Regeling vervallen per 29-12-2023

Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent de afwegingen voor aanwijzing en bescherming van bomen

Geldend van 22-07-2021 t/m 28-12-2023

Intitulé

Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent de afwegingen voor aanwijzing en bescherming van bomen

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel 21.0073 van 2021), mede gezien het advies van de commissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid,

BESLUIT

  • 1.

    Het beleidskader met afwegingen voor aanwijzing en bescherming bomen Leiden 2021 vast te stellen waarin een boom van een ecologische soort (minimaal 3 punten op de ecologische lijst) in de gemeente Leiden ecologisch waardevol wordt genoemd als het plantjaar meer dan 50 jaar geleden is, ofwel een stamdiameter heeft van meer dan 50 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld.

  • 2.

    De Verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020, onderdeel Groene Norm voor waardevolle bomen vast te stellen; luidende als volgt:

Verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020, onderdeel Groene Norm voor waardevolle bomen.

Artikel I Wijzigen verordening

De Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 wordt als volgt gewijzigd.

Hoofdstuk 2, Afdeling 2.4, Paragraaf 2.4.1, artikel 2.4.1.1 lid 3, sub b komt als volgt te luiden:

Hoofdstuk 2 Aanwijzingen in de fysieke leefomgeving

Afdeling 2.4 Groen

Paragraaf 2.4.1 Groene Norm voor waardevolle bomen en boomstructuren

Artikel 2.4.1.1 Aanwijzing waardevolle bomen

  • 3.

    Een boom is in ieder geval waardevol als deze voldoet aan tenminste één of meer van de volgende waarden, toegelicht in het Beleidskader met afwegingen voor Aanwijzing en bescherming bomen Leiden:

    • ...

    • b.

      ecologische waarden: conform het Register Ecologische Bomen met minimaal 3 punten, met een minimale leeftijd van 50 jaar of minimale grootte van 50 centimeter stamdiameter op 1,3 meter boven maaiveld (157 centimeter stamomtrek);

    • ...

Artikel II Inwerkingtreding

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020, onderdeel Groene Norm voor waardevolle bomen.

BELEIDSKADER MET AFWEGINGEN VOOR AANWIJZING EN BESCHERMING BOMEN LEIDEN 2021

LEESWIJZER

Dit beleidskader heeft twee functies. Ten eerste fungeert het als toelichting op het deel van de Verordening fysieke leefomgeving dat betrekking heeft op bomen. Dit zijn de paragrafen 2.4.1, 3.6.1, en de afdelingen 4.1. en 5.1 van de Verordening fysieke leefomgeving.

Ten tweede is hetgeen opgenomen in dit beleidskader zelfstandig leesbaar, en is het beleidskader bij besluit van de gemeenteraad tezamen met de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving, onderdeel bomen vastgesteld. Daarmee is dit beleidskader tevens een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en als zodanig van directe werking op de uitvoering van hetgeen in de Verordening fysieke leefomgeving voor dit onderwerp opgenomen.

VERSCHILLEN MET DE BOMENVERORDENING 2015

De regels voor het vellen en andere activiteiten aan bomen zoals thans opgenomen in de Verordening fysieke leefomgeving en in dit beleidskader wijken af van de regels zoals opgesteld in de Bomenverordening 2015, die per 1 januari 2021 opgenomen is in de Verordening fysieke leefomgeving

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • De introductie van de Groene Norm en het afschaffen dan de Groene Kaart

  • Introductie van het register Ecologische bomen voor het de ecologische waarde van bomen

  • Het instellen van een meldplicht voor de 1 op 1 vervanging van overlast gevende, zieke en kwarrende bomen in de openbare ruimte

  • Opnemen van dunnen als een beheermaatregel

  • Verbreding van de bestedingen vanuit de reserve bomenfonds

  • Opnemen van bescherming van bomen die zijn aangeplant als onderdeel van een compensatieverplichting

Met deze wijzigingen verwachten we meer bomen duurzaam te beschermen omdat het de bescherming van werkelijk waardevolle bomen ook op particuliere terreinen mogelijk maakt zonder afhankelijkheid van voordrachten en afvoeringen door rechthebbende zoals voorheen op de Groene Kaart.

Door meer ecologische waardevolle bomen te eisen in compensatieplannen en deze bomen eerder te beschermen zal de kwaliteit van het bomenbestand in de gemeente toenemen ter ondersteuning van de biodiversiteit. In de Bomenverordening 2015 bestond geen kader om bomen op hun ecologische waarde te beoordelen.

De meldplicht schept een juridisch kader waarbij bomen die niet meer goed functioneren of ziek zijn kunnen worden vervangen voor betere exemplaren ondersteund door groeiplaatsverbetering. In de bomenverordening 2015 ontbrak dergelijk kader en moesten deze bomen tegen telkens toenemende kosten worden behouden. De meldplicht stelt ons in staat betere bomen als vervanging in te zetten waardoor schaarse groeiplaatsen optimaal benut worden door bomen die maximaal bijdragen aan doelstellingen voor klimaatadaptatie en biodiversiteit.

Dunnen is een noodzakelijke beheermaatregel die de biodiversiteit in bosplantsoenen ondersteunt. In de bomenverordening 2015 kon door het opleggen van een compensatieplicht bij iedere kap, dit instrument niet worden ingezet. Dit was onwenselijk, de beheermaatregel dunnen is juist bedoeld om ruimte te creëren in bosplantsoenen en zo de biodiversiteit en groeimogelijkheden van de overige bomen in dat gebied te vergroten. Daarom is met deze nieuwe regelgeving gezorgd dat bij een vergunning voor het dunnen de compensatieplicht niet geldt. Hierdoor kan dit noodzakelijk onderhoud weer worden uitgevoerd binnen vastgestelde beheerplannen in bosplantsoen.

Het bomenfonds moet primair functioneren als een stimulans tot herplant van bomen die verloren gaan bij stedelijke ontwikkelingen. Gebleken is dat ook bij 100% herplant waarde overschiet in het fonds. Deze intrinsieke groei wordt veroorzaakt doordat bomen nu eenmaal maar tot een bepaalde grote kunnen worden aangeplant, die vaak een geringere kosten vertegenwoordigen dan de actuele vervangingskosten die ter grondslag liggen aan de waarborgsommen in het bomenfonds. Stortingen die hun functie als waarborg hebben volbracht gaan we inzetten voor het aanplanten van extra bomen. Daarnaast zetten we het ook in voor (de versterking van) ecologische waardevol groen in de directe nabijheid van nieuw aan te planten bomen en recent aangeplante bomen. Een en ander ten bate van onze doelstellingen voor klimaatadaptatie ne biodiversiteit.

In het kader van compensatieplannen behorende bij verleende vergunningen worden bomen geplant, deze kennen geen specifieke bescherming. Deze jonge bomen van betekenis zijn als vervanging van de met vergunning gekapte bomen maar ze hebben de voor bescherming benodigde maat of leeftijd nog niet bereikt. Wat tot gevolg heeft dat bij kap van de bomen er geen compensatieplicht geldt. Daarom voegen we een vergunningplicht in voor deze jonge aanplant om zo te borgen dat mochten ze onverhoopt gekapt moeten worden ze wel worden gecompenseerd.

INLEIDING

Gemeente Leiden is kadastraal eigenaar van ruim 64.000 bomen in de stad. Daarnaast staat er binnen de gemeentegrenzen nog een veelvoud daarvan op terreinen van anderen. Het geheel aan bomen in de stad is van belang voor de groene kwaliteiten van de leefomgeving. Een deel hiervan kan aangemerkt worden als extra waardevol, vanuit ecologisch, klimatologisch, dendrologisch of historisch oogpunt.

Dit beleidskader beschrijft wat gemeente Leiden voor en aan haar bomenbestand belangrijk vindt, hoe wordt bepaald welke boom welke status en daarmee bescherming heeft, en wat van belang is om het bomenbestand van gemeente Leiden praktisch en duurzaam in stand te houden.

VISIE EN DOELSTELLINGEN VOOR BOMEN IN LEIDEN

De gemeente Leiden kiest in zijn bomenbestand voor een groene kwaliteit met hoge ecologische waarde die bijdraagt aan klimaatadaptatie.

  • Om dit te bereiken worden alle bomen met een diameter van 14cm of meer in de publieke ruimte beschermd.

  • Daarnaast wordt ingezet op bescherming van waardevolle bomen die bijdragen aan biodiversiteit en klimaatadaptatie.

  • Gelijktijdig wordt voor houtopstanden die bij ruimtelijke ontwikkeling worden vervangen of gecompenseerd ingezet op een sortiment dat bovengemiddeld bijdraagt aan biodiversiteit en klimaatadaptatie.

Reikwijdte

De aanwijscriteria en het beschermingsregime gelden voor alle bomen en houtopstanden in gemeente Leiden.

De waardevolle bomen en houtopstanden van de gemeente Leiden kunnen op basis van geactualiseerde inspectiegegevens aan de hand van de vastgelegde aanwijscriteria worden bepaald. Ook bomen van derden (particulieren, organisaties, verenigingen en bedrijven) worden bij een vergunningaanvraag aan de hand van de criteria getoetst.

De bomen in eigendom van de gemeente Leiden zijn vastgelegd in het gemeentelijke boomgegevensbestand. Bij elke volgende inspectie van de bomen en houtopstanden wordt dit bestand geactualiseerd. Bomen van derden (zoals op terreinen van instellingen, particulieren, Verenigingen Van Eigenaren of woningcorporaties) vallen buiten de gemeentelijke registratie, maar kunnen wel worden getoetst aan de regels zoals ze in de geldende verordening worden neergelegd.

Bomen met een stamdiameter kleiner dan 14 centimeter gemeten op 1,30 meter boven maaiveld maaiveld (vergelijkbaar met een stamomtrek van 45 centimeter) en die niet vallen binnen categorie 1 (waardevol), vallen buiten de scope van het beleidskader en de bijbehorende verordeningsregels.

DE GROENE NORM

We introduceren de Groene Norm die bestaat uit een aantal categorieën en aanwijscriteria om het beschermingsniveaus van de bomen in Leiden te duiden. Hiermee beschrijven we hoe wij bomen met een monumentale leeftijd, ecologische en cultuurhistorische waarde of botanische bijzonderheid beschermen. Deze zijn onderverdeeld in 2 statuscategorieën: de waardevolle en overige functionele bomen.

De statuscategorieën zijn:

  • 1.

    Functionele bomen op publiektoegankelijke terreinen

  • 2.

    Waardevolle bomen

  • 3.

    Waardevolle structuren

  • 4.

    Compensatie aanplant

  • 5.

    Overige bomen

In onderstaand schema worden kort weergegeven wat de categorieën inhouden, daaronder worden ze per categorie nader geduid.

Categorie

Plicht bij vellen

Compensatieplicht

1. Functionele boom

In geval van boom in (her)ontwikkelingsproject: Vergunningsplicht

In geval van meer dan 30% houtopstand van een herkenbare structuur, binnen 1 groeiseizoen: Vergunningsplicht

Plicht tot herplant met boom met gelijkwaardige of betere groene kwaliteit, tenzij er geen passende ruimte is, dan financiële compensatie

In geval van 1 individuele boom of minder dan 30% van een herkenbare structuur binnen 1 groeiseizoen: Meldplicht

In geval van plicht vanuit Plantenziektenwet of last onder bestuursdwang, geen vergunning of melding

Plicht tot herplant met voor locatie passende boom.

2. Waardevolle boom:

  • Monumentaal

  • Ecologisch

  • Cultuurhistorisch

  • Bijzonder

Vergunningsplicht, tenzij:

  • -

    Plicht vanuit Plantenziektenwet of last onder bestuursdwang, dan geen vergunning of melding

Plicht tot herplant met boom met gelijkwaardige of betere groene kwaliteit, tenzij:

  • -

    Geen passende ruimte, dan financiële compensatie

  • -

    Particuliere boom met veiligheidsrisico of onomkeerbare aantasting, dan geen compensatieplicht

3. Boom als onderdeel van waardevolle structuur

  • -

    Park

  • -

    Ecologische hoofdstructuur

4 Compensatie aanplant

5 Overige boom

Geen vergunnings- of meldinsplichtg

Geen compensatieplicht

Categorie 1: Functionele bomen op publiektoegankelijke terreinen

Functionele bomen zijn de groene aankleding van de openbare ruimte: straten, parkeerterreinen, en andere publiektoegankelijke terreinen (feitelijke openbaarheid conform Wegenverkeerswet), en dragen bij aan een prettige leefomgeving. Hiervoor geldt de basisbescherming voor alle individuele houtopstanden van 14 centimeter diameter op 130 centimeter hoogte, met als uitgangspunten:

  • 1.

    Groeiplaats passend bij de locatie, ambitie voor 30 tot 60 jaar

  • 2.

    Geplant op een publiekstoegankelijke locatie

Toelichting

Groeiplaats voor 30 tot 60 jaar

Een boom dient in de gemeente Leiden zodanig te worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de bij de locatie passende ambitieleeftijd van 30 tot 60 jaar redelijkerwijs haalbaar is. Bomen in smalle woonstraten zullen naar verwachting minder ruimte toebedeeld kunnen krijgen dan bomen in een redelijk brede berm langs een doorgaande weg, maar in beide gevallen wordt gestreefd naar een voor de boom zo gunstig mogelijke groeiplaats. De normen voor groeiplaatsen zoals gesteld in de actuele versie van het Handboek Bomen van Norminstituut Bomen zijn hierbij leidend.

Geplant op een publiekstoegankelijke locatie

Functionele bomen kunnen eigendom zijn van gemeente Leiden. Deze bomen zijn geregistreerd in het gemeentelijke beheersysteem. Daarnaast kent Leiden diverse locaties die weliswaar geen eigendom zijn van de gemeente, maar wel functioneren als een publiektoegankelijke locatie zoals een parkeerterrein, universiteitsterrein of toerit (feitelijke openbaarheid conform Wegenverkeerswet). Onder deze categorie vallen ook bomen die weliswaar nu nog op privaat terrein staan, maar waarvan bekend is dat deze na geplande (her)ontwikkelingen vervallen naar gemeentelijk eigendom. De bomen op deze locaties vervullen eenzelfde functie voor de openbare ruimte.

Categorie 2: Waardevolle bomen

Aanwijscriteria:

De Groene Norm kent vier aanwijscriteria te weten:

  • 1.

    Monumentale leeftijd/grootte

  • 2.

    Ecologische waarde

  • 3.

    Cultuurhistorische waarde

  • 4.

    Bijzonderheid

Deze aanwijscriteria zijn de redenen of specifieke kenmerken voor aanwijzing van een boom als waardevolle boom. De boom dient ten minste 1 van de specifieke kenmerken te hebben. Hierna volgt een toelichting.

Monumentale leeftijd/ boomgrootte

Een aansprekende omvang of leeftijd vergroot de waarde van een boom of houtopstand. Het plantjaar van de boom of de stamdiameter wordt als criterium hiervoor gebruikt.

Een boom wordt in de gemeente Leiden waardevol genoemd als het plantjaar meer dan 80 jaar geleden is, ofwel wanneer de stamdiameter meer dan 80 centimeter is op 1,3 meter boven maaiveld. In de regel komt de leeftijd van de boom overeen met een stamdiameter van meer dan 80 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld. Er zijn soorten waarbij dat niet het geval is. Bij twijfel over het plantjaar, wordt waar mogelijk (soortafhankelijk) uitgegaan van de stamdiameter.

Ecologische waarde

Bomen en houtopstanden zijn belangrijke dragers van de biodiversiteit en kunnen een belangrijke functie hebben voor het voortbestaan van bepaalde flora en fauna. Het gaat hierbij om een structurele functie voor een bepaalde dier- of plantensoort. Een kolonieboom van blauwe reigers bijvoorbeeld die al jarenlang zo wordt gebruikt. Of een groeiplaats voor een bijzondere korstmossoort, maretak of andere bijzondere plantensoorten. Het gaat hier om bomen waarbij na kap een andere boom de functie niet zomaar kan overnemen (en mitigerende maatregelen dus niet voldoende zouden zijn).

Inheemse en Europese boomsoorten kennen door hun evolutionaire geschiedenis met ons landschap een verscheidenheid aan relaties met andere soorten zoals vogels en vooral ook insecten. De veelheid van deze relaties kenmerkt een robuust ecosysteem dat weerstand biedt aan ziekten en plagen en een divers voedselweb ondersteund. Dit terwijl exoten weinig ecologisch relaties kennen, daarom kunnen gaan woekeren en bovendien niet bijdragen aan een robuust ecosysteem.

Streekeigen, inheemse soorten kunnen ook van belang zijn vanwege de waarde als autochtoon plantmateriaal door hun genetische oorspronkelijkheid. Genetisch diversiteit binnen de soort is van belang voor een robuust bomenbestand. Daarom verkiest de gemeente Leiden waar mogelijk autochtoon plantmateriaal van bv de rassenlijst voor aanplant. Dit materiaal kent een lange evolutionaire geschiedenis in ons land, is aangepast aan de heersende omstandigheden en heeft voldoende capaciteit zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.

Gemeente Leiden hanteert een Register ecologische bomen. Dit betreft een overzicht van boomsoorten van inheemse of Europese afkomst die voor Leiden een grote toegevoegde ecologische waarde hebben. Deze lijst wordt geactualiseerd als daar (vanuit klimatologische veranderingen of nieuwe wetenschappelijke of fytosanitaire inzichten) gegronde reden voor is.

Een boom van een ecologische soort (minimaal 3 punten op de ecologische lijst) wordt in de gemeente Leiden ecologisch waardevol genoemd als het plantjaar meer dan 50 jaar geleden is, ofwel een stamdiameter heeft van meer dan 50 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld.

Cultuurhistorische waarde

Specifieke bomen en houtopstanden kunnen onderdeel zijn van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis hebben. Het meest bekend zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn geplant.

Ook bomen die onderdeel zijn van een beschermd stadsgezicht of monument hebben vaak grote cultuurhistorische waarde. Dit zijn bomen die onderdeel zijn van het ontwerp en het aanzicht van het stadsgezicht of monument bepalen. Denk bijvoorbeeld aan leilinden voor een monumentale boerderij.

Onder cultuurhistorische eigenschappen vallen onder andere (maar niet uitsluitend):

  • Herdenkingsboom

    • o

      Koningsboom

    • o

      Geboorteboom

    • o

      Verzetsboom

    • o

      Ooggetuigeboom

  • Ensemble met historisch pand (conform Monumentenwet of Erfgoedverordening Leiden)

  • Beschermd stadsgezicht (conform Monumentenwet of Erfgoedverordening Leiden)

Bijzonderheid

Bijzondere boomsoorten kunnen ook boomkundig (dendrologisch) gezien waardevol zijn. Denk aan een exotische boomsoort of een bijzondere kweekvorm of variëteit. Of er is sprake van een weinig voorkomende soort.

Een boom of houtopstand is waardevol als bijzonderheid indien deze voor de leefomgeving van grote waarde is en bij kap niet makkelijk meer door herplant een nieuw exemplaar gerealiseerd kan worden. Dergelijke bomen komen weinig voor binnen gemeente Leiden (maximaal 10 volwassen exemplaren) en kunnen dan ook zeldzaam genoemd worden.

Categorie 3: Waardevolle structuren

Waardevolle structuren zijn meerdere bomen samen die in een vlak of lijn een eenheid vormen die als zodanig waardevol is voor de omgeving.

De diverse groene structuren zijn vastgelegd en beschreven in het Werkboek Groene hoofdstructuur. Deze groene hoofdstructuur bestaat uit een aantal parken en uit een aantal straten met smalle of bredere groenzones erlangs.

De parken en de Groene hoofdstructuren zoals deze zijn benoemd in het Uitwerkingsplan Groene hoofdstructuur (BW 18.0148), en op kaart zijn vastgelegd in Uitvoeringsprogramma 2020-2023 - Leiden biodivers en Klimaatbestendig ( RV 20.0027) in figuur 3.3, worden beschouwd als waardevolle structuren.

Voorts staan er op de Groene Kaart (2017) een aantal structuren in de openbare ruimte in eigendom van de gemeente Leiden die niet in voornoemde documenten staan. Deze structuren worden ook beschouwd als waardevolle structuren.

Categorie 4: Compensatieaanplant

In het kader van compensatieplannen behorende bij verleende vergunningen worden bomen geplant. Onder het huidige regime kenden deze bomen geen specifieke bescherming anders dan de uit de vergunning volgende zorgplicht om 3 jaar lang te zorgen voor de instandhouding van de aangeplante boom. Omdat deze jonge bomen van betekenis zijn als vervanging van de met vergunning gekapte bomen verdienden ze extra bescherming. Een bescherming die ze op basis van de algemene regels niet hebben omdat ze de daarvoor benodigde maat of leeftijd nog niet hebben bereikt. Wat tot gevolg heeft dat bij kap van de bomen er geen compensatieplicht geldt. Daarom voegen we een vergunningplicht in voor deze jonge aanplant om zo te borgen dat mochten ze onverhoopt gekapt moeten worden ze wel worden gecompenseerd

Categorie 5: Overige bomen

Bomen die kleiner zijn dan 14 centimeter stamdiameter op 1,30 meter boven maaiveld (vergelijkbaar met een stamomtrek van 45 centimeter) en die niet vallen binnen categorie 1 (waardevol), vallen buiten de beleidsregels van dit document. Overigens geldt ook voor deze bomen dat de boomeigenaar wel verantwoordelijk is voor een zodanige aanplant en onderhoud dat de boom geen overlast geeft en geen veiligheidsrisico voor de omgeving vormt.

Door natuurlijke groei, of door aanpassen van de structuurlijnen, is het wel mogelijk dat deze bomen na verloop van tijd alsnog gaan voldoen de eerdergenoemde criteria. Dit dient in het geval van bomen van derden (particulieren, organisaties, bedrijven etc.) door de boomeigenaar zelf nagegaan te worden. De gemeente kan hier bovendien steekproefsgewijs controle op uitvoeren, bijvoorbeeld door middel van remote sensing.

Functionele bomen van derden

Functionele bomen van derden zijn de groene aankleding van bijvoorbeeld de tuinen, en dragen zo bij aan een prettige leefomgeving voor particulieren.

Dergelijke bomen hebben geen andere randvoorwaarde dan dat zij groter zijn dan 14 centimeter stamdiameter op 1,30 meter boven maaiveld (vergelijkbaar met een stamomtrek van 45 centimeter). De boomeigenaar is wel verantwoordelijk voor een zodanige aanplant en onderhoud dat de boom geen overlast geeft en geen veiligheidsrisico voor de omgeving vormt.

Individuele bomen in structuren

Hoewel bomen per individu geregistreerd zijn bevinden meerdere bomen zich vaak in een lijn of vlak en vormen zo een samenhangend beeld. Gemeente Leiden wil graag ook deze samenhangende eenheden beschermen. De individuele bomen in een boomstructuur genieten evenveel bescherming als functionele bomen (zie categorie 2), tenzij ze voldoen aan criteria voor waardevolle bomen of waardevolle structuren (categorie 1).

Boomstructuur in straat of park

Vrijwel in elke straat staan bomen in rijen aangeplant. Samen vormen ze een functionele eenheid en hebben ze betekenis voor de groene aankleding van die straat, in de vorm van beeldwaarde maar ook ecologische waarde. In parken bestaan naast rijen ook vlakvormige boomstructuren omdat de bomen groepsgewijs dicht bij elkaar staan waardoor de kronen samen 1 geheel vormen.

In veel gevallen zullen bomen in rijen en vlakken 1 op 1 vervangen worden, en blijft de rij of het vlak als eenheid intact. Als meerdere bomen in 1 keer vervangen worden (waarbij dan soms ook de locatie en/of de soort van de nieuw aan te planten bomen aangepast wordt) kan daarmee de functie van de eenheid verstoord worden. Het beeld verandert, en ook de specifieke ecologische waarde van de bomenrij wordt anders. Bepaalde boomsoorten trekken specifieke soorten flora en fauna aan, terwijl andere boomsoorten en soms een andere locatie juist weer andere flora en fauna aantrekt. Dit dient bij grotere aanpassingen in de structuur te worden meegenomen in de afweging.

Bosplantsoen als boomstructuur

Bosplantsoen geldt als aaneengesloten geheel ook als structuur omdat het een herkenbare, samenhangende eenheid van bomen vormt.

Groenstructuurplan Leiden

Lijn- of vlakvormige structuren zijn van grotere betekenis voor de inrichting van de stad wanneer er een onderlinge samenhang is met deze inrichting. Dit houdt in dat de afzonderlijke boomstructuren aansluiten op andere lijnstructuren of groengebieden, en vaak samenvallen met wegstructuren en/of waterstructuren. Tezamen vormen de boom- en groenstructuren een aansluitend groen netwerk, de groene dooradering van de stad.

Dit netwerk van boom- en groenstructuren, als lijnen en vlakken weergegeven, vormt de groenstructuur. Deze groenstructuur, en het beeld dat deze structuur moet geven, is beschreven en verbeeld in het Werkboek Groene hoofdstructuur. Hier kan aan getoetst worden om te bepalen of de structuur door ingrepen niet verslechterd. Als toetsing geen eenduidig antwoord oplevert, ligt de eindbeoordeling bij de Adviseur Groen.

Bomen op waterkeringen

Leiden kent veel waterkeringen. Deze waterkeringen zijn vaak begroeid met bomen. In enkele gevallen kan een boom een gevaar voor de integriteit van de waterkering zijn. Bijvoorbeeld wanneer hun wortels diep doordringen in het dijklichaam waardoor bij omvallen van de boom essentiële delen van de waterkering beschadigd kunnen raken. Vergunningaanvragen of meldingen voor het vellen van bomen op waterkeringen vragen daarom specifieke aandacht. In die gevallen waarbij aantoonbaar de waterveiligheid in het geding is zal een boom eerder kunnen worden gekapt dan in reguliere gevallen.

BESCHERMINGSREGIME

Vergunning en melding

Door de focus op de waardevolle bomen en het behoud van de structuren, kan met gelijke inspanning een veel grotere mate van bescherming van de belangrijke bomen worden gecombineerd met duurzaam beheer van structuren. Bovendien biedt dit bij vervanging grotere mogelijkheden om de biodiversiteit en klimaatadaptatie te stimuleren.

Vergunningsplicht

Voor het vellen, verplanten, rigoureus snoeien waardoor de groeivorm verandert (zoals het voor de eerste keer knotten of kandelaberen, of het snoeien van meer dan 40 procent van de kroon) of het op een andere manier in gevaar brengen van het voortbestaan van een waardevolle boom of aantasten van een waardevolle structuur dient een vergunning te worden aangevraagd. Dit is niet het geval als er sprake is van ziekte of slecht functioneren (kwarren) van een waardevolle boom of boom in waardevolle structuur. Deze kan in dat geval via de meldplicht worden gekapt.

Voor het vellen van houtopstanden van een rij of vlak, inclusief verplanten/verplaatsen, rigoureus snoeien of het op een andere manier aantasten van de samenhang en/of aanzicht van een als samenhangende eenheid te herkennen boomstructuur dient een vergunning te worden aangevraagd. Dit geldt ook voor dunnen. Onder dunnen wordt verstaan het verwijderen van boomvormers uit een houtopstand als onderhoudsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand, waarbij geen oppervlakte van de betreffende houtopstand verloren gaat, conform een vastgesteld beheerplan. Omdat dunnen een beheermaatregels die volgens een vastgesteld beheerplan wordt uitgevoerd geldt hier geen compensatieverplichting. De in het kader van dunnen met vergunning verwijderde (delen van) houtopstanden hoeven niet (elders) te worden gecompenseerd.

Voor het vellen, verplanten, rigoureus snoeien of het op een andere manier in gevaar brengen van het voortbestaan van bomen bij (her)ontwikkelingen in de openbare ruimte, of op locaties die na oplevering onderdeel worden van de openbare ruimte, dient eveneens een vergunning te worden aangevraagd, zodat de impact van de ontwikkeling in het geheel op aanwezige bomen kan worden afgewogen.

Van het opleggen van een verplantverplichting kan door het college worden afzien voor bomen met ecologische waarde minder dan 3 of wanneer de kosten van het verplanten hoger zijn dan de actuele boomwaarde.

Meldplicht

Met deze verordening voeren we een meldplicht in. Deze meldplicht geldt enkel voor het vellen van functionele bomen, groter dan 14 centimeter stamdiameter, waar een goede reden voor kap is (veiligheid, overlast, ernstig teruglopende conditie, maatschappelijk belang) en voor zieke of slecht functionerende (kwarrende) waardevolle bomen, waarbij direct ter plaatste wordt herplant met een boom van vergelijkbare of hogere ecologische waarde. Word niet aan deze basisvoorwaarden voldaan dan wordt de melding afgewezen en wordt de melder gewezen op de vergunningplicht.

De melding kan enkel gedaan worden voor één individuele boom of voor ten hoogste 30% van een herkenbare structuur. Bij de tweede categorie geldt dat voor die structuur slechts een maal per groeiseizoen een melding kan worden gedaan. Indien er meer of vaker moet worden geveld binnen die structuur is een vergunning noodzakelijk. De melding zal dan ook niet worden geaccepteerd en het college zal in reactie op de melding een kapverbod opleggen.

De melding wordt net als een vergunningaanvraag ingediend bij het college. In praktische zin vindt de melding plaats via een formulier op de website van de gemeente en de melding komt terecht bij het Team Omgevingsvergunningen die de melding vervolgens afhandelt. De melding moet begeleid worden door de informatie zoals beschreven in artikel 3.6.1.6, derde lid van de verordening. Daaronder valt in ieder geval een onafhankelijk opgesteld rapport over de staat van de boom en waarom deze vervangen dienen te worden.

De melding wordt gepubliceerd en na beoordeling van de melding zal de reactie daarop ook worden gepubliceerd. Op deze wijze kunnen belanghebbenden tijdig kennis nemen van de meldingen. Het college dient binnen 4 weken na de melding inhoudelijk daarop te reageren. Deze reactie kan bestaan uit:

  • toestemming,

  • nadere voorschriften, of

  • een verbod.

Een reactie op een melding is in beginsel geen besluit, behalve in die gevallen dat er sprake is van nadere voorschriften of een verbod naar aanleiding van de melding. In die gevallen kan er ook bezwaar worden gemaakt door een belanghebbende.

Overig

Bij bomen kleiner dan 14 centimeter stamdiameter is geen toestemming of vergunning voor kap nodig, en hoeft dit ook niet te worden gemeld.

Toetsing

Waardevolle bomen

Deze worden alleen gekapt als er sprake is van een aantoonbaar veiligheidsrisico (voor omgeving en/of verkeer) wat niet duurzaam met boomsparende maatregelen weggenomen kan worden, of bij een groot maatschappelijk belang.

Functionele bomen in openbaar gebied groter dan 14 centimeter diameter op 130 centimeter hoogte

Functionele bomen zorgen vooral voor een passende, groene aankleding. Op het moment dat een boom daar niet meer aan kan voldoen (geeft vooral overlast, is ziek of heeft een slechte conditie die niet op natuurlijke wijze verbeterd kan worden) kan dat een weldoordachte reden zijn om de boom te verwijderen en (uiteindelijk) een boom die (beter) past ter plekke te planten. Voordat die keuze wordt gemaakt moet eerst worden onderzocht of een van die redenen niet duurzaam met boomsparende maatregelen weggenomen kan worden.

Een functionele boom zou gekapt kunnen worden als er sprake is van:

  • gegronde overlast (getoetst aan overlastnormen conform de daarvoor vastgestelde beleidsnota ‘Versterken en verbinden van groen in Leiden’, met de bijlage ‘Overlast van bomen?’);

  • redelijk maatschappelijk belang (verbetering van de leefomgeving, verbetering ecologische en/of klimaatadaptieve waarden, of een resterende levensduur van minder dan 10 jaar, waardoor kap ten behoeve van de ontwikkeling maatschappelijk te verantwoorden is);

  • een veiligheidsrisico voor de omgeving of het verkeer wat niet met in verhouding staande boomsparende maatregelen weggenomen kan worden.

De toestemming voor het vellen kan op twee manieren worden verleend, door middel van een melding of door middel van een vergunning. Met een melding kan alleen worden gewerkt als het mogelijk is om de boom direct ter plaatse te vervangen (zie ook onder Beschermingsregime). In alle andere gevallen is voor het vellen een vergunning noodzakelijk.

Ook in die gevallen dat er een groot maatschappelijk belang is, zoals wanneer de boom in de weg staat voor ontwikkelingen of herinrichting, is een melding niet toereikend en is een vergunning noodzakelijk.

Boomstructuren

Als meerdere bomen in een als samenhangende eenheid te herkennen structuur gekapt moeten worden of sprake is van kap in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling, moet een vergunning aangevraagd worden, waarbij ook het behoud of verbetering van de samenhang van de structuur getoetst moet worden. De toetsing gebeurt op basis van vastgelegde structuurwaarden (ecologie, beeld), hetzij in een inrichtingsplan, hetzij in een Groenstructuurplan. De gemeente (in persoon van de beleidsadviseur Groen) geeft hierover het eindoordeel.

Daarnaast wordt, indien delen van of een hele structuur gekapt moeten worden, ook gekeken of in het gebied daar omheen ook (delen van) structuren gekapt worden, en welke weerslag dit heeft op het geheel aan bomen in dat gebied. Uitgangspunt is dat niet binnen korte tijd een kaalslag mag plaatsvinden. Om dat te voorkomen wordt waar nodig en mogelijk de kap en herplant gefaseerd uitgevoerd.

Veiligheid

Als bomen uit oogpunt van veiligheid gekapt moeten worden, dient het veiligheidsrisico door de aanvrager aangetoond te worden met behulp van recente inspectiegegevens waaruit het risico blijkt. De inspectie dient te zijn uitgevoerd door een European Tree Technician (ETT) of iemand met een gelijkwaardig certificaat.

Ook moet aangetoond worden dat het veiligheidsrisico niet duurzaam weggenomen kan worden met boomsparende maatregelen die in verhouding staan tot de waarde (financieel, ecologisch, klimaatadaptief) die de bomen vertegenwoordigen.

BOMEN IN RUIMTELIJKE (HER)ONTWIKKELINGEN

Quickscan en Bomen Effect Analyse

Quickscan

Als ruimtelijke ontwikkelingen (al dan niet met enig maatschappelijk belang) zijn voorzien waarbij bomen betrokken zijn, moet er een quickscan worden uitgevoerd, om te bepalen of beoogde ontwikkelingen en activiteiten daarvoor van invloed zouden kunnen zijn op in of bij het gebied aanwezige bomen.

Een quickscan wordt uitgevoerd als in het te ontwikkelen gebied bomen staan, of:

  • Als er binnen een straal van 50 meter van de projectgrens bomen aanwezig zijn;

  • Als er langs mogelijke aanrijroutes van bouwverkeer bomen aanwezig zijn;

  • Als er sprake is van bronbemaling. Er moet rekening worden gehouden met invloed van een gewijzigd grondwaterpeil op de bomen in een straal van 1 kilometer rond het projectgebied.

Bomen Effect Analyse

Als uit de quickscan blijkt dat de ontwikkeling inderdaad invloed op de bomen kan hebben, moet een Bomen Effect Analyse (BEA) worden uitgevoerd. Niet alleen wordt daarmee de invloed van de ontwikkeling op de bomen in beeld gebracht, ook kan met de uitkomst berekend worden wat uiteindelijk de financiële consequentie zal zijn.

De systematiek van de BEA is inmiddels een landelijke richtlijn voor het in beeld brengen van de mogelijke effecten van plannen op bomen, voorziet in advies en geeft ook de mogelijke alternatieven. Inzichtelijk wordt gemaakt welke voorwaarden in een bestek moeten worden opgenomen om de aanwezige bomen tijdens en na afronding van werkzaamheden in gelijke toestand te kunnen handhaven.

De inventarisatie van de aanwezige bomen dient waar mogelijk in de eerste fase (verkennings- of voorontwerpfase) van een project uitgevoerd te worden. Op dat moment is de planvorming nog niet vastgelegd, maar worden een aantal belangrijke beslissingen genomen waarbij voldoende rekening kan worden gehouden met de aanwezige bomen. Inventarisatie in de eerste fase van een project kan in een latere fase tijdswinst opleveren.

De volgende fase is de ontwerpfase. Het voorlopig ontwerpplan staat vast maar er is nog geen definitief besluit. De ontwikkelaar maakt keuzes voor de uiteindelijke uitvoering. Aan het einde van deze fase is het definitieve ontwerp klaar en is daarmee concreet wat het werk precies inhoudt. Deze fase is geschikt voor integrale besluitvorming met een BEA. Samen met de bouwaanvraag bekijkt de gemeente of het noodzakelijk is om de bomen in het te ontwikkelen gebied te verwijderen. Dit heeft ook invloed op de bomen die aan het plangebied grenzen. Voor bouwactiviteiten is daarnaast ruimte nodig die zodanig moet worden ingericht dat bomen zo min mogelijk worden beïnvloed.

De BEA beoordeelt deze punten onafhankelijk, voorafgaand aan de uitvoering van de ontwikkelingsplannen. De toets waarborgt de kwaliteit van de bomen en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. De resultaten van de BEA worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.

Kabels en leidingen

Voor ontgravingen in openbaar terrein is een vergunning noodzakelijk. De gemeente Leiden toetst bij een ontgravingsvergunning de mogelijke negatieve effecten van het uit te voeren graafwerk voor bomen.

Een belangrijke voorwaarde is dat wortels met een diameter van meer dan 5 centimeter bij graafwerkzaamheden niet beschadigd mogen worden. Beschadiging hiervan heeft namelijk direct gevolgen voor de stabiliteit (en dus de veiligheid) en de conditie van bomen.

Als het onvermijdelijk is om in deze zone ontgravingswerkzaamheden uit te voeren, moet dit ofwel handmatig ofwel via de ‘zuigmethode’ (het machinaal wegzuigen van de grond tussen de wortels) worden uitgevoerd. De grootst mogelijke voorzichtigheid moet in acht worden genomen.

Bedrijven die grondwerkzaamheden verrichten moeten zich houden aan de algemene regelgeving van de gemeente Leiden bij het vellen en/of beschadigen van bomen. In voorkomende gevallen wil de gemeente vaker gebruik maken van het recht om de schade aan bomen door werkzaamheden te verhalen op de veroorzaker.

Toezicht op de uitvoering van werkzaamheden bij bomen door een (gemeentelijke) toezichthouder is noodzakelijk om te kunnen aantonen wanneer schade is toegebracht. De gemeente zet in op het vooraf schouwen van de staat van bomen bij werkzaamheden (een ‘nulmeting’) en het bij oplevering nogmaals uitvoeren van een boominspectie. Voorafgaand aan alle werkzaamheden in en om bomen legt de gemeente in het werkbestek concreet vast dat tegenover een schade een boete staat (boeteclausule). Ontstaat er toch onduidelijkheid en mogelijk discussie over de mate van de schade en de hoogte van de boete, dan wordt een taxateur van de NVTB ingeschakeld, die de schade uitdrukt in een geldelijke waarde.

HERPLANT EN COMPENSATIE

Herplant en compensatie na kap

Bij verwijderen van een enkele functionele boom dient herplant zoveel mogelijk 1 op 1 te gebeuren. Uitgangspunt daarbij is dat de nieuwe aanplant moet passen op de beoogde plantlocatie, wat betreft soort en aanzicht, maar vooral ook wat betreft boven- en ondergrondse groeiruimte, conform de richtlijnen in de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

Bij verwijderen van een vergunningsplichtige boom (waardevol, meer dan 30 procent van een samenhangende structuur, of in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling) dient herplant plaats te vinden, met een boom die potentieel dezelfde of een betere groene kwaliteit (ecologische waarde, kroonvolume) heeft als de te verwijderen boom.

Deze herplant wordt beschermd door middel van de vergunningsplicht voor compensatie aanplant. Mocht deze herplant moet worden gekapt dan geldt onder alle omstandigheden hiervoor een herplantplicht.

In alle gevallen dient een compensatieplan te worden opgesteld, waarin in ieder geval wordt opgenomen:

  • waar wordt herplant,

  • met hoeveel en welke bomen van welke plantmaat en hoeveelheid groeiruimte,

  • op welke wijze worden daarmee de te vellen bomen worden gecompenseerd wat betreft ecologische waarde, klimaatadaptatie en beeldwaarden voor de directe leefomgeving.

In het geval een particuliere waardevolle boom weg moet vanwege een onomkeerbare aantasting of een veiligheidsrisico, vervalt de herplant- en compensatieplicht voor de eigenaar. Dit geldt alleen in die gevallen waarbij de betreffende boom zodanig door ziekte of plaag aangetast is dat de levensverwachting minder dan 5 jaar is, of omdat sprake is van een (acuut) veiligheidsrisico wat niet meer weggenomen kan worden met boomsparende ingrepen (die qua kosten en inspanning één op één in verhouding staan tot de te beschermen waarde van de boom).

Vervangingsladder bomen

Bij het verwijderen van een boom dient herplant plaats te vinden:

1. Op dezelfde plek of locatie (1:1).  Is dit niet mogelijk, dan volgt:

 

2. Grenzend aan de locatie. Is dit niet mogelijk, dan volgt:

 
 

3. Financiële compensatie ten gunste van herplant elders in de stad. (via Bomenfonds) 

Te vellen bomen binnen een molenbiotoop worden buiten de binnenste 100 meter van de molenbiotoop gecompenseerd. Bij herplant binnen de rest van de molenbiotoop (100 tot 400 meter vanaf de molen) dient rekening gehouden te worden met de beoogde eindhoogte van de te planten boom.

Voor alle herplant geldt dat fysiek of financieel wordt voorzien in ten minste 3 jaar nazorg. Indien tussentijds inboet nodig is, gaat opnieuw een periode van 3 jaar nazorg in.

Voor bomen die vallen onder de regelgeving van de Wet natuurbescherming geldt dat na kap binnen 3 jaar herplant plaats moet vinden. In de praktijk streeft gemeente Leiden naar herplant binnen 1 jaar.

Bosplantsoen

Bij verwijderen van bomen uit een bosplantsoenvak (dunning) volgens een vastgesteld beheerplan is geen sprake van kap maar van een onderhoudsmaatregel, en daarom geldt ook geen vergunningsplicht of meldplicht, en hoeft ook niet herplant te worden. Wel worden voorafgaand aan de uitvoering van deze onderhoudsmaatregel de inwoners actief geïnformeerd. (Zie onderdeel Beschermingsregime).

Indien een aaneengesloten deel van een bosplantsoenvak verwijderd wordt, geldt dit niet als dunning maar als vellen, en is een vergunning nodig, omdat een herkenbare, samenhangende eenheid van bomen wordt aangetast. Het verwijderde bosplantsoen dient dan ook wel vervangen te worden. Op basis van het aantal verwijderde vierkante meters dient eenzelfde oppervlakte herplant te worden. Daarbij wordt niet gekeken naar het aantal te verwijderen bomen of boomvormers.

Bomenfonds

Bomen die in het kader van een (her)ontwikkeling met een vergunning voor vellen worden verwijderd, maar niet op of bij dezelfde locatie kunnen worden herplant, worden financieel gecompenseerd in het Bomenfonds. Ook bomen die zonder vergunning zijn geveld, en bomen die zijn verwijderd vanwege iepziekte, worden door de overtreder of rechthebbende op deze wijze gecompenseerd.

De te compenseren waarde wordt bepaald volgens de geldende methode van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB).

De gelden in het Bomenfonds worden gebruikt voor aanplant van nieuwe bomen of andere beschermwaardige groenstructuren. Elke storting die conform de voorschriften in een vergunning wordt gedaan wordt specifiek geoormerkt voor een aangewezen aanplantproject, wat ook in die vergunning wordt vastgelegd.

De reserve van het Bomenfonds (gelden die na de financiering van nieuwe aanplant over zijn) kan ook worden ingezet om groeiplaatsen van specifiek aangewezen bomen te verbeteren, of voor de versterking van het bomenbestand. Ook kan er worden geïnvesteerd in ecologisch waardevol groen in de directe omgeving van nieuw aan te planten bomen.

Ecologische compensatie

Gemeente Leiden kiest bij nieuwe aanplant of herplant en bij de compensatieverplichting voor soorten die passen op de beoogde plantlocatie, lettend op het eindbeeld (kroonbreedte, hoogte, wortelpakket) ten opzichte van de beschikbare boven- en ondergrondse groeiruimte. Daarnaast is het van belang om voor soorten te kiezen in een ecologisch heterogeen aanplantverband die de biodiversiteit ondersteunen (voeder- en/of verblijfplaats van diverse soorten fauna) en bijdragen aan klimaatadaptatie (schaduwwerking en temperatuurdemping, verdamping, waterbuffering, windvang).

Om hier uitvoering aan te geven stelt het college een het register ecologische bomen op. In dit register word een ecologische waarde toegekend aan boomsoorten gebaseerd op hun ecologische functionaliteit. Boomsoorten van inheemse of Europese afkomst hebben voor Leiden een grote toegevoegde ecologische waarde en krijgen daarom een hogere ecologische waardering in het register. Deze lijst wordt geactualiseerd als daar (vanuit klimatologische veranderingen of nieuwe wetenschappelijke of fytosanitaire inzichten) gegronde reden voor is.

De compensatie bij ruimtelijke ontwikkelingen bestaat voor minstens de helft uit bomen met een ecologische waardering van 2 of meer en bevat geen bomen met een ecologische waardering van 0 of -1. Ook hier wordt gestreefd naar een ecologische heterogeen aanplantverband.

Op bovenstaande wetmatigheden kan worden afgeweken op locaties waar door verharding en beperkte ondergrondse groeiplaats meer resultaat voor klimaatadaptatie kan worden verwacht van exoten met ecologische waardering 0.

Boomsoorten die niet op deze lijst voorkomen kunnen ter beoordeling worden voorgelegd aan het college.

Aanplant

Tot slot wordt gekeken naar de toegevoegde beeldwaarde van de aan te planten boom voor de directe leefomgeving, waarbij gedacht kan worden aan specifieke bladvormen en -kleuren, en bloeiwijzen.

De standaard aanplantmaat is 16-18 /18-20 (centimeter stamdiameter op 130 centimeter boven maaiveld). Daar waar ruimte is voor grotere bomen, wordt liever niet groter aangeplant, maar geïnvesteerd in voldoende ondergrondse groeiruimte zodat de boom goed kan aanslaan en ook de gewenste eindmaat kan bereiken.

De precieze richtlijnen voor aanplant zijn opgenomen in het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte.

COMMUNICATIE

Gemeente Leiden wil inzetten op een transparante, tijdige en accurate informatievoorziening over (werkzaamheden rond) bomen richting haar bewoners.

Vergunningaanvragen worden standaard gepubliceerd, evenals de besluiten daarop. Eenzelfde werkwijze zal ook gehanteerd worden bij kapmeldingen, om zo bewoners inzicht te geven in de voorgenomen kapactiviteiten. Bij een melding kan slechts in enkele gevallen direct bezwaar gemaakt kan worden, dit is dus anders dan bij vergunningaanvragen. Echter door de publicatie van de meldingen en de reactie daarop van het college kunnen belanghebbende we controleren waar en waarom er gekapt wordt. Indien men daar aanleiding toe ziet kan men het bestuur aanspreken op het niet juist uitvoeren van haar beleid omtrent kapmeldingen en de voorschriften die daar bij horen.

Ook bij de uitvoering van beheermaatregelen (snoei, knotten, dunnen) conform beheerplannen wil de gemeente haar inwoners actief informeren, zodat zij weten wat er speelt in de wijk en stad. Dit kan door per activiteit een bericht te publiceren, en daarnaast vastgelegde planningen digitaal toegankelijk te maken.

Ondertekening

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 13 en 15 juli 2021,

de Griffier,

dhr. G.F.C. Van Leiden

de Voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink