Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 8 juni 2021, nr. 1638587/1638626, houdende regels omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie (Organisatieregeling Noord-Holland)

Geldend van 24-06-2021 t/m 23-01-2023

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 8 juni 2021, nr. 1638587/1638626, houdende regels omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie (Organisatieregeling Noord-Holland)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat de Organisatieregeling, waarin regels zijn vastgelegd over de inrichting van de ambtelijke organisatie, dient te worden gewijzigd in verband met het directiebesluit d.d. 28 april 2021 waarbij een nieuw sturingskader is vastgesteld;

Gelet op artikel 158, eerste lid, onder c, en artikel 100, tweede lid van de Provinciewet;

Besluiten vast te stellen: de Organisatieregeling Noord-Holland

Artikel 1

  • 1. De missie van de provincie Noord-Holland is het leveren van een concrete bijdrage aan de kwaliteit van de Noord-Hollandse samenleving op alle terreinen van de publieke dienstverlening.

  • 2. De inrichting van de ambtelijke organisatie heeft als doel de producten efficiënt en de organisatie slagvaardig te maken en beoogde maatschappelijke effecten te realiseren. Uitgangspunten:

    • a.

      Het realiseren van de producten staat centraal;

    • b.

      De scheiding tussen beleid en uitvoering is de basis van de hoofdstructuur;

    • c.

      Ten aanzien van managementverantwoordelijkheden en bevoegdheden geldt het ‘eye over eye principe’, hetgeen inhoudt dat bij een structuur met meer dan twee lagen de onderste managementlaag een uitvoerende verantwoordelijkheid heeft;

    • d.

      Het INK-model (INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit) wordt, in opdracht van provinciale staten, in principe gehanteerd als hulpmiddel in het kader van een permanente verbetering van bedrijfsvoering;

    • e.

      De Directie kan besluiten dat bepaalde activiteiten in de vorm van een programma of project worden uitgevoerd;

    • f.

      Verscheidenheid in de eenheid en eenheid in de verscheidenheid: binnen elke directie is een indeling gekozen die past bij het type werk en het type producten.

Artikel 2

  • 1. De secretaris als bedoeld in de Provinciewet, voert de titel van provinciesecretaris van Noord-Holland.

  • 2. De provinciesecretaris is tevens algemeen Directeur en is belast met de leiding van de ambtelijke organisatie als geheel.

  • 3.

    • a.

      Gedeputeerde staten benoemen de provinciesecretaris en zijn plaatsvervanger;

    • b.

      Indien de provinciesecretaris en ook zijn plaatsvervanger afwezig is, wordt in zijn plaatsvervanging voorzien overeenkomstig de door hem vastgestelde vervangingsregeling provinciesecretaris.

  • 4. Waar hierna gesproken wordt over de provinciesecretaris wordt tevens zijn plaatsvervanger bedoeld.

Artikel 3

  • 1. De provinciesecretaris draagt zorg voor de bewaking van de integriteit binnen de ambtelijke organisatie.

  • 2. Gedeputeerde staten benoemen, schorsen en ontslaan de directeuren op voordracht van de provinciesecretaris.

  • 3. De Directie bestaat uit de provinciesecretaris en de directeuren. De provinciesecretaris is voorzitter van de Directie en draagt zorg voor de samenwerking.

  • 4. In buitengewone omstandigheden neemt de provinciesecretaris, zo mogelijk in overleg met gedeputeerde staten, adequate maatregelen.

  • 5. De provinciesecretaris beslist, overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003, over de inzet van ambtelijke bijstand.

Artikel 4

  • 1. De provinciesecretaris dient gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning gevraagd en ongevraagd van advies.

  • 2. De provinciesecretaris zorgt voor een gecoördineerde en tijdige advisering door de ambtelijke organisatie aan gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning. Hij ziet erop toe dat voorstellen zorgvuldig zijn voorbereid, van voldoende kwaliteit en besluitrijp zijn.

  • 3. De provinciesecretaris is bevoegd in het kader van de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden ten opzichte van gedeputeerde staten bij de aan gedeputeerde staten ondergeschikte ambtenaren inlichtingen in te winnen en hen aanwijzingen te geven.

Artikel 5

De provinciesecretaris draagt zorg voor een regelmatige en goede afstemming met de griffier.

Artikel 6

  • 1. De ambtelijke organisatie bestaat uit drie directies: een beleidsdirectie, een uitvoerende directie en een middelendirectie.

  • 2. De directies zijn onderverdeeld in sectoren en voorzover nodig in units.

  • 3. De Directie stelt de namen van de directies, sectoren en units vast.

  • 4.

    • a.

      Gedeputeerde staten zijn verantwoordelijk voor de wijzigingen in de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie;

    • b.

      De provinciesecretaris besluit tot het maken van een wijziging binnen de hoofdstructuur, op voordracht van de directeur.

Artikel 7

  • 1. Aan het hoofd van een directie staat een directeur, aan het hoofd van een sector staat een sectormanager en aan het hoofd van een unit staat een unitmanager.

  • 2. Elke directeur en elke sectormanager heeft een plaatsvervanger die hem op bestuurlijk, financieel en personeelsgebied kan vervangen met in achtneming van de provinciale mandaatregelingen.

    De plaatsvervangend directeur wordt vervangen door zijn directeur.

    De plaatsvervangend sectormanager wordt vervangen door zijn sectormanager.

  • 3. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger wordt de directeur vervangen door een andere directeur.

    Bij afwezigheid van zowel de sectormanager als zijn plaatsvervanger wordt de sectormanager vervangen door een andere sectormanager van zijn directie.

    Bij afwezigheid van de unitmanager wordt hij vervangen door zijn sectormanager dan wel formeel leidinggevende.

  • 4. Iedere directeur geeft integraal leiding aan zijn directie en is verantwoordelijk voor het realiseren van door de bestuursorganen bepaalde doelstellingen en prestaties.

  • 5. Het concernbelang is leidend voor het handelen van elke directeur. De directeuren leggen aan de provinciesecretaris verantwoording af binnen de gestelde kaders.

Artikel 8

Voorzover deze regeling niet voorziet in zaken met betrekking tot de ambtelijke organisatie of de ondersteuning van gedeputeerde staten treffen gedeputeerde staten de nodige voorzieningen op voorstel van de provinciesecretaris.

Artikel 9

De Organisatieregeling Noord-Holland 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 10

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: de Organisatieregeling Noord-Holland.

Ondertekening

Haarlem, 8 juni 2021

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris

A.Th.H. van Dijk, voorzitter