverminderd eventuele wettelijke of contractuele aansprakelijkheid is het hoofd van de uitvoeringsorganisatie het primaire aanspreekpunt van het algemeen bestuur met betrekking tot een tijdige en juiste uitvoering van de gesloten contracten.

Artikel 8 Rechtstreeks mandaat van deelnemende gemeenten of provincie

  • 1. Tenzij de regeling waarop hun bevoegdheid steunt zich daartegen verzet kunnen bestuursorganen van de deelnemers voor nader door hen aan te geven categorieën van zaken de uitoefening van een of meer van hun bevoegdheden mandateren aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie of met diens instemming aan een van zijn medewerkers.

  • 2. De gemandateerde bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van het betreffende bestuursorgaan uitgeoefend.

  • 3. Het betreffende bestuursorgaan geeft te dien aanzien zo nodig nadere aanwijzingen.

  • 4. Indien een bestuursorgaan van een van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid gebruik maakt, doet zij daarvan mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 5. De uitvoering van de taken, welke samenhangen met de uitvoering van het mandaat op grond van dit artikel, wordt vastgelegd in een contract tussen het betreffende bestuursorgaan en de uitvoeringsorganisatie.

Artikel 9 Financiële administratie

  • 1. Voor zover betrekking hebbend op de uitvoering van taken voor het recreatieschap,

    • a.

      dient de financiële administratie van de uitvoeringsorganisatie te voldoen aan de richtlijnen en voorschriften welke door of namens het algemeen bestuur zijn of worden vastgesteld in het financieringsstatuut, in de verordening financieel beheer en controle, dan wel in enig andere verordening, richtlijn of voorschrift welke door of namens het algemeen bestuur is uitgevaardigd ten behoeve van het financieel beheer van het recreatieschap;

    • b.

      dient de financiële administratie van de uitvoeringsorganisatie te worden ingericht overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid van dit artikel draagt de uitvoeringsorganisatie er zorg voor dat de bedrijfsadministratie van de uitvoeringsorganisatie gescheiden blijft van de administratie welke wordt uitgevoerd in het kader van de uitvoering van de door het algemeen bestuur opgedragen taken.

Artikel 10 Intrekking

De Organisatieverordening 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Organisatieverordening Recreatieschap Spaarnwoude”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Recreatieschap Spaarnwoude op 16 december 2021.

De voorzitter,

Mevr. I zaal

Toelichting Organisatieverordening Recreatieschap Spaarnwoude

In de Organisatieverordening zijn regels opgenomen over de taken en de werkwijze van het recreatieschap.

De uitvoering van werkzaamheden op het gebied van beheer, exploitatie en planontwikkeling in het werkingsgebied van het recreatieschap is neergelegd bij een uitvoeringsorganisatie. Dat is gebeurd door middel van een uitsluitend recht gelet op artikel 2.24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012.

In deze verordening is bepaald wat de taken en bevoegdheden zijn van de uitvoeringsorganisatie, welke taken en bevoegdheden aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie zijn gemandateerd en welke rol het algemeen en het dagelijks bestuur van het recreatieschap spelen in de relatie met de uitvoeringsorganisatie.

Verder zijn voorschriften opgenomen over de te voeren financiële administratie.

In de wijziging die per 1 januari 2022 ingaat, is de komst van het bestuursbureau en de werkgeverscommissie opgenomen. De instelling van het bestuursbureau is de uitkomst van een discussie over de versterking van de governance structuur van de recreatieschappen die in 2019 is gestart.

Het bestuursbureau verzorgt de voorbereiding van de bestuursbesluiten en de advisering daarover ten behoeve van het schapsbestuur en zal vanuit bestuurlijke invalshoek naar de stukken kijken die meestal door de uitvoeringsorganisatie worden voorbereid. Daarnaast heeft het bestuursbureau de taak om naar gemeenschappelijkheid in beleidsvoorstellen tussen de schappen te kijken en efficiency voorstellen voor de besluitvorming te doen, waardoor tijd bespaard kan worden bij de deelnemers. Tot slot fungeert het bestuursbureau als opdrachtgever namens het recreatieschap naar de uitvoeringsorganisatie. In deze verordening zijn de taken en verantwoordelijkheden van het bestuursbureau en de bestuurssecretaris opgenomen.

Het bestuursbureau is ondergebracht bij de provincie Noord-Holland. De publiekrechtelijke rechtspersoon provincie Noord-Holland leent het werkgeverschap van de functionarissen van het bestuursbureau ten behoeve van de recreatieschappen. Uitvoering van het werkgeverschap door de rechtspersonen van de vijf betrokken recreatieschappen is namelijk geen werkbaar alternatief.

De instelling van de werkgeverscommissie is nodig om namens de betrokken recreatieschappen één werkgever te hebben voor de functionarissen in het bestuursbureau. De werkgeverscommissie is samengesteld uit de voorzitters van de betrokken recreatieschappen. De werkgeverscommissie is een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Alle werkgeversbevoegdheden worden door de (commissaris van de Koning van de) provincie gemandateerd aan de werkgeverscommissie zodat het feitelijke werkgeverschap bij de werkgeverscommissie ligt.