Verordening Ambtelijke bijstand 2021

Geldend van 18-02-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening Ambtelijke bijstand 2021

Paragraaf 1: Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaand onder:

  • -

    ambtelijke bijstand: bijstand verleend door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren;

  • -

    ambtenaar: een medewerker van de gemeente werkzaam onder het gezag van het college;

  • -

    raadslid: alle raads- en commissieleden van de gemeenteraad;

  • -

    secretaris: de gemeentesecretaris

  • -

    griffier: de raadsgriffier

Paragraaf 2: Verzoek om informatie en ambtelijke bijstand

Artikel 2

  • 1. Een raadslid wendt zich rechtstreeks tot de ambtenaar die belast is met het onderwerp, waarover het raadslid wil spreken, met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die op de gevraagde zaak betrekking hebben en waarop geen geheimhoudingsplicht rust.

  • Deze informatie wordt zo veel mogelijk buiten de te houden vergaderingen over het onderwerp gevraagd en verstrekt.

  • 2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij betreffend raadslid en zijn leidinggevende hiervan in kennis. Leidinggevende beslist of informatie wel of niet wordt verstrekt. Betreffend raadslid wordt hier binnen uiterlijk binnen twee werkdagen van op de hoogte gesteld.

  • 3. Leidinggevende stelt onverwijld de secretaris en griffier in kennis wanneer de informatie niet wordt verstrekt.

Artikel 3

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De bijstand, bedoeld in het eerste lid wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, verzoekt de griffier de secretaris om één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde ambtelijke bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 4

  • 1. De secretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als:

    • a.

      naar zijn oordeel niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden;

    • b.

      dit naar zijn oordeel het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd.

  • 2. Als de secretaris het verzoek om ambtelijke bijstand weigert, deelt hij dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid door wie het verzoek is ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken met de griffier en secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over het alsnog laten verlenen van de ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

Artikel 5

  • 1. Een raadslid dat niet tevreden is over de aan hem verleende ambtelijke bijstand, kan de griffier verzoeken hierover in overleg te treden met de secretaris.

  • 2. Als overleg met de secretaris niet leidt tot een ook voor het raadslid bevredigende oplossing, kan deze de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

Artikel 6

Als het college of een of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende bijstand, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 3: Slotbepalingen

Artikel 7: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, onder intrekking van de ‘Verordening op de ambtelijke bijstand’, in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 8: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Ambtelijke bijstand 2021’.

Ondertekening