Regeling vervallen per 01-01-2023

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2022

Besluiten:

  • 1.

    het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2021 (B & W nr. 20.0621/WMO) in te trekken per 1 januari 2022;

  • 2.

    het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2022 vast te stellen en in werking te laten treden per 1 januari 2022.

Hoofdstuk 1 Hoogte tarieven persoonsgebonden budget

Artikel 1. Algemeen

Lid 1.

Het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen dient in beginsel toereikend en vergelijkbaar te zijn met een voorziening in natura.

Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen WMO

Artikel 2 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning basis, speciaal en thuisondersteuning luiden per periode van een maand:

Omschrijving

Informeel 50%

Zzp 70%

Instelling 90%

Huishoudelijke Ondersteuning Basis

€ 140,00

€ 196,00

€ 252,00

Huishoudelijke Ondersteuning Basis intensief

€ 242,50

€ 339,50

€ 436,50

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal

€ 187,50

€ 262,50

€ 337,50

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal intensief

€ 320,00

€ 448,00

€ 576,00

Thuisondersteuning

€ 262,50

€ 367,50

€ 472,50

Thuisondersteuning intensief

€ 405,00

€ 567,00

€ 729,00

Lid 2.

Het overgangstarief (tot herindicatie of uiterlijk 31 december 2022) voor het tarief informeel luidt per periode van een maand:

Omschrijving

Informeel

Huishoudelijke Ondersteuning Basis

€ 154,00

Huishoudelijke Ondersteuning Basis intensief

€ 268,00

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal

€ 208,00

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal intensief

€ 353,50

Thuisondersteuning

€ 290,75

Thuisondersteuning intensief

€ 447,50

Lid 3.

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (informeel en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

Artikel 3 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Individuele begeleiding luiden per periode van een maand:

Omschrijving

Informeel

Zzp

Instelling

Begeleiding Individueel Basis regulier

€ 145,00

€ 232,00

€ 261,00

Begeleiding Individueel Basis middel

€ 345,00

€ 552,00

€ 621,00

Begeleiding Individueel Basis zwaar

€ 545,00

€ 872,00

€ 981,00

Begeleiding Individueel Speciaal regulier

nvt

€ 328,00

€ 369,00

Begeleiding Individueel Speciaal middel

nvt

€ 764,00

€ 859,50

Begeleiding Individueel Speciaal zwaar

nvt

€ 1.204,00

€ 1.354,50

Lid 2.

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (informeel en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

Artikel 4 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding groep

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding luiden per periode van een maand:

Omschrijving

Informeel

Zzp

Instelling

Begeleiding groep Basis

nvt

€ 293,75

€ 330,25

Begeleiding groep basis (incl vervoer)

nvt

€ 377,25

€ 414,00

Begeleiding groep Basis (intensief)

nvt

€ 734,25

€ 826,00

Begeleiding groep basis (intensief en incl vervoer)

nvt

€ 943,00

€ 1.035,00

Begeleiding groep Speciaal

nvt

€ 452,00

€ 508,50

Begeleiding groep Speciaal (incl vervoer)

nvt

€ 557,75

€ 614,25

Begeleiding groep Speciaal (Intensief)

nvt

€ 1.130,00

€ 1.271,25

Begeleiding groep Speciaal (intensief en incl. vervoer)

nvt

€ 1.394,25

€ 1.535,50

(*) Bij PGB voor Begeleiding groep vervalt het onderscheid dat in zorg in natura gemaakt wordt tussen A en B omdat het prijsverschil tussen 1 dagdeel A en 1 dagdeel B zeer beperkt is. Bij begeleiding groep wordt de hoogte van het PGB berekend door het in de Verordening artikel 11 vijfde lid genoemde percentage te nemen van het (gewogen) dagdeeltarief in natura en dit te vermenigvuldigen met het midden van de bandbreedte van de gehanteerde intensiteit.

Artikel 5 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen (scheiden wonen en zorg)

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen luiden per etmaal:

Omschrijving

Informeel

zzp

Instelling

Beschermd wonen zzp 1

nvt

nvt

€ 60,50

Beschermd wonen zzp 1 (incl. dagbesteding

nvt

nvt

€ 87,50

Beschermd wonen zzp 2

nvt

nvt

€ 74,75

Beschermd wonen zzp 2 (incl. dagbesteding)

nvt

nvt

€ 102,00

Beschermd wonen zzp 3

nvt

nvt

€ 95,50

Beschermd wonen zzp 3 (incl. dagbesteding)

nvt

nvt

€ 126,25

Beschermd wonen zzp 4

nvt

nvt

€ 115,00

Beschermd wonen zzp 4 (incl. dagbesteding)

nvt

nvt

€ 148,25

Beschermd wonen zzp 5

nvt

nvt

€ 125,25

Beschermd wonen zzp 5 (incl. dagbesteding)

nvt

nvt

€ 158,00

Beschermd wonen zzp 6

nvt

nvt

€ 151,50

Beschermd wonen zzp 6 (incl. dagbesteding)

nvt

nvt

€ 185,00

Lid 2.

Het overgangstarief voor het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen ZZP2 en ZZP2 (incl. dagbesteding) luidt per etmaal (voor huidige cliënten, tot herindicatie of uiterlijk 31 december 2022):

Omschrijving

Informeel

zzp

Instelling

Beschermd wonen zzp 2

nvt

nvt

€ 80,75

Beschermd wonen zzp 2 (incl. dagbesteding)

nvt

nvt

€ 107,25

Lid 3.

Omschrijving

Informeel

zzp

Instelling

Beschermd wonen individueel basis (per uur)

€ 26,75

€ 42,75

€ 48,00

Beschermd wonen individueel speciaal (per uur)

nvt

€ 59,00

€ 66,50

Beschermd wonen groep (per dagdeel)

nvt

€ 34,25

€ 38,50

Artikel 6 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschut wonen

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschut wonen luiden per etmaal:

Omschrijving

Informeel

zzp

Instelling

Beschut wonen ZZP1 (geclusterd)

nvt

nvt

€ 61,50

Beschut wonen ZZP2 (groepswonen)

nvt

nvt

€ 76,00

Artikel 7 Bedragen voor het persoonsgebonden budget overige maatwerkvoorzieningen

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden:

Omschrijving

Informeel

zzp

Instelling

Kortdurend verblijf (per etmaal, max. 52/kalenderjaar)

€ 67,50

€ 108,00

€ 121,50

Maaltijdvoorziening (per uur)

€ 14,00

€ 19,25

€ 27,25

Kindverzorging* (per uur)

€ 14,00

€ 19,25

€ 27,25

Lijfgebonden ondersteuning (per uur)

€ 25,00

€ 39,75

€ 44,75

*De tarieven voor Maaltijdvoorziening en kindverzorging zijn gebaseerd op de uurtarieven van HO speciaal, omdat het werkinhoudelijk het meeste op elkaar lijkt.

Lid 2.

Indien met de bedragen genoemd in artikel 2, 3 en 4 niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd (tot maximaal het resultaatbedrag in Zorg in Natura voor het betreffende product) met de volgende tarieven per uur/dagdeel:

Omschrijving

Informeel

Zzp

Instelling

Huishoudelijke ondersteuning Basis

€ 14,00

€ 19,25

€ 24,75

Huishoudelijke ondersteuning Speciaal*

€ 14,00

€ 19,25

€ 27,25

Thuisondersteuning*

€ 14,00

€ 19,25

€ 28,25

Begeleiding Individueel Basis

€ 25,00

€ 39,75

€ 44,75

Begeleiding Individueel Speciaal

nvt

€ 55,25

€ 62,00

Begeleiding groep basis (per dagdeel)

nvt

€ 22,50

€ 25,50

Begeleiding groep basis met vervoer (per dagdeel)

nvt

€ 29,00

€ 31,75

Begeleiding groep speciaal (per dagdeel)

nvt

€ 34,75

€ 39,00

Begeleiding groep speciaal met vervoer (per dagdeel)

nvt

€ 43,00

€ 47,25

*Voor de aanvullende tarieven bij huishoudelijke ondersteuning Speciaal en Thuisondersteuning is voor het informele en zzp tarief aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Voor het aanvullend tarief bij Huishoudelijke ondersteuning Basis informeel is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 110% van het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld en -uren

Artikel 8 Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen

Lid 1.

Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksjaren, ten hoogste:

SOORT VOORZIENING

Aanschaf, verzekering en onderhoud hele periode

Handbewogen rolstoel voor continu gebruik

€ 3.075,00

Handbewogen rolstoel voor incidenteel/kortdurend gebruik

€ 550,00

Handbewogen rolstoel voor (semi-)permanent/algemeen gebruik

€ 1.900,00

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik

€ 3.275,00

Handbewogen kinderrolstoel voor (semi) permanent/actief gebruik

€ 2.675,00

Handbewogen kinderrolstoel voor permanent gebruik

€ 3.700,00

Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik, primair binnen, maar ook om het huis

€ 9.225,00

Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik, primair buiten, maar ook binnenshuis

€ 11.275,00

Elektrische kinderrolstoel

€ 12.300,00

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (minimaal 8 km/uur)

€ 2.750,00

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (minimaal 10 km/uur)

€ 3.475,00

Scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (minimaal 15 km/uur)

€ 4.300,00

Sportrolstoel

€ 3.075,00

Lid 2.

Voor hulpmiddelen geldt een aantal gebruiksjaren van 7 jaar. Voor een sportrolstoel is dit 3 jaar.

lid 3.

Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren.

Lid 4.

De restwaarde van het hulpmiddel kan worden teruggevraagd en wordt als volgt bepaald:

Bij verhuizing of overlijden of niet meer adequaat zijn van de voorziening

Restwaarde als percentage van het verstrekte persoonsgebonden budget

Eerste jaar

50%

Tweede jaar

40%

Derde jaar

30%

Vierde jaar

20%

Vijfde jaar

10%

Zesde jaar

0%

Hoofdstuk 3 Bedragen voor het persoonsgebonden budget beschermd wonen thuis

Artikel 9. Persoonsgebonden budget beschermd wonen thuis

Lid 1.

Voor cliënten die niet zonder ambulante begeleiding thuis kunnen wonen, bestaat de mogelijkheid tot beschermd wonen thuis en gelden de volgende pgb bedragen:

Pgb beschermd wonen thuis (professional)

Exclusief dagbesteding

Inclusief dagbesteding

Beschermd wonen met begeleiding (ZZP 1)

€ 41,75

€ 68,00

Gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding (ZZP 2)

€ 67,25

€ 93,00

Beschermd wonen met intensieve begeleiding (ZZP 3)

€ 74,25

€ 102,50

Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging (ZZP 4)

€ 89,25

€ 120,25

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering (ZZP 5)

€ 97,25

€ 128,75

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging (ZZP 6)

€ 122,25

€ 156,25

Lid 2.

Indien geen of slechts gedeeltelijke professionele zorg/ondersteuning wordt ingezet bij beschermd wonen thuis, zal een korting worden toegepast op de in lid 2 genoemde bedragen, die kan oplopen tot 20%. Dit is afhankelijk van de mate waarop professionele hulp wordt ingezet.

Hoofdstuk 4 Bedragen voor vervoer en voor verhuiskosten.

Artikel 10. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

Lid 1.

De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) is gebaseerd op 2000 kilometer. Het voor vervoer vrij besteedbaar bedrag is gebaseerd op een kilometerprijs van € 0,28. Dit bedraagt op jaarbasis in principe:

a. voor gebruik van het CVV

384 zones

b. voor vervoer vrij besteedbaar (per kalenderjaar)

€ 288,00

Lid 2.

Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV moeten een bijdrage betalen in het CVV in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Het tarief is € 0,82.

Artikel 11. Bedragen individueel vervoer

Lid 1.

De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor individueel vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:

a.

voor vervoer per taxi

€ 1.920,00

b.

voor vervoer met de (eigen) auto

€ 576,00

c.

voor een combinatie van a en b:

  • -

    voor taxi

  • -

    plus voor vervoer met de eigen auto

€ 960,00

€ 288,00

d.

voor een rolstoeltaxi

€ 2.880,00

e.

voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel

€ 576,00

f.

voor een combinatie van c en d:

voor de rolstoeltaxi

plus voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel

€ 1.440,00

€ 288,00

g.

Voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor

€ 240,00

Lid 2.

De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op:

a.

0%

voor aanvragers tot 4 jaar;

b.

25%

voor aanvragers van 4 tot 6 jaar;

c.

50%

voor aanvragers van 6 tot 12 jaar; en

d.

75%

voor aanvragers van 12 tot 16 jaar.

Lid 3.

Voor zover echtgenoten of partners beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25, 50% dan wel 75%, of anders afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor het individueel vervoer toegekend.Partners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.

Lid 4.

Voor zover echtgenoten of partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend:

  • a.

    100% van het aantal zones voor het gebruik van het CVV; en

  • b.

    50% van het vrij besteedbaar bedrag.

Lid 5.

Voor zover echtgenoten of partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.

Lid 6.

Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootermobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kunnen de zones en bedragen van artikel 10 en 11 met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.

Lid 7.

Indien om andere redenen, zoals het nog gedeeltelijk gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, de vervoersbehoefte afwijkt, kunnen de bedragen in artikel 10 en 11 met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin in de vervoersbehoefte reeds wordt voorzien.

Artikel 12. Bedragen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming

Lid 1.

De tegemoetkoming voor:

  • a.

    vervoer per eigen auto (wanneer van het CVV wordt afgezien) bedraagt:

€ 576,00 per jaar;

  • b.

    verhuiskosten bedraagt:

€ 2.012,00 eenmalig.

Hoofdstuk 5 Bijdrage in de kosten van een voorziening

Artikel 13. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

Lid 1.

De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het van toepassing zijnde Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:

  • a.

    de kostprijs van de maatwerkvoorziening in natura;

  • b.

    de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening;

Lid 2.

De termijn van de oplegging van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:

  • a.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een maatwerkvoorziening in natura;

  • b.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een periodiek persoonsgebonden budget;

  • c.

    gelijk aan de termijn tot de kostprijs van de voorziening is betaald, (tot de maximale gebruiksduur van het product).

Lid 3.

De eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening gaat in op de datum van indicatie die in de beschikking staat plus 2 weken. Dit geldt ook voor het Pgb. Voor woningaanpassingen en hulpmiddelen geldt de datum van levering als ingangsdatum van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage stopt op datum van einde voorziening, in het geval van kortdurende, tussentijdse onderbrekingen loopt de eigen bijdrage door. De eigen bijdrage stopt in principe ook wanneer de ondersteuning langer dan drie maanden onderbroken wordt.

Lid 4.

De oplegging van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.

Lid 5.

De hoogte van de bijdrage in de kosten voor verblijf in de opvang wordt vastgesteld en geïnd door de opvanginstellingen. De instellingen die opvang verlenen zijn Stichting De Binnenvest, Stichting Vrouwenopvang Rosa Manus en Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen. Het uitgangspunt is dat voor de cliënt in ieder geval de norm voor zak- en kleedgeld, zoals genoemd in artikel 23 van de Participatiewet, beschikbaar blijft.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in dit Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2022, indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 15. Citeertitel en inwerkingtreding

  • a.

    Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2022’.

  • b.

    Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2022;

  • c.

    Met inwerkingtreding van dit Besluit wordt het 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2021’ ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 december 2021.

Het College van Burgemeester en wethouders,

De secretaris,

de burgemeester,