Subsidieregeling algemene voorziening ouderen Leusden 2022

Geldend van 21-09-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling algemene voorziening ouderen Leusden 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden;

Overwegende dat:

  • het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen voor het subsidiëren van de algemene voorziening ouderen binnen de kaders van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Algemene subsidieverordening Leusden 2017 (ASV) en het beleidskader Sociaal Domein Focus en Transparantie 2019 – 2022 van de gemeente Leusden;

  • het gewenst is een algemene voorziening in te richten die gericht is op het versterken van de zelfredzaamheid en regie en de participatie en deelname van ouderen aan de Leusdense maatschappij;

  • het gewenst is een algemene voorziening in te richten die gericht is op het ondersteunen van mantelzorgers, zoals het Maatjesproject Dementie, en het bieden van respijtzorg;

Besluiten vast te stellen:

SUBSIDIEREGELING ALGEMENE VOORZIENING OUDEREN LEUSDEN 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: een rechtspersoon die, een aanvraag indient op grond van deze subsidieregeling;

  • b.

    ASV: de Algemene subsidieverordening gemeente Leusden 2017;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden;

  • d.

    Doelgroep:

    • -

      personen van 67 jaar en ouder, die te maken hebben met een bepaalde mate van geheugen gerelateerde ouderdomsproblematiek, en

    • -

      mantelzorgers;

  • e.

    Algemene voorziening ouderen: een dienst of activiteit in het kader van de WMO, waarop iedere Leusdense burger rechtstreeks een beroep kan doen en gericht op de doelgroep van deze regeling, bestaande uit een laagdrempelige, toegankelijke voorziening met het doel participatie problemen te verminderen en zelfredzaamheid te vergroten. De voorziening is voorliggend aan maatwerkvoorziening.

  • f.

    Bijzondere vrijwilligersondersteuning: Inwoners van Leusden in een kwetsbare situatie die met lichte ondersteuning vrijwilligerswerk doen op een externe locatie. Dit ter ondersteuning van de activiteiten genoemd in artikel 5 en 6 van deze regeling;

  • g.

    Huiskamer van Leusden: stichting van vrijwilligers die een sleutel positie innemen in het zorgen voor de verbinding tussen formele en informele ondersteuning van onder meer de doelgroep in Leusden;

  • h.

    Lokaal wijkteam: een team van generalistische professionals dat hulp en ondersteuning biedt op meerdere levensgebieden (basiszorg) en optreedt als verwijzer naar aanvullende zorg. Het lokaal wijkteam is een algemene voorziening in de gemeente Leusden, waarop iedere Leusdense burger zonder verwijzing een beroep kan doen.

  • i.

    Maatjesproject dementie: ondersteuning aan mantelzorgers die zorgdragen voor een partner of anderen, die lijden aan (beginnende) dementie;

  • j.

    Algemene voorziening: een algemene voorziening gericht op de groepsmatige ondersteuning van de sociale participatie van kwetsbare ouderen of personen met niet aangeboren hersenletsel.

  • k.

    Laagdrempelig: de activiteiten zijn algemeen toegankelijk en kennen dus geen juridische toegangstoets.

  • l.

    Sociale domein: sociale voorzieningen, bewonersinitiatieven en vrijwillige inzet die eraan bijdragen dat mensen prettig samenleven en iedereen gewoon mee kan doen. Waarbij extra aandacht is voor bewoners met een (tijdelijke) kwetsbaarheid.

  • m.

    Vrijwilliger: iemand die zich op basis van intrinsieke motivatie inzet in georganiseerd of ongeorganiseerd verband, onverplicht en onbetaald ten behoeve van anderen of de samenleving waarbij een (maatschappelijk) belang wordt gediend.

  • n.

    Mantelzorger: Een persoon die zorg ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie (aan een hulpbehoevende persoon uit diens directe omgeving) verleent en deze zorg niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

  • o.

    Respijtzorg: het tijdelijk overdragen van de zorg, zodat mantelzorgers, naast het zorgen, tijd hebben voor andere belangrijke dingen in het leven: werk, studie, gezin, familie, vrienden en ontspanning. Respijtzorg is een vorm van mantelzorgondersteuning.

Artikel 2 Doelstelling van de regeling

  • 1. De doelstelling van deze regeling is om ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig en op eigen kracht in hun eigen leefomgeving te wonen (zelfredzaamheid) door:

    • a.

      ouderen te activeren om deel te nemen aan de samenleving, hen te ondersteunen bij het inzetten van hun informele netwerk en hun vaardigheden, draagkracht en gezondheid te bevorderen;

    • b.

      de eenzaamheid van ouderen te verminderen;

    • c.

      de samenredzaamheid van ouderen te bevorderen door:

      • -

        het bevorderen van de sociale samenhang, leefbaarheid en veiligheid (o.a. door het voorkomen van overlast);

      • -

        het verbinden van zelfredzame en minder zelfredzame ouderen;

  • 2. Voor het bereiken van deze doelstelling wordt ingezet op:

    • a.

      het werken vanuit de inclusieve gedachte;

    • b.

      het collectief werken waar mogelijk en individueel waar nodig;

    • c.

      het stimuleren van vrijwilligerswerk;

    • d.

      het ondersteunen van mantelzorgers en het bevorderen van de samenwerking met mantelzorgers.

Artikel 3 Reikwijdte

  • 1. De subsidie die door de gemeente wordt verstrekt, heeft betrekking op de activiteiten voor de doelgroep, zoals genoemd in artikel 5 en artikel 6.

  • 2. Gedurende de looptijd van de subsidieverlening kan er geen aanspraak gemaakt worden door nieuwe aanvragers voor de in deze subsidieregeling subsidiabel gestelde activiteiten.

Artikel 4 Leidende principes

Bij de inrichting van de activiteiten worden de volgende leidende principes als uitgangspunt genomen:

  • a.

    Normaliseren en uitgaan van de mogelijkheden: de oudere en de mantelzorger in hun dagelijks leven vormt het uitgangspunt en er wordt aangesloten bij wat ouderen en hun omgeving zelf kunnen;

  • b.

    Doen wat nodig is: afstemmen op de behoefte aan de hand van de vraag van de ouderen en hun omgeving, in aanvulling op het eigen netwerk van ouderen en daarbij samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers;

  • c.

    Zo nabij mogelijk: ondersteuning beschikbaar maken in de eigen buurt en in aansluiting bij de ouderen en de omgeving daar omheen;

  • d.

    Ruimte bieden voor professionele afwegingen en beslissingen;

  • e.

    De inhoud is leidend, niet het systeem, minder bureaucratie;

  • f.

    De dagelijkse leefwereld van de ouderen staat centraal;

  • g.

    De veiligheid van ouderen vormt altijd de ondergrens.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten gericht op ouderen

Het college kan subsidie verstrekken voor activiteiten die gericht zijn op de in artikel 2 beschreven doelstellingen, bestaande uit:

  • a.

    Het openstellen van de daarvoor door het college aangewezen locatie voor de doelgroep ouderen gedurende een periode van 49 weken per jaar en tenminste 25 uur per week en 5 uur per dag;

  • b.

    Het aanbieden van collectieve activiteiten, waaronder in ieder geval minimaal 3 maal per week gelegenheid om op de aangewezen locatie samen warm te eten;

  • c.

    Het aanbieden van recreatieve en activerende activiteiten, zoals creatieve activiteiten, fysieke activiteiten en activiteiten gericht op de cognitieve stimulatie.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten gericht op mantelzorgers.

Het college kan subsidie verstrekken voor activiteiten die gericht zijn op de in artikel 2 beschreven doelstellingen, bestaande uit:

  • a.

    Het ondersteunen van mantelzorgers middels het bieden van respijtzorg;

  • b.

    Het samen met (een vertegenwoordiging van) mantelzorgers van ouderen, die gebruik maken van de algemene voorziening, vorm en inhoud geven aan de activiteiten als bedoeld in artikel 5;

  • c.

    Het samen met de mantelzorgers uitvoeren van de activiteiten als bedoeld in artikel 5;

  • d.

    De coördinatie van het maatjes project dementie.

Artikel 7 Eisen aan de subsidie aanvrager

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. Namens een samenwerkingsverband kan één partij een aanvraag en de verantwoording doen en het subsidiebedrag ontvangen en beheren.

  • 2. De aanvrager werkt met professional(s), die voldoen aan de sectoreisen die binnen Social Work en gelijksoortige projecten gebruikelijk zijn.

  • 3. Bij de subsidieaanvraag dient de aanvrager een plan van aanpak in te dienen.

  • 4. In het plan van aanpak wordt omschreven hoe de algemene voorziening ouderen wordt ontwikkeld en waaruit blijkt dat

    • a.

      u kennis heeft van de doelgroep en hun leefwereld;

    • b.

      u kennis heeft van (hun) mantelzorgers;

    • c.

      wat de ontwikkelingen zijn op dit gebied in Leusden en de regio Amersfoort;

    • d.

      de u voortbouwt op de ervaringen van laatste drie jaren, en

    • e.

      u zorgt voor continuïteit in de uitvoering.

    Zie artikel 8 voor een nadere toelichting op hoe het plan van aanpak wordt beoordeeld.

  • 5. In de gedetailleerde uitwerking van het plan van aanpak gaat u in op de aan te bieden activiteiten en verwoordt u hoe deze algemene voorziening in het eerste jaar opbouwt en verder door ontwikkelt in de daarop volgende twee jaren, waarbij u beschrijft welke visie u heeft op:

    • a.

      de noodzakelijke transformatie in het sociale domein, gericht op normalisering en afschaling van de maatwerkvoorzieningen ouderen;

    • b.

      de rol en positie van de mantelzorgers en welke ambitie u heeft bij de vormgeving en realisatie van de algemene voorziening ouderen;

    • c.

      de professionele inzet op de coördinatie van het maatjesproject dementie en de algemene voorziening ouderen;

    • d.

      de professionele inzet van de begeleiding van de activiteiten genoemd in artikel 5 en 6;

    • e.

      de aansturing en inzet van stagiaires en vrijwilligers.

  • 6. In het plan van aanpak beschrijft u op welke wijze u samenwerkt met de ketenpartners in Leusden en de regio en de overige stakeholders in de (in)formele zorg, zoals het lokaal wijkteam, huisartsen, casemanager dementie, buurtverenigingen en de Huiskamer van Leusden.

  • 7. U dient in uw plan van aanpak rekening te houden met de volgende aantallen, gerangschikt naar jaar:

    • a.

      2022: 32 ouderen en minimaal10 matches in het project maatjes dementie;

    • b.

      2023: 45 ouderen en minimaal10 matches in het project maatjes dementie;

    • c.

      2024: 45 ouderen en minimaal 10 matches in het project maatjes dementie.

  • 8. U dient uw plan van aanpak, inclusief de elementen die van belang zijn om deze in de praktijk werkend te krijgen, te beschrijven op maximaal 7 A4 enkelzijdig met lettertype Arial tekengrootte 10 (excl. begroting). In bijlage 1 is per criterium aangegeven hoeveel A4 u hiervoor kunt gebruiken.

  • 9. U dient in het plan van aanpak een sluitende begroting (max 3 A4) op te nemen die aansluit bij de subsidiabele activiteiten in artikel 5 en artikel 6.

    U geeft in elk geval inzicht in:

    • a.

      Salariskosten op basis van in te zetten fte (met onderbouwing voor zowel uitvoering als overhead);

    • b.

      Overige personele kosten (bijvoorbeeld opleidingskosten);

    • c.

      Materiële kosten;

    • d.

      Huisvestingskosten;

    • e.

      Opbrengsten.

Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1. De aanvraag wordt op basis van de volgende criteria, in volgorde van belangrijkheid, beoordeeld:

    • a.

      De visie op de positie van de algemene voorziening ouderen in relatie tot de basis infrastructuur en maatwerkvoorzieningen ouderen, waarbij de transformatieopgave centraal staat;

    • b.

      De inzet en betrokkenheid van mantelzorgers en vrijwilligers bij het aanbod van de activiteiten;

    • c.

      Het vernieuwende karakter van het aanbod voor de doelgroep;

    • d.

      De wijze waarop u het vervoer van de doelgroep voornemens bent te organiseren;

    • e.

      De efficiënte en effectieve inzet van middelen, waarbij er een logisch verband bestaat tussen het subsidiebedrag en de activiteiten en de daarvoor benodigde middelen.

  • 2. U beschrijft en geeft een nadere toelichting op de toepassing van deze criteria in het plan van aanpak bij uw aanvraag, conform de richtlijnen in Bijlage 1. Toelichting op de criteria.

  • 3. Per criterium kunnen 0-4 punten worden gehaald, waarbij geldt:

    • 0:

      onvoldoende,

    • 1:

      matig,

    • 2:

      voldoende,

    • 3:

      goed,

    • 4:

      uitstekend.

    Indien er een gelijke totaalscore ontstaat, wordt van de subsidieaanvragen de subsidieaanvraag met de meest behaalde punten op de eerste drie criteria aangemerkt als de hoogste in rangorde.

Artikel 9 Aanvraagtermijn van de subsidie

  • 1. De aanvraag moet vóór 1 november 2021 van de nieuwe subsidieperiode worden ingediend bij het college. Artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening Leusden 2017 (ASV) blijft buiten toepassing. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het digitale aanvraagformulier van de ASV.

  • 2. De subsidie wordt aangevraagd via het formulier “aanvraag subsidie Algemene voorziening ouderen”.

  • 3. De (digitale) aanvraag dient te worden aangevuld met de volgende stukken:

    • a.

      een plan van aanpak dat voldoet aan artikel 7 lid 4 e.v.;

    • b.

      een begroting voor de te subsidiëren activiteiten zoals bedoeld in artikel 7 lid 9;

    • c.

      een begroting welke onderscheidt maakt in de kosten opstartfase en de kosten door- ontwikkelfase als bedoeld in artikel 7 lid 5, 6 en 7;

    • d.

      een kopie van de meest recente oprichtingsakte of statuten en een actueel uittreksel uit het handelsregister;

    • e.

      een verklaring omtrent het gedrag voor de rechtspersoon van de aanvrager.

  • 4. De WMO kwaliteits- en toezichtrapportages van de GGDrU kunnen onderdeel uitmaken van de beoordeling van de aanvraag.

  • 5. Een Bibob onderzoek kan deel uitmaken van de beoordeling van de aanvraag.

  • 6. Het college kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de aanvrager om nadere informatie verzoeken.

  • 7. De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het college redelijkerwijs tot een besluit kan komen. Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen. Bij een onvolledige aanvraag wordt de aanvrager verzocht de aanvraag aan te vullen.

  • 8. Gedurende de looptijd van de subsidieverlening kan er geen aanspraak gemaakt worden door nieuwe aanvragers voor de in deze subsidieregeling subsidiabel gestelde activiteiten.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1. Het college van B&W neemt uiterlijk 31 december 2021 een besluit over de subsidieaanvraag.

  • 2. Het college van B&W verstrekt aan maximaal één partij subsidie voor de uitvoering van de activiteiten genoemd in artikel 5 en 6 van deze regeling.

  • 3. Het college van B&W kan zich bij de beoordeling van de subsidieaanvragen laten bijstaan door externe deskundigen / stakeholders. De beoordeling vindt plaats op basis van consensus.

  • 4. De kwalitatieve toets omvat een beoordeling van de subsidieaanvraag en alle door de subsidieaanvrager in het kader van deze regeling ingediende bescheiden.

  • 5. Aan de criteria van de kwalitatieve toets worden punten toegekend als genoemd in Bijlage 1. Toetsing op de criteria. Een aanvraag die met het hoogst aantal punten wordt gewaardeerd en waarbij voor elk afzonderlijk criterium minimaal 3 van het maximaal te behalen aantal punten is gescoord, komt in aanmerking voor de subsidie.

  • 6. De aanvraag kan worden geweigerd wanneer er niet tenminste een voldoende wordt behaald op elk van de beoordelingscriteria afzonderlijk.

  • 7. Indien de gemeente het voor de beoordeling noodzakelijk acht, mede door de score op de criteria, kan een gesprek met alle aanvragers, onderdeel zijn van de beoordeling. Voor dit gesprek wordt de aanvrager uitgenodigd om het plan van aanpak zoals benoemd in artikel 7 te presenteren. Deze gesprekken hebben een gelijke agenda.

  • 8. De resultaten van de gesprekken zoals benoemd in artikel 10, lid 7 kunnen worden meegenomen in de beoordeling en puntentoekenning van de aanvragen.

Artikel 11 Subsidie verlening en betalingstermijnen

  • 1. Het college honoreert aanvragen voor subsidies in de vorm van een subsidieverlening.

  • 2. De subsidie wordt verleend voor een termijn van 1 jaar en 10 maanden van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2023. Na 1 jaar en 10 maanden vindt een evaluatie plaats op grond waarvan besloten wordt om de subsidie ook in het derde jaar toe te kennen.

  • 3. De subsidie wordt maandelijks en bij voorschot uitbetaald. De betaling van de voorschotten voor het vierde kwartaal worden uitgekeerd na een voldoende beoordeling van de halfjaarlijkse rapportages. De halfjaarlijkse rapportages moeten uiterlijk op 30 juni van elk jaar worden ingediend.

  • 4. De verleende voorschotten worden na afloop van het jaar definitief verrekend met de subsidie vaststelling.

Artikel 12 Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting de subsidieplafond(s) vast.

  • 2. Het subsidieplafond voor opstartjaar 2022 bedraagt € 70.850,--.

  • 3. Het subsidieplafond voor het jaar 2023 bedraagt € 125.000,--.

  • 4. Het subsidieplafond voor het jaar 2024 bedraagt € 125.000,--.

Artikel 13 Voorwaarden en verplichtingen

  • 1. De in dit artikel genoemde voorwaarden en verplichtingen worden in de beschikking tot subsidieverlening vastgelegd.

  • 2. Aan de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 1 onder a legt het college de verplichtingen op om een administratie bij te houden van:

    • a.

      het aantal ouderen dat gebruik maakt van de algemene voorziening ouderen per kalenderjaar;

    • b.

      het aantal dagen waarin de doelgroep deelneemt aan de activiteiten;

    • c.

      de hoogte van de eigen bijdrage van de ouderen aan de maaltijdvoorziening en eventuele overige activiteiten binnen de algemene voorziening voor zover dit relevant is voor de subsidieverlening;

    • d.

      het aantal matches binnen het maatjes project dementie;

    • e.

      het aantal vrijwilligers en mantelzorgers dat een actieve bijdrage levert aan de activiteiten ter ondersteuning van de ouderen;

    • f.

      het aantal mantelzorgers dat wordt ondersteund;

  • 3. Voorafgaand aan ieder half jaar geeft de subsidieontvanger een prognose van de verwachte gebruik van de algemene voorziening door de doelgroep.

  • 4. In afwijking van artikel 17 lid 3 ASV worden een tussentijdse rapportages gevraagd na verstrijken van het tweede kwartaal.

  • 5. De subsidieontvanger werkt (pro)actief mee bij:

    • a.

      het realiseren van een (warme) overdracht naar de maatwerkvoorziening ouderen;

    • b.

      het samenwerken, afstemmen en overleggen met andere betrokken ketenpartners;

    • c.

      het vastleggen en de borging van afspraken die gezamenlijk met het lokaal wijkteam en andere betrokken ketenpartners worden gemaakt in het kader van een doorgaande lijn voor ouderen met dementie gerelateerde problematiek en hun mantelzorgers in Leusden;

    • d.

      Het gebruik maken van de meldcode huiselijk geweld en mishandeling.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht voor 1 februari van elk jaar en na afloop van de subsidieperiode schriftelijke inhoudelijk verslag te doen over de resultaten de ontwikkelopgave.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht om voor 1 mei van elk jaar een financiële verantwoording aan te leveren conform de bepalingen in artikel 17 ASV 2017.

  • 3. Het college beslist binnen 6 maanden na afloop van de subsidieperiode over de vaststelling van subsidie.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht bij de verantwoording een schriftelijke, onafhankelijke accountantsverklaring te overleggen aan het college, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 5. Indien de verantwoording na eventueel verleende uitstel niet tijdig of volledig is ingediend stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

  • 6. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden terug-gevorderd indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen. Dit kan uiterlijk tot vijf jaar na de datum waarop de subsidie is vastgesteld.

Artikel 15 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb – geweigerd, indien één of meer van de weigeringsgronden van toepassing zijn als genoemd in artikel 8 van ASV.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1. Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, zoals genoemd in artikel 22 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Leusden 2017.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Algemene Voorziening Ouderen Leusden 2022.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na publicatie in het elektronisch gemeenteblad.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,

H.W. de Graaf-Koelewijn

Directeur-secretaris

G.J. Bouwmeester

burgemeester

Bijlage 1. Toelichting op de criteria artikel 8

Bij de kwalitatieve toets wordt de kwaliteit van de aanvraag van de subsidie voor de algemene voorziening ouderen beoordeeld. Hierbij wordt gekeken naar de volgende criteria. Beschrijf bij de criteria onder 1 tot en met 3 hoe u vanuit de leidende principes en bovenstaande doelstelling invulling geeft aan de begeleiding van doelgroep ouderen en mantelzorgers.

Criterium 1

De visie op de positie van de algemene voorziening ouderen in relatie tot de basis infrastructuur en maatwerkvoorzieningen ouderen, waarbij de transformatieopgave centraal staat.

Hieruit blijkt uw verandervisie. Beschrijf de ondersteuning die gericht is op het stimuleren van het inzetten of opbouwen van een netwerk van informele ondersteuning door mantelzorgers en vrijwilligers rond de oudere, zodat de ondersteuning, op den duur, vandaar uit kan plaatsvinden;

Beschrijf welke kennis u heeft van wat er speelt in Leusden en de regio Amersfoort, bekend bent met de netwerken in het sociaal domein en specifiek voor ouderen en mantelzorgers; Beschrijf hoe u de samenwerking met verschillende partners (ketenpartners en andere partners in de basis infrastructuur sociaal domein) wil ontwikkelen, versterken en onderhouden en wat daarbij uw belangrijkste doelstellingen zijn.

Criterium 2

De inzet en betrokkenheid van mantelzorgers en vrijwilligers bij het aanbod van de activiteiten.

Beschrijf hoe u voortbouwt op de ervaringen met de begeleiding van ouderen en mantelzorgers, zorgt voor continuïteit in de uitvoering en hoe u mantelzorgers gaat betrekken of heeft betrokken bij de totstandkoming van uw aanpak.

Criterium 3

Het vernieuwende karakter van het aanbod van activiteiten voor de doelgroep.

Een herkenbaar en toegankelijk/laagdrempelig aanbod (b.v. op locatie en outreachend). De kennis die aanvrager heeft van of kan aanbieden aan de doelgroep.

Criterium 4.

De wijze waarop u het vervoer van de doelgroep voornemens bent te organiseren.

Op dit moment voorziet de gemeente in een vervoersvoorziening, welke geregeld wordt via Stichting Lariks. Beschrijf hoe u voornemens bent het vervoer te organiseren voor de doelgroep en u de deelname van de doelgroep aan de voorziening borgt.

Criterium 5

De efficiënte en effectieve inzet van middelen, waarbij er een logisch verband bestaat tussen het subsidiebedrag en de activiteiten en de daarvoor benodigde middelen.

Hiermee wil de gemeente inzicht in het aantal bereikte deelnemers van de activiteiten, de inhoudelijke resultaten en de daarvoor ingezette middelen. Hierbij geldt het uitgangspunt dat aangesloten wordt op de leidende principes als bedoeld in artikel 4 en gestuurd wordt op een efficiënte en effectieve vorm van dienstverlening gericht op activering.

Beoordeling

Uw beschrijving wordt hoger gewaardeerd wanneer deze:

  • -

    Concreter onderbouwd is,

  • -

    Realistischer en duidelijker is,

  • -

    Meer aansluit bij de dagelijkse praktijk,

  • -

    Meer uitgaat van leidende principes,

  • -

    Meer vertrouwen geeft in het bereiken van de doelgroep,

  • -

    Overtuigender aantoont op welke wijze uw aanbod antwoord geeft op de diverse ondersteuningsvragen van de doelgroep,

  • -

    Meer blijk geeft van uw bekendheid met relevante netwerken waarmee u samenwerkt of gaat samenwerken in Leusden, en

  • -

    Laat zien dat u kostenbewust werkt.

Voor criterium 1 tot en 3 gebruikt u maximaal vijf pagina’s A4 totaal.

Voor criterium 4 en 5 gebruikt u maximaal twee pagina’s A4 totaal.

Weging

Per criterium kunnen 0-4 punten worden gehaald, waarbij geldt:

  • 0:

    onvoldoende,

  • 1:

    matig,

  • 2:

    voldoende,

  • 3:

    goed,

  • 4:

    uitstekend.

De aanvragen worden gehonoreerd op basis van de rangschikking.

Hieruit volgt een rangschikking op basis waarvan de subsidie verleend wordt.