Verordening Bedrijven-investeringszone Winkelcentrum Malden 2022-2026

Geldend van 03-12-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening Bedrijven-investeringszone Winkelcentrum Malden 2022-2026

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;

  • gezien het voorstel van het college van 31 augustus 2021;

  • gelet op de artikelen 216, 217 van de Gemeentewet en de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • gelet op de tussen de gemeente Heumen en de Stichting BIZ Winkelcentrum Malden gesloten uitvoeringsovereenkomst;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Bedrijveninvesteringszone Winkelcentrum Malden 2022-2026

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

  • a.

    BIZ: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven, aangegeven op de bijbehorende kaart.

  • b.

    BIZ-bijdrage: hetgeen daaronder in de wet wordt verstaan

  • c.

    wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen;

  • e.

    uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en Stichting BIZ Winkelcentrum Malden op 28 september 2016 gesloten en op 31 augustus 2021gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • f.

    belastingobject: de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, voor zover die op grond van artikel 220a van de Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dient, en voor zover die op grond van artikel 2 van deze verordening niet uitdrukkelijk is uitgezonderd.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening is van toepassing op de belastingobjecten in het gebied waarvan de begrenzing met gele markering is aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam BIZ-bijdrage wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt - gedurende de periode van 2022 tot en met 2026 - jaarlijks bij wege van aanslag geheven ter zake van binnen de BI-zone als bedoeld in artikel 2 gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220 van de Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de BI-zone gelegen belastingobject gebruikt; dat op grond van artikel 220 Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dient, met uitzondering van parkeervoorzieningen en objecten met betrekking tot nutsvoorzieningen.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

Artikel 5 Tarief BIZ-bijdrage

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt, gedurende de periode 2022 tot en met 2026, geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde in 2022.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage bedraagt 0,15% van de waarde als bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat per belastingobject een bedrag zal worden geheven van ten minste € 150 ,- en ten hoogste € 750,-.

  • 3.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken

Artikel 6 Vrijstellingen

In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

  • a.

    voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 , met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

  • e.

    natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

  • f.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • h.

    werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • i.

    werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

  • j.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • k.

    straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • l.

    plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • m.

    begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • n.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

  • o.

    belastingobjecten die worden beheerd door de gemeente, een vereniging of stichting zonder winstoogmerk, die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en uitsluitend in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, stalling van fietsen en andere activiteiten van sociale of culturele aard zonder winstoogmerk;

  • p.

    belastingobjecten die naar hun aard niet toegankelijk zijn voor publiek zoals transformatorhuisjes en reclamezuilen.

  • q.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ- bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Looptijd van de belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Algemene subsidieverordening

Op de hieronder genoemde subsidie is voor zover niet anders bepaald in deze verordening van toepassing: de Algemene wet bestuursrecht; de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Subsidieverordening Heumen 2018 (ASV).

Artikel 12 Aanwijzing Stichting

De Stichting BIZ Winkelcentrum Malden (hierna: de Stichting) is de aangewezenstichting zoals bedoeld in artikel 7 van de wet. Met deze stichting is een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, te weten: Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Ondernemers Winkelcentrum Malden 2022-2026. Hierin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht. Deze overeenkomst treedt in werking nadat de Verordening Bedrijveninvesteringszone Winkelcentrum Malden 2022-2026 is vastgesteld.

Artikel 13 Aanvraag BIZ-subsidie

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, 2e lid ASV dient de stichting jaarlijks vóór 1 december van het voorafgaande jaar een schriftelijk verzoek om BIZ-subsidie in bij het college. Uitzondering hierop is de subsidieaanvraag voor het jaar 2022. Dit schriftelijke verzoek dient vóór 1 april 2022 ingediend te zijn.

  • 2.

    De subsidieaanvraag bevat een ondertekend aanvraagformulier, een begroting en een jaarplan. In dit jaarplan geeft de stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren, die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone. Daartoe kunnen ook activiteiten op het gebied van de promotie behoren voor zover deze het publieke belang in de openbare ruimte dienen.

Artikel 14 Hoogte en aanvraag voor BIZ-subsidie

  • 1.

    Het college verleent de stichting jaarlijks een subsidie die gelijk is aan de voor het subsidiejaar vastgestelde opbrengst van de BIZ-belasting. De gemeente Heumen zal geen perceptiekosten in rekening brengen gedurende de looptijd van de Verordening Bedrijveninvesteringszone Ondernemers Winkelcentrum Malden 2022-2026.

  • 2.

    Indien de Verordening bedrijveninvesteringszone BIZ Malden in de loop van 2022 in werking treedt, zal voor de belastingheffing, de WOZ-waarderingen per 1 januari 2022 als grondslag aangehouden worden.

  • 3.

    In afwijking van artikel 8, 2e lid van de ASV, beslist het college op de subsidieaanvraag van kalenderjaar 2022, binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4.

    Uiterlijk op 1 maart van het subsidiejaar verstrekt het college een subsidievoorschot op basis van de hoogte van de begrote BIZ-subsidie. In uitzondering hierop zal het college voor 2022 een voorschot overmaken binnen 2 weken nadat het besluit voor subsidieverlening genomen is Het subsidievoorschot wordt overgemaakt op de bankrekening van de stichting.

Artikel 15 Verantwoording, vaststelling en afrekening BIZ-subsidie

  • 1.

    Conform de ASV verzoekt de stichting het college vóór 1 mei van het jaar volgende op het subsidiejaar de subsidie vast te stellen. Deze aanvraag bestaat uit een ondertekend aanvraagformulier voor vaststelling van de subsidie en een financieel en inhoudelijk verslag van de door haar gerealiseerde activiteiten. Het financieel deel van het jaarverslag omvat een vastgestelde jaarrekening. Het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplan.

  • 2.

    Het college kan, indien het daar aanleiding toe ziet, verlangen dat dit verslag vergezeld gaat van een goedkeurende verklaring van een accountant.

  • 3.

    De vast te stellen subsidie is jaarlijkse gelijk aan het werkelijke bedrag van de jaarlijks ontvangen en als subsidie uitgekeerde BIZ-bijdragen.

  • 4.

    Indien een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit verschoven naar de volgende periode.

  • 5.

    De resterende middelen na afloop van de BIZ periode, zijnde 31 december 2026, dienen binnen maximaal 12 kalendermaanden uitgegeven te worden door de BIZ stichting conform haar statuten.

  • Indien de Stichting zich niet houdt aan het bepaalde in artikel 12 en15 van deze overeenkomst kan het college besluiten het vast te stellen subsidiebedrag daarop aan te passen.

Hoofdstuk IV Slotbepaling

Artikel 16 Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken, tevens inhoudende dat deze verordening op de juiste wijze is bekendgemaakt zoals is bedoeld in de artikelen 139 lid 2 jo. 142 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    Deze verordening is geldig tot 1 januari 2027.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Bedrijveninvesteringszone Winkelcentrum Malden 2022-2026".

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heumen,

In zijn openbare vergadering van 21 oktober 2021

Nicole Collombon

Marriët Mittendorff

Griffier

Voorzitter

Kaart BIZ Malden: Winkelcentrum Malden en Hema

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening