Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2022

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 november 2021, nr.43/7, reg.nr. INTB-21-05258;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2022

______________________________________________________________

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 2 van de Marktverordening Oldenzaal 2012 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    marktterrein: de gehele openbare of voor publiek toegankelijke oppervlakte grond die krachtens de Marktverordening Oldenzaal 2012 is aangewezen voor de uitoefening van markthandel;

  • c.

    marktdag: de voor de markt aangewezen tijden tussen 00.00 uur en 00.00 uur;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • f.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening gemeente Oldenzaal 2012 en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig voor het gebruik van een marktplaats en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend is degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2. Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een marktdag aangemerkt als een gehele marktdag.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Indien voor een standplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan een jaar het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. Het marktgeld voor een dag plaats wordt per dag geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven:

  • a.

    bij wege van aanslag indien het een vaste plaats betreft;

  • b.

    bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur in de overige gevallen.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van een kwartaal aanvangt, wordt het recht geheven over zoveel dertiende gedeelten van het kwartaalbedrag, als na het tijdstip van aanvang van de belastingplicht nog volle weken in het kalenderkwartaal overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het naar kwartaaltarieven geheven marktgeld voor zoveel dertiende gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle weken in het kalenderkwartaal overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt is het naar jaartarieven geheven marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het naar jaartarieven geheven marktgeld voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6. Indien een persoon aan wie een standplaats is toegewezen door omstandigheden buiten zijn wil gelegen van zijn standplaats niet of niet volledig gebruik kan maken, wordt hem op zijn schriftelijk met reden omkleed verzoek aan de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar ontheffing verleend, voor het aantal weken, met een minimum van vier achtereenvolgende weken, waarin van de standplaats geen gebruik is gemaakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in hoofdstuk 1.3 van de Tarieventabel bedoelde rechten worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in hoofdstuk 1.2.1 en 1.2.2 bedoelde rechten worden betaald een maand volgende op die, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in hoofdstuk 1.1.1 en 1.1.2 bedoelde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de vijftiende van de maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend, de tweede twee maanden later.

  • 4. In afwijking van het derde lid, kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening marktgelden 2020 van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in

artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening marktgelden 2022.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2021

de griffier,

J.H. Brokers

de voorzitter,

P.G. Welman

Bijlage 1: Tarieventabel bij de Verordening Marktgeld 2022 van de gemeente Oldenzaal

Tarieventabel bij de Verordening Marktgeld 2022 van de gemeente Oldenzaal

Algemeen

 

1.

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is

 

2.

Maatstaf van heffing is het langs de grond gemeten aantal strekkende meters van de frontbreedte van de standplaats waarbij een gedeelte van een strekkende meter als een gehele meter wordt aangemerkt.

 
 
 
 

Hoofdstuk 1 Standplaatsen

 

1.1

Het recht voor een ter beschikking gestelde standplaats bedraagt per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

 

1.1.1

voor een vaste plaats op maandag per jaar

€ 112,68

1.1.2

voor een vaste plaats op zaterdag per jaar

€ 164,76

1.2.1

voor een vaste plaats op maandag per kwartaal

€ 30,30

1.2.2

voor een vaste plaats op zaterdag per kwartaal

€ 46,14

1.3

voor een dag plaats op maandag of zaterdag per marktdag of een gedeelte daarvan

€ 3,45

 

met een minimum van

€ 13,80

Behoort bij raadsbesluit van 20 december 2021 nr..

Mij bekend,

De griffier,