Beleidsregels Gebiedsontzeggingen binnenstad van de gemeente Hengelo

Geldend van 16-10-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Gebiedsontzeggingen binnenstad van de gemeente Hengelo

Besluit van de burgemeester van de gemeente Hengelo tot vaststelling van beleidsregels voor de uitvoering van artikel 2:86 Algemene Plaatselijke Verordening 2019.

De burgemeester van de gemeente Hengelo,

overwegende dat,

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent de toepassing van artikel 2:86 Algemene Plaatselijke Verordening 2019;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht; 2:86 Algemene Plaatselijke Verordening 2019;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Beleidsregel gebiedsontzeggingen binnenstad gemeente Hengelo

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1.

    Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd indien:

    • a.

      een in artikel 2 genoemd strafbaar feit is gepleegd binnen de groene omlijning, zoals weergegeven op de in bijlage 1 opgenomen plattegrond;

    • b.

      het strafbare feit is gepleegd binnen de in artikel 3 tweede lid genoemde tijdvakken.

  • 2.

    Het gebied waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd betreft het gebied binnen de groene omlijning, zoals weergegeven op de in bijlage 1 opgenomen plattegrond.

Artikel 2 Strafbare feiten

Bij constatering van de volgende overtredingen kan een gebiedsontzegging worden opgelegd:

  • a.

    artikel 2:48 verboden drankgebruik;

  • b.

    artikel 2:81 APV Drugshandel op straat;

  • c.

    artikel 2:82 APV Openlijk drugsgebruik;

  • d.

    artikel 426 Sr In staat van dronkenschap de openbare orde verstoren;

  • e.

    artikel 453 Sr Openbare dronkenschap;

  • f.

    artikel 350 Sr Vernieling;

  • g.

    artikel 141 Sr Openlijke geweldpleging;

  • h.

    artikel 300 Sr Eenvoudige mishandeling;

  • i.

    artikel 285 Sr Bedreiging;

  • j.

    artikel 302 Sr Zware mishandeling;

  • k.

    artikel 287 Sr Doodslag of een poging daartoe;

  • l.

    artikel 317 Sr Afpersing;

  • m.

    artikel 318 Sr Afdreiging;

  • n.

    alle bepalingen inzake verboden wapenbezit in de Wet Wapens en munitie;

  • o.

    artikel 2, 3 Opiumwet verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen.

Artikel 3 Mandaat

  • 1.

    Alle politiefunctionarissen werkzaam in de gemeente Hengelo zijn in het kader van deze beleidsregel gemandateerd tot het opleggen van een bevel tot gebiedsontzegging.

  • 2.

    Van dit mandaat mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien de in artikel 2 genoemde strafbare feiten zijn gepleegd gedurende een evenement of in de volgende tijdvakken:

    • a.

      vrijdag, 20.00 uur tot 24.00 uur;

    • b.

      zaterdag, 00.00 uur tot 08.00 uur;

    • c.

      zaterdag, 20.00 uur tot 24.00 uur;

    • d.

      zondag, 00.00 uur tot 08.00 uur.

  • 3.

    Het is niet toegestaan om voor de toepassing van dit artikel ondermandaat te verlenen.

  • 4.

    De politiefunctionaris die van oordeel is dat aan een betrokkene een gebiedsontzegging moet worden opgelegd, overlegt dit met de dienstdoende horecacoördinator van politie Hengelo. Zijn beide politiefunctionarissen van oordeel dat een gebiedsontzegging moet worden opgelegd, zetten zij de verdere procedure in gang.

Artikel 4 duur gebiedsontzegging

  • 1.

    Een gebiedsontzegging kan worden bevolen voor de duur van:

    • a.

      ten hoogste 24 uur bij een eerste constatering;

    • b.

      ten hoogste 8 weken, indien het een tweede of navolgende constatering binnen zes maanden nadat een gebiedsontzegging is bevolen betreft.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging als bedoeld in het eerste lid onder a kan in het geval van een evenement bevolen worden voor in ieder geval de resterende duur van het evenement en in andere gevallen van twee ononderbroken tijdvakken als bedoeld in artikel 3 tweede lid.

  • 3.

    Het aantal weken waarvoor een gebiedsontzegging als bedoeld in het eerste lid onder b kan worden opgelegd, wordt bepaald aan de hand van de volgende tabel:

Overtreding

Aantal weken

artikel 2:48 verboden drankgebruik

2

artikel 2:81 APV Drugshandel op straat

6

artikel 2:82 APV Openlijk drugsgebruik

2

artikel 426 Sr In staat van dronkenschap de openbare orde verstoren

2

artikel 453 Sr Openbare dronkenschap

2

artikel 350 Sr Vernieling

4

artikel 141 Sr Openlijke geweldpleging

4

artikel 300 Sr Eenvoudige mishandeling

4

artikel 285 Sr Bedreiging

4

artikel 302 Sr Zware mishandeling

8

artikel 287 Sr Doodslag of een poging daartoe

8

artikel 317 Sr Afpersing

8

artikel 318 Sr Afdreiging

8

alle bepalingen inzake verboden wapenbezit in de Wet Wapens en munitie

8

artikel 2, 3 Opiumwet verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen

6

  • 4.

    De gebiedsontzegging als bedoeld in het derde lid heeft enkel betrekking op de tijdvakken als bedoeld in artikel 3 tweede lid en op evenementen.

  • 5.

    De gebiedsontzegging die na een herhaalde overtreding wordt bevolen terwijl er nog een gebiedsontzegging van kracht is, gaat in op het moment de eerder bevolen gebiedsontzegging is verlopen.

Artikel 5 Voorwaarden individuele gebiedsontzeggingen

  • 1.

    Een bevel tot gebiedsontzegging wordt gegeven in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid. De politiefunctionaris die krachtens mandaat het bevel geeft dient in het bevel eenduidig aan te geven welke belangen door welke gedragingen zijn geschaad.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd nadat een betrokkene door de politie is aangehouden en/of geverbaliseerd voor overtreding van een of meer van de onder artikel 2 genoemde strafbare feiten.

  • 3.

    De betrokkene dient, voorafgaand aan het opleggen van een gebiedsontzegging, in de gelegenheid te worden gesteld een verklaring af te leggen. De betrokkene wordt tevens gevraagd naar zijn belang aangaande de aanwezigheid in het aangewezen gebied. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 4.

    In de bekendmaking van de gebiedsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welke duur en/of welk(e) tijdvak(ken) het verbod geldt.

Artikel 6 Dossiervorming en verslaglegging

  • 1.

    De gebiedsontzegging wordt door de politie uitgereikt aan de betrokkene.

  • 2.

    De mandaathouder meldt elk afgegeven bevel zo spoedig mogelijk aan de burgemeester.

  • 3.

    Op verzoek van de burgemeester levert de politie een dossier aan bij de burgemeester.

  • 4.

    Het in het tweede lid bedoelde dossier bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      contactgegevens van de politiefunctionarissen als bedoeld in artikel 3 vierde lid;

    • b.

      gemotiveerd bevel tot gebiedsontzegging middels het daartoe vastgestelde model, ondertekend door de betrokkene en de politiefunctionarissen als bedoeld in artikel 3 vierde lid;

    • c.

      een kopie van het proces-verbaal dat aanleiding heeft gegeven voor een gebiedsontzegging dan wel de in het proces-verbaal genoemde informatie in de vorm van een bestuurlijke rapportage.

  • 5.

    Indien de betrokkene door omstandigheden niet in staat is de gebiedsontzegging te tekenen voor ontvangst, vermeldt de politiefunctionaris dit in een proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal wordt toegevoegd aan het in het derde en vierde lid bedoelde dossier.

Artikel 7 Afwijkingsbevoegdheid

  • 1.

    De burgemeester kan het verbod beperken, een tijdelijke ontheffing verlenen en/of maatwerk toepassen indien dat in verband met persoonlijke omstandigheden van de betrokkene noodzakelijk is.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging is niet van toepassing op personen die zich binnen het aangewezen gebied bevinden in een openbaar middel van vervoer.

  • 3.

    De burgemeester kan gemotiveerd afwijken van deze beleidsregel, bijvoorbeeld in die gevallen waarin de uitwerking ervan voor betrokkene onevenredig bezwarend is.

Artikel 8 Bezwaar

De betrokkene aan wie een bevel tot gebiedsontzegging is uitgereikt kan, binnen zes weken na uitreiking van het bevel, bezwaar maken tegen het bevel.

Artikel 9 Overtreding gebiedsontzegging

Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel gebiedsontzeggingen binnenstad gemeente Hengelo”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester

van Hengelo d.d. 13 oktober 2021