Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot bijtincidenten honden (Protocol bijtincidenten honden Gemeente Lelystad)

Geldend van 15-02-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot bijtincidenten honden (Protocol bijtincidenten honden Gemeente Lelystad)

De burgemeester van de gemeente Lelystad;

overwegende;

  • dat er in de gemeente meermaals bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

  • dat het gewenst is om een protocol vast te stellen over de uitleg van het wettelijk voorschrift in de Algemene Plaatselijke Verordening, artikel 2.59 (gevaarlijke honden);

gelet op;

  • de Algemene wet bestuursrecht (Abw), artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, 4:83, 5:31, tweede lid;

  • de Gemeentewet (GW), artikelen 125, derde lid en 172;

  • de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), artikel 2:59.

B E S L U I T

De beleidsregel ‘Protocol bijtincidenten honden’ vast te stellen.

Artikel 1 Hinderlijk

De burgemeester acht een hond hinderlijk, in de zin van artikel 2:59 (APV), als een hond een persoon bijt of een ander dier, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

Artikel 2 Gevaarlijk

  • 1. De burgemeester acht een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59 (APV), als de hond een persoon of een ander dier bijt en daarbij sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. Afhankelijk van de ernst van het incident kan worden overgegaan tot inbeslagname van de hond, of kan worden besloten tot het opleggen van een muilkorf- en of aanlijngebod.

  • 2. De burgemeester acht een hond ook gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59 (APV), als op grond van een rapportage van politie blijkt dat deze hond binnen vijf jaar een tweede bijtincident heeft veroorzaakt. Als aantoonbaar sprake is van recidive zal een muilkorf- en of aanlijngebod worden opgelegd, ongeacht de ernst van de incidenten.

Artikel 3 Gedragstest

In opdracht van de eigenaar of houder kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit zogenaamde risico-assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester.

Artikel 4 Afstand doen of inbeslagname

  • 1. Als de houder of eigenaar van een hond, welke op grond van artikel 2 van dit protocol door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met de bepalingen in artikel 2:59 (APV) handelt én vervolgens de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt waarbij sprake is van (ernstig) letsel of (ernstige) gevolgen, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2. De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb:

    • a.

      als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond en de burgemeester vreest dat de kans op bijtrecidive aanwezig is of;

    • b.

      bij (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

  • 3. Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond kan in opdracht van de houder of eigenaar een risico-assessment worden afgenomen, conform hetgeen is bepaald onder artikel 3 van dit protocol.

  • 4. Wanneer uit het uitgevoerde risico-assessment, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden terug geplaatst, resocialiseerbaar, elders herplaatsbaar, of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, wordt door de burgemeester besloten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daartoe bevoegde dierenarts.

  • 5. De in dit protocol aangegeven kosten van vervoer, verblijf, de testen en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de houder of eigenaar van de hond.

Artikel 5 Uitzonderingen

In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige situaties is het mogelijk om van dit protocol af te wijken en kan de burgemeester overgaan tot het toepassen van (spoedeisende)bestuursdwang op grond van artikel 5:31, tweede lid van de Awb of op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet het bevel geven om direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond, indien er vrees is voor de verstoring van de openbare orde.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Protocol bijtincidenten honden".

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

de burgemeester van Lelystad,

mr. I.R. Adema