Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Ede Centrum 2022

Geldend van 02-12-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Ede Centrum 2022

De raad van de gemeente Ede:

gelezen het voorstel "Belastingverordeningen 2022" van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2021, met zaaknummer 259155;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Ede Centrum 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    tussenpersoon : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • b.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten.

  • c.

    kernwinkelgebied een binnen het in artikel 2 lid 1 omschreven gebied gelegen gebied, dat in artikel 2 lid 2 nader gedefinieerd is.

  • d.

    aanloopgebied: een binnen het in artikel 2 lid 1 omschreven gebied gelegen gebied, dat in artikel 2 lid 3 nader gedefinieerd is.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

  • 1. De Verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Ede dat begrensd wordt door de volgende straten:

    Achterdoelen - Doelenplein - Raadhuisplein - Oude Kerkplein - Driehoek ( huisnummer10A tot Molenstraat) - Molenstraat (huisnummer 11 tot Bunschoterweg) - Bunschoterweg (vanaf Molenstraat tot Verlengde Amsterdamseweg) - Verlengde Amsterdamseweg - Bospoort (huisnummer 1 t/m 3) - Amsterdamseweg (vanaf Grotestraat tot Notaris Fischerstraat) - Notaris Fischerstraat - Molenstraat (vanaf Notaris Fischerstraat tot Telefoonweg) - Telefoonweg (vanaf Molenstraat tot Stationsweg) - Maanderweg - Stationsweg ( huisnummer 24 tot Breelaan) - Breelaan (vanaf Stationsweg t/m huisnummer 3) – Detmarlaan - Van Irhovenlaan 16 - Arnhemseweg (vanaf Detmarlaan tot huisnummer 16).

    Voor de genoemde straten en pleinen geldt dat beide zijden tot het gebied worden meegerekend. Eén en ander zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

  • 2. Tot het kernwinkelgebied behoort het gebied dat begrensd wordt door en valt binnen de lijn Molenstraat – Telefoonweg – Stationsweg - Breelaan – Detmarlaan - Arnhemseweg (vanaf Detmarlaan tot grens gebied) - grens gebied van Arnhemseweg tot Driehoek - Driehoek.

  • 3. Tot het aanloopgebied behoort het gebied genoemd in artikel 2 lid 1 dat niet tot het kernwinkelgebied behoort.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, de openbare aankondigingen zijn aangebracht.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting voor openbare aankondigingen die zijn aangebracht door een exploitant als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, geheven van die exploitant.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel wordt de reclamebelasting voor openbare aankondigingen die zijn aangebracht ten behoeve van meerdere belastingplichtigen in één onroerende zaak geheven van degene die de onroerende zaak aan de belastingplichtigen ter beschikking stelt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak voor één of meer openbare aankondigingen die zijn aangebracht. Wanneer meerdere onroerende zaken door de gebruiker als één geheel worden gebruikt gelden deze voor de toepassing van deze verordening als één onroerende zaak.

  • 1.

    Het tarief betreft in het kernwinkelgebied 0,346 % van de WOZ-waarde die voor het betreffende kalenderjaar voor de onroerende zaak is vastgesteld, waarbij geldt dat het bedrag van de heffing minimaal € 424,47 en maximaal € 1.273,42 per onroerende zaak bedraagt.

  • 2.

    Het tarief betreft in het aanloopgebied 75% van het bedrag als berekend volgens onderdeel 5.1.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De reclamebelasting is verschuldigd bij het begin van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalender­maanden overblijven.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Vrijstelling

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die kunnen worden aangemerkt als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend;

  • b.

    die door of in opdracht van de gemeente zijn aangebracht, indien en voorzover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • c.

    die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • e.

    aangebracht op een voertuig, tenzij dat kennelijk is bestemd voor het voeren van reclame;

  • f.

    aangebracht op of bij bouwterreinen, voorzover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

  • g.

    betrekking hebbend op openbare verkoping, verkoop of verhuur van een onroerende zaak, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke aanwezigheid van de te verkopen dan wel te verhuren zaak.

  • h.

    aankondigingen met uitsluitend neutrale naamsvermeldingen en/of openingstijden met een oppervlakte van minder dan 0,1 m²:

  • i.

    inhoudende aanwijzingen voor het publiek op openbare brievenbussen en telefooncellen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening reclamebelasting 2021" van 12 november 2020, bekendgemaakt op 27 november 2020, gewijzigd op 8 juli 2021, bekendgemaakt op 21 juli 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening reclamebelasting Ede Centrum 2022'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2021, zaaknummer 259155.

De raad voornoemd,

dr. G.H. Hagelstein

De griffier,

mr. L.J. Verhulst

de voorzitter,

Bijlage 1: Kernwinkelgebied

afbeelding binnen de regeling