Regeling vervallen per 26-07-2023

Subsidieregel sociale basis

Geldend van 10-07-2021 t/m 25-07-2023

Intitulé

Subsidieregel sociale basis

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel 8 juni 2021;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 2020 van gemeente Venlo (Asv 2020), zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 19 februari 2020;

overwegende, dat actualisering aan de orde is mede gezien de aanpassingen van beleid en/of financiële kaders;

besluiten:

tot het vaststellen van de subsidieregel Sociale Basis.

1. Naam

Subsidieregel Sociale Basis

2. Grondslag art. 3 AsV 2020

De subsidieregel vindt zijn grondslag in artikel 3, van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020;De ontwikkelingen op landelijk- en lokaal gebied staan niet stil en daarin is passend een herijking van subsidieregels;

Een actualisering mede gezien de vaststelling van een nieuwe subsidieverordening, aanpassingen van beleid en/of financiële kaders;

Met subsidieregels wordt beoogd maatschappelijke doelstellingen op de diverse beleidsterreinen na te streven en bij te dragen aan de realisering ervan.

3. Beleidskader en doelstellingen

Sociale basis

We verstaan onder de sociale basis het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Essentieel voor de sociale basis is de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen inwoners onderling en tussen inwoners, professionals en overheid. Met de sociale basis willen wij het volgende bereiken:

Vitale gemeenschappen

Inwoners dragen verantwoordelijkheid voor elkaar en ondersteunen elkaar. Iedereen levert een bijdrage aan onze samenleving naar vermogen. Met elkaar wordt een vitale gemeenschap gecreëerd, waar alle inwoners in een veilige omgeving kunnen deelnemen aan de samenleving;

Samenwerking

Er komt meer samenhang in het aanbod van diverse organisaties, zodat de kwaliteit van de dienstverlening wordt verbeterd en er sneller kan worden op- of afgeschaald in de mate van ondersteuning aan een kwetsbare inwoner. Organisaties stellen niet het organisatiebelang voorop, maar de vraag van inwoners dient centraal te staan. Passende ondersteuning wordt zo dicht mogelijk bij huis georganiseerd;

Substitutie

Het is de nadrukkelijke wens van de gemeente Venlo om ook substitutie te laten plaatsvinden: afbouw van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen en van algemene voorzieningen naar het informele veld, het sociale netwerk en de eigen kracht van de inwoners zelf. Met de subsidieregel Sociale Basis wil de gemeente Venlo het beroep op formele vormen van zorg en ondersteuning afbouwen.

Deze regeling is niet bedoeld voor noodhulp.

4. Definities

Sociale basis:

het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving.

Zelfredzaamheid:

het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen. Men kan eigen problemen oplossen en gaat zelfstandig door het leven, ofwel weet zichzelf te redden.

Verordening:

de Algemene subsidieverordening Venlo 2020.

Geoormerkte middelen:

middelen die de gemeente van het rijk ontvangt en die voor een specifiek doel zijn bestemd.

WEB-middelen:

middelen die de gemeente ontvangt op basis van de Wet Educatie Beroepsonderwijs.

Netwerkpartners:

partners in het netwerk van de organisatie die een bijdrage leveren in het realiseren van de doelstelling van de organisatie.

5. Doelgroep

Rechtspersonen zonder winstoogmerk, die werken met vrijwilligers en zich richten op activiteiten ter versterking van de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners van de gemeente Venlo ofwel op inwoners, die belemmeringen ervaren om mee te doen in onze samenleving als gevolg van een gezondheidsachterstand, beperking of ziekte, geaardheid, huidskleur of (niet-Westerse) afkomst, een afstand tot de arbeidsmarkt, financiële problemen, eenzaamheid of het ontbreken van een sociaal netwerk in Venlo.

6. Subsidiesoorten

  • 1.

    Er is sprake van een structurele subsidie en wel in de categorieën:

    • a.

      Aanvragen tot € 35.000. Organisaties die een subsidie aanvragen tot een bedrag van € 35.000 kunnen een structurele subsidie aanvragen voor de duur van maximaal 4 jaar, mits de organisatie kan aantonen, dat de activiteiten meerjarig op dezelfde wijze dienen te worden uitgevoerd. Hiervoor dient de organisatie een meerjarenplan en meerjarenbegroting in te dienen.

    • b.

      Aanvragen voor € 35.000 en meer. Gelet op de omvang van het subsidiebedrag en de impact op de gemeenschap vindt jaarlijks verlening plaats aan de hand van relevante voorwaarden en verplichtingen en deze worden middels meerdere accountgesprekken gemonitord.

Per organisatie kan er maximaal één subsidieaanvraag worden ingediend voor eventueel meerdere activiteiten.

  • 2.

    Er kan sprake zijn van een eenmalige subsidie (innovatiesubsidie). Deze is bedoeld voor nieuwe en innovatieve concepten en dienen iets beduidend nieuws toe te voegen aan het reeds bestaande aanbod voor de doelgroep en tegemoet te komen aan een vraag c.q. behoefte die aantoonbaar bij de doelgroep leeft.

7. Aanvraagprocedure

  • a.

    De aanvragen voor eenmalige subsidies worden in afwijking van de Verordening, ingediend voor 1 oktober van elk subsidiejaar.

  • b.

    Voor alle typen aanvragen geldt een verplicht aanvraagformat.

  • c.

    Voor de structurele subsidies is de standaardprocedure zoals omschreven in artikel 7 van de Verordening, aangevuld met een concretisering op het activiteitenplan zoals opgenomen in artikel 7 lid 2 sub a, waarin minimaal staat opgenomen:

    • Een korte beschrijving van de activiteit(en);

    • Het aantal activiteiten dat per jaar georganiseerd wordt;

    • Het aantal kwetsbare inwoners van Venlo dat naar verwachting gemiddeld per activiteit deelneemt;

    • Het aantal vrijwilligers dat naar verwachting gemiddeld bij een activiteit helpt;

    • Met welke netwerkpartners de samenwerking is gezocht bij de uitvoering van de activiteiten.

In artikel 7c lid 2 van de Verordening wordt onder meer gevraagd een begroting en jaarrekening te overleggen. Hiermee wordt bedoeld dat een jaarrekening van het laatst afgesloten boekjaar dient te worden verstrekt.

De aanvraagprocedure voor meerjarige subsidies is dezelfde als hierboven vermeld voor het eerste jaar. Wanneer eenmaal de aanvraag is beschikt voor maximaal vier jaren, dan hoeft de aanvrager voor het tweede, derde en vierde jaren geen nieuwe aanvraag te doen. Uiteraard blijft de verplichting voor de jaarlijkse verantwoording wel gelden.

Voor de aanvraag van een innovatiesubsidie geldt een apart aanvraagformulier. Ook hier dient een begroting te worden overlegd.

8. Voorwaarden en verplichtingen

Naast de voorwaarden die van toepassing zijn op grond van de verordening, gelden de volgende voorwaarden:

Algemeen

  • De aanvrager behoort tot de doelgroep van deze subsidieregel;

  • De activiteiten zijn vrij toegankelijk voor en qua aard passend bij de brede doelgroep;

  • De aanvrager verwerft inkomsten in de vorm van financiële, materiële dan wel een maatschappelijke bijdrage van derden;

  • Voor de activiteiten kan aantoonbaar geen aanspraak gemaakt worden op andere subsidie- of ondersteuningsmogelijkheden;

  • De aanvrager kan naast één structurele aanvraag ook één innovatiesubsidie aanvragen. Het is niet mogelijk om binnen meerdere subsidieregels subsidie aan te vragen;

  • De subsidieaanvrager staat de gemeente toe om hem te ondersteunen met als doel een effectievere en efficiëntere organisatie te ontwikkelen;

  • De gesubsidieerde activiteiten worden door vrijwilligers uitgevoerd. Professionele ondersteuning van de vrijwilligers om de dienstverlening te verbeteren kan tot de mogelijkheden behoren indien dit aantoonbaar is en de kosten redelijk worden geacht;

  • Indien aanvrager tot een provinciale of landelijke organisatie behoort, dient inzichtelijk te worden gemaakt welke activiteiten, welke kosten en baten in de begroting dan wel de jaarrekening betrekking hebben op de gemeente Venlo. Dit geldt ook voor de jaarverantwoording.

Vitale gemeenschap

  • Aanvrager vraagt een bijdrage (naar vermogen) van de deelnemers aan de activiteit / het initiatief. De bijdrage kan financieel zijn, maar ook een tegenprestatie;

  • De inbreng van deelnemers wordt meegenomen in de te organiseren activiteiten;

Samenwerking

  • Er worden verbindingen gemaakt met andere netwerkpartners;

  • Er is behoefte aan de activiteiten door de doelgroep en er wordt niet al in enigszins vergelijkbare en/of voldoende mate in voorzien binnen de gemeente Venlo;

  • De aanvrager zet zich in om de activiteiten bij de hele doelgroep en netwerkpartners onder de aandacht te brengen.

Substitutie

  • De aanvrager stimuleert dat door de activiteiten / het initiatief kwetsbare mensen meer meedoen aan de samenleving en de behoefte aan formele zorg voorkomen of verminderd wordt;

  • De aanvrager sluit met haar activiteiten aan bij de speerpunten die binnen de sociale basis zijn geformuleerd.

9. Liquidatie, splitsing, fusie of faillissement

  • 1.

    Een subsidieontvanger informeert het college terstond over het voornemen een fusie aan te gaan, dan wel de organisatie te liquideren of te splitsen. Deze informatieplicht geldt ook als surseance van betaling of een faillissement aanstaande is.

  • 2.

    Verleende subsidies worden bij liquidatie, splitsing of fusie voor het nog niet gerealiseerde deel van het doel waarvoor subsidie is verleend terugbetaald aan de gemeente.

  • 3.

    Bij liquidatie worden het batig saldo van de liquidatierekening en een overblijvend eigen vermogen, voor zover deze direct of indirect gevormd zijn met subsidies van de gemeente Venlo, door het college teruggevorderd.

  • 4.

    Bij splitsing of fusie besluit het college, na overleg met de betrokken instellingen, over de bestemming van het eigen vermogen voor zover dat direct of indirect gevormd is met subsidies van de gemeente.

  • 5.

    Het is de subsidieontvanger niet toegestaan om vrije reserves te vervreemden of onder te brengen bij gelieerde instellingen, behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het college.

10. Berekeningswijze subsidie

  • a.

    Alle subsidiabele activiteiten van organisaties worden ingedeeld in een van de twee categorieën: aanvragen tot € 35.000 en aanvragen voor € 35.000 en meer.

  • b.

    Het eigen vermogen van de organisatie mag in het jaar voorafgaande aan de aanvraag, maximaal 100% van de eigen begroting inclusief ht aangevraagde subsidiebedrag, zijn. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet bij bestuursbesluit van voor 31 december van het jaar voorafgaande aan de aanvraag, een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief vastgesteld plan van aanpak en tijdsplanning. Het bestuursbesluit dient gedateerd te zijn en te blijken uit een verslag van een bestuursvergadering. De reserves dienen tevens te blijken uit de jaarrekening van het jaar voorafgaande aan de aanvraag. De bestemmingsreserves dienen in verband te staan met de doelstellingen/activiteiten van de organisatie en noodzakelijk en reëel te zijn.

11. Wijze van uitbetaling/ bevoorschotting

Subsidies tot € 35.000 worden na toekenning in één keer bevoorschot. Subsidies voor € 35.000 en meer worden evenredig in maandelijkse termijnen bevoorschot.

12. Subsidieplafonds en verdeling subsidie in geval van overschrijding

Voor de subsidieregel Sociale Basis wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld. Dit is een samengesteld budget, waarin tevens zijn opgenomen middelen uit geoormerkte budgetten zoals WEB-middelen en maatschappelijke opvang.

Voor de subsidiecategorie tot € 35.000 en voor de categorie € 35.000 en meer, worden jaarlijks twee aparte subsidieplafonds vastgesteld. 10% van elk van deze budgetten die tevens hebben te gelden als subsidieplafonds, is bedoeld voor innovatiesubsidies.

Als het subsidieplafond wordt overschreden binnen een categorie, dan wordt het beschikbare bedrag naar rato van het subsidiabele bedrag verdeeld over de organisaties in die categorie. Indien het innovatiebudget niet dan wel maar ten dele wordt aangesproken, wordt het restant eerst toegevoegd aan het budget van de subsidiecategorie tot € 35.000. Is er dan nog een restant over, dan wordt dat toegevoegd aan het budget van de subsidiecategorie € 35.000 en meer.

Wanneer een subsidie meerjarig is beschikt, dan wordt per jaar vastgesteld wat het exacte subsidiebedrag is, afhankelijk van het vastgestelde subsidieplafond en eventuele overschrijding ervan.

13. Overgangsrecht

In afwijking van het bepaalde in artikel 10.b geldt voor aanvragen voor het jaar 2022, dat bestemmingsreserves expliciet bij bestuursbesluit van vóór 1 oktober 2021 duidelijk dienen te zijn vastgesteld inclusief vastgesteld plan van aanpak en tijdsplanning. Het bestuursbesluit is gedateerd en dient te blijken uit een verslag van een bestuursvergadering.

14. Hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen een of meer bepalingen van deze regeling gemotiveerd buiten toepassing laten of daarvan gemotiveerd afwijken. Dit kan alleen gemotiveerd en in die gevallen dat de toepassing van die bepaling(en) een onwenselijk gevolg heeft, dat strijdig is met de doelstelling van deze subsidieregel.

15. Slotbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. De regel wordt aangehaald als “Subsidieregel Sociale Basis”.

  • 2.

    Met inwerkingtreding komt de Subsidieregel Sociale Basis in werking getreden op 13 juni 2020 te vervallen.

16. Ondertekening

Ondertekening

Venlo, 8 juni 2021

Burgemeester en wethouders van Venlo

de secretaris de burgemeester

Twan Beurskens Antoin Scholten