Regeling vervallen per 06-04-2023

Verordening rekenkamercommissie Land van Cuijk 2022 en benoeming leden rekenkamercommissie Land van Cuijk

Geldend van 19-01-2022 t/m 05-04-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie Land van Cuijk 2022 en benoeming leden rekenkamercommissie Land van Cuijk

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van het presidium Land van Cuijk i.o. d.d. 15 december 2021;

gelet op artikelen 81a t/m 81o van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    de Verordening Rekenkamercommissie Land van Cuijk 2014, vastgesteld bij besluit van:

    • -

      de gemeenteraad van Boxmeer d.d. 10 oktober 2013,

    • -

      de gemeenteraad van Cuijk d.d. 28 oktober 2013,

    • -

      de gemeenteraad van Grave d.d. 17 december 2013,

    • -

      de gemeenteraad van Mill en Sint Hubert d.d. 7 november 2013,

    • -

      de gemeenteraad van Sint Anthonis d.d. 21 oktober 2013

  • en gewijzigd per 1 januari 2019 bij besluit van de genoemde raden, vervallen te verklaren;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende Verordening rekenkamercommissie Land van Cuijk 2022;

  • 3.

    de volgende personen tot 1 januari 2023, gedurende het overgangsjaar, te herbenoemen tot lid van de rekenkamercommissie Land van Cuijk:

    • a.

      dhr. A.G. (André) Hengeveld;

    • b.

      dhr. H.H.G. (Bert) van der Linden;

    • c.

      dhr. C.W. (Kees-Willem) van Gorkum;

    • d.

      dhr. J.T. (Jan) Langelaar.

Verordening rekenkamercommissie Land van Cuijk 2022

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    gemeente: de gemeente Land van Cuijk;

  • -

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie Land van Cuijk;

  • -

    doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • -

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • -

    lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, lid 1 door de raad buiten de kring van zijn leden is aangewezen.

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie Land van Cuijk.

  • 2. De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit vier leden, die afkomstig zijn buiten de kring van de leden van de gemeenteraad en onafhankelijk zijn van de gemeente en het gemeentebestuur.

  • 2. De leden van de worden door de gemeenteraad benoemd voor een periode van vier jaar, en wel op voordracht van een door de gemeenteraad aan te wijzen selectiecommissie. De leden kunnen eenmaal herbenoemd worden. De Rekenkamercommissie stelt een aftreedrooster op.

  • 3. Ten aanzien van het afleggen van de eed (verklaring en belofte) is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 4. In het geval wordt overgegaan tot herbenoeming voor een aansluitende periode kan het afleggen van de eed (verklaring en belofte) als bedoeld in lid 3 achterwege blijven.

  • 5. De rekenkamercommissie benoemt uit haar midden één van de leden genoemd in lid 1 als voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij onderhoudt contacten met een vertegenwoordiging van de gemeenteraad, ambtelijke organisatie, pers en naburige rekenkamer(commissie)s. Hij stuurt ondersteunende medewerkers van de rekenkamercommissie aan. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 2.3 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1. In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij unanimiteit.

  • 2. Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt van rechtswege:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e.

      wanneer het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem/haar gestelde vertrouwen.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie kunnen voorts door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen. De toepassing van de laatstgenoemde ontslaggrond vindt plaats na overleg met de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 3. Het gestelde in artikel 81 c, lid 6 en 7, artikel 81d en artikel 81h van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 2.5 Verboden handelingen

  • 1. Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15, 1e lid van de Gemeentewet. De gemeenteraad kan, gehoord de Rekenkamercommissie, een lid van de Rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, van zijn functie ontslaan.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie zijn niet werkzaam bij een bedrijf dat werkzaamheden uitvoert in opdracht van de gemeente of bij een door de gemeente gesubsidieerde instelling, dan wel hebben geen andere (neven)betrekkingen die hun onafhankelijke positie ten aanzien van de gemeente zouden kunnen schaden.

  • 3. De leden overleggen aan de gemeenteraad jaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 2.6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden rekenkamercommissie

  • 1. De leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden (bruto all in, inclusief reiskosten). Deze vergoeding is gelijk aan het maximumbedrag voor een raadslid in een gemeente klasse 6 zoals vermeld in artikel 3.1.1. lid 1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers zoals dat jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken is vastgesteld.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 3.2 Overleg met de gemeenteraad

  • 1. De rekenkamercommissie, dan wel een vertegenwoordiging hiervan, heeft minimaal een keer per jaar overleg met de gemeenteraad, dan wel een vertegenwoordiging daarvan, en voorts zo vaak als de gemeenteraad dit nodig acht. In dit overleg wordt de voortgang van de onderzoeken besproken en geïnventariseerd in hoeverre de gemeenteraad gebruik wil maken van zijn bevoegdheid een verzoek in te dienen.

  • 2. De rekenkamercommissie stuurt aan de gemeenteraad elk jaar vóór 1 april een verslag van de werkzaamheden over het voorgaande jaar, vergezeld van een financiële verantwoording.

  • 3. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de gemeenteraad tussentijds te informeren over de voortgang van zijn werkzaamheden.

Artikel 3.3 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a.

      de rekenkamercommissie;

    • b.

      de gemeenteraad;

    • c.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet waaraan bestuursbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend.

  • 2. De rekenkamercommissie kiest zelfstandig de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. De onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 3. De gemeenteraad kan bij motie de rekenkamercommissie een verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. Dit verzoek moet voldoen aan de criteria zoals opgesteld in artikel 3.4. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen moeten aanvoeren.

Artikel 3.4 Selectie van onderzoeksonderwerpen

Bij de selectie van onderzoeksonderwerpen dient zoveel mogelijk aan de volgende criteria te worden voldaan.

Het onderzoek dient:

  • a.

    maatschappelijk relevant te zijn;

  • b.

    bruikbare resultaten op te leveren (aanbevelingen);

  • c.

    toekomstgericht te zijn;

  • d.

    betrekking te hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid;

  • e.

    een substantieel financieel belang voor de gemeente te bevatten;

  • f.

    beleid te betreffen dat de gemeente kan beïnvloeden;

  • g.

    positief onderscheidend te zijn ten opzichte van andere onderzoeken (doordat het onderwerp niet eerder is onderzocht, er andere elementen onderzocht zijn of andere onderzoeken minder diepgaand/slechter zijn uitgevoerd);

  • h.

    bij te dragen aan enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

  • i.

    communiceerbaar te zijn naar de bevolking.

Artikel 3.5 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd van alle bestuursorganen en van alle ambtenaren van de gemeente de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan (griffie)medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De bestuursorganen en ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd indien en voor zover de gemeente uit anderen hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende instellingen onderzoek te doen:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente of diens voorganger deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en beperkte vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtsreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt, ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd mondeling en schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b en c genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de commissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheden tot eigen onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De rekenkamercommissie legt het feitenonderzoek vast in een nota van bevindingen en stelt op basis hiervan een conceptrapportage op.

Artikel 3.6 Hoor en wederhoor

  • 1. De rekenkamercommissie stelt gelijktijdig:

    • a.

      de betrokkenen in de gelegenheid hun zienswijze kenbaar te maken op de feitelijke weergave zoals verwoord in de conceptrapportage. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt;

    • b.

      burgemeester en wethouders in de gelegenheid om hun zienswijze op de conceptrapportage inclusief de conclusies en aanbevelingen kenbaar te maken.

  • 2. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijzen als bedoeld onder 1a en 1b bedraagt vier weken, tenzij hiervan in de onderzoeksopzet wordt afgeweken.

  • 3. In het definitieve rapport zullen de binnengekomen bestuurlijke zienswijzen integraal (in een bijlage) worden opgenomen, gevolgd door een nawoord van de rekenkamercommissie waarin zij aangeeft wat zij met het wederhoor/commentaar heeft gedaan.

  • 4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden, onder gelijktijdige toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen.

  • 5. De rekenkamercommissie heeft de mogelijkheid om na verstrijken van de onder 2. bedoelde termijn het rapport zonder ontvangen zienswijze(n) aan de raad aan te bieden. In dat geval wordt hiervan bij de aanbieding uitdrukkelijk melding gemaakt.

Artikel 3.7 Behandeling rapport

  • 1. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen, aan de hand van een raadsvoorstel.

  • 2. De raad neemt een besluit over het rapport op basis van het raadsvoorstel.

Artikel 3.8 Aansprakelijkheid

De leden van de rekenkamercommissie worden door de gemeente gevrijwaard tegen alle aanspraken van derden die direct of indirect, middellijk of onmiddellijk uit de uitvoering van de functie als lid van de rekenkamercommissie voortvloeien. De leden van de rekenkamercommissie zijn alleen aansprakelijk voor eventuele schade tijdens de uitvoering van een onderzoek indien er sprake is van opzet en/of grove schuld van de leden van de rekenkamercommissie zelf.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Medewerker/onderzoeker rekenkamercommissie

  • 1. De gemeenteraad kan besluiten tot het benoemen van een medeweker/onderzoeker van de rekenkamercommissie, voor zover zij dat nodig achten.

  • 2. De gemeenteraad benoemt, schorst en ontslaat de medewerker/onderzoeker, in overleg met de (voorzitter van de) rekenkamercommissie.

  • 3. De medewerker staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 4. De medewerker legt rechtstreeks verantwoording af aan de (voorzitter van de) rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 5. Een taakomschrijving en rechtspositionele inpassing voor de medewerker wordt in overleg met de (voorzitter van de) rekenkamercommissie vastgesteld.

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De rekenkamercommissie kan de gemeenteraad verzoeken ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers en/of externe deskundigen in te huren.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de (voorzitter van de) rekenkamercommissie.

Paragraaf 5 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.5 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de ambtelijke ondersteuning;

    • c.

      de inschakeling van externe deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan, beslist de commissie op voorstel van haar voorzitter.

Artikel 7 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2. De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rekenkamercommissie Land van Cuijk 2022’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk

in zijn openbare vergadering van 3 januari 2022.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Wim Hillenaar