Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2022

Geldend van 28-12-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2022

De raad van de gemeente Maasgouw,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T :

vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2022”

(Verordening afvalstoffenheffing Maasgouw 2022).

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    minicontainer : een door of namens het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gestelde voorziening ten behoeve van de opslag van afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, met een inhoud van 240 liter of minder;

  • 2.

    ondergrondse verzamelcontainer : een door of namens het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gestelde voorziening bij o.a. hoogbouw, appartementen en seniorenhofjes ten behoeve van de opslag van afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, met een inhoud van 500 liter of minder;

  • 3.

    gft-afval : groente-, fruit- en tuinafval;

  • 4.

    restafval : huishoudelijke afvalstoffen zijnde niet gescheiden;

  • 5.

    gebruik maken : gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in hoofdstuk 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Vanwege de invoering van de nieuwe manier van afvalinzameling gelden voor het jaar 2022 onderstaande regels over de bepaling van het vast tarief als aanvulling en in afwijking op onderdeel 1.1 van de tarieventabel en artikel 8 lid 6. Deze aanvullende bepalingen zijn van toepassing voor de situatie dat aflevering of omruiling van de in 2021 aangevraagde container nog niet heeft plaatsgevonden op 1 januari 2022. De belastingplichtige heeft dan eenmalig recht op vermindering van het vast bedrag:

    • 1.

      Bij de omwisseling van een groter containervolume naar een kleiner containervolume bestaat recht op vermindering van het vaste bedrag voor de resterende maanden van het belastingjaar. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de aflevering of omruiling heeft plaatsgevonden.

    • 2.

      Bij omwisseling van een kleiner naar een groter containervolume bestaat recht op vermindering van het vaste bedrag voor de grotere container gedurende de periode dat de belastingplichtige nog de beschikking had over de kleinere container. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de aflevering of omruiling heeft plaatsgevonden.

  • Het totale vast bedrag in elk van de hiervoor beschreven situaties 1 en 2 is de optelsom van het naar tijdsgelang gecorrigeerde vast bedrag voor het kleinere containervolume en het naar tijdsgelang gecorrigeerde vast bedrag voor het grotere containervolume.

  • 3. Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing de minicontainerherkenningsapparatuur of de minicontainerregistratieapparatuur op het inzamelvoertuig of de middelen waarmee de gegevens van de geledigde minicontainers worden opgeslagen niet naar behoren functioneren, wordt overgeschakeld op handmatige registratie van aangeboden en geledigde minicontainers aan de hand van de op de minicontainers aangebrachte visuele herkenningsmiddelen.

  • 4. Voor percelen die voor het aanbieden van restafval zijn aangewezen op het gebruik van de ondergrondse verzamelcontainer, wordt voor de berekening van de belasting uitgegaan van het vast bedrag van Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1. vermeerderd met het aantal aanbiedingen van een zak dat met de op de verzamelcontainer aangebrachte registratieapparatuur wordt geregistreerd. Per aanbieding in de verzamelcontainer geldt het tarief in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.2.2. van de tarieventabel.

  • 5. Percelen die een afvalcontainer in bruikleen hebben kunnen tevens gebruik maken van een verzamelcontainer. Bij gebruik van de verzamelcontainer in deze situatie geldt naast het vast bedrag, Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1, en het bedrag per lediging van de container Hoofdstuk 1, onderdeel 1.2. ook het bedrag per aanbieding in de ondergrondse container van Hoofdstuk 1, onderdeel 1.2.2.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Reductie heffing medisch afval

  • 1. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, leden 1.2.1 en 1.2.2, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moet aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt per belastingjaar maximaal € 120 van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen/ aanbiedingen.

  • 3. De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient uiterlijk binnen 6 maanden na dagtekening van de opgelegde belasting, zoals bedoeld in het eerste lid, een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overlegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 4. De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

  • 5. Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1 tot en met 1.1.3 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.2. is verschuldigd na afloop van het belastingjaar.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de in het eerste lid bedoelde belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de in het eerste lid bedoelde belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt of indien de belastingplichtige de minicontainer voor restafval wisselt voor een andere volumemaat.

  • 6. Voor de beoordeling van de vraag tot welke tariefgroep een belastingplichtige behoort geldt als peildatum 1 januari van het belastingjaar. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar geldt als peildatum voor het resterend deel van het belastingjaar het tijdstip van aanvang van de belastingplicht.

  • 7. Indien de belastingplichtige in de loop van het belastingjaar wisselt van volumemaat container voor restafval geldt vanaf dat moment het tarief per lediging/ aanbieding behorende bij die nieuwe volumemaat zoals opgenomen in lid 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel.

  • 8. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Minimum aanslag

  • 1. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 2. Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogte tien bedraagt.

  • 3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4. Indien de belasting wordt geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving moet de belasting, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 1 maand na de dagtekening.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2021” van 15 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing Maasgouw 2022”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,

d.d. 21 december 2021.

De raad voornoemd;

De griffier,

G.H. Bakkes

De voorzitter,

S.H.M. Strous

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij het raadsbesluit tot vaststelling van de “Verordening afvalstoffenheffing Maasgouw 2022” d.d. 21 december 2021.

Hoofdstuk 1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing

1.1 Vast tarief afvalstoffenheffing

Het belastingbedrag per perceel per belastingjaar is afhankelijk van het minicontainervolume voor restafval dat op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht in bruikleen is:

1.1.a. Vanwege de invoering van de nieuwe manier van afvalinzameling gelden voor het jaar 2022 onderstaande regels als aanvulling en in afwijking op de bovenstaande algemene regel voor de bepaling van het vaste belastingbedrag per perceel per belastingjaar. Deze aanvullende bepalingen zijn van toepassing voor de situatie dat aflevering of omruiling van de in 2021 aangevraagde container nog niet heeft plaatsgevonden op 1 januari 2022. De belastingplichtige heeft dan eenmalig recht op vermindering van het vast bedrag:

  • 1.

    Bij de omwisseling van een groter containervolume naar een kleiner containervolume bestaat recht op vermindering van het vaste bedrag voor de resterende maanden van het belastingjaar. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de aflevering of omruiling heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    Bij omwisseling van een kleiner naar een groter containervolume bestaat recht op vermindering van het vaste bedrag voor de grotere container gedurende de periode dat de belastingplichtige nog de beschikking had over de kleinere container. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de aflevering of omruiling heeft plaatsgevonden.

1.1.b. Het totale vast bedrag in elk van de hiervoor beschreven situaties 1 en 2 is de optelsom van het naar tijdsgelang gecorrigeerde vast bedrag voor het kleinere containervolume en het naar tijdsgelang gecorrigeerde vast bedrag voor het grotere containervolume.

1.1.1

De belasting voor huishoudens met een 240 liter minicontainer restafval bedraagt per perceel

€ 180

1.1.2

De belasting voor huishoudens met een 140 liter minicontainer restafval bedraagt per perceel

€ 165

1.1.3

De belasting voor huishoudens met een volumemaat minicontainer voor restafval kleiner dan 140 liter of gebruik makend van een ondergrondse verzamelcontainer

€ 135

Als er geen containers in bruikleen zijn bedraagt het belastingbedrag € 135,00.

1.2 Variabel tarief afvalstoffenheffing

1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per lediging van:

Een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter

€ 12

Een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter

€ 7

Een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 80 liter

€ 4

Een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 60 liter

€ 3

Een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 40 liter

€ 2

1.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op de verzamelcontainer voor restafval per aanbieding van:

Een inwerptrommel van 60 liter

€ 3

1.3 Sinds 1 januari 2016 is het niet meer mogelijk om een extra minicontainer 240 liter restafval te ontvangen, tenzij belastingplichtige aantoont dat de noodzaak van het gebruik van de extra minicontainer het gevolg is van een medische indicatie. In dat geval wordt de extra minicontainer voor het restafval kosteloos verstrekt.

Hoofdstuk 2 Overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 2.1

    Voor het omwisselen van een minicontainer is een bedrag verschuldigd van € 35,00. Dit bedrag wordt niet in rekening gebracht indien er sprake is van:

    • -

      een verhuizing. Bij een verhuizing heeft de nieuwe belastingplichtige het recht binnen 6 maanden na aanvang van de belastingplicht kosteloos van minicontainervolume(s) te veranderen.

    • -

      een belastingplichtige die de restcontainer omwisselt naar een kleiner volume.

  • 2.2

    Voor de levering van een extra GFT minicontainer bedraagt het tarief eveneens € 35,00.

  • 2.3

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, ingeval gebruik wordt gemaakt van de milieustraat Roggel, Montfort dan wel Maasbracht:

    • -

      Puin afval per 0,5 m3 € 7,50

    • -

      Overig afval per 0,25 m3 € 7,50

    • -

      Overig afval per 0,5 m3 € 15,00

    • -

      Autobanden met velg per stuk (uitgezonderd overige bandensoorten) € 2,50

    • -

      Eenpersoonsmatras € 12,00

    • -

      Tweepersoonsmatras € 24,00

Behoort bij raadsbesluit van 21 december 2021.

MIJ BEKEND

De griffier van Maasgouw,

G.H. Bakkes