Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening leges omgevingsvergunning 2022

Geldend van 22-12-2021 t/m 12-05-2022

Intitulé

Verordening leges omgevingsvergunning 2022

De raad besluit

Vast te stellen de navolgende Verordening leges omgevingsvergunning 2022.

Verordening leges omgevingsvergunning 2022

Artikel 1. Belastbaar feit.

Onder de naam ‘leges omgevingsvergunning’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 2. Belastingplicht.

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 3. Vrijstellingen.

Leges omgevingsvergunning worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen:

  • a.

    tot het verlenen van toestemmingen omtrent het aanbrengen van zonwering en/of rolluiken aan een woning of een ander gebouw;

  • b.

    b. tot de afgifte van vergunningen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en als bedoeld in artikel 10, van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Duiven;

  • c.

    tot het verkrijgen van een (tijdelijke) gebruiksvergunning als bedoeld door Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen indien de aanvraag is gedaan door of in opdracht van Duivense groepen, instellingen, stichtingen of verenigingen in verband met het organiseren van een activiteit;

  • d.

    tot het verlenen van diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 4. Maatstaven van heffing en tarieven.

  • 1. De leges omgevingsvergunning worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges omgevingsvergunning wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde rekeneenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Wijze van heffing.

De leges omgevingsvergunning worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6. Termijnen van betaling.

  • 1. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving: ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt toegezonden binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 7. Kwijtschelding.

Bij de invordering van de leges omgevingsvergunning wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8. Overgangsrecht.

  • 1. De “Verordening leges omgevingsvergunning 2021” van 8 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 9, derde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges omgevingsvergunning hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 9. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De bekendmaking van het in onderdeel 1.1.2. van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normblad geschiedt door ter inzagelegging.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 10. Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening leges omgevingsvergunning 2022”.

Ondertekening

de griffier,

drs. W.R. (Wouter) Bosch

de voorzitter,

mr. H.B. (Huub) Hieltjes

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de “Verordening leges omgevingsvergunning 2022”.

Nummer

Handeling

Tarief

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

1.1.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

1.1.1.

Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken van technische installatiewerken 2012 (UAV2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. De thans geldende UAV is als bijlage I bij deze verordening opgenomen.

1.1.2.

Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken van technische installatiewerken 2012 (UAV2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. De thans geldende UAV is als bijlage I bij deze verordening opgenomen. De controle op de berekening van de bouwkosten, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, gebeurt op basis van het “Bouwkostenbeleid gemeente Duiven”.

1.1.3

vervallen

1.1.4.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.2.

In dit onderdeel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

1.3.

In dit onderdeel voorkomende begrippen die niet nader

in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op

activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander

wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2

Algemene tarieven aanvraag omgevingsvergunning

Vooroverleg

2.1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen activiteit in het kader van de Wabo vergunbaar is, bedraagt

€ 280,80

Voor zover een vooroverleg (mede) betrekking heeft op de onderdelen 3.4.3. en 3.5.3, is het bepaalde in onderdeel 4.1. daarop onverminderd van toepassing.

Geen vergunning benodigd

2.2.

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag van een omgevingsvergunning blijkt dat voor het oprichten van het bouwwerk geen vergunning is benodigd, bedraagt het tarief:

€ 280,80

Onvoldoende gegevens aanwezig

2.3.

Indien de verstrekte (aanvullende) gegevens en bescheiden voor de aanvraag van een omgevingsvergunning onvoldoende zijn om de aanvraag te beoordelen en de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb niet in behandeling wordt genomen, bedraagt het tarief 25% van de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de aanvraag met een minimum van

€ 280,80

een met een maximum van

€ 2.779,90

Ingetrokken en opnieuw ingediend

2.4.

Indien voor het in behandeling nemen van de aanvraag deze wordt ingetrokken en opnieuw wordt ingediend als vooroverleg zijn geen leges verschuldigd voor de eerst genoemde aanvraag.

2.5.

vervallen

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

3.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:

de som van de verschuldigde leges voor de verschillende

activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of

gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking

heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die

in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd,

berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaal-

de in deze tarieventabel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een

legesbedrag worden gevorderd.

3.2.

Bouwactiviteiten

3.2.1.

vervallen

3.2.2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.2.2.1.

indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen:

5,0% van de bouwkosten, met een minimum van

€ 280,80

3.2.2.2.

indien de bouwkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 499,95, vermeerderd met

3,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 9.999 te boven gaan;

€ 499,95

3.2.2.3.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 1.899,95 vermeerderd met

2,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 49.999 te boven gaan;

€ 1.899.95

3.2.2.4.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 5.649,95, vermeerderd met

2,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 199.999 te boven gaan;

€ 5.649,95

3.2.2.5.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 13.149,95, vermeerderd met

2,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 499.999 te boven gaan;

€ 13.149,95

3.2.2.6.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 25.649,95, vermeerderd met

2,0% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 999.999 te boven gaan;

€ 25.649,95

3.2.2.7.

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 45.649,95, vermeerderd met

1,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 1.999.999 te boven gaan;

€ 45.649,95

3.2.2.8.

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

€ 90.649,95, vermeerderd met

€ 90.649,95

1,0% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 4.999.999 te boven gaan, met een maximum van

€ 204.879,00

Verhogingen/Aanvullingen

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.1 en 3.2.2. wordt:

3.2.3.

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.1 en 3.2.2. wordt in verband met een toetsing aan welstandscriteria door het Gelders Genootschap, verhoogd met de tarieven die door het genootschap worden gehanteerd. De tarieven blijken uit de bijgevoegde gewaarmerkte tarievenregeling van het genootschap.

3.2.4.

Vervallen

3.2.5.

in verband met het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die zijn ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen als gevolg van een onvolledige aanvraag

€ 93,60

3.2.6.

in verband met het in behandeling nemen van een ondergeschikte wijziging die is ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen

€ 46,80

3.2.7.

indien artikel 3.3 lid 3 Wabo van toepassing is, verhoogd met:

€ 93,60

3.2.8.

in verband met de beoordeling van een gelijkwaardig oplossing als bedoeld in artikel 1.13 van het Bouwbesluit verhoogd met:

€ 786,65

3.3.

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.3.1.

indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 1.000.000

€ 680,20

3.3.1.2.

indien de aanlegkosten meer dan € 1.000.000 bedragen

€ 680,20, verhoogd met € 184,90 per € 1.000.000 of deel daarvan waarmee die aanlegkosten € 999.999 te boven gaan.

3.3.2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg als bedoeld in artikel 2.11, eerste lid van de Algemene Plaatselijke verordening gemeente Duiven, bedraagt het tarief:

3.3.2.1

indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 1.000.000

€ 680,20

3.3.2.2

indien de aanlegkosten meer dan € 1.000.000 bedragen

€ 680,20 verhoogd met € 184,90 per € 1.000.000 of deel daarvan waarmee die aanlegkosten € 999.999 te boven gaan.

Verhogingen/Aanvullingen

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 3.3.1. en 3.3.2. wordt:

3.3.3.

indien artikel 3.3 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is, verhoogd met

€ 93,60

3.4.

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, in aanvulling op het bepaalde in onderdeel 3.2:

3.4.1.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 793,70

3.4.2.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 770,55

3.4.3.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

€ 6.866,60

3.4.4.

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 770,55

3.4.5.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt

toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 1.540,10

3.4.6.

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

€ 1.895,50

3.4.7.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

€ 1.895,50

3.4.8.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt

toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 770,50

3.5.

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.5.1.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 1.141,50

3.5.2.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 1.141,50

3.5.3.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

€ 6.859,40

3.5.4.

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 2.739,60

3.5.5.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 1.469,05

3.5.6.

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

€ 1.895,50

3.5.7.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

€ 1.895,50

3.5.8.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt

toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 1.141,50

3.6.

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Geheel nieuwe aanvraag

3.6.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een gebruiksoppervlakte van:

3.6.1.1

0 m2 tot en met 500 m2

€ 3.142,25

3.6.1.2

groter dan 500 m2

€ 5.136,75

Aanvraag op basis van een reeds bestaande vergunning

3.6.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning brandveilig gebruik

3.6.2.1

indien de wijziging het intrekken of aanvullen van beperkende voorwaarden betreft waaronder de omgevingsvergunning is verleend door veranderd gebruik of veranderde inzichten

€ 280,80

Veranderde indeling

3.6.2.2

indien de wijziging een gevolg betreft van een verandering van de indeling van een bouwwerk of uitbreiding van een bouwwerk

3.6.2.2.1

met een maximum verandering/uitbreiding van 30% van het totale gebruiksoppervlak van het bouwwerk bij een totale gebruiksoppervlakte van 0 m2 tot en met 500 m2

€ 936,05

3.6.2.2.2

van meer dan 30% van het totale gebruiksoppervlak van

het bouwwerk bij een totale gebruiksoppervlakte van groter dan 500 m2

€ 1.872,10

3.7.

Sloopactiviteiten bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

3.7.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

3.7.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 684,90

3.7.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 684,90

3.7.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 684,90

3.8.

Uitweg/inrit

3.8.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning

betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.8.1.1

voor een uitweg/inrit bij een bestaande woning of bij een

bedrijfspand

€ 377,15

3.8.1.2

voor een uitweg/inrit bij een nieuwbouw woning of bij een nieuw bedrijfspand

€ 107,80

3.9.

Handelsreclame

3.9.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van handelsreclame als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 onder h & i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 4:22 van de Algemene Plaatselijke Verordening bedraagt het tarief:

€ 468,40

3.9.2.

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 3.9.1 wordt in verband met een toetsing aan welstandscriteria door het Gelders Genootschap, verhoogd met de tarieven die door het genootschap worden gehanteerd. De tarieven blijken uit de bijgevoegde gewaarmerkte tarievenregeling van het genootschap.

3.9.3

Indien de activiteit bouw (artikel 2.1. lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) van toepassing is, worden het tarief onder 3.9.1 voor Handelsreclame niet toegepast.

3.10.

Kappen

Vervallen

3.11.

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 107,80

3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 107,80

3.12.

Projecten of handelingen in het kader van de Natuur-

beschermingswet 1998

3.12.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 107,80

3.12.2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning

betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 107,80

3.13.

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Wet natuurbescherming ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

€ 107,80

3.14.

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.14.1.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

3.14.2.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een

beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. Indien de activiteiten en 2.1, eerste lid, onder a en 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo geen deel uitmaken van dezelfde fase, wordt dit gezien als dat er geen sprake is van een bouwactiviteit.

3.15.

Omgevingsvergunning ter legalisering

3.15.1.

Indien de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt

ingediend ter legalisering van een activiteit na aanvang of gereedkomen hiervan, worden de kosten genoemd in de onderdelen 3.2. tot en met 3.14. verhoogd met 25% van die kosten, met een minimum van:

€ 93,60

3.15.2.

Met een maximum van

€ 1.131,50

Hoofdstuk 4

Bestemmingsplannen

Vooroverleg/Principeverzoek

4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverleg/principeverzoek tot planologische medewerking

€ 3.034,05

Aanvraag procedure/begeleiding bestemmingsplannen

4.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

4.2.1.

tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 10.587,75*

4.2.2.

tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 7.445,85*

4.2.3.

tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4.608,55*

* genoemde bedragen zijn exclusief kosten voor onderzoeksrapporten en opstellen bestemmingsplan, laatstgenoemde kosten komen voor rekening en risico van aanvrager

Hoofdstuk 5

Sloopmelding

vervallen

Hoofdstuk 6

Overige ontheffingen/toetsen/Verhogingen/ Aanvullingen/Adviezen

6.1.1

Bodemrapporten en archeologisch programma van eisen

Het verschuldigde bedrag, al dan niet in aanvulling op de leges op grond van voorgaande onderdelen indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel

bedoelde aanvraag een bodemrapport benodigd is, is:

6.1.1.1.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 393,35

6.1.1.2.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport dan wel een programma van eisen

€ 278,40

6.1.1.3.

voor het opstellen van een archeologisch programma van

eisen

€ 890,90

6.1.1.4.

Voor de beoordeling van een akoestisch rapport

€ 274,45

6.1.1.4.1

Voor de beoordeling van ieder ander rapport, anders dan met name genoemd in 6.1.1. 1,2,3,4 daarboven nog voor ieder ander rapport echter, tot een maximum van niet meer dan voor al die andere te beoordelen rapporten gezamenlijk

€ 274,45

€ 553,35

6.1.2.

Verplicht advies andere instanties en MER

6.1.2.1

Het verschuldigde bedrag, op grond van de voorgaande onderdelen wordt, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting.

6.1.2.2.

Indien een begroting als bedoeld in 6.1.2.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

6.1.3

Het verschuldigde bedrag, al dan niet in aanvulling op de leges op grond van voorgaande onderdelen, voor het advies aan een ander bevoegd gezag.

€ 280,80

6.2.

Verklaring van geen bedenkingen

Het verschuldigde bedrag op grond voorgaande onderdelen wordt, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, verhoogd met:

6.2.1.

indien de gemeenteraad een verklaring van geen

bedenkingen moet afgeven

€ 2.207,10

6.2.2.

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen

bedenkingen moet afgeven

€ 1.993,85

6.2.3

Indien een begroting als bedoeld in 6.2.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

6.3

Ontheffing geluidshinder

6.3.1

Het verschuldigde bedrag, al dan niet in aanvulling op de tarieven op grond van voorgaande onderdelen, bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing en vaststelling van hogere grenswaarden als bedoeld in artikelen 83, 85, 100a, 100b, 106, 110a, 110b en 110c, van de Wet geluidhinder:

6.3.1.1.

voor gevallen van enkelvoudige aard (één woning, één soort geluidhinder)

€ 360,75

6.3.1.2.

voor overige gevallen

€ 721,45

6.4.

Voorbereidingsbesluit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.771,05

6.5

Publicatie week- en dagbladen en Staatscourant

Het verschuldigde bedrag, al dan niet in aanvulling op de leges op grond van voorgaande onderdelen, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag (extra) een publicatie benodigd is

€ 35,55

6.6

Verkrijgen van noodurgentie verklaring

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een noodurgentieverklaring als bedoeld in artikel 10 b, lid 3 van de Huisvestingsverordening Duiven 2020

€ 56,90

Hoofdstuk 7

Vermindering

7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is vooraf gegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een vooroverleg als bedoeld in onderdeel 2.1 waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in onderdeel 3.

7.2.

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 3. wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt ingediend ter vervanging van een eerder aangevangen of voltooid bouwproject welke door calamiteiten is verwoest, verlaagd met 40%. De eerste volzin is alleen van toepassing indien het nieuwe bouwproject aan dezelfde regelgeving kan worden getoetst als waaraan het te vervangen bouwproject destijds is getoetst.

7.3.

Minimumbedrag

Het minimaal te betalen bedrag is

€ 280,80

Hoofdstuk 8

Teruggaaf

8.1.

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente en nog niet is verleend dan wel geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

8.1.1.

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het indienen van de aanvraag: 75% van voor de activiteit verschuldigde leges;

8.1.2.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 6 weken na het indienen van de aanvraag: 50% van voor de activiteit verschuldigde leges;

8.1.3.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken na het indienen van de aanvraag: 30% van voor de activiteit verschuldigde leges.

8.2.

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 3.2 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

8.3.

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

8.3.1.

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- activiteiten als bedoeld in onderdeel 3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

8.3.2.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 8.3.1. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

8.3.3.

Minimumbedrag

Het minimaal te betalen bedrag is het bedrag genoemd in onderdeel 3.2.2.1

8.4.

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.2.3 en 6 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 9

Ambtshalve intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33 van de Wabo.

€ 46,80

Hoofdstuk 10

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van

wijziging project

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een reeds verleende omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

10% van de op grond van de in die onderdelen verschuldigde leges, met een minimum van

of, de in het betreffende onderdeel genoemde leges indien deze minder bedragen dan dit minimum.

€ 280,80

Hoofdstuk 11

Overschrijven vergunningen en ontheffingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning

€ 92,75

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Duiven van 7 december 2021.

Bijlage I Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)

  • -

    behorende bij de “ Verordening leges omgevingsvergunningen 2022”;

  • -

    als bedoeld in onderdeel 1.1.1. van de bijbehorende tarieventabel.

Beschikbaar via: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-1567.html.