Regeling vervallen per 01-09-2022

Besluit Sociaal Domein gemeente Aalten 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-08-2022

Intitulé

Besluit Sociaal Domein gemeente Aalten 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

gelet op het bepaalde in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet;

Besluit:

vast te stellen het Besluit Sociaal Domein gemeente Aalten 2022.

1. Vormen van hulp

Wanneer de gemeente hulp op maat toekent, kan deze hulp in natura, in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb), in geld of op een andere manier worden gegeven.

1.1. Hulp in natura

Hulp in natura betekent dat de hulp gegeven wordt door een aanbieder waarmee de gemeente een contract heeft. In deze contracten zijn afspraken over levering, kwaliteit en tarieven vastgelegd. Dit staat ook in het Inkoopdocument Sociaal Domein 2022 en de raamovereenkomsten hulpmiddelen.

1.2. Persoonsgebonden budget

Naast de verstrekking hulp-op-maat in natura is het ook mogelijk om hulp-op-maat te verstrekken in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Er moet dan voldaan zijn aan de voorwaarden die zijn genoemd in de Verordening Sociaal Domein 2021. De wijze van berekenen van de hoogte van de pgb-tarieven is vastgelegd in de Verordening Sociaal Domein gemeente Aalten 2021.

Er is geen verantwoordingsvrij bedrag. De exacte tarieven 2022 staan vermeld in tabellen bij de verschillende hoofdstukken van dit Besluit.

De tarieven zijn gebaseerd op:

  • Soort hulp-op-maat die iemand ontvangt;

  • Het aantal eenheden van deze hulp;

  • De keuze wie deze hulp gaat uitvoeren: iemand uit het sociale netwerk, professional of met bemiddelingshulp.

Kwaliteit persoonsgebonden budget

Bij de verstrekking van een pgb voor een maatwerkvoorziening moet worden voldaan aan de door de gemeente gestelde voorwaarden voor wat betreft de kwaliteit als bedoeld in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Daaronder wordt in ieder geval verstaan dat de maatwerkvoorziening:

  • als veilig, doeltreffend en inwonergericht kan worden aangemerkt;

  • wordt afgestemd op de individuele situatie van de inwoner;

  • van voldoende kwaliteit en inzet is om het gewenste effect voor de inwoner te realiseren;

  • wordt verstrekt in overeenstemming met de professionele standaard;

  • wordt verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de inwoner.

Eisen persoonsgebonden budget

Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien er een aanspraak is op een maatwerkvoorziening. Er bestaat geen recht op een pgb indien:

  • en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het pgb;

  • de inwoner handelingsonbekwaam is;

  • de inwoner als gevolg van een verstandelijke beperking of ernstige psychische problemen onvoldoende inzicht in de eigen situatie heeft;

  • er sprake is van verslavingsproblematiek;

  • door onderzoek een ernstig vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een pgb.

De 10 punten voor pgb-vaardigheid staan uitgewerkt in bijlage 1.

Uit het pgb kunnen in uitzonderingssituaties, bij zwaarwegende redenen, personen uit het sociale netwerk worden betaald, voor zover de ondersteuning de gebruikelijke hulp (Gebruikelijke hulp is hulp die over het algemeen mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten, Voor de Jeugdwet wordt met de ouders ook andere opvoeders en verzorgers bedoeld) en mantelzorg overstijgt en indien:

  • dat tot een effectieve en doelmatige ondersteuning leidt zoals die beschreven staat in het pgb-ondersteuningsplan;

  • deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de inwoner voor hem niet tot overbelasting leidt en de gemeente dit ook heeft vastgesteld;

  • deze persoon over de benodigde deskundigheid/bekwaamheid beschikt als het gaat om de hulp-op-maat die gevraagd wordt;

  • het pgb niet wordt ingezet om verlies van inkomsten tegen te gaan als gevolg van het verminderen van het aantal werkuren;

het beheer van het pgb niet wordt uitgevoerd door dezelfde persoon als diegene die de ondersteuning verleend.

Eisen aan een pgb-vertegenwoordiger bij een persoonsgebonden budget

Naast dat een pgb aan de inwoner zelf kan worden verstrekt, kan de inwoner er ook voor kiezen hulp te vragen bij het regelen van het pgb. Dit noemen we een pgb-vertegenwoordiger. Deze persoon zorgt ervoor dat aan alle verplichtingen wordt voldaan die horen bij het pgb. De pgb-vertegenwoordiger dient de voldoen aan de 10 eisen voor pgb-vaardigheid (bijlage 1). De eisen die hieraan worden gesteld zijn:

  • Een pgb-vertegenwoordiger kan een inwoner helpen door de taken en verplichtingen die horen bij het ontvangen van een pgb, over te nemen. Deze persoon zorgt ervoor dat aan alle eisen wordt voldaan die horen bij het pgb. De gemeente verplicht deze vertegenwoordiger wanneer de budgethouder zelf onvoldoende regie kan voeren over het pgb.

  • De inwoner kiest zelf wie de pgb-vertegenwoordiger is. Dat mag een familielid zijn, een wettelijk vertegenwoordiger, maar ook iemand anders. Wel stellen we een aantal eisen aan deze vertegenwoordiger.

  • De pgb-vertegenwoordiger:

    • moet instaan voor alle pgb-verplichtingen, waaronder ook het bewaken van de kwaliteit van de ingekochte ondersteuning;

    • woont op redelijke afstand van de inwoner of toont aan dat ondanks de fysieke afstand aan de taken en plichten wordt voldaan;

    • heeft geen schulden, zit niet in een schuldsanering en is niet failliet verklaard;

    • staat niet onder bewind of curatele;

    • is geen zorgverlener van de inwoner;

    • is het aanspreekpunt voor de gemeente;

    • heeft zich in het verleden ook gehouden aan de taken en verantwoordelijkheden van een pgb-vertegenwoordiger (indien van toepassing).

Verantwoording persoonsgebonden budget

De verantwoording van een persoonsgebonden budget wordt afgelegd aan de instantie die ook het persoonsgebonden budget uitbetaald. Dit kan de gemeente of de Sociale Verzekeringsbank zijn.

1.3. Tegemoetkoming kosten

Naast een pgb bestaat ook de mogelijkheid voor een tegemoetkoming voor kosten van een taxi, rolstoeltaxi, autoaanpassing, verhuiskosten en sportrolstoel. Er is geen directe relatie tussen de maximale hoogte van de tegemoetkoming meerkosten en de daadwerkelijke kosten waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

1.3.1. Tegemoetkoming sociaal netwerk

Een inwoner kan kiezen voor een tegemoetkoming (vergoeding van gemaakte kosten) als het pgb geen mogelijkheid biedt. Deze tegemoetkoming en/of onkostenvergoeding voor gemaakte kosten, is een bedrag dat uitbetaald kan worden aan personen die informele hulp vanuit de sociale relatie met de inwoner verrichten. Het bedrag wordt betaald door de gemeente. De budgethouder moet verantwoording afleggen aan de gemeente.

De budgethouder heeft dan de keuze uit:

  • Een tegemoetkoming van maximaal € 141,00 per kalendermaand,

  • Per maand een vastgesteld bedrag als onkostenvergoeding uit te betalen voor de volgende gemaakte kosten van:

    • levensmiddelen: kinderen tot 13 jaar € 5,57 per dag. Na 13 jaar € 6,70 per dag (NIBUD berekening);

    • Reiskosten: € 0,19 per kilometer (belastingdienst);

    • Kleding en schoonmaakkosten. Op basis van budgetplan en de naar alle redelijkheid gemaakte kosten op basis van declaratie.

Deze tegemoetkomingen bieden de budgethouder een mogelijkheid om hun sociaal hulp/netwerk in te zetten zonder dat daar sprake is van een zorgovereenkomst.

2. Gezond en veilig opgroeien

De volgende vormen van hulp-op-maatvoorzieningen zijn beschikbaar:

  • Ondersteuning individueel

  • Ondersteuning groep

  • Wonen en logeren

  • Jeugdhulp met verblijf en jeugdhulp crisis

  • Generalistische basis Jeugd GGZ

  • Specialistische Jeugd GGZ

  • Ondersteuning bij Ernstige Enkelvoudige Dyslexie

  • Kindergeneeskunde (specifiek)

  • Vervoer van jeugdige van en naar locatie waar de jeugdhulp wordt geboden.

2.1 Zorg in natura

De beschrijving van deze vormen van Jeugdhulp staan beschreven in het Inkoopdocument Sociaal Domein Achterhoek 2022. Hierin zijn ook de tarieven voor zorg in natura vastgelegd.

2.2 Persoonsgebonden budget

Naast de verstrekking hulp-op-maat in natura is voor een aantal vormen van hulp-op-maat ook mogelijk dit te verstrekken in de vorm van een persoonsgebonden budget. De maximale hoogte van de tarieven voor percelen ondersteuning individueel, ondersteuning groep en wonen en logeren zijn uitgewerkt in de onderstaande tabel.

afbeelding binnen de regeling

3. Wonen in een veilige en gezonde omgeving

De volgende vormen van hulp-op-maatvoorzieningen zijn beschikbaar:

  • Wonen en logeren

  • Huishoudelijke ondersteuning

  • Woonvoorzieningen

  • Woningaanpassingen

Nadere bepalingen woningaanpassingen

Indien de (voorzienbare) kosten voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening hoger zijn dan €50.000 geldt als uitgangspunt dat verhuizing naar een aangepaste woning of naar een tegen lagere kosten aan te passen woning de goedkoopste adequate voorziening is.

Voor woningaanpassingen wordt een afschrijvingstermijn van 10 jaar gehanteerd. Wanneer de inwoner een woning die is aangepast op grond van de Wmo verkoopt, moet de inwoner de restwaarde van de aanpassing terug betalen:

  • Eerste jaar 100%

  • Tweede jaar 90%

  • Derde jaar 80%

  • Vierde jaar 70%

  • Vijfde jaar 60%

  • Zesde jaar 50%

  • Zevende jaar 40%

  • Achtste jaar 30%

  • Negende jaar 20%

  • Tiende jaar 10%.

3.1 Zorg in natura

De tarieven voor beschermd wonen, logeren en huishoudelijke ondersteuning zijn vastgelegd in het Inkoopdocument Sociaal Domein 2022. De tarieven hulp-op-maat voor veelvoorkomende woonvoorzieningen zijn vastgelegd in de overeenkomst met de leverancier. Voor de overige voorzieningen en woningaanpassingen wordt de prijs bepaald door middel van een offerte.

3.2 Persoonsgebonden budget

Naast de verstrekking hulp-op-maat in natura is het ook mogelijk hulp-op-maat te verstrekken in de vorm van persoonsgebonden budget. De maximale hoogte van de tarieven voor huishoudelijke ondersteuning, beschermd wonen en logeren zijn uitgewerkt in de onderstaande tabel.

afbeelding binnen de regeling

3.2.1 Persoonsgebonden budget woonvoorzieningen

Het pgb voor een woonvoorziening wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn, voor zover van toepassing, met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het pgb aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Daaronder worden ook de instandhoudingskosten gerekend. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente.

Het pgb voor het onderhoud en de service van een voorziening kan na afloop van de afschrijvingstermijn van de voorziening doorlopen indien de voorziening nog adequaat en passend is. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente.

Indien binnen de afschrijvingstermijn blijkt dat geen recht meer bestaat op de maatwerkvoorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, wordt het pgb naar rato teruggevorderd.

Indien het recht op het pgb vervalt dan wordt het pgb toegerekend aan de periode waarover het recht bestond. Wanneer blijkt dat er te veel pgb is verstrekt wordt dit teruggevorderd.

De periode waarvoor een pgb (voor aanschaf en onderhoud) voor een maatwerkvoorziening, of een financiële tegemoetkoming tenminste wordt toegekend, bedraagt voor:

  • een tillift: zeven jaar;

  • douche- en toilethulpmiddelen: vijf jaar;

  • traplift: zeven jaar;

  • overige voorzieningen: afhankelijk van de technische levensduur van de voorziening.

Indien de inwoner voor afloop van de toegekende periode geen gebruik meer maakt van de voorziening dient de inwoner het verstrekte pgb terug te betalen. De afschrijvingstermijn wordt in gelijke delen verdeeld, dus bij 5 jaar neemt de terugbetaling ieder jaar met 20% af. Het jaarlijks verstrekte bedrag voor service en onderhoud wordt niet terugbetaald door de inwoner.

Indien met het pgb een maatwerkvoorziening tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt ten minste de resterende afschrijvingstermijn gehanteerd in plaats van de termijnen genoemd.

3.2.2 Persoonsgebonden budget woningaanpassingen

De volgende kosten in het kader van een woningaanpassing kunnen worden meegenomen bij de vaststelling van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming:

  • 1.

    De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening;

  • 2.

    De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991;

  • 3.

    De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

  • 4.

    De leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

  • 5.

    De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

  • 6.

    Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

  • 7.

    De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

  • 8.

    De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • 9.

    De kosten van aansluiting op een openbare nutsvoorziening.

Voorwaarden

Voor de verstrekking van een pgb voor een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    Met de werkzaamheden waarop de maatwerkvoorziening betrekking heeft, mag geen aanvang worden gemaakt voordat de gemeente positief heeft beslist op de aanvraag. Uitzondering zijn situaties waarin de gemeente de noodzakelijkheid achteraf nog kan vaststellen;

  • b.

    De gemeente heeft desgevraagd op één of meer door de gemeente te bepalen tijdstippen toegang tot de woning of het gedeelte van de woning waar de aanpassing wordt aangebracht;

  • c.

    De inwoner verstrekt desgevraagd inzage in de bescheiden en tekeningen die betrekking hebben op de woningaanpassing;

  • d.

    Aan de gemeente wordt desgevraagd de gelegenheid geboden tot het controleren van de gerealiseerde woningaanpassing.

  • e.

    Bij de verlening van een pgb voor het realiseren van een woningaanpassing moet binnen zes maanden na het besluit met de werkzaamheden worden gestart, tenzij de inwoner tijdig meldt dat dit niet haalbaar is. Als de inwoner zes maanden melding maakt bij de gemeente, kan de gemeente bij een gegronde reden deze termijn uitstellen.

Betaling persoonsgebonden budget woningaanpassing

Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden verklaart de inwoner schriftelijk aan de gemeente dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. De gereedmelding is voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat bij het treffen van de maatwerkvoorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het pgb is toegekend.

Het pgb wordt achteraf en per omgaande na ontvangst van de nota(’s), uitgekeerd aan inwoner. De inwoner is zo in de gelegenheid om de nota(‘s) binnen de betalingstermijn met het pgb te voldoen.

De inwoner aan wie het pgb is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade.

afbeelding binnen de regeling

De pgb-tarieven voor deze woonvoorzieningen en woningaanpassingen zijn op basis van offerte die wordt toegevoegd aan het pgb-plan. De maximale tarieven zijn gelijk aan de tarieven in zorg in natura.

3.3 Tegemoetkoming kosten

Voor een aantal kosten kan een tegemoetkoming in de kosten in het kader van het wonen in een veilige en gezonde omgeving worden verstrekt. Dit is een vast bedrag dat eenmalig of per periode wordt verstrekt.

Soort tegemoetkoming

Maximaal bedrag

Tegemoetkoming verhuis- en inrichtingskosten

€ 2.600

Tegemoetkoming tijdelijke huisvesting niet zelfstandige woonruimte

€ 2.500

Tegemoetkoming tijdelijke huisvesting zelfstandige woonruimte

€ 1.260

Uitkering van de tegemoetkoming in de kosten vindt plaats na overleggen van factuur.

4. Participatie

De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

  • Ondersteuning individueel

  • Ondersteuning groep

  • Collectief vervoer/ZOOV op Maat

  • Vervoermiddel

  • Rolstoel

Nadere bepalingen collectief vervoer/ZOOV op Maat

Met ZOOV op Maat kunnen reizigers maximaal 40 kilometer reizen. Met een Wmo-indicatie reist men de eerste 20 kilometer met korting tegen een lager tarief. Voor afstanden boven de 20 kilometer betaald de reiziger een commercieel tarief per kilometer.

Een reiziger kan maximaal 2.000 kilometer reizen voor het lager tarief. Wanneer deze reiziger ook een scootmobiel verstrekt heeft gekregen, kan deze maximaal 1.000 kilometer reizen voor het lage tarief. Afwijking hiervan is mogelijk wanneer dit gemotiveerd is onderbouwd. De reizigers betalen een eigen bijdrage per kilometer. Daarnaast betalen zij jaarlijks een bijdrage van €60,-.

4.1 Zorg in natura

De tarieven zijn vastgelegd in het Inkoopdocument Sociaal Domein 2022 voor de hulp-op-maat Wmo voor producten ondersteuning individueel en ondersteuning groep. De tarieven voor collectief vervoer zijn vastgelegd in het collegebesluit tarieven ZOOV 2022. De tarieven hulp-op-maat voor vervoermiddelen en rolstoelen zijn vastgelegd in de overeenkomst met de leverancier.

4.2 Persoonsgebonden budget

Naast de verstrekking hulp-op-maat in natura is het ook mogelijk hulp-op-maat te verstrekken in de vorm van persoonsgebonden budget. De maximale hoogte van de tarieven voor ondersteuning individueel en ondersteuning groep zijn uitgewerkt in de onderstaande tabellen.

afbeelding binnen de regeling

Plaatje 4

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

4.2.1 Persoonsgebonden budget vervoersvoorzieningen en rolstoel

Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel voor vervoer en rolstoel kunnen voor zover van toepassing in de individuele situatie, de volgende voorwaarden worden opgelegd:

  • De inwoner moet een maatwerkvoorziening van goede kwaliteit aanschaffen volgens de door de gemeente daaraan gestelde eisen;

  • De inwoner moet een onderhoudscontract afsluiten met een leverancier, waarin tenminste is opgenomen kosten van reparaties (inclusief onderdelen, voorrijdkosten en arbeidsloon), 24-uurs service, recht op gebruik van leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring;

  • De gemeente verstrekt in de garantieperiode van de voorziening geen pgb voor onderhoud en service die binnen de garantie valt. De inwoner moet hiervoor de garantieperiode en voorwaarden van de voorziening aan de gemeente overleggen;

  • De inwoner moet bij aanschaf van een vervoersvoorziening een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.

  • De inwoner moet de gemeente desgevraagd in de gelegenheid stellen de met het pgb aangeschafte maatwerkvoorziening te bezichtigen en te laten beoordelen.

De pgb-tarieven voor deze rolstoelen en vervoersvoorzieningen zijn op basis van offerte die wordt toegevoegd aan het pgb-plan. De maximale tarieven zijn gelijk aan de tarieven in zorg in natura.

Voor een onderhoudscontract geldt maximaal het tarief van €304,-/jaar.

Het pgb wordt achteraf en per omgaande na ontvangst van de nota(’s), uitgekeerd aan inwoner. De inwoner is zo in de gelegenheid om de nota(‘s) binnen de betalingstermijn met het pgb te voldoen.

Budgetperiode vervoersvoorziening en rolstoel

Het pgb voor een vervoersvoorziening of rolstoel wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn, voor zover van toepassing, met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het pgb aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Daaronder worden ook de instandhoudingskosten gerekend. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente. Het pgb voor het onderhoud en de service van een voorziening kan na afloop van de afschrijvingstermijn van de voorziening doorlopen indien de voorziening nog adequaat en passend is. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente.

Indien binnen de afschrijvingstermijn blijkt dat geen recht meer bestaat op de maatwerkvoorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, wordt het pgb naar rato teruggevorderd.

Indien het recht op het pgb vervalt dan wordt het pgb toegerekend aan de periode waarover het recht bestond. Wanneer blijkt dat er te veel pgb is verstrekt wordt dit teruggevorderd.

De periode waarvoor een pgb (voor aanschaf en onderhoud) voor een maatwerkvoorziening, of een financiële tegemoetkoming tenminste wordt toegekend, bedraagt voor:

  • Scootmobiel: zeven jaar;

  • Driewielfiets: zeven jaar;

  • Rolstoel: zeven jaar;

  • Sportrolstoel: drie jaar;

  • Overige voorzieningen: afhankelijk van de technische levensduur van de voorziening.

Indien de inwoner voor afloop van de toegekende periode geen gebruik meer maakt van de voorziening dient de inwoner het verstrekte pgb terug te betalen. Het afschrijvingstermijn wordt in gelijke delen verdeeld, dus bij 5 jaar neemt de terugbetaling ieder jaar met 20% af. Het jaarlijks verstrekte bedrag voor service en onderhoud wordt niet terugbetaald door de inwoner.

Indien met het pgb een maatwerkvoorziening tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt ten minste de resterende afschrijvingstermijn gehanteerd in plaats van de termijnen genoemd.

4.3 Tegemoetkoming in kosten

Voor een aantal kosten kan een tegemoetkoming in de kosten in het kader van het wonen in een veilige en gezonde omgeving kan een tegemoetkoming van de kosten worden verstrekt. Dit is een vast bedrag dat eenmalig of per periode wordt verstrekt. Hieronder staan de maximale bedragen die worden gehanteerd.

Soort tegemoetkoming

Maximum bedrag

Eenheid

Tegemoetkoming gebruik eigen auto

€ 1.000

Jaar

Tegemoetkoming taxi

€ 3.000

Jaar

Tegemoetkoming rolstoeltaxi

€ 3.5000

Jaar

Tegemoetkoming sportrolstoel

€ 2.500

Eenmalig

Uitkering van de tegemoetkoming in de kosten vindt plaats na overleggen van factuur.

5. Eigen bijdrage

Er wordt een eigen bijdrage gevraagd voor de hulp-op-maatvoorzieningen die worden verstrekt in het kader van:

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving;

  • Participatie.

De omvang van de eigen bijdrage per maand wordt vastgesteld overeenkomstig het Uitvoeringsregeling Wmo 2015 en bedraagt in 2022 niet meer dan € 19,00 per maand voor de inwoner of een gezamenlijk huishouden. De eigen bijdrage wordt opgelegd zolang de dienst geleverd wordt of periode waarvoor de voorziening wordt verstrekt.

De eigen bijdrage is niet hoger dan de kostprijs van een voorziening. In het geval van een hulpmiddel, worden ook de kosten voor onderhoud meegenomen.

Voor een aantal hulp-op-maatvoorzieningen wordt geen eigen bijdrage gevraagd. Dit zijn:

  • Rolstoelen;

  • Collectief vervoer;

  • Tegemoetkoming kosten;

  • Voor de zorg aan een inwoner die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een woningaanpassing;

  • Indien de gemeente van oordeel is dat de bijdrage nadelige gevolgen heeft voor de doelstellingen van een integrale dienstverlening of persoonsgerichte aanpak van een inwoner die gericht is op het zich kunnen handhaven in de samenleving, het zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving blijven of de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente.

5.1 Vaststelling en inning van de eigen bijdrage

Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) stelt de bijdrage in de kosten vast en int deze voor de gemeente.

Er wordt een eigen bijdrage geïnd gedurende de periode dat gebruik wordt gemaakt van de voorziening, zolang deze niet de totale kostprijs van de voorziening inclusief onderhoud overstijgt.

6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022. Met ingang van die datum wordt het Besluit Sociaal domein 2021 ingetrokken.

Dit besluit bestaat uit de gemeentelijke regels en het financieel besluit.

De gemeentelijke regels in dit besluit vullen de wettelijke regels en de regels uit de Verordening Sociaal Domein 2021 aan. Daarnaast staan in dit besluit de tarieven voor de persoonsgebonden budgetten en tegemoetkomingen in de kosten.

De gemeentelijke regels en het financieel besluit Sociaal Domein zijn door het college vastgesteld.

Dit besluit geeft gemeentelijke regels over:

  • Gezond en veilig opgroeien;

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving;

  • Participatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college vanburgemeester en wethouders van de gemeente Aalten d.d. 14 december 2021.

De burgemeester, mr. A.B. Stapelkamp

De secretaris, drs. A.J.M. Gildhuis

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling