Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van de leges Heiloo 2022

Geldend van 19-11-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de leges Heiloo 2022

De raad van de gemeente Heiloo;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2021;

gezien het advies van de commissie Bestuurlijke zaken van 11 oktober 2021;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van de leges Heiloo 2022

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag;

    • c.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van stukken, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en periodieke uitkeringen ten laste publiekrechtelijke lichamen;

  • b.

    de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • c.

    vergunningen voor evenementen als bedoeld in de geldende Algemene plaatselijke verordening (verder: APV) ten behoeve van de in de gemeente Heiloo gevestigde sport-, jeugd- of culturele verenigingen of instellingen met een sociaal maatschappelijke doelstelling. Dit geldt ook voor de toeslag voor een vereist brandweeradvies;

  • d.

    een melding van een klein evenement zoals omschreven in artikel 2.25, derde lid van de APV;

  • e.

    een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen zoals genoemd in artikel 5.13 van de APV ten behoeve van de in de gemeente Heiloo gevestigde sport-, jeugd- of culturele verenigingen of instellingen met een sociaal maatschappelijke doelstelling;

  • f.

    het verstrekken van raadsstukken aan vertegenwoordigers van de pers als zij zich als zodanig kunnen legitimeren;

  • g.

    het verstrekken van agenda's van de vergaderingen van de raad, uitsluitend aan bezoekers van de publieke tribune voor en gedurende de raadsvergadering;

  • h.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • i.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • j.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • k.

    het houden van collecten, inzamelingsacties alsmede een klein kansspel door liefdadigheidsorganisaties en verenigingen zonder winstoogmerk.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. Leges tot € 30,- moeten contant of per bank worden betaald voorafgaande de uitreiking dan wel toezending van de kennisgeving of vergunning.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Als de heffing een jaarabonnement betreft, wordt bij tussentijdse beëindiging, voordat de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren is verstrekt, op schriftelijk verzoek van de houder teruggaaf van de helft van het betaalde bedrag gedaan.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening 2021 en de bijbehorende legestarieventabel worden ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 10, tweede lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Heiloo 2022’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heiloo in de openbare raadsvergadering van maandag 1 november 2021.

Mevrouw G.A. Beeksma

griffier

Mevrouw M. ten Bruggencate

voorzitter

Legestarieventabel behorend bij de Legesverordening Heiloo 2022

Rijkstarieven aangeduid met *

Tarief 2022

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

1.1.1.1

maandag en dinsdag om 9:00 uur in het gemeentehuis

kosteloos

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag van 9.30 uur tot 16.30 uur in het gemeentehuis of een aangewezen locatie, inclusief trouwboekje

€ 354,90

1.1.1.3

indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie partnerschap of de omzetting daarvan, in het gemeentehuis of een aangewezen locatie, plaatsvindt buiten daarvoor vastgestelde uren van openstellen van het bureau van de burgerlijke stand, wordt een extra recht geheven van:

€ 271,30

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.2.1

een trouwboekje, een bewijs van registratie partnerschap of een duplicaat daarvan met lederen omslag, indien sprake is van een kosteloze voltrekking op maandag en dinsdag om 09.00 uur

€ 29,80

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

1.1.3.1

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 54,10

1.1.3.2

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 54,10

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 32,30

1.1.5

Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges onder 1.1.1.2 gerestitueerd.

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

*

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.2

van een nationaal paspoort, die een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort):

1.2.1.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.1.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.1.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.5.3

voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

1.2.1.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.1.5 genoemd document, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het tarief, zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met het rijkskostendeel (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs)

*

1.3.2

Het legesbedrag genoemd in onderdeel 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven zoals deze gelden op het moment van de aanvraag.

*

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,70

1.4.2.2

via de elektronische weg: per verstrekking

€ 10,70

1.4.2.3

een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

€ 16,10

1.4.2.4

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 10,70

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

1.4.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.3.2

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,70

1.4.3.3

via de elektronische weg: per verstrekking

€ 10,70

1.4.3.4

een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

€ 16,10

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van of maken van een selectie uit de Basisregistratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,70

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een exemplaar van het beleidsdeel van de begroting inclusief de begrotingen van de takken van dienst

€ 19,10

1.7.1.2

een exemplaar van het beheersdeel van de begroting

€ 10,70

1.7.1.3

een exemplaar van de bijlagen bij de begroting, per bladzijde

€ 1,00

1.7.1.3.1

met een maximum van

€ 19,10

1.7.1.4

een exemplaar van de voorjaarsnota en het meerjarenbeleidsplan

€ 19,10

1.7.1.5

een exemplaar van de rekening, per bladzijde

€ 1,00

1.7.1.5.1

met een maximum van

€ 19,10

1.7.1.6

een exemplaar van de rekening van een bedrijf of tak van dienst, per bladzijde

€ 1,00

1.7.1.6.1

met een maximum van

€ 10,70

1.7.1.7

een exemplaar van de voorjaarsnota

€ 7,55

1.7.1.8

een exemplaar van de bijlage bij de rekening per bladzijde

€ 1,00

1.7.1.8.1

met een maximum van

€ 19,10

1.7.1.9

een exemplaar van een verordening van de gemeente per bladzijde of gedeelte daarvan

€ 1,00

1.7.1.9.1

met een maximum

€ 19,10

1.7.1.10

voor de afgifte van vergunningen, waarvoor krachtens wet, reglement of Algemene Plaatselijke Verordening vergunning moet worden gevraagd of voor ontheffingen van in die regelingen opgenomen voorschriften, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat, of voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen, per vergunning of ontheffing

€ 10,70

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verstrekken van een verklaring dat volgens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken

€ 9,65

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 23,40

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximum (wettelijk) tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid

*

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 10,70

1.9.2

Naturalisaties

1.9.2.1

Voor het aanvragen van de Nederlandse nationaliteit ingevolge de bepalingen opgenomen in de Rijkswet op het Nederlanderschap van 19 december 1984 (Staatsblad 629) gelden de tarieven zoals opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt:

1.10.1.1

voor het doen van nasporingen door gemeenteambtenaren in het archief van de gemeente of het op verzoek van belanghebbende verlenen van hulp bij het raadplegen van documenten uit dossiers jonger dan 20 jaar, welke bij de gemeente berusten per kwartier, inclusief een maximaal aantal van vijf fotokopieën (formaat A4 of A3)

€ 22,10

1.10.1.2

tekeningen kunnen op kosten van de aanvrager tegen de geldende tarieven als omschreven in hoofdstuk 19 van deze titel worden gekopieerd tot A3 formaat. Formaat A0, A1 en A2 worden alleen gescand en digitaal verzonden

1.10.1.3

wanneer tekeningen digitaal beschikbaar zijn én deze digitaal worden verzonden, zijn hier geen kosten aan verbonden

1.10.1.4

voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één nasporing verstaan één of meer gegevens omtrent één perceel waarvoor het archief moet worden geraadpleegd

Hoofdstuk 11 Vervallen

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 133,90

Hoofdstuk 13 Vervallen

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 68,60

1.15.1.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 68,60

1.15.1.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing

€ 68,60

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten:

1.16.1.2.1

voor de eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

1.16.1.2.2

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

1.16.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

1.16.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de:

1.16.1.4.1

eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

1.16.1.4.2

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 10,10

Hoofdstuk 17 Kabels en Leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

1.17.1.1

indien het betreft tracés van 25-250 m¹

€ 533,30

1.17.1.2

indien het betreft tracés van 250-1000 m¹

€ 754,80

1.17.1.3

indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹

€ 1.022,00

1.17.1.4

het tarief ingevolge artikel 1.17.1 wordt, indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹, berekend aan de hand van de begroting

1.17.2

vervallen

1.17.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd

1.17.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een graafmelding:

1.17.4.1

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹:

€ 119,60

1.17.5

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.17.1.1 tot en met 1.17.1.4 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 553,50

1.17.6

Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.17.1 genoemde tarief verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.7

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.6 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

1.18.1.1

ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 91,60

1.18.1.2

ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 38,40

1.18.1.3

ontheffing of een wijziging krachtens artikel 148 Wegenverkeerswet 1994 van het in artikel 10, eerste lid WVW 1994 genoemde verbod

€ 73,90

1.18.1.4

indien voor de onder 1.18.1.3 bedoelde ontheffing ook een RVV ontheffing nodig is voor wat betreft verboden ex artikel 5 lid 1 en artikel 42 lid 2 en artikel 62 voor wat betreft de borden C9, C12, C15, G11 en G12

€ 29,80

1.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

1.18.2.1

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), in geval van een eerste aanvraag

€ 114,40

1.18.2.2

een duplicaat

€ 34,30

1.18.2.3

een parkeerschijf

€ 2,35

1.18.2.4

een parkeerontheffing voor de blauwe zone rondom het winkelcentrum ’t Loo en het stationscentrum

€ 19,10

1.18.2.5

een parkeerontheffing van het verbod te parkeren op aangegeven tijden in de Wilgenlaan, Molenweg, Schoutslaan, Breedelaan en tussen Stationsweg en Heerenweg

€ 19,10

1.18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats:

kosteloos

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.1.1

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 49,20

1.19.1.2

Het tarief voor het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie uit het gemeentelijk archief of administratie, hoe dan ook genoemd, in zwart/wit en voor zover daarvoor geen ander tarief of bepaling in deze tabel is opgenomen, bij niet meer dan 10 exemplaren, bedraagt:

1.19.1.2.1

formaat A4

€ 1,00

1.19.1.2.2

als onder 1.19.1.2.1 boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan

€ 0,70

1.19.1.2.3

formaat A3

€ 1,10

1.19.1.2.4

als onder 1.19.1.2.3. boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan

€ 0,80

1.19.1.2.5

formaat A2

€ 8,85

1.19.1.2.6

formaat A1

€ 11,00

1.19.1.2.7

formaat A0

€ 15,40

1.19.1.3

Het tarief voor het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie uit het gemeentelijk archief of administratie, hoe dan ook genoemd, in kleur en voor zover daarvoor geen ander tarief of bepaling in deze tabel is opgenomen, bij niet meer dan 10 exemplaren bedraagt:

1.19.1.3.1

formaat A4

€ 1,30

1.19.1.3.2

als onder 1.19.1.3.1 boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan

€ 1,00

1.19.1.3.3

formaat A3

€ 1,60

1.19.1.3.4

als onder 1.19.1.3.3. boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan

€ 1,30

Overige (APV) vergunningen / ontheffingen

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.2.1

een ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met publieke functie van de weg

€ 36,80

1.19.2.2

een vergunning voor het ter beschikking stellen / aanwezig hebben van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen

€ 74,20

1.19.2.3

acceptatie van een kennisgeving incidentele festiviteiten (individuele ontheffing geluidsnormen)

€ 12,30

1.19.2.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van het verbod om afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

€ 35,90

In deze tabel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag:

1.19.3.1

vervallen

1.19.3.2

vervallen

1.19.3.3

in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, ontheffing, kennisgeving of melding, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen:

€ 18,00

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.1.1.3

Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 282,30

2.2.1.2

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning

€ 282,30

2.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 wordt het tarief verhoogd, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit voor het uiterlijk van het bouwwerk

2.2.2.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000 bedragen:

€ 40,00

2.2.2.2

indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen en minder dan € 500.000:

€ 110,00

2.2.2.3

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:

€ 220,00

2.2.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 worden, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de agrarische beoordelingscommissie, de kosten conform artikel 2.3.1.3 e.v. in rekening gebracht.

2.2.4

Indien bij een andere, niet genoemde adviesinstantie en niet zijnde een adviesinstantie voor monumenten advies moet worden ingewonnen wordt een bedrag in rekening gebracht dat gelijk is aan het tarief dat de betreffende instantie ter zake aan de gemeente in rekening brengt.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

wanneer de bouwkosten niet meer dan € 90.000,00 bedragen: 4,5% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, met een minimum van € 282,30.

2.3.1.1.2

wanneer de bouwkosten meer dan € 90.000,00 bedragen: € 4.050,00, vermeerderd met 2,90% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 90.000,00 te boven gaan, doch niet meer dan € 180.000,00 bedragen.

2.3.1.1.3

wanneer de bouwkosten meer dan € 180.000,00 bedragen: € 6.660,00, vermeerderd met 2,60% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 180.000,00 te boven gaan, doch niet meer dan € 270.000,00 bedragen.

2.3.1.1.4

wanneer de bouwkosten meer dan € 270.000,00 bedragen: € 9.000,00, vermeerderd met 2,20% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 270.000,00 te boven gaan met een maximum van € 15.000.000,00.

Welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan de welstandscriteria, indien het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd (zie Bijlage I).

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt.

Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie)

2.3.1.4

(vervallen)

2.3.1.5

(vervallen)

Advies landschappelijke waarden en/of cultuurhistorie

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief dat nodig is voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie het door de externe organisatie aan de gemeente in rekening gebrachte bedrag/bedragen.

Aanlegactiviteiten

2.3.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 282,30

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 149,60

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 149,60

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.970,90

2.3.3.3.1

als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.3 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 149,60

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 2.304,60

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 2.304,60

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit):

€ 2.304,60

2.3.3.7.1

als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.7 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 432,10

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 432,10

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.970,90

2.3.4.3.1

als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.3 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 432,10

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 2.304,60

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 2.304,60

2.3.4.7

indien de aanvraag valt onder artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 2.304,60

2.3.4.7.1

als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.7 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt

2.3.4.7.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4 worden, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit, de kosten conform artikel 2.3.1.2 in rekening gebracht;

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 666,20

2.3.5.1

dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 56,50 per 500 m² of een gedeelte daarvan;

2.3.5.2

dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 56,50 per 500 m² of een gedeelte daarvan bij aanwezigheid van een brandbeveiligingsinstallatie;

2.3.5.3

dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 28,50 per 500 m² of een gedeelte daarvan bij gelijktijdige aanwezigheid van meer dan 100 personen;

2.3.5.4

Het tarief voor het reviseren van een omgevingsvergunning als bedoeld bij onderdeel 2.3.5 bedraagt per vergunning:

€ 417,00

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

2.3.6.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

2.3.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 282,30

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 282,30

2.3.9

Uitweg/inrit

2.3.9.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 282,30

2.3.9.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het veranderen of veranderen van het gebruik van een bestaande uitweg, of een uitweg zonder daadwerkelijke civieltechnische werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 2.15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 166,30

Kappen

2.3.10

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen benoemde activiteiten:

€ 282,30

Reclame

2.3.11

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 282,30

Opslag van roerende zaken

2.3.12

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.12.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 282,30

2.3.12.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 282,30

Natura 2000-activiteiten

2.3.13

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 282,30

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

2.3.14

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 282,30

Andere activiteiten

2.3.15

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 282,30

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 282,30

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Omgevingsvergunning in twee fasen

2.3.16

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.16.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.16.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft

Beoordeling bodemrapport

2.3.17

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 180,20

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch onderzoek

€ 180,20

2.3.17.3

Als voor de begeleiding van het archeologisch onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.17.2 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten van die adviseur, met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 2.400,00 niet overschrijden

Advies

2.3.18

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.1

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.19

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.19.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 432,10

2.3.19.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.19.2.1

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Gedoogbeschikking

2.3.20

(vervallen)

Hoofstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevings-vergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

5%

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

10%

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

15%

2.4.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op reclame als bedoeld in artikel 2.3.11 en bouwen als bedoeld in 2.3.1, bestaat aanspraak op vermindering van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges, de vermindering bedraagt:

282,30

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

2.5.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan 100% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan 80% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges;

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan 60% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges;

2.5.1.4

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in behandeling nemen ervan 40% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges;

2.5.1.5

indien de aanvraag een conceptaanvraag betreft en deze wordt ingetrokken binnen 4 weken, terwijl deze nog niet in behandeling is genomen door de gemeente, 100% van de op grond van onderdeel 2.2.1.2 verschuldigde leges;

2.5.1.6

indien de aanvraag een vooroverleg betreft en deze wordt ingetrokken binnen 4 weken, terwijl deze nog niet in behandeling is genomen door de gemeente, 100% van de op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde leges.

Teruggaaf als gevolg intrekking verleende omgevingsvergunning bouwactiviteiten

2.5.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1.1, mits deze aanvraag tot intrekken is ingediend binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met een minimum van € 500;

2.5.3

Teruggaaf als gevolg weigeren van een omgevingsvergunning bouwactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in het onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1.1. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met een minimum van € 282,30.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Overige teruggaaf leges

2.5.4.1

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning niet-ontvankelijk (op basis van artikel 4:5 Awb ) wordt verklaard, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 100% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.4.2

Teruggaaf van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.3.1 en 2.3.3.2 of 2.3.4.1 en 2.3.4.2 vindt plaats als een binnenplanse afwijking of een buitenplanse kleine afwijking van een bepaald bestemmingsplan is toegepast met het oog op het verkrijgen van rechtsgelijkheid/uniformiteit in vergelijking tot andere bestemmingsplannen in de gemeente, waarin ruimere bebouwingsmogelijkheden zijn opgenomen.

2.5.4.3

Teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 vindt plaats als door één rechtspersoon meerdere omgevingsvergunningen zijn aangevraagd voor elke woning, of cluster van woningen in Zuiderloo, en waarbij sprake is van herhaling van woonconcepten. Aan het einde van het kalenderjaar wordt de totale bouwsom van de door of namens één rechtspersoon ingediende aanvragen voor een omgevingsvergunning waarop door de gemeente beslist is in dat kalenderjaar getotaliseerd en berekend wat de hoogte van de leges over deze totale bouwsom bedraagt. De gemeente keert het verschil uit aan in rekening gebrachte leges voor alle individuele aanvragen en de leges over de totale bouwsom;

Geen teruggaaf leges

2.5.5

Van de leges verschuldigd op grond van de andere onderdelen in de hoofdstukken van deze titel wordt geen teruggaaf verleend

Hoofdstuk 6 Intrekken omgevingsvergunning

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 of 2.5.2.1 van toepassing is

€ 282,30

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

€ 282,30

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4.970,90

2.8.1.1

Als het opstellen van een (postzegel)bestemmingsplan betreft: ‘het bedrag dat aan de aanvrager is meegedeeld blijkend uit een offerte (of begroting) die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een offerte (of begroting) als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt het verzoek voor het opstellen van een bestemmingsplan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte (of begroting) aan de aanvrager ter kennis is gebracht en door aanvrager voor deze vijfde werkdag schriftelijk is meegedeeld dat aanvrager akkoord gaat met het geoffreerde bedrag (de begroting)’.

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening.

€ 4.970,90

2.8.2.1

Indien voor de beoordeling van een verzoek als bedoeld onder punt 2.8.2 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de aanneemsom minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de aanneemsom meer dan € 500.000,00 bedraagt

Hoofdstuk 9 (vervallen)

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: vergunning en ontheffing.

€ 282,30

2.10.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld, wanneer een ontheffingsprocedure in het kader van de Wet Geluidhinder is vereist bedraagt het tarief:

€ 631,00

Titel 3

Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet

€ 299,50

3.1.1.2

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 91,10

3.1.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een wijzigingsvergunning ingevolge artikel 30a van de Alcoholwet bij wijziging leidinggevenden

€ 98,20

3.1.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 21,30

3.1.1.5

een aanvraag voor een exploitatievergunning horecabedrijf

€ 322,40

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.2.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een terras

€ 322,40

3.1.2.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het wijzigen van een bestaand terras

€ 105,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.1.3.1

een ontheffing sluitingstijden

€ 12,30

Hoofdstuk 2 Evenementen

3.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening:

3.2.1.1

een kleinschalig evenement, waarbij wegen worden afgezet en waarbij minder dan 150 bezoekers/toeschouwers aanwezig zijn

€ 23,80

3.2.1.2

een evenement met minder dan 150 bezoekers/toeschouwers waarbij wegen worden afgezet en voor een middelgroot evenement, waarbij tussen de 100 en 500 bezoekers/toeschouwers aanwezig zijn

€ 60,10

3.2.1.3

een grootschalig evenement, waarbij meer dan 500 bezoekers/toeschouwers aanwezig zijn

€ 84,30

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het organiseren van een evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 12,80

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.2.3.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 23,80

Hoofdstuk 3 Standplaatsen

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning:

€ 43,40

Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

3.4.1.1

een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf

€ 482,00

3.4.1.2

het overschrijven van de vergunning tot het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf op een andere naam, indien de inrichting door de nieuwe vergunninghouder op dezelfde wijze wordt voortgezet

€ 242,00

Hoofdstuk 6 Kinderopvang / Peuterspeelzalen

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

3.6.1.1

het afgeven van een beschikking tot exploitatie van een vestiging van een kindercentrum of gastouderbureau

€ 462,50

3.6.1.2

het afgeven van een beschikking tot exploitatie van gastouderopvang bij de gastouder thuis

€ 73,70

3.6.1.3

het afgeven van een beschikking tot exploitatie van een vestiging van een peuterspeelzaal

€ 462,50

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

3.7.1.1

om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 181,90

Hoofdstuk 8 Teruggaaf

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag als bedoeld in titel 3

3.8.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing, melding of beschikking als bedoeld in hoofdstuk 1 tot en met 7 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het betreffende artikel verschuldigde leges.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heiloo in de openbare raadsvergadering van maandag 1 november 2021.

Mevrouw G.A. Beeksma

griffier

Mevrouw M. ten Bruggencate

voorzitter

Bijlage 1: Tarieven 2022 WZNH, adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit

tarief

Advisering adviescommissie

1.

Reguliere adviezen (op basis van bouwsom of bestede tijd)

planbehandeling

-advies bij bouwsom tot € 20.000,00 altijd vast laag tarief

€ 40,00

-advies bij bouwsom boven € 20.000,00 percentage bouwsom

0,25%

-advies zonder bouwsom; o.b.v. tijd, omrekening naar commissietarief per uur

€ 440,00

-maximum tarief per behandeld bouwplan

€ 2.250,00

Kortingen

-korting op adviestarief bij vooroverleg door MOOI Noord-Holland supervisor

50%

2.

Advies tegen vast tarief:

-reclame-objecten

€ 75,00

-sloopvergunningen

€ 100,00

-handhavingszaken/ excessenregeling

€ 150,00

Monumentenadviezen MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie

-behandeling in MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie: o.b.v. tijd, omrekening naar

€ 440,00

Overige advisering op basis van bestede tijd

Basis uurtarieven MOOI Noord-Holland

-secretariaat-beleidscoordinator

€ 85,00

-MOOI Noord-Holland adviseur / commissielid

€ 120,00

-projecttarief MOOI Noord-Holland adviseur

€ 100,00

-previsoren, supervisoren, leden kwaliteitsteams

€ 120,00

-adviseur bij second opinions

€ 120,00

-adviseur bij omgevingstafels

(of andere bijzondere gespreksvormen waarbij nog niet duidelijk zicht is op het vergunningstraject)

€ 120,00

Toelichting:

*

Tarief planbehandeling is geldig ongeacht het aantal behandelingen

afbeelding binnen de regeling

*

Indien sinds de laatste behandeling van enig plan op enige locatie 18 maanden zijn verstreken wordt het plan als nieuwe aanvraag geadministreerd (plangeschiedenis is opvraagbaar)

*

Voor alle adviezen waarvoor geen berekening kan worden gemaakt op basis van een bouwsom worden uurtarieven gehanteerd, naverrekening vindt plaats op basis van bouwsom

*

Op grond van individuele afspraken en aangepaste werkwijze kan van deze tarieven afgeweken worden

*

Genoemde tarieven zijn exclusief BTW en verschotten

Bijlage 2: Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567)

In te zien via onderstaande link:

voor de UAV zie Staatscourant 2012, nr. 1567 (30 januari 2012).