Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Terneuzen 2022

Geldend van 01-02-2022 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Terneuzen 2022

De raad van de gemeente Terneuzen,

gelezen het voorstel van het college van 26 oktober 2021,

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging  en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Terneuzen 2022.

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaats(en) aan de;

    • 1.

      Burchtlaan te Axel

    • 2.

      Westsingel te Axel

    • 3.

      Beukelsstraat te Biervliet

    • 4.

      Begoniastraat te Hoek

    • 5.

      Molendreef te Hoek

    • 6.

      Oude Kerkstraat te Philippine

    • 7.

      Schapersweg te Sas van Gent

    • 8.

      Nieuwe Kerkstraat te Sluiskil

    • 9.

      Bellamystraat te Terneuzen

    • 10.

      Veerstraat te Zaamslag

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid werd geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • i.

    urnennis: een nis in beheer bij de gemeente waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • l.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • m.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier (urnen)graf;

  • n.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een urnennis is verleend of een voormalig rechthebbende van een particulier graf dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • o.

    grafrecht: het uitsluitend recht op een particulier (urnen)graf danwel het gebruiksrecht op een algemeen graf of urnennis.

  • p.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier graf en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: urnennis.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaats(en)

  • 1.

    De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden na en in overleg met de beheerder.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder of een door hem aangewezen persoon. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder (of een door hem aangewezen persoon) geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8. Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is op maandag tot en met zaterdag van 08:00 tot 15:00 uur.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    a. particuliere graven en particuliere urnengraven;

    b. urnennissen;

Artikel 12. Aantal overledenen in graven

Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Graven en urnennissen worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een particulier graf of urnennis toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven en urnenissen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig of dertig jaar het uitsluitend recht op een particulier graf of gebruiksrecht op een urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf of de urnennis is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende, of in het geval van een urnennis, belanghebbende, telkens met een termijn van tien of twintig jaar verlengd, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 16. Grafkelder (vervallen)

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het grafrecht kan op aanvraag van de rechthebbende of belanghebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende of belanghebbende kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende of belanghebbende. Indien de overleden rechthebbende of belanghebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf of de nis dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende of belanghebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het grafrecht op het graf of de urnennis te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende of belanghebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf of urnennis dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18. Het vervallen van grafrechten

  • 1.

    Grafrechten vervallen indien:

    a. deze aan het einde van de termijn niet verlengd worden.

    b. de begraafplaats waarop het graf zich bevindt wordt opgeheven.

    c. de rechthebbende of belanghebbende schriftelijk afstand doet ten behoeve van de gemeente van het grafrecht. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende of belanghebbende.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren indien:

    a. de betaling van het gebruiksrecht en/of de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na facturering is geschied;

    b. de rechthebbende of belanghebbende - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    c. de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet zes maanden is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste en tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

  • 4.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 2.

    Het college kan de grafbedekking verwijderen indien:

    a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het eerste lid;

    b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het onderhoud van de begraafplaats en het reinigen van columbariumelementen en gedenkmonumenten op de strooivelden en verzamelgraven.

Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2.

    De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Schade als gevolg van brand, vorst, storm, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, komen voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 4.

    Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen, beplantingen of zo nodig de gehele grafbedekking voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende doen verwijderen en vernietigen. Het verwijderde vervalt aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de belanghebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is plaatst het college gedurende drie maanden een verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord. Bij het graf wordt een contactoproep geplaatst.

  • 6.

    Het college kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 7.

    Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of een ander breekbaar materiaal op een graf te leggen.

  • 8.

    Het bestuur is bevoegd een grafbedekking voor haar rekening en risico tijdelijk weg te nemen, indien dit voor het beheer van de begraafplaats noodzakelijk is.

  • 9.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, tombe of grafkelder, kan het college direct maatregelen treffen.

Artikel 22. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3.

    Indien de grafbedekking niet door de rechthebbende of belanghebbende verwijderd is, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4.

    Belanghebbenden kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Indien een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een graf kunnen belanghebbenden bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (het graf te schudden) of ter beschikking te stellen voor crematie of herbegraving elders.

HOOFDSTUK 7. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 25. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1.

    Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 19, derde lid, van deze verordening.

  • 2.

    Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 26. Lijst (vervallen)

HOOFDSTUK 9. INRICHTING REGISTER

Artikel 27. Voorschriften

  • 1.

    Het college houdt op basis van artikel 10 uit het besluit op de lijkbezorging een register van de begraven lijken bij.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 28. Intrekking oude regeling

De verordening Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Terneuzen 2011, vastgesteld op 3 november 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 29. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de onder artikel 28 genoemde verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de onder artikel 28 genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met enige bepaling van deze verordening kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2022.

Artikel 32. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Terneuzen 2022.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 2021.

De griffier, De voorzitter,

Mr J.H.P. de Jong H.J.A. van Merrienboer

Ondertekening