Beleidsregels bodycams gemeente Venray

Geldend van 04-11-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bodycams gemeente Venray

Het college van burgemeester en wethouders van Venray,

Gelet op artikel 6, eerste lid, onder f Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 160, eerste lid onderdeel c Gemeentewet,

Overwegende dat:

  • Agressie en geweld een verhoogd risico vormen voor toezichthouders met opsporingsbevoegdheid en buitengewoon opsporingsambtenaren bij de uitvoering van het dagdagelijkse werkzaamheden;

  • Een bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel zou kunnen dienen;

  • Het uitrusten met een bodycam concrete vraagstukken met zich meebrengt op het gebied van privacy van zowel de toezichthouders met opsporingsbevoegdheid/buitengewoon opsporingsambtenaren als van de opgenomen betrokkene(n) of eventuele derde(n);

  • Het wenselijk is om kaders vast te stellen voor het gebruik van de bodycam, de opslag van het opgenomen beeld- en geluidmateriaal alsook het uitlezen van de opgenomen beelden;

besluit:

Vast te stellen de beleidsregels bodycams gemeente Venray

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • Boa: buitengewoon opsporingsambtenaar

  • Bodycam: een camera die op het lichaam wordt gedragen en die beeld en geluid kan vastleggen

  • College: College van Burgemeester en Wethouders van Venray

  • FG: Functionaris Gegevensbescherming

  • Toezichthouder: toezichthouder met tevens opsporingsbevoegdheid

Hoofdstuk 2 Protocollen voor opname, opslag en bekijken van beelden

Artikel 2 Gebruik bodycam

  • 1. De boa of toezichthouder draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar.

  • 2. De bodycam maakt constant opnames, die telkens na minimaal 60 seconden worden overschreven (pre-recording). Dit betekent dat als de opname gestart wordt, de voorafgaande 60 seconden ook opgenomen worden.

  • 3. Op het moment dat de boa of toezichthouder dit voor zijn veiligheid, de veiligheid van betrokkene of derden (collega of publiek) nodig acht, wordt de knop ingedrukt die een opname start.

  • 4. Bij opname van individuen wordt altijd door de boa of toezichthouder vooraf gemeld (met een luide stem) dat er opnamen gemaakt gaan worden. Indien een waarschuwing vooraf niet mogelijk is, omdat er door de boa of toezichthouder direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet.

  • 5. De boa of toezichthouder waarschuwt collega’s als er opnamen zijn gemaakt, waarbij zij (mogelijk) herkenbaar in beeld komen.

  • 6. De bodycam wordt direct uitgezet, nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake is van escalatie.

Artikel 3 Locaties

  • 1. Gegeven het uitgebreide werkterrein van de boa of toezichthouder kan de bodycam worden ingezet op de volgende werkterreinen van de boa of toezichthouder:

    • a.

      openbare ruimte;

    • b.

      voor publiek toegankelijke ruimten;

  • 2. In geval opnames zijn gemaakt op de terreinen zoals bedoeld onder a en b van dit artikel worden andere personen (inclusief boa of toezichthouder), voor zover ze niets met het incident te maken hebben, onherkenbaar gemaakt in het geval de beelden gebruikt gaan worden.

Artikel 4 Verslaglegging

  • 1. Als een boa of toezichthouder beelden heeft gemaakt met de bodycam dan legt hij dit gebruik, voor het einde van de dienst, vast in een verslag. In dit verslag beschrijft hij de feiten en omstandigheden, die hebben geleid tot het gebruik alsook de situatie, die is vastgelegd.

  • 2. In het verslag wordt beschreven of de betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat de bodycam is aangezet. Indien de waarschuwing vooraf niet mogelijk was, moet dit worden toegelicht in het verslag met daarbij de reden waarom niet gewaarschuwd is.

  • 3. In geval de controle heeft plaatsgevonden in een situatie zoals bedoeld in artikel 3 onder b, dan geeft de boa of toezichthouder aan of de betrokkene vooraf uitleg heeft gehad over de bodycam. Als dat niet mogelijk is geweest, dan moet dit worden toegelicht in het verslag zoals benoemd in lid 1.

  • 4. Het in lid 1 bedoelde ambtelijke verslag wordt ter kennisgeving gebracht van de FG.

  • 5. Het is voor de boa of toezichthouder niet mogelijk om bodycam-opnamen te vernietigen.

  • 6. Als een boa of toezichthouder naar aanleiding van een incident aangifte heeft gedaan, dan vermeldt hij het eventuele gebruik van de bodycam bij de aangifte.

Artikel 5 Opslag

  • 1. De opslag van data wordt alleen toegestaan op de bodycam en voor de opslag bestemde Zepcam Cloud.

  • 2. De toegang tot de data is op een passende wijze beveiligd;

  • 3. De data wordt maximaal 28 dagen opgeslagen, berekend vanaf de opname datum;

  • 4. De data is na verwijdering niet meer beschikbaar in de Zepcam Cloud;

  • 5. Het gebruik van de data over de gehele keten, van downloaden tot definitieve verwijdering, wordt gelogd in de software voor het bekijken van beelden.

  • 6. De loggegevens worden periodiek, minimaal eenmaal per jaar, gecontroleerd door de FG.

Artikel 6 Uitlezen beelden

  • 1. De volgende medewerkers mogen de beelden bekijken:

    • Boa/toezichthouder

    • de FG

  • 2. Het bekijken van de beelden geschiedt nooit individueel, maar altijd samen met een andere medewerker of een opsporingsambtenaar van de politie. Bij het bekijken van de beelden is altijd minimaal de FG aanwezig.

  • 3. Het doel van bekijken door medewerkers mag uitsluitend zijn:

    • a.

      agressie of klacht jegens de boa of toezichthouder;

    • b.

      leerervaring op het plaatsgevonden incident mits de betrokken boa of toezichthouder toestemming hiervoor geeft;

  • 4. Het bekijken van de beelden mag nooit gevolgen hebben voor de rechtspositie van de betrokken boa of toezichthouder.

  • 5. De volgende maatregelen worden genomen bij het bekijken van de beelden:

    • a.

      Bij het bekijken van de beelden wordt door de FG bewaakt dat geen andere derden dan de bekijkende personen beeldopnamen kunnen waarnemen;

    • b.

      Bij het bekijken van de beelden ziet de FG erop toe dat er op geen enkele wijze beelden, foto’s, geluidsopnames of kopieën worden gemaakt. Mocht dit gebeuren, dan wordt het bekijken direct beëindigd;

Artikel 7 Bekijken door anderen

  • 1. Politie en Openbaar Ministerie kunnen in het kader van strafrechtelijk onderzoek beelden vorderen:

    • a.

      Hiervoor dient een schriftelijke vordering te worden verstrekt;

    • b.

      De beelden worden overgedragen conform de strekking van de vordering uit lid 1 onder a;

    • c.

      De FG wordt vooraf, dus voordat het beeldmateriaal is overgedragen, mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 2. De direct toezichthouder van de boa’s kan in het kader van de klachtenafhandeling de beelden vorderen:

    • a.

      Hiervoor dient een schriftelijke vordering te worden verstrekt;

    • b.

      De beelden worden overgedragen conform de strekking van de vordering uit lid 2 onder a;

    • c.

      De FG wordt vooraf, dus voordat het beeldmateriaal is overgedragen, mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 3. Betrokken burger of diens belangenbehartiger mag onder voorwaarden de beelden bekijken:

    • a.

      een betrokkene of belangenbehartiger kan een verzoek tot uitlezen van de bodycam opname schriftelijk indienen bij de FG. Het uitleesverzoek dient minimaal te bevatten:

      • -

        organisatie (als aan de orde), naam, adres, telefoonnummer en/of e-mailadres;

      • -

        een beschrijving van het aantoonbaar belang voor het uitkijken van de bodycam opnamen;

      • -

        datum, tijdstip en plaats waar de bodycam opnamen zijn gemaakt.

    • b.

      Een betrokkene of belangenbehartiger mag de beelden pas inzien nadat de FG heeft vastgesteld dat de betrokkene daadwerkelijk is opgenomen met de bodycam;

    • c.

      De beelden mogen opgevraagd worden in kader van het recht op inzage zoals beschreven in artikel 15 van de AVG of om een klacht of verzoek om schadevergoeding in te dienen;

    • d.

      Bij het bekijken van de beelden is altijd de FG aanwezig;

    • e.

      Het is een betrokkene of belangenbehartiger niet toegestaan om tijdens het inzien foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. De FG ziet hierop toe. Bij het bekijken van de beelden van de bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt. De betrokkene of diens belangenbehartiger krijgt hier vooraf uitleg over;

    • f.

      Bij overtreding van het bepaalde in lid 3 onder e wordt het bekijken van de beelden direct beëindigd;

    • g.

      Op verzoek kan een kopie van de beelden worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG, met in achtneming van artikel 15 lid 4 AVG. De FG beoordeelt een dergelijk verzoek.

  • 4. De betrokken boa of toezichthouder wordt door de FG geïnformeerd als er een verzoek om inzage is ingediend. Waar nodig of op verzoek van de boa of toezichthouder worden zij door de FG betrokken bij de verstrekking van de kopie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels bodycams gemeente Venray.

Ondertekening

Aldus besloten te Venray op 30 augustus 2021,

Het college van burgemeester en wethouders,

, burgemeester

, secretaris

TOELICHTING

1.Inleiding

Buitengewoon opsporingsambtenaren c.q. toezichthouders met opsporingsbevoegdheid (hierna: boa’s) hebben bij het uitoefenen van hun taken regelmatig te maken met incidenten, variërend van verbale tot soms fysieke agressie. Uit onderzoek van het WODC 1 blijkt dat in het jaar voorafgaand aan de coronacrisis van alle boa-respondenten 95% slachtoffer was van verbale agressie, 68% van intimidatie en 58% van fysieke agressie. Daarbij is tijdens de coronacrisis, waarbij de boa’s in de frontlinie staan als het gaat om handhaving van de maatregelen, een toename zichtbaar in voornamelijk verbaal geweld. Zo geven 52% van de respondenten aan vaker dan ‘normaal’ slachtoffer te zijn van verbale agressie (9% minder vaak).

Als werkgever heeft de gemeente een zorgplicht voor een veilige werkomgeving (Veilige Publieke Taak). De werkomgeving van de boa’s is buiten, in de openbare ruimte en voor publiek toegankelijke plaatsen. Het staat gemeenten niet vrij om boa’s uit te rusten met geweldsmiddelen zoals handboeien of pepperspray2 . Hulpmiddelen, die het veiligheidsgevoel van de boa’s kunnen verbeteren en waarover de gemeente zelf kan beslissen - een steekwerende/injectiewerend vest en een portofoon waarmee direct contact met de meldkamer van de politie mogelijk is - zijn inmiddels onderdeel van de uitrusting van de boa’s van de gemeente Venray. Helaas blijkt de huidige uitrusting onvoldoende om een gedragsverandering bij burgers te bereiken. Dit kijkend naar de incidenten, waarmee de boa’s tijdens de uitoefening van hun werk te maken krijgen en het toegenomen risico als gevolg van de inzet op handhaving van de Covid-19 maatregelen.

Met het oog op het creëren van een veiligere werkomgeving voor de boa’s, waarmee ook het gevoel van veiligheid van boa’s verhoogd wordt, wordt de uitrusting bij wijze van proef uitgebreid met een bodycam. Het gaat om een pilot van 6 maanden waarna zal worden besloten of de bodycam onderdeel wordt van de standaarduitrusting. De eerste ervaringen van het gebruik van bodycams zijn op basis van evaluaties van diverse gemeenten positief. Zo blijkt uit de evaluatie in Rotterdam dat bodycams een de-escalerend effect hebben op agressie en geweld door burgers. Ook voelen handhavers zich iets veiliger door het dragen van de camera. Bijna alle handhavers vonden na de pilot dat de bodycam een onderdeel zou moeten worden van de standaarduitrusting. Evaluaties in onder andere Heerlen en Breda laten gelijke resultaten zien.

2.Privacy

Het gebruik van bodycams valt onder het algemene regime van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna te noemen AVG), omdat de verwerking van beeld- en geluidsmateriaal persoonsgegevens betreffen (elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon).

De bepalingen uit de ‘beleidsregels cameratoezicht’ van de Autoriteit Persoonsgegevens zijn eveneens van toepassing. Artikel 6 van de AVG bevat een limitatieve opsomming van de gronden die een gegevensverwerking rechtvaardigen. Het artikel behelst bovendien dat bij elke verwerking moet zijn voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het proportionaliteitsbeginsel houdt in dat de inbreuk op de belangen van de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel. Ingevolge het subsidiariteitsbeginsel mag het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt in redelijkheid niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene minder nadelige wijze kunnen worden verwerkelijkt.

Bij de inzet van de bodycam is er sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De gronden voor rechtvaardiging zijn:

  • a.

    De noodzaak voor een gerechtvaardigd belang;

  • b.

    Uit een aparte belangenafweging blijkt dat de privacy-inbreuk proportioneel is;

  • c.

    De privacy-inbreuk voldoet aan de subsidiariteitseis; dit betekent dat de gemeente Venray moet aantonen dat andere, minder ingrijpende maatregelen niet werken. Het gaat dan om de volgende vragen; Is dit de enige en beste manier om het te bereiken? Of zijn er nog andere manieren?

  • d.

    Er maximaal rekening wordt gehouden met de privacy van de geobserveerde.

Ad a.Gerechtvaardigd belang

Door het maken van opnamen van personen leidt de inzet van bodycams tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee wordt er inbreuk gemaakt op een grondrecht (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM). Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht is dat hier in elk geval een wettelijke grondslag voor moet bestaan. Bij het maken, opslaan en beoordelen van beelden met bodycams is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Gelet op de doelstelling van de inzet van bodycams (het bevorderen van de veiligheid van de boa’s en het voorkomen van ongewenst gedrag in de richting van de boa’s) wordt het juridisch kader gevormd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6 lid 1 sub f van de AVG. Daarin is bepaald dat de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is. Deze grondslag is het best passend, mits het maken, opslaan en eventueel gebruiken van de beelden wordt geschaard onder goed werkgeverschap.

Met andere woorden: de gemeente Venray heeft als werkgever een gerechtvaardigd belang om bodycams in te zetten in het kader van het creëren van een veilige werkplek voor de boa’s. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging.

De wettelijke grondslag voor de inzet van de bodycams is dan gelegen in artikel 3, lid 1 onder b en artikel 3, lid 2 van de Arbowet en artikel 2.15 van het Arbobesluit. Inherent aan het gebruik van deze grondslag is dat de beelden door de boa’s niet gebruikt mogen worden in het kader van de uitoefening van hun taak.

b.Proportionaliteit

Het doel van de verwerking is het creëren van een veilige werkomgeving voor de boa’s. De (preventieve) inzet van bodycams door boa’s is in het kader van het bereiken van dit doel een proportioneel middel: er worden alleen beelden opgenomen en opgeslagen als er sprake is van een voor de boa potentieel onveilige situatie. Er worden geen permanente opnamen gemaakt en opgeslagen zoals bijvoorbeeld bij cameratoezicht het geval is.

De beelden van de bodycam worden versleuteld en voor een beperkte periode van maximaal 28 dagen opgeslagen. Zij zijn slechts in een beperkt aantal, nauw omschreven situaties op te vragen en te bekijken (zie hoofdstuk 4). De boa, die de bodycam heeft ingeschakeld heeft op dat moment geen toegang tot de beelden en het bewerken (inclusief vernietigen) van de beelden is niet mogelijk. De belangen van de betrokkene (gefilmde burger) worden hierdoor voldoende gewaarborgd en beschermd. Door de strikte voorwaarden, die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams, wordt voldaan aan het vereiste van proportionaliteit.

c.Subsidiariteit

Er is het hele jaar door aandacht voor de veiligheid van boa’s. Boa’s volgen jaarlijks de cursus Regeling Toetsing Geweldbeheersing Boa’s (RTGB) en voeren minimaal in tweetallen hun werk uit. Ook zijn de boa’s uitgerust met een steekvest, handboeien en een portofoon. Helaas blijkt de huidige uitrusting onvoldoende om een gedragsverandering bij burgers te bereiken. Dit kijkend naar de incidenten, waarmee de boa’s tijdens de uitoefening van hun werk te maken krijgen en de toename van het risico zoals we dat gezien hebben ten tijde van de covid-19 crisis. Met het oog op het creëren van een veiligere werkomgeving voor de boa’s waarmee ook het gevoel van veiligheid van boa’s verhoogd wordt, ligt nu het voorstel voor om de uitrusting uit te breiden met een bodycam.

d.Privacy van geobserveerde

De bodycam wordt duidelijk herkenbaar gedragen. Ter waarborging van de privacy zijn een werkinstructie en een uitleesprotocol opgesteld. De termijn voor het bewaren van de beelden is 28 dagen. Ten behoeve van leerdoeleinden staat het terugkijken van beelden vooral in het teken van reflectie. De genoemde termijn is hiervoor toereikend. Voor andere leersituaties is een “gespeelde” situatie het aangewezen instrument.

Mocht er naar aanleiding van een incident een uitleesverzoek komen, dan wordt dit gedaan volgens de beleidsregels en uitleesprotocol. Denk hierbij aan (ernstige) incidenten waarvan de BOA aangifte doet bij de politie.

Indien er vanuit de politie/justitie een uitleesverzoek komt, worden de beelden ter beschikking gesteld. Een uitleesverzoek kan schriftelijk worden aangevraagd. Hierbij gelden de voorwaarden dat de verzoeker een aantoonbaar belang heeft bij inzage van de beelden en dat het niet in strijd is met de bepalingen zoals opgenomen in de AVG. De beelden zijn versleuteld. Bij ontvreemding of verlies van de bodycam kunnen de beelden niet zomaar worden uitgelezen.

Bijzondere persoonsgegevens

De AVG noemt in artikel 9 persoonsgegevens, die als bijzonder moeten worden aangemerkt. Het betreft onder andere de gegevens over iemand zijn/haar godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid of seksuele leven. Als hoofdregel geldt dat de verwerking van bijzondere persoonsgegevens niet is toegestaan. Op camerabeelden van personen zijn de fysieke kenmerken van die personen zichtbaar. Zo is bijvoorbeeld zichtbaar of iemand een bril draagt (zegt iets over visuele gezondheid), of een hoofddoek (wat iets kan zeggen over de godsdienstige overtuiging).

De Autoriteit Persoonsgegevens beschouwt de camerabeelden van een persoon, ook om opportuniteitsredenen, niet als bijzonder persoonsgegeven, als:

  • 1.

    Het doeleinde van de verwerking niet gericht is op het verwerken van een bijzonder persoonsgegeven dan wel op het onderscheid maken op grond van een bijzonder persoonsgegeven;

  • 2.

    Het voor de verantwoordelijke redelijkerwijs niet voorzienbaar is dat de verwerking zal leiden tot het maken van een onderscheid op grond van een bijzonder persoonsgegeven;

  • 3.

    De verwerking van die bijzondere persoonsgegevens onvermijdelijk is bij die verwerking.

Indien de verwerking van de camerabeelden echter identificatie tot doel heeft, worden deze wel als ras-gegeven aangemerkt.

3.Doelen gebruik data

De bodycams zijn bedoeld voor de persoonlijke veiligheid van de BOA’s. De data kunnen slechts voor enkele doelen worden gebruikt, namelijk:

  • 1.

    agressie of klacht jegens de boa of toezichthouder;

  • 2.

    leerervaring op het plaatsgevonden incident

Daarbij moet worden opgemerkt dat een inwoner (of belangenbehartiger) op basis van artikel 15 AVG recht heeft om inzage te vragen van beelden, die zijn opgenomen. Het doel van deze inzage kan ter verificatie dienen van hetgeen zich heeft voorgedaan, bijvoorbeeld ter onderbouwing van het indienen van een klacht of schadevergoeding.

4.Werkinstructie gebruik bodycamZepcam T2+

Uitgifte bodycam

  • -

    Bij aanvang dienst, waarbij elke boa zijn/haar eigen bodycam heeft.

Gebruik bodycam

  • -

    De BOA draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar.

  • -

    De bodycam blijft tijdens de dienst stand-by (preventieve werking).

  • -

    De bodycam wordt op initiatief van de BOA geactiveerd op het moment dat de BOA dit voor zijn/haar veiligheid nodig acht. De BOA is zich hierbij bewust van de consequenties van het gebruik van de bodycam voor de privacy van de burger (rechten/plichten).

  • -

    Opname geschiedt enkel in de openbare ruimte en voor publiek toegankelijke plaatsen.

  • -

    Bij opname van individuen (bijvoorbeeld bij een staande houding) wordt altijd vooraf gewaarschuwd/gemeld (met een luide stem) dat er opnamen gemaakt gaan worden van het individu.

  • -

    Nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake is van escalatie, wordt de bodycam uitgezet.

  • -

    Wanneer de bodycam gebruikt wordt voor opname tijdens een incident dient altijd een registratie te worden gedaan.

Informeren

  • -

    Via de gemeentelijke website kunnen burgers informatie inzien over de werkwijze van de gemeente aangaande bodycams.

  • -

    De BOA dient bij mogelijke vragen ter plekke de burger(s) te informeren waar ze terecht kunnen voor informatie over de beelden en binnen welke termijn de beelden worden gewist.

Inname bodycam

  • -

    Aan het einde van de dienst wordt de bodycam ingeleverd.

  • -

    Indien er opnamen zijn gemaakt, wordt de bodycam uitgelezen alsook wordt er een verslag opgemaakt zoals beschreven in artikel 4.

  • -

    De bodycam wordt in het docking-station gezet om de batterij weer op te laden.

Beheer beeldmateriaal

  • -

    Opgeslagen beelden zijn versleuteld en worden bewaard in de Zepcam Cloud.

  • -

    De bewaartermijn voor camerabeelden is 28 dagen. Als er in die periode geen uitleesverzoek voor een incident is gekomen, worden de beelden automatisch verwijderd.

  • -

    Heeft een bodycam een bepaald incident opgenomen waarvoor een uitleesverzoek is ontvangen, dan worden de beelden bewaard totdat er een definitief besluit is genomen op het uitleesverzoek. Bij goedkeuring mag de opname bewaard worden totdat het incident is opgelost.

  • -

    Mocht naar aanleiding van een voorval c.q. incident beelden uitgelezen moeten worden, dan wordt dit gedaan volgens het uitleesprotocol. Denk hierbij aan (ernstige) incidenten waarvan de BOA aangifte doet bij de politie. Indien er vanuit de politie/justitie een uitleesverzoek (lees vordering) komt, worden de beelden ter beschikking gesteld.

  • -

    Een uitleesverzoek voor de bodycam beelden kan schriftelijk worden gedaan mits er een aantoonbaar belang is.

  • -

    Beelden worden niet verspreid, ook niet op het internet of op social media.

  • -

    Beelden worden niet gebruikt voor commerciële doeleinden.

  • -

    Met de beheerder van de Zepcam Cloud zijn sluitende afspraken gemaakt over de opslag en het wissen van beelden.

Bij verlies of diefstal van een bodycam

  • -

    Bij de Zepcam bodycam kunnen er bij verlies of diefstal geen beelden worden uitgelezen door derden.

  • -

    Verlies of diefstal moet worden aangemerkt als een beveiligingsincident.

5. Uitleesprotocol bodycam

Het uitlezen van camerabeelden dient altijd goedgekeurd te worden door de FG. Bij diens afwezigheid kan zijn/haar vervanger hiervoor toestemming geven.

Het proces start met een uitleesverzoek. Een uitleesverzoek dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • -

    Het wordt schriftelijk gedaan of per mail;

  • -

    Voorzien van NAW gegevens (en mogelijk ook organisatie), telefoonnummer, emailadres;

  • -

    Aantoonbaar belang voor uitkijken beelden moet zijn beschreven;

  • -

    Datum, tijdstip en plaats opname beelden zijn vermeld.

De FG beoordeelt het verzoek en geeft wel/niet akkoord. Hierbij wordt uitgegaan van het principe “nee, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn”. Het is niet toegestaan om persoonsgegevens verder te verwerken op een wijze die onverenigbaar is met de doelen waarvoor ze zijn verkregen. Lees hier meer over bij “verwerking en uitzonderingsgronden” hieronder.

Wanneer het verzoek wordt ingewilligd wordt er door de FG opdracht gegeven om de beelden van de bodycam uit te lezen. Dit uitlezen gebeurt nooit individueel.

Een betrokkene, die is gefilmd kan een verzoek om inzage van beelden (laten) indienen (door een belangenbehartiger). Als de beelden kunnen worden ingezien, dan wordt inzage verleend door samen met de BOA en/of de FG de beelden in een daartoe geschikte (afgeschermde) ruimte te bekijken. Tegen een besluit om niet te voldoen aan een verzoek om inzage kan de verzoeker bezwaar en beroep instellen.

Verwerking en uitzonderingsgronden

Onder verwerking van persoonsgegevens valt ook het doorzenden, verspreiden, ter beschikking stellen, in verband brengen etc. (artikel 4 AVG). Op grond van artikel 6 AVG is het niet toegestaan om persoonsgegevens verder te verwerken op een wijze die onverenigbaar is met de doelen waarvoor de gegevens zijn verkregen. Bij de beoordeling of een verwerking onverenigbaar is als bedoeld, wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a.

    De verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen;

  • b.

    De aard van de betreffende gegevens;

  • c.

    De gevolgen van de beoogde verwerking voor de betrokkene;

  • d.

    De wijze waarop de gegevens zijn verkregen en

  • e.

    De mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen.

6.Communicatie over het gebruik van bodycams

Na besluitvorming door het college, echter voorafgaande aan de start van de toepassing van de bodycam, wordt:

  • -

    de gemeenteraad geïnformeerd middels een raadsinformatiebrief;

  • -

    er een persbericht uitgegeven;

  • -

    gedurende de periode dat de boa’s uitgerust zijn met een bodycam, een bericht op de gemeentelijke website geplaatst, waarin ook de rechten en plichten van de burger beschreven zijn

  • -

    het besluit, inhoudende de beleidsregels, gepubliceerd op een overheidsportaal.


Noot
1

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Noot
2

Dienst Justis, een taakorganisatie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, kent de bevoegdheden en eventuele geweldsmiddelen onder voorwaarden toe aan boa’s.