Verordening burgerinitiatief gemeente Maashorst 2022

Geldend van 12-01-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Maashorst 2022

De raad van de gemeente Maashorst,

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

overwegende dat het burgerinitiatief de participatie en betrokkenheid van inwoners bij de beleids- en besluitvorming door de gemeenteraad kan stimuleren;

overwegende dat de directe invloed van inwoners de (legitimiteit van de) besluitvorming in de raad versterkt;

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening burgerinitiatief gemeente Maashorst 2022.

Artikel 1.

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2.

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      niet door ten minste 125 initiatiefgerechtigden als bedoeld in artikel 3 wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3.

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen van de gemeente Maashorst van zestien jaar en ouder.

  • 2. Voor de beoordeling of iemand initiatiefgerechtigd is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4.

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • e.

      een onderwerp waarover een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan, of

    • f.

      een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5.

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, en

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s).

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6.

  • 1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikelen 2 t/m 5. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over de agendering van het burgerinitiatief wordt beslist. De raad kan besluiten het burgerinitiatief eerst te behandelen in een commissievergadering en/of voor advisering voor te leggen aan het college.

  • 2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten. Initiatiefnemer neemt niet deel aan de beraadslagingen over het burgerinitiatief.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

Artikel 7.

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 8.

De Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden en de Verordening Burgerinitiatief gemeente Landerd worden ingetrokken.

Artikel 9.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

Artikel 10.

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief gemeente Maashorst 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maashorst op 3 januari 2022,

De raad voornoemd,

de griffier

G.J. de Graaf

de voorzitter

P.L.A. Rüpp

Toelichting

Algemeen

Het burgerinitiatief is bedoeld als verbindingsschakel tussen de representatieve en de participatieve democratie. De directe invloed van inwoners versterkt de (legitimiteit van de) besluitvorming in de raad. Het burgerinitiatief is één van de mogelijkheden om participatie van inwoners bij de beleidsvorming en besluitvorming door de gemeenteraad te stimuleren. Het burgerinitiatief biedt een extra kanaal waarlangs zaken die in de samenleving leven, hun weg naar de gemeentelijke politiek kunnen vinden.

Het burgerinitiatief is een activiteit van één of meer burgers

  • gericht op bevordering van het algemeen belang;

  • die een meerwaarde voor de gemeenschap heeft;

  • die in het publieke domein plaatsvindt;

  • waarbij de overheid op enig moment een rol speelt,

  • maar waarbij de initiatiefnemers "geestelijk eigenaar" van het initiatief blijven.

Het burgerinitiatief is een uitgewerkte vorm van het petitierecht – het in de Grondwet vastgelegde recht voor eenieder een schriftelijk verzoek in te dienen bij het bevoegd gezag. Het verschilt ervan doordat de raad zich verplicht door inwoners – procedureel correct – ingediende voorstellen op zijn agenda te zetten en te behandelen. Het burgerinitiatief kan op die manier de participatie en betrokkenheid van inwoners vergroten en geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda. Onderwerpen die de gemeenteraad naar hun idee zou moeten agenderen, maar die door de raad (nog) niet zijn opgepakt, kunnen met inachtneming van bepaalde voorwaarden op de raadsagenda worden geplaatst. Natuurlijk hebben inwoners ook andere mogelijkheden om te participeren in politieke besluitvormingsprocessen, zoals inspraak of interactieve beleidsvorming. Het burgerinitiatief legt het initiatief echter bij de burger zelf.

Het burgerinitiatief is een instrument voor inwoners van de gemeente Maashorst van 16 jaar en ouder om eigen voorstellen op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen. De raad moet vervolgens over het voorstel beraadslagen, mits aan de gestelde procedurele en inhoudelijke vereisten is voldaan. Er vindt reguliere besluitvorming plaats.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.

In deze verordening is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een inwoner bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Inwoners dienen daartoe een concreet voorstel op schrift te stellen. De griffie kan hierbij ondersteunen en adviseren (zie ook artikel 5).

Artikel 2.

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief.

Het burgerinitiatief tast in zekere mate de bevoegdheid van de gekozen raad aan om de eigen agenda vast te stellen. Het is daarom gerechtvaardigd het initiatief aan voorwaarden te binden.

Van een geldig verzoek is sprake als (a) het door ten minste 125 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund (b) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Artikel 3.

Er is gekozen voor een ruime definitie van initiatiefgerechtigde. Ingezetenen (in de zin van artikel B4 van de Kieswet) van de gemeente Maashorst van 16 jaar of ouder. Bij indiening van een burgerinitiatief wordt getoetst of wordt voldaan aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikelen 2 t/m 5.

Artikel 4.

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij ‘er niet over gaat’.

Voor vragen over gemeentelijk beleid staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissievergadering of een spreekuur van een wethouder. Om te voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedure doorkruist, wordt met het oog hierop bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Het is evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest (met een termijn van 2 jaar terug), opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Alleen wanneer de situatie ingrijpend is gewijzigd of nieuwe feiten aan het licht komen welke van wezenlijke invloed kunnen zijn op de besluitvorming is een burgerinitiatief mogelijk. In dat geval dient het burgerinitiatief aan te geven welke recente wijzigingen in de situatie, dan wel welke nieuwe feiten het indienen van het voorstel rechtvaardigen.

Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.

Artikel 5.

De burgemeester is de voorzitter van de raad. In de meest voorkomende gevallen zal het burgerinitiatief (via de griffie) bij hem ingediend worden. Aan het verzoek zijn een aantal minimumvereisten gesteld. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6.

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder.

Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener/initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt.

Bijlage 1

BURGERINITIATIEFVOORSTEL

Zaakdossier:

Onderwerp

 
 

jaar/nummer

 

Initiatiefnemer(s)

:

achternaam, voornamen 

adres

geboortedatum

 
 

:

achternaam, voornamen 

adres

geboortedatum

 

E-mail

:

 

Effect op de begroting

Portefeuillehouder

:

 

☐ Ja   ☐ Nee

Onderwerp

Advies     

Inleiding

Een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief

Beoogd effect

Een toelichting op het burgerinitiatief

Argumenten

Een toelichting op het burgerinitiatief

Kanttekeningen

Een toelichting op het burgerinitiatief

Financiën

Duurzaamheid

Participatie

Communicatie

Vervolg

Bijlagen

  • -

    Ondersteuningslijst t.b.v. burgerinitiatief met als titel @

de indiener,

mede-initiatiefnemer,

handtekening

handtekening

Naam initiatiefnemer 1

Naam initiatiefnemer 2

 

De raad van de gemeente Maashorst,

gelezen het burgerinitiatiefvoorstel van initiatiefnemer datum;

gelet op juridische grondslag

b e s l u i t

gevraagde besluit

Vastgesteld in de openbare vergadering van datum,

de raad van Maashorst voornoemd,

de griffier

de burgemeester

 
 

G.J. de Graaf

P.L.A. Rüpp

Bijlage 2

Ondersteuningslijst t.b.v. burgerinitiatief met als titel @

Ondergetekenden verklaren ingezetenen te zijn van de gemeente Maashorst, ouder dan 16 jaar te zijn, kennis te hebben genomen van het betreffende burgerinitiatief van initiatiefnemer(s) @ zoals opgesteld en ondertekend op @datum, en deze te ondersteunen.

Nummer

Achternaam

Voornaam

Adres

Geboortedatum

Handtekening

1

 
 
 
 
 

2

 
 
 
 
 

3

 
 
 
 
 

4

 
 
 
 
 

5

 
 
 
 
 

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

98

99

100

101

102

103

104

105

106

107

108

109

110

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120

121

122

123

124

125

126

128

129

130

131

132

133

134

135

136

137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

147

148

149

150