Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar houdende regels omtrent het oprichten van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Liemers (Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers)

Geldend van 30-11-2010 t/m heden

Intitulé

Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar houdende regels omtrent het oprichten van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Liemers (Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers)

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar hebben geconcludeerd dat voor de in deze regeling opgenomen taakvelden samenwerking gewenst is en dat hiertoe een samenwerkingverband in de vorm van een openbaar lichaam wordt opgericht.

Bij de behartiging van de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de deelnemende gemeenten handelt het samenwerkingsverband volgens de door de colleges vastgestelde en door de gemeenteraden (bij besluit van de raad van Duiven d.d. 1 maart 2010, van Rijnwaarden d.d. 9 maart 2010, van Westervoort d.d. 8 maart 2010 van Zevenaar d.d. 24 februari 2010) geaccordeerde doelstelling en uitgangspunten in het raadsvoorstel Samenwerking de Liemers (parapluregeling).

Het doel van de samenwerking is dat

  • -

    de kwetsbaarheid van de afzonderlijke gemeenten vermindert;

  • -

    de kwaliteit van het werk, en dus de dienstverlening aan de burgers verbetert;

  • -

    zaken efficiënter kunnen worden uitgevoerd;

  • -

    (wettelijke) ontwikkelingen sneller kunnen worden opgepakt.

Naast bovenstaande doelen is het samenwerkingsverband op de volgende uitgangspunten gebaseerd:

  • a.

    Behoud van lokale autonomie: de vaststelling/ bepaling van gemeentelijk beleid met een eigen identiteit blijft voorbehouden aan de afzonderlijke bestuursorganen (colleges en gemeenteraden).

  • b.

    Vermijd bestuurlijke drukte en voorkom een extra bestuurslaag: er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande structuren. Voorkomen moet worden dat onnodige coördinatiemechanismen ontstaan die extra (transactie)kosten met zich meebrengen.

  • c.

    Ruimte voor maatwerk: gemeenten moeten de mogelijkheid hebben om aanvullende dienstverleningsovereenkomsten af te sluiten en diensten/ producten af te nemen van het samenwerkingsverband die niet direct tot het standaardpakket horen. Uiteraard geldt hierbij dat de extra kosten aan de desbetreffende gebruiker in rekening worden gebracht.

  • d.

    Professionele vorm van samenwerking: er dient sprake te zijn van een zakelijke vorm (resultaatgericht) van samenwerking waarbij de waarden gelijkwaardigheid, transparantie, robuustheid, duurzaamheid en efficiency goed zijn geborgd.

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar willen ten behoeve van de samenwerking overgaan tot het instellen van een openbaar lichaam krachtens artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

De colleges overwegen dat de raden van de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar daarin bij raadsbesluit respectievelijk d.d. 4 oktober (Duiven), 28 september (Rijnwaarden), 20 september (Westervoort) en 27 september (Zevenaar) hebben toegestemd, als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar, ieder voor zover hij bevoegd is,

b e s l u i t e n:

vast te stellen de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de regeling: de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Liemers;

    • b.

      Samenwerking De Liemers: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de regeling;

    • c.

      taakveld: het werkterrein met de kerntaken van de in artikel 4 van de regeling genoemde onderscheidenlijke diensten

    • d.

      gemeente: de bij de regeling aangesloten gemeente;

    • e.

      gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland;

    • f.

      de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • g.

      colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de bij de regeling aangesloten gemeenten;

    • h.

      RSD: de regionale sociale dienst;

    • i.

      RID: de regionale ICT (informatie- en communicatietechnologie) dienst;

    • j.

      Inkoopsamenwerking: uitvoering van de inkoopprocessen van de gemeenten gezamenlijk, in wisselende samenstelling of individueel.

Artikel 2 Openbaar lichaam

  • 1. Er is een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet, genaamd Samenwerking De Liemers.

  • 2. Het openbaar lichaam heeft rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in de daartoe door het Algemeen bestuur aangewezen gemeente.

  • 3. Het gebied waarvoor deze regeling geldt omvat het grondgebied van de bij de regeling aangesloten gemeenten.

Hoofdstuk 2 Belang en doelstelling, taken en bevoegdheden

Artikel 3 Belang en doelstelling

Het doel van de Samenwerking De Liemers is het, met behoud van de bestuurlijke zelfstandigheid, vergroten van de gemeentelijke slagkracht door bundeling van ambtelijke expertise op strategisch, tactisch en operationeel niveau met als resultaat verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

  • 1. Ten behoeve van de in artikel 3 genoemde doelstelling verricht de Samenwerking De Liemers voor de gemeenten beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken met betrekking tot de volgende taakvelden:

    • a.

      RSD;

    • b.

      RID;

    • c.

      Inkoopsamenwerking;

    • d.

      uitoefening van overige door de gemeenten overgedragen taken aan Samenwerking De Liemers.

  • 2. De colleges delegeren c.q. mandateren de bevoegdheden van regeling van de organisatie, bestuur en de bevoegdheid te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met betrekking tot de in artikel 4, lid 1 genoemde taken en taakvelden, nader uitgewerkt in bij deze regeling behorende delegatiebesluiten en mandatenregeling, aan de bestuursorganen van de Samenwerking De Liemers.

  • 3. De Samenwerking De Liemers draagt zorg en is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding van de taken bedoeld onder het eerste en tweede lid en doet daartoe voorstellen aan de colleges of als de gemeenteraden de beslissingsbevoegdheid hebben, via de colleges aan de gemeenteraden.

  • 4. De gemeenten verlenen hun medewerking aan de uitvoering van besluiten die de Samenwerking De Liemers neemt in verband met de uitoefening van de aan de Samenwerking De Liemers toegekende bevoegdheden.

  • 5. De Samenwerking De Liemers is voorts belast met de uitvoering van algemene maatregelen van bestuur, uitvoeringsregelingen en andere gemeentelijke taken en bevoegdheden op het gebied van voornoemde diensten, met de afhandeling van klachten en het voeren van verweer in bezwaar- en beroepsprocedures betrekking hebbend op regelingen op het gebied van de onder artikel 4, lid 1 genoemde taakvelden.

  • 6. De gemeente waar geadresseerde van een besluit, waartegen bezwaar wordt gemaakt, woonachtig is, behandelt het bezwaarschrift.

Artikel 5. Beschrijving van de taakvelden

  • 1. De kerntaken van de RSD luiden als volgt:

    de beleidsvoorbereiding en -uitvoering op het terrein van:

    • a.

      de Wet werk en bijstand (Wwb), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Iaow), Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Wet investeren in jongeren (Wij), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw);

    • b.

      andere wetten, besluiten en regelingen op het gebied van werk en inkomen, zoals het arbeidsmarktbeleid / werkgelegenheidsbeleid, inkoop en re-integratie, het Bijstandsbesluit Zelfstandigen (Bbz) en de uitvoering van de Wet Kinderopvang.

    • c.

      De RSD is voorts belast met de uitvoering van de algemene maatregelen van bestuur, uitvoeringsregelingen vastgesteld op basis van de regelgeving zoals genoemd in de onderdelen a. en b. en andere gemeentelijke taken en bevoegdheden op het gebied van bovengenoemde taken, zoals sociale recherche.

    • d.

      De taken zullen zoveel mogelijk worden uitgevoerd in samenwerking met organisaties en instanties die met de uitvoering van sociale zekerheidswetten zijn belast.

  • 2. De kerntaken voor de RID luiden als volgt:

    • a.

      beleidsvoorbereiding en -uitvoering met betrekking tot beheer van centrale ICT-faciliteiten en netwerk, de werkplekken bij de gemeenten en RSD, en overige apparatuur, gegevensbeheer, geografische informatiesystemen;

    • b.

      verzorgen van centrale inkoop van computerapparatuur en - programmatuur die de gemeenten in gebruik hebben;

    • c.

      applicatiebeheer op generieke applicaties;

    • d.

      informatiemanagement;

    • e.

      voeren van een servicedesk en storingsdienst.

  • 3. De kerntaken voor de inkoopsamenwerking zijn als volgt:

    • a.

      leveren van professionele advisering ten aanzien van inkoop en aanbesteding;

    • b.

      implementeren van inkoopprocessen in de gemeenten;

    • c.

      ontwikkelen van (gezamenlijk) inkoopbeleid;

    • d.

      begeleiden van inkooptrajecten voor één of voor de gezamenlijke gemeenten.

Artikel 6 Overige dienstverlening

  • 1. De Samenwerking De Liemers is bevoegd tot het verrichten van diensten met betrekking tot taakvelden uit deze regeling voor een of meer gemeenten, en voor gemeenten buiten het in artikel 2 lid 3 genoemde grondgebied en/of andere organisaties, indien deze daarom verzoeken en het Algemeen bestuur dit verzoek inwilligt.

  • 2. De dienstverlening geschiedt in principe op basis van overeenkomst tussen de dienst en de gemeente of gemeenten, dan wel organisatie(s) die het aangaat. In deze overeenkomst wordt neergelegd welke prestaties de dienst zal leveren, de kosten die bij de gemeente, dan wel de organisatie in rekening worden gebracht en de voorwaarden waaronder tot de dienstverlening wordt overgegaan.

Artikel 7 Archief

  • 1. Het Dagelijks bestuur draagt de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van de regeling.

  • 2. Het Algemeen bestuur stelt regels vast betreffende de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde zorg wordt uitgevoerd. Deze regels worden aan gedeputeerde staten meegedeeld.

  • 3. Gedeputeerde staten oefenen toezicht uit op de in het eerste lid bedoelde zorg.

Hoofdstuk 3 Bestuursorganen

Artikel 8 Bestuursorganen

De regeling kent de volgende bestuursorganen:

  • a.

    het Algemeen bestuur;

  • b.

    het Dagelijks bestuur;

  • c.

    de voorzitter.

Artikel 9 Inrichting en samenstelling Algemeen bestuur

  • 1. Het Algemeen bestuur bestaat uit de leden van de colleges van de gemeenten, waaronder de voorzitter.

  • 2. Het lidmaatschap van het Algemeen bestuur eindigt op het tijdstip waarop de zittingsperiode van het college afloopt.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt tevens bij beëindiging van het lidmaatschap van het college waaruit het lid is aangewezen.

  • 4. Bij het bestaan van één of meer vacatures blijven de resterende bestuursleden bevoegd besluiten te nemen.

Artikel 10 Werkwijze, besluitvorming

  • 1. Het Algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, doch jaarlijks minimaal twee maal en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het Algemeen bestuur zulks schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken. In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats.

  • 2. In het Algemeen bestuur heeft elke gemeente één stem.

  • 3. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen, tenzij anders in de regeling is bepaald. Als de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 4. Het Algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

  • 5. De bepalingen uit de wet omtrent de werkwijze van het Algemeen bestuur zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Positie en bevoegdheden Algemeen bestuur

  • 1. Het Algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam.

  • 2. Aan het Algemeen bestuur komen met betrekking tot de in deze regeling omschreven taken de ingevolge artikel 4, lid 2 door de colleges aan de Samenwerking De Liemers overgedragen en opgedragen bevoegdheden toe, indien en voor zover deze in de regeling niet zijn opgedragen aan het Dagelijks bestuur of aan de voorzitter.

  • 3. De verdeling van de taken en bevoegdheden tussen Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur, de voorzitter en het toezicht daarop is analoog aan die welke de Gemeentewet aangeeft voor de raad, het college van burgemeester en wethouders en burgemeester voor zover daarvan in de regeling niet wordt afgeweken.

  • 4. Het Algemeen bestuur delegeert aan het Dagelijks bestuur de bevoegdheid om in voorkomende gevallen bezwaar en beroep aan te tekenen tegen besluiten van bestuursorganen.

  • 5. Tot de taken en bevoegdheden van het Algemeen bestuur, als bedoeld in het eerste lid, behoren in ieder geval:

    • a.

      Het aanwijzen en zo nodig ontslaan van de leden van het Dagelijks bestuur;

    • b.

      Het instellen van commissies als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de wet;

    • c.

      Het vaststellen van de begroting;

    • d.

      Het vaststellen van de jaarrekening;

    • e.

      Het vaststellen van bestuursrapportages.

Hoofdstuk 4: Het Dagelijks bestuur

Artikel 12 Samenstelling

  • 1. Het Dagelijks bestuur bestaat in totaal uit vier leden, waarvan één de voorzitter is.

  • 2. De leden van het Algemeen bestuur wijzen uit hun midden één lid uit elke gemeente aan om zitting te nemen in het Dagelijks bestuur, bij voorkeur de 4 burgemeesters van de gemeenten. Het Algemeen bestuur wijst ook plaatsvervangend leden van het Dagelijks bestuur aan.

  • 3. Bij afwezigheid kan een lid van het Dagelijks bestuur worden vervangen door zijn plaatsvervanger.

  • 4. De leden treden af op de dag van aftreden van de leden van het Algemeen bestuur.

  • 5. De aanwijzing van leden van het dagelijks bestuur ter invulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om een andere reden openvallen, vindt plaats binnen acht weken na dat openvallen.

  • 6. Degene, die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.

  • 7. Het lidmaatschap eindigt tevens bij beëindiging van het lidmaatschap van het college waaruit het lid is aangewezen.

  • 8. Bij het bestaan van één of meer vacatures blijven de resterende bestuursleden bevoegd besluiten te nemen.

  • 9. De leden van het Dagelijks bestuur blijven na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de nieuwe leden zijn aangewezen.

Artikel 13 Werkwijze, besluitvorming

  • 1. Het Dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het Dagelijks bestuur dit nodig acht zulks onder opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat het verzoek is ingekomen.

  • 2. In de eerste vergadering van elke zittingsperiode regelen de leden van het Dagelijks bestuur onderling de werkzaamheden. De taakverdeling wordt medegedeeld aan het Algemeen bestuur en aan de gemeenten.

  • 3. Elk lid van het Dagelijks bestuur heeft in de vergadering één stem.

  • 4. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen, tenzij anders in de regeling is bepaald. Als de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 5. Het Dagelijks bestuur kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vaststellen. Wanneer zo’n reglement wordt vastgesteld, wordt dit ter kennisneming aan het Algemeen bestuur overgelegd.

  • 6. De bepalingen uit de wet omtrent de werkwijze van het Dagelijks bestuur zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Taken en bevoegdheden

  • 1. De taken en bevoegdheden van het Dagelijks bestuur zijn:

    • a.

      het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen bestuur ter overweging en ter beslissing moet worden voorgelegd;

    • b.

      het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen bestuur;

    • c.

      het uitoefenen van de bevoegdheden van bestuur met betrekking tot de in artikel 4 en 5 van deze regeling opgenomen taken;

    • d.

      het behartigen van de belangen van de in artikel 4 bedoelde diensten/uitvoeringsorganisaties met betrekking tot andere overheden, instellingen, bedrijven, of personen,

    • e.

      het houden van toezicht op het faciliteren en het functioneren van de in artikel 4 genoemde diensten.

  • 2. Over taken en bevoegdheden welke niet onder lid 1 zijn vermeld, beslist het Algemeen bestuur tot wiens competentie deze behoren.

Hoofdstuk 5 De voorzitter

Artikel 15 De aanwijzing en vervanging

  • 1. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het Algemeen bestuur worden door en uit het Algemeen bestuur aangewezen, bij voorkeur een burgemeester: het voorzitterschap rouleert elke twee jaar tussen de gemeenten.

  • 2. De voorzitter van het Algemeen bestuur is ook voorzitter van het Dagelijks bestuur.

  • 3. Het Algemeen bestuur wijst uit het Dagelijks bestuur een plaatsvervangend voorzitter aan voor het Dagelijks bestuur.

Artikel 16 Taken en bevoegdheden voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met de voorbereiding en de leiding van de vergaderingen van het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter tekent de stukken, die van het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur uitgaan.

  • 3. De voorzitter vertegenwoordigt Samenwerking De Liemers in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde.

Artikel 17 Commissies

Het Algemeen bestuur, Dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen commissies van advies en/of bestuurscommissies instellen, zulks met inachtneming van artikel 24 en 25 van de wet.

Artikel 18 Portefeuillehoudersoverleg, samenstelling en werkwijze

  • 1. Per taakveld als bedoeld in artikel 5 van deze regeling (RID, RSD, Inkoop) kan het Algemeen bestuur een overleg van portefeuillehouders instellen. Dit overleg is een vaste commissie van advies, als bedoeld in artikel 24 van de wet, ten behoeve van het Dagelijks bestuur.

  • 2. Het overleg bestaat uit de portefeuillehouders van de gemeenten. De portefeuillehouders wijzen uit hun midden een voorzitter aan.

  • 3. Het overleg draagt zorg voor de advisering aan de gemeenten voor wat betreft beleidsmatige en strategische zaken op de taakvelden.

  • 4. Bij afwezigheid kan een portefeuillehouder worden vervangen door een ander lid van het Algemeen bestuur van dezelfde gemeente.

  • 5. Het lidmaatschap van het overleg eindigt op het tijdstip waarop de zittingsperiode van het college afloopt.

  • 6. Het lidmaatschap eindigt tevens bij beëindiging van het lidmaatschap van het college waaruit het lid is aangewezen.

  • 7. Bij het bestaan van één of meer vacatures blijven de resterende bestuursleden bevoegd om het Dagelijks bestuur advies te geven.

  • 8. Het overleg van portefeuillehouders stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

Hoofdstuk 6 Informatie, verantwoording

Artikel 19 Informatie, verantwoording naar de gemeenten

  • 1. Het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur verstrekken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken, schriftelijk aan de raden van de gemeenten de door hen, of de door een of meer van hun leden, gevraagde inlichtingen, in aanmerking genomen de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

  • 2. Het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur geven daarnaast aan de raden en colleges ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur gevoerde beleid nodig is.

  • 3. Een lid van het Algemeen bestuur verschaft de raad of het college van de gemeente waar hij als collegelid functioneert alle inlichtingen die door die raad, een of meer leden daarvan, of door het college worden verlangd.

  • 4. Een lid van het Algemeen bestuur is aan de raad, een of meer leden daarvan, en het college van de gemeente waar hij als collegelid functioneert verantwoording verschuldigd voor het door hem in het bestuur gevoerde beleid.

Artikel 20 Interne verantwoording

  • 1. De leden van het Dagelijks bestuur zijn samen en ieder afzonderlijk aan het Algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

  • 2. De leden van het Dagelijks bestuur geven gevraagd en ongevraagd aan het Algemeen bestuur of aan een of meer leden daarvan alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is.

  • 3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter.

Hoofdstuk 7 De netwerkdirectie en het personeel

Artikel 21 De taken en bevoegdheden van de netwerkdirectie

  • 1. Aan het hoofd van de werkorganisatie van de Samenwerking De Liemers staat een netwerkdirectie die bestaat uit de vier gemeentesecretarissen van de gemeenten.

  • 2. De netwerkdirectie staat het Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur en de door het bestuur ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 3. De netwerkdirectie heeft in de vergaderingen van het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur een adviserende stem.

  • 4. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de netwerkdirectie worden vastgelegd in een directiestatuut. Het directiestatuut wordt vastgesteld door het Algemeen bestuur. In het statuut worden in ieder geval de zorg voor een organisatiemodel, de invulling van de secretarisfunctie van het Algemeen en Dagelijks bestuur en mandatering aan leden van de netwerkdirectie geregeld.

Artikel 22 Het personeel

  • 1. De Samenwerking De Liemers kan personeel aanstellen.

  • 2. Het personeel wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het Dagelijks bestuur.

  • 3. Op het personeel zijn de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor het gemeentepersoneel (CAR/UWO) en door het Dagelijks bestuur vastgestelde aanvullende arbeidsvoorwaardenregeling, inclusief sociaal plan, van toepassing.

  • 4. De managers van de diensten/uitvoeringsorganisaties betreffende de taakvelden genoemd in artikel 4 zijn belast met de dagelijkse leiding van desbetreffende diensten. De manager van de RID is tevens manager betreffende het taakveld Inkoopsamenwerking.

  • 5. In het kader van de gemeentelijke rampenbestrijding kunnen medewerkers van de diensten/uitvoeringsorganisaties van de taakvelden zonodig worden ingezet voor de uitvoering van taken zoals die zijn vastgelegd in de gemeentelijke rampenplannen.

Hoofdstuk 8 Begroting, jaarrekening en bestuursrapportage

Artikel 23 Financiën algemeen

  • 1. Het Algemeen bestuur stelt de nodige voorschriften vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en het geldelijk beheer van de Samenwerking De Liemers.

  • 2. Met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie, het kasbeheer en de controle zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De begroting, jaarrekening en jaarverslag dienen te voldoen aan het bepaalde in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 25 Begroting

  • 1. Het Dagelijks bestuur stelt jaarlijks voor 1 april een ontwerpbegroting op voor het volgende kalenderjaar en zendt deze, voorzien van een toelichting, toe aan de raden van de gemeenten. De ontwerpbegroting bevat tevens een meerjarenraming. Het bepaalde in artikel 190, eerste lid, van de Gemeentewet is van toepassing.

  • 2. De raden van de gemeenten geven het Dagelijks bestuur voor 1 juni hun zienswijze over de ontwerpbegroting.

  • 3. Het Dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk na 1 juni doch uiterlijk 15 juni de opmerkingen van de raden en eventueel een nota van wijzigingen aan het Algemeen bestuur.

  • 4. Het Algemeen bestuur stelt de begroting voor 1 juli vast en zendt terstond afschriften aan de gemeenten.

  • 5. Het Dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli aan gedeputeerde staten.

  • 6. Artikel 186 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 7. De inkomsten van de Samenwerking De Liemers bestaan uit de door de gemeenten te betalen vergoeding voor de uitvoering van de basistaken van de Samenwerking De Liemers, uit de vergoeding voor de uitvoering van de aanvullende dienstverlening en eventuele andere subsidies.

  • 8. Het Algemeen bestuur stelt een reglement op dat aangeeft hoe de organisatiekosten en de kosten voor het leveren van basistaken worden toegerekend en in rekening gebracht aan de gemeenten.

  • 9. Voor zover de kosten voor de aanvullende dienstverlening nog niet in rekening zijn gebracht via de systematiek van dit hoofdstuk, worden deze rechtstreeks in rekening gebracht bij die gemeente waarvoor de aanvullende dienstverlening is verricht.

  • 10. Het bepaalde in dit artikel is voor wat betreft de procedurele gang van zaken van overeenkomstige toepassing op de besluiten tot wijziging van de begroting.

Artikel 26 Bestuursrapportages

Het Dagelijks bestuur stelt ten behoeve van het Algemeen bestuur jaarlijks, minimaal één ontwerp- bestuursrapportage op, die na vaststelling door het Algemeen bestuur door tussenkomst van de colleges naar de raden van de gemeenten worden gestuurd. Bij het opstellen van de rapportage wordt rekening gehouden met de planning- en controlcycli van de gemeenten.

Artikel 27 Jaarrekening

  • 1. Het Dagelijks bestuur legt over elk kalenderjaar verantwoording af over de inkomsten en uitgaven onder overlegging van de daarbij behorende bescheiden.

  • 2. Het Dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van een onderzoek naar het getrouwe beeld van de baten en lasten en van een onderzoek naar de rechtmatigheid daarvan, ingesteld door een door het Algemeen bestuur ingestelde deskundige overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde stukken worden door het Dagelijks bestuur onder begeleiding van een nota van bemerkingen aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten toegezonden uiterlijk op 1 maart volgende op het jaar waarop zij betrekking hebben.

  • 4. Het Algemeen bestuur stelt de jaarrekening van het voorafgaande jaar voor 1 juli vast. Het Dagelijks bestuur stuurt deze jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli aan gedeputeerde staten. Van de vaststelling doet het Dagelijks bestuur ook direct mededeling aan de raden van de gemeenten.

  • 5. De vaststelling van de jaarrekening verleent aan het Dagelijks bestuur décharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden.

  • 6. In de jaarrekening wordt voor elk van de gemeenten het bedrag opgenomen dat voor rekening van de desbetreffende gemeente komt, onder verrekening van vergoedingen van eventuele diensten, die gemeenten aan de Samenwerking De Liemers hebben geleverd.

  • 7. Artikel 186 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 28 Batig en nadelig saldo

  • 1. Het Algemeen bestuur beslist of een batig saldo van de begroting of jaarrekening:

    • a.

      geheel of gedeeltelijk zal worden toegevoegd aan reserves; en/of

    • b.

      geheel of gedeeltelijk aan de gemeenten zal worden uitgekeerd.

  • 2. Het Algemeen bestuur beslist of een nadelig saldo van de begroting of jaarrekening:

    • a.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van het volgende dienstjaar zal worden gebracht; en/of

    • b.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van bestaande reserves zal worden gebracht; en/of

    • c.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van de gemeenten zal worden gebracht.

Artikel 29 Facturering

  • 1. Voorschotten voor de organisatiekosten, de dienstverlening van het basispakket en de aanvullende dienstverlening worden voor de aanvang van elk kwartaal door de Samenwerking De Liemers aan de gemeenten gefactureerd. De basis hiervoor vormt de begroting van het betreffende jaar.

  • 2. Facturering van de aanvullende dienstverlening wordt geregeld in de door opdrachtgever en Samenwerking De Liemers ter zake te sluiten overeenkomst.

  • 3. De gemeenten zullen er steeds voor zorgdragen dat de Samenwerking De Liemers over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 4. Indien het Algemeen bestuur blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet.

Hoofdstuk 9 Toetreding, uittreding, wijziging en liquidatie

Artikel 30 Toetreding

  • 1. Toetreding door andere gemeenten tot de regeling vindt plaats indien alle colleges van de gemeenten in het Algemeen bestuur daarmee instemmen, na verkregen toestemming van de raden.

  • 2. Het Algemeen bestuur regelt de gevolgen van toetreding.

  • 3. Aan de toetreding kunnen door de gemeenten voorwaarden worden verbonden.

Artikel 31 Uittreding

  • 1. Een gemeente kan tot uittreding uit de regeling besluiten.

  • 2. De uittreding kan slechts plaatsvinden met ingang van de eerste januari van een jaar. Hierbij wordt een opzegperiode van drie jaar in acht genomen.

  • 3. Het Algemeen bestuur regelt de financiële en andere gevolgen van de uittreding.

  • 4. De financiële schade die door de uittreding aan de Samenwerking De Liemers is toegebracht, wordt, inclusief de hierdoor ontstane uitkeringsverplichtingen, aan de uittredende gemeente in rekening gebracht.

  • 5. De Samenwerking De Liemers en de uittredende gemeente vragen gezamenlijk advies aan een onafhankelijke externe deskundige voor de vaststelling van de financiële schade als bedoeld in het vierde lid. Het advies van deze deskundige is voor partijen bindend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende gemeente.

Artikel 32 Wijziging

  • 1. De regeling inclusief taken en bevoegdheden kan worden uitgebreid/gewijzigd indien de colleges van de gemeenten en het Algemeen bestuur daarmee instemmen, na verkregen toestemming van de gemeenteraden.

  • 2. De bij de wet voorgeschreven toezending van de wijziging aan gedeputeerde staten, geschiedt door het Dagelijks bestuur.

Artikel 33 Liquidatie

  • 1. De regeling kan worden opgeheven bij unaniem besluit van de colleges van de gemeenten, na verkregen toestemming van de raden.

  • 2. In geval van opheffing stelt het Algemeen bestuur een liquidatieplan vast, de colleges van de gemeenten gehoord.

  • 3. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing.

  • 4. Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen van de opheffing voor het personeel.

  • 5. Het Dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.

  • 6. De organen van de regeling blijven ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid.

Artikel 34 Geschillen

  • 1. Met betrekking tot geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van de regeling tussen een of meer van de colleges en het bestuur van het Openbaar lichaam, is artikel 28 van de wet van toepassing.

  • 2. Voordat over een geschil als bedoeld in artikel 28 van de wet de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het Algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie.

  • 3. De geschillencommissie bestaat uit drie leden. Een lid wordt aangewezen door het Algemeen bestuur en een lid wordt aangewezen door de betrokken gemeente of gemeenten. Deze twee leden wijzen gezamenlijk een derde lid aan dat tevens als voorzitter van de commissie optreedt.

  • 4. De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen.

  • 5. De geschillencommissie brengt advies uit over de mogelijkheden partijen tot overeenstemming te brengen.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 35 Inwerkingtreding

De regeling ,of delen daarvan, treedt in werking op 30 november 2010.

Artikel 36 Mededeling van wijzigingen aan gedeputeerde staten.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van vestiging van het openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 2, lid 2 van deze regeling, draagt zorg voor de in artikel 26, eerste lid van de wet, voorgeschreven toezending van de regeling aan gedeputeerde staten.

Artikel 37 Duur van de regeling

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 38 Citeertitel

De regeling kan worden aangehaald als de “Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 23 november 2010 door:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven,

de secretaris,

C.J. Papjes

de burgemeester,

H.J. Zomerdijk

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwaarden,

de secretaris,

W.J.M. Nabbe MMI

de burgemeester,

mr. M. Slinkman

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort,

de secretaris,

A. Vink

de burgemeester,

mr. J.J.G.M. Geukers

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar,

de secretaris,

mr. S. Wiersma

de burgemeester,

drs. J.A. de Ruiter