Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning ’s-Hertogenbosch 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning ’s-Hertogenbosch 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

in zijn vergadering van 19 oktober 2021,

gezien het voorstel van 19 oktober 2021, reg.nr. 11303982

besluit

de wijzigingen Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente ’s-Hertogenbosch 2022 vast te stellen en per 1 januari 2022 in werking te laten treden.

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Kleinschalig wooninitiatief: een woonsituatie op basis van een particulier initiatief waarbij minimaal drie en maximaal zesentwintig bewoners een persoonsgebonden budget als bedoeld in de wet ontvangen voor ondersteuning en hiervoor door bundeling van persoonsgebonden budgetten gezamenlijk de ondersteuning inkopen, én waarbij de bewoners verblijven op één woonadres als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen, of op verschillende woonadressen binnen een straal van honderd meter, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten.

  • 2.

    Verordening: de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning ’s-Hertogenbosch.

  • 3.

    Alle begrippen die in dit Besluit nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening

HOOFDSTUK 2 Persoonsgebonden budget

Paragraaf 1 Controle en verantwoording persoonsgebonden budget

Artikel 2.1 Verantwoording en controle

  • 1.

    Iedere inwoner legt verantwoording af over (de besteding van) het persoonsgebonden budget (pgb).

  • 2.

    De controle van de verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college kan steekproefsgewijs plaatsvinden na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

  • 3.

    De controle richt zich op de besteding van het doel van het persoonsgebonden budget. Er vindt geen controle plaats of het aantal geïndiceerde uren ook overeenstemt met het aantal door de pgb-budgethouder ingekochte zorguren. Indien uit de gegevens van de sociale verzekeringsbank blijkt dat binnen een half jaar geen besteding heeft plaatsgevonden, vindt in overleg met de belanghebbende inwoner beëindiging of omzetting naar hulp in natura plaats. De gemeente controleert het gebruik van het persoonsgebonden budget per kalenderjaar. Bij onderbesteding > 25% volgt een overleg met de pgb-budgethouder naar de oorzaak van de onderbesteding.

Paragraaf 2 Voeren van een huishouden

Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld in uren per week.

  • 2.

    In de bijlage zijn de bedragen opgenomen. Deze worden jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 januari 2022. De actuele bedragen staan op de gemeentelijke website1.

Paragraaf 3 Het hebben van zelfregie over het dagelijkse leven, het hebben van dagstructuur en het ontlasten van mantelzorgers

Artikel 2.3 Persoonsgebonden budget begeleiding

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor begeleiding basis en begeleiding extra wordt vastgesteld in uren per week.

  • 2.

    Het maximum wordt vastgesteld op 25 uur in de week.

  • 3.

    Indien de budgethouder een aanbieder inkoopt, is het vertrekpunt het tarief voor een micro-aanbieder. Tenzij het een aanbieder betreft die is gecontracteerd en waarvoor het reguliere tarief geldt. Of als de budgethouder aantoont in het pgb-plan dat het een reguliere aanbieder is2.

  • 4.

    In de bijlage zijn de bedragen opgenomen. Deze worden jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 januari 2022. De actuele bedragen staan op de gemeentelijke website.

Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget groepsbegeleiding en vervoer

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding basis en groepsbegeleiding extra wordt vastgesteld in dagdelen per week.

  • 2.

    Het maximum wordt vastgesteld op 9 dagdelen groepsbegeleiding per week.

  • 3.

    Indien de budgethouder een aanbieder inkoopt, is het vertrekpunt het tarief voor een micro-aanbieder. Tenzij het een aanbieder betreft die is gecontracteerd en waarvoor het reguliere tarief geldt. Of als de budgethouder aantoont in het pgb-plan dat het een reguliere aanbieder is.

  • 4.

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor regulier vervoer en rolstoelvervoer van en naar de dagbesteding wordt vastgesteld in dagen per week.

  • 5.

    In de bijlage zijn de bedragen opgenomen. Deze worden jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 januari 2022. De actuele bedragen staan op de gemeentelijke website.

Artikel 2.5 Persoonsgebonden budget kortdurend verblijf

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf wordt vastgesteld in etmalen.

  • 2.

    Het maximum wordt vastgesteld op 52 etmalen per kalenderjaar.

  • 3.

    Indien de budgethouder een aanbieder inkoopt, is het vertrekpunt het tarief voor een micro-aanbieder. Tenzij het een aanbieder betreft die is gecontracteerd en waarvoor het reguliere tarief geldt. Of als de budgethouder aantoont in het pgb-plan dat het een reguliere aanbieder is.

  • 4.

    In de bijlage zijn de bedragen opgenomen. Deze worden jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 januari 2022. De actuele bedragen staan op de gemeentelijke website.

Artikel 2.6 Tarieven voor niet gecontracteerde aanbieder of ZZP’er

De tarieven uit deze paragraaf en paragraaf 8 en de bijlage gelden ook voor een niet gecontracteerde aanbieder of ZZP’er als die via een buitencontractuele opdracht gevraagd wordt een maatwerkvoorziening te leveren.

Paragraaf 4 Normaal gebruik van de woning

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming woonvoorzieningen

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2.

    Het bedrag voor de financiële tegemoetkoming verhuiskosten- en herinrichtingskosten bedraagt € 2.500,-.

  • 3.

    Het bedrag voor de financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woonruimte bedraagt € 2.300,-.

Paragraaf 5 Verplaatsen in en om de woning

Artikel 2.8 Rolstoelen

  • 1.

    Een pgb voor een rolstoel is maximaal gelijk aan het gemiddelde bedrag dat het college zou moeten betalen voor een naturaverstrekking via de gecontracteerde leveranciers. Dit gemiddelde bedrag kan bij nieuwkoop met 5% opslag verhoogd worden in verband met de minder gunstige inkoopcondities van een particulier. In bijlage 2 zijn de richtbedragen voor de verschillende voorzieningen opgenomen.

  • 2.

    De inwoner is zelf verantwoordelijk om hiervoor een passende voorziening aan te schaffen en dient een offerte bij het pgb-plan te voegen waarin de kosten genoemd in lid 1 zijn weergegeven.

  • 3.

    Het middel dient aangeschaft te worden bij een met, ten minste, het Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen (NKH) erkend bedrijf en mag niet ouder zijn dan drie jaar.

  • 4.

    Aanvullend op het pgb uit bovenstaand lid is een te verstrekken persoonsgebonden budget van 12% bestemd voor aanpassing, onderhoud, reparatie en service van de voorziening.

  • 5.

    Noodzakelijke individuele aanpassingen worden volledig vergoed.

Paragraaf 6 Lokaal verplaatsen per vervoersmiddel

Artikel 2.9 Persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming vervoersvoorziening

  • 1.

    Een pgb voor een vervoersmiddel is maximaal gelijk aan het gemiddelde bedrag dat het college zou moeten betalen voor een naturaverstrekking via de gecontracteerde leveranciers. Dit gemiddelde bedrag kan met 5% opslag verhoogd worden bij nieuwkoop in verband met de minder gunstige inkoopcondities van een particulier. In bijlage 2 zijn de richtbedragen voor de verschillende voorzieningen opgenomen.

  • 2.

    De inwoner is zelf verantwoordelijk om hiervoor een passende voorziening aan te schaffen en dient een offerte bij het pgb-plan te voegen waarin de kosten genoemd in lid 1 zijn weergegeven.

  • 3.

    Het middel dient aangeschaft te worden bij een met, ten minste, het Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen (NKH) erkend bedrijf en mag niet ouder zijn dan drie jaar.

  • 4.

    Aanvullend op het pgb uit bovenstaand lid is een te verstrekken persoonsgebonden budget van 12% bestemd voor aanpassing, onderhoud, reparatie en service van de voorziening.

  • 5.

    Noodzakelijke individuele aanpassingen worden volledig vergoed.In afwijking van lid 1 bedraagt de vergoeding:

    • a.

      Voor gebruik van een eigen auto maximaal € 600,- per jaar.

    • b.

      Voor gebruik van een rolstoeltaxi maximaal € 300,- per jaar.

    • c.

      Voor gebruik van een bruikleenauto maximaal € 350,- per jaar.

Paragraaf 7 Onderhouden van sociale contacten

Artikel 2.10 Sportvoorziening

Via de hulpmiddelenleverancier (wheels2sport) kan een inwoner gratis een half jaar een sporthulpmiddel uitproberen. Daarna kan via een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming een sportvoorziening worden aangeschaft. Een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3000,-. Dit bedrag is bedoeld als vergoeding in aanschaf, onderhoud en reparatie van de sportvoorziening voor een periode van drie jaar. In bijzondere situaties kan van dit bedrag afgeweken worden.

Paragraaf 8 Beschermd wonen

Artikel 2.11 Beschermd wonen

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor de producten kleinschalig thuis, zelfstandig thuis en dagbesteding beschermd wonen wordt vastgesteld in bedragen per maand.

  • 2.

    Als er geen sprake is van een gemeenschappelijke ruimte bij de vorm kleinschalig thuis informeel, dient het pgb verlaagd te worden met € 220,-.

  • 3.

    In de bijlage zijn de bedragen opgenomen. Deze worden jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 januari 2022. De actuele bedragen staan op de gemeentelijke website.

HOOFDSTUK 3 Bijdrage in de kosten

Voor alle maatwerkvoorzieningen waarvoor dit binnen de kader van de wet maatschappelijke ondersteuning is toegestaan, wordt een eigen bijdrage in de kosten volgens het Abonnementstarief opgelegd (Uitvoeringsbesluit Wmo 2015). Tenzij in het vervolg van dit Besluit hiervan wordt afgeweken.

De eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen wordt vastgesteld en voor de gemeente geïnd door het Centraal Administratiekantoor conform artikel 2.1.4 lid 6 van de Wmo 2015.

  • 1.

    Voor inwoners met een verzamelinkomen tot 110% van het sociaal minimum wordt de eigen bijdrage niet geïnd, behalve voor inwoners beschermd wonen intramuraal basis en intensief.

  • 2.

    Omvang van de eigen bijdrage: de totale omvang van de eigen bijdrages voor maatschappelijke ondersteuning, met uitzondering van maatschappelijke opvang en beschermd wonen intramuraal basis en intensief is gelijk aan de totale kostprijs tot aan ten hoogste het op dat moment geldende abonnementstarief (nu € 19 per maand).

  • 3.

    De omvang van de eigen bijdrage voor beschermd wonen intramuraal basis en intensief wordt overeenkomstig het uitvoeringsbesluit Wmo 2015 bepaald.

  • 4.

    De eigen bijdrage in de kosten mag nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening of dienstverlening in natura, respectievelijk het bedrag van het pgb of de maandhuur die de gemeente voor de verstrekte voorziening betaalt.

  • 5.

    Een eigen bijdrage in de kosten wordt niet opgelegd indien de verstrekte voorziening bestaat uit de regiotaxi (collectief vraagafhankelijk vervoer). De Wmo-gerechtigde die met de regiotaxi reist, is echter wel een betaling verschuldigd (instaptarief en tarief aanvullend bedrag per kilometer).

  • 6.

    Een eigen bijdrage in de kosten wordt niet opgelegd als de verstrekte voorzienig (hulpmiddel of aanpassing) bestaat uit een gemeenschappelijke voorziening. Onder een gemeenschappelijke voorziening wordt verstaan een (woon)voorziening in/aan een gemeenschappelijke ruimte die niet alleen wordt gebruikt door de persoon tot wie de toekenningsbeschikking zich richt. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op begeleiding groep, vormen van beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Inwoners met een verzamelinkomen tot 110% van het sociaal minimum, krijgen wel een eigen bijdrage (fictief) opgelegd voor een maatwerkvoorziening (niet zijnde beschermd wonen intramuraal basis en intensief) door het Centraal Administratie Kantoor doch deze in opdracht van de gemeente niet wordt geïnd. De actuele inkomensgrenzen zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid3.

HOOFDSTUK 4 Mantelzorgwaardering en -ondersteuning

Artikel 4.1 Jaarlijkse blijk van waardering mantelzorgers

De waardering voor mantelzorgers vindt plaats door:

  • 1.

    Een individuele blijk van waardering in de vorm van een waardebon van € 50,00 en een collectieve blijk van waardering aan mantelzorgers tijdens de jaarlijkse nationale Dag van de Mantelzorg.

  • 2.

    De criteria om in aanmerking te komen voor de individuele blijk van waardering zijn opgenomen in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente ’s-Hertogenbosch 2022.

HOOFDSTUK 5 Slotbepaling

Artikel 5.1 Overgangsrecht

Het besluit nadere regels 2021 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van dit besluit, met dien verstaande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van voorzieningen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn verstrekt, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt met ingang van 1 januari 2022 in werking.

Artikel 5.3 Citeertitel

Dit Besluit nadere regels wordt aangehaald als “Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning ’s-Hertogenbosch 2022”.

Ondertekening

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg,

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Bijlage 1: Pgb tarieven Wmo diensten

formeel

 

eenheid

 

aanbieder/ZZP

Informeel

Hulp bij het huishouden

uur

 

€ 27,14

€ 13,22

Formeel

 

eenheid

reguliere aanbieder

Micro aanbieder / ZZP

Informeel

Begeleiding Basis

uur

€ 51,39

€ 49,16

€ 21,14

Begeleiding Extra

uur

€ 59,18

€ 56,60

€ 21,14

Groepsbegeleiding Basis

dagdeel

€ 30,09

€ 29,13

€ 17,40

Groepsbegeleiding Extra

dagdeel

€ 50,06

€ 48,23

€ 24,91

kortdurend verblijf

etmaal

€ 164,03

€ 159,81

€ 106,18

vervoer regulier

dag

€ 12,62

€ 12,62

€ 12,62

vervoer rolstoel

dag

€ 20,74

€ 20,74

€ 20,74

Formeel

 

 

reguliere aanbieder

ZZP'er

Informeel

Beschermd wonen Intramuraal Basis

maand

nvt

nvt

nvt

Beschermd wonen Intramuraal Intensief

maand

nvt

nvt

nvt

Kleinschalig Thuis Basis

maand

€ 1.817,57

€ 1.690,52

€ 842,36

Kleinschalig Thuis Intensief

maand

€ 2.834,17

€ 2.622,40

€ 1.208,78

Zelfstandig Thuis Basis

maand

€ 1.157,52

€ 1.067,13

€ 439,23

Zelfstandig Thuis Intensief

maand

€ 2.242,20

€ 2.061,41

€ 805,65

Dagbesteding BW-1

maand

€ 372,36

€ 350,83

€ 218,96

Dagbesteding BW-2

maand

€ 930,84

€ 877,11

€ 547,43

Dagbesteding BW-3

maand

€ 1.421,98

€ 1.335,92

€ 808,47

  • 1.

    Tarief informeel is niet van toepassing bij vormen van groepsbegeleiding, dagbesteding BW, kortdurend verblijf, kleinschalig thuis en zelfstandig thuis. Tenzij de 1e of 2e graads ondersteuner beschikt over relevante diploma’s.

  • 2.

    Groepsbegeleiding en dagbesteding vindt altijd plaats in groepsverband, overdag en op een specifiek daarvoor ingerichte locatie buiten de woonsituatie. De maaltijd is geen onderdeel van het tarief.

  • 3.

    Kortdurend verblijf vindt plaats in een intramurale verblijfssetting waar inwoner verzorgd wordt en mee kan doen aan groepsgerichte activiteiten.

  • 4.

    Kleinschalig thuis informeel: als er geen gemeenschappelijke ruimte is, wordt het maandtarief verlaagd met € 220,-.

Bijlage 2 : Pgb-tarieven rolstoelen, vervoersvoorzieningen, en overige hulpmiddelen Wmo

Type voorziening

All-in huurprijs per maand

Termijn economische afschrijving in maanden

Pgb-tarief

1

 

Handbewogen rolstoelen

 

 

a

Hoepelrolstoel incidenteel of actief gebruik, vouwbaar

rolstoel

€ 24,09

84

€ 2.024,00

 

b

Rolstoel, permanent; vast frame

rolstoel

€ 59,52

84

€ 5.000,00

 

c

Hoepelrolstoel, (semi) permanent gebruik

rolstoel

€ 24,09

84

€ 2.024,00

 

d

Vastframe hoepelrolstoel actief gebruik

rolstoel

€ 59,52

84

€ 5.000,00

e

Sportrolstoel

rolstoel

36

€ 3.000

2

 

Elektrische rolstoelen

 

 

a

Binnenshuis en directe woonomgeving

rolstoel

€ 145,96

84

€ 12.260,64

 

b

Binnen- en buitenshuis

rolstoel

 € 145,96

84

 € 12.260,64

3

 

Scootmobielen

 

 

a

Max. 10 km

vervoer

€ 77,50

84

 € 6.510,00

 

b

Max. 12 km

vervoer

 € 77,50

84

€ 6.510,00

 

c

Max. 15 km

vervoer

 € 77,50

84

 € 6.510,00

4

 

Driewielfietsen

 

 

a

Volwassenen

vervoer

€ 52,37

84

€ 4.399,08

 

b

Elektr. Volwassenen

vervoer

84

€ 5.543,74

5

 

Tilliften

 

 

a

Tilliften passief

overig

€ 50,71

84

€ 4.259,64

 

b

Tilliften actief

overig

 € 50,71

84

 € 4.259,64

6

 

Overige

 

 

a

Handbike aankoppeldeel voor rolstoel

overig

€ 98,62

84

€ 8.284,08

 

b

Aandrijfunit duw rolstoelen

overig

€ 26,64

84

€ 2.237,76

 

c

Aandrijfunit op achterwielen hoepelrolstoelen

overig

€ 145,32

84

€ 12.206,88

 

d

Tandemfiets volwassenen

vervoer

€ 82,49

84

€ 6.929,16

 

e

Fiets met elro trapondersteuning

vervoer

€ 91,56

84

€ 7.691,04

 

f

Badliften

woon

€ 11,77

60

€ 1.500,00

7

Douche- en Toilethulpmiddelen

woon

 

a

Badplank

 woon

 

 60

€ 50,00 

b

Douchestoel

woon

60

€ 125,00

c

Douchetoiletstoel

woon

60

€ 360.00

d

Douchezitje (vast)

woon

60

€ 734,00

e

Douchebrancard

woon

60

€ 500,00

8

 

Kindervoorzieningen

 

 

 

a

Kinderduwwandelwagens

vervoer

€ 50,82

60

€ 3.049,20

b

Kinderrolstoelen

rolstoel

€ 70,79

60

€ 4.247,40

c

Kinderautozitjes

vervoer

€ 46,23

60

€ 2.773,80

d

Kinderen elektrische rolstoelen

rolstoel

€ 145,96

60

€ 8.757,60

e

Kinderen driewielfietsen

vervoer

€ 52,37

60

€ 3.142,20

f

Tandemfiets kinderen

vervoer

€ 77,94

60

€ 4.676,40


Noot
1

Pgb tarieven Wmo per 1 januari 2020 (s-hertogenbosch.nl)

Noot
2

Een aanbieder is een reguliere aanbieder als twee van de volgende drie criteria van toepassing zijn: de jaaromzet is hoger dan € 700.000, de balanstotaal is hoger dan € 350.000 en er staan meer dan 10 fte op de loonlijst.

Noot
3

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2021 | Publicatie | Rijksoverheid.nl