Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2022

De raad van de gemeente Gooise Meren;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer 2333343;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

besluit :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2022.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a)

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b)

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c)

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d)

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, website, (een applicatie op een) mobiele telefoon, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e)

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Gooise Meren een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • f)

    dag: een periode van vierentwintig uren, beginnend om 0.00 uur en eindigend om 24.00 uur;

  • g)

    vaste dag: een vooraf door de belastingplichtige te bepalen vaste dag in de week (bijvoorbeeld: de maandag of de dinsdag etc.).

  • h)

    week: een periode van 7 aaneengesloten dagen;

  • i)

    maand: een periode van 30 aaneengesloten dagen, tenzij expliciet ‘kalendermaand’ wordt geschreven;

  • j)

    jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • k)

    algemene of gereserveerde invalidenparkeerplaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • l)

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a)

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b)

    een belasting voor een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a)

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b)

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • º1

        als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • º2

        als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De parkeerbelastingen worden niet geheven voor houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart of een geldige landelijke invalidenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers).

  • 2. Deze vrijstelling geldt uitsluitend, indien de parkeerkaart zoals bedoeld in het eerste lid, met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de parkeerkaart of parkeervergunning op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door middel van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door middel van een aanslag.

  • 3. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht van de belasting voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar nog kalendermaanden overblijven. De kalendermaand waarin de belastingplicht ontstaat wordt voor de berekening van het aantal kalendermaanden geheel meegerekend.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9. eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3. In afwijking van artikel 9. eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4. In afwijking van artikel 234, negende lid van de Gemeentewet moet de naheffingsaanslag worden betaald binnen twee weken na de dagtekening van de naheffingsaanslag.

Artikel 9 Teruggaaf parkeerbelastingen

  • 1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid bestaat geen recht op teruggaaf van parkeerbelastingen.

  • 2. Indien een vergunning in de loop van het belastingtijdvak wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van de parkeerbelasting verleend over de nog niet ingetreden kalendermaanden van het belastingtijdvak, gerekend van de datum van inlevering van de parkeervergunning.

Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 11 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 12 Kosten

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 66,50.

  • 2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 51,70.

  • 3. De kosten bedragen:

    • 1.

      € 223,50 per keer, voor het uitrijden en overbrengen van een motorvoertuig en

    • 2.

      € 19,15 per dag, voor het bewaren van een motorvoertuig.

  • 4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 13 Overgangsrecht

De ‘Verordening parkeerbelastingen Gooise Meren 2021’ vastgesteld door de raad van de gemeente Gooise Meren op 9 december 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening parkeerbelastingen Gooise Meren 2022’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Gooise Meren, gehouden op 15 december 2021.

de voorzitter,

de griffier,

Bijlage 1. Tarieventabel

Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Gooise Meren 2022.

 

Tarieventabel

1

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

 

 

1.1

in Bussum op de openbare weg (straten en parkeerterreinen)

per uur

€ 1,20

1.2

in Bussum in parkeergarages

per uur

€ 0,80

1.3

in Muiden

- of: per uur

- of: per dag (dagkaart)

€ 2,40

€ 21,60

 

 

 

 

2

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

 

 

2.1

voor een bewonersvergunning zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub a van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

per jaar

€ 36,60

2.2

voor bezoekersvergunningen zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub b van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

per 25 stuks (elk geldig voor één dag)

€ 26,30

2.3

voor een bedrijvenvergunning zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub c van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

per jaar

€ 158,00

2.4

voor een functionele vergunning zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub d van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

(met uitzondering van een functionele vergunning voor deelautobedrijven ten behoeve van deelauto’s die binnen de gemeente Gooise Meren een standplaats hebben).

per jaar

€ 158,00

2.5

voor een mantelzorgvergunning zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub e van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

per jaar

€ 36,60

2.6

voor een tijdelijke vergunning zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub f van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

- of: per week

- of: per maand

€ 10,50

€ 31,50

2.7

voor een vergunning standhouders weekmarkt zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, sub g van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018

per jaar 

€ 71,55

2.8

Het tarief voor het wijzigen van een parkeervergunning bedraagt

per kenteken of verhuizing naar een ander vergunninghoudersgebied

€ 10,65

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2021.

de voorzitter,

de griffier,

Bijlage 2. Stratenlijst behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Gooise Meren 2022.

Bussum:

Naarden:

Muiden:

Achterom

Pater Wijnterlaan

Broshuizen

Albrechtlaan

Zwarteweg

Herengracht

Boekweitplein

Comeniuslaan

Kazernestraat

Brinklaan

Naarderstraat

Burgemeester de Bordesstraat

Ravelijnspad

Cacaostraat

Ravelijnsplein

Constantijn Huijgenslaan

Ton Kootsingel

De Clinge

Vestingplein

Eslaan

Weesperweg

Generaal de la Reijlaan

Zuidpolderweg

Gooibergstraat

Havenstraat

Herenstraat

Huizerweg

Julianaplein

Kapelstraat

Kerkstraat

Kloosterweg

Laarderweg

Landstraat

Lindelaan

Meerweg

Nassaulaan

Nassaustraat

Nieuwe Brink

Nieuwe Raadhuisstraat

Nieuwe 's-Gravelandseweg

Nieuwe Spiegelstraat

Nieuwstraat

Olmenlaan

Oud-Bussummerweg

P+R plaats Station Naarden-Bussum

Poststraat

Raadhuispassage

Schoolstraat

Sint Vitusstraat

Slochterenlaan

Spiegelstraat

Stationsplein

Stationsweg

Thierensstraat

Veerplein

Veerstraat

Veldweg

Vlietlaan

Wilhelminaplantsoen

Genoemde straten / gebieden worden nader ondersteund door de bij dit besluit behorende kaarten.

Behoort bij het raadsbesluit van 15 december 2021.

de griffier,

Bijlage 3: kaarten

KAART GEBIED PARKEERBELASTINGEN BUSSUM EN NAARDEN

afbeelding binnen de regeling

Behoort bij het raadsbesluit van 15 december 2021

de griffier,

KAART GEBIED PARKEERBELASTINGEN MUIDEN

afbeelding binnen de regeling

Behoort bij het raadsbesluit van 15 december 2021.

de griffier,

KAART GEBIED PARKEERBELASTINGEN MUIDEN

afbeelding binnen de regeling

Behoort bij het raadsbesluit van 15 december 2021.

de griffier,