Leggerboek bergingsgebieden

Geldend van 15-06-2021 t/m heden

Intitulé

Leggerboek bergingsgebieden

Leeswijzer

Een legger bestaat uit een leggerboek, leggerkaarten, leggertabellen en overige documenten als profieltekeningen. Er is onder andere in te vinden waar duikers, keringen, waterbergingen, vaarwegen en waterlopen liggen en wie verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud. De legger van Waterschap Brabantse Delta is opgedeeld in verschillende deelleggers. Er zijn leggers voor bergingsgebieden, keringen, vaarwegen en oppervlaktewaterlichamen.

Dit is het leggerboek behorende bij de Legger bergingsgebieden en is van toepassing op de aangewezen bergingsgebieden binnen het beheergebied van het waterschap.

In dit leggerboek vindt u allereerst algemene bepalingen omtrent deze legger, waaronder de juridische grondslag, de aanleiding, begripsomschrijvingen en het toepassingsbereik. In hoofdstuk 2 zijn de leggerbepalingen geformuleerd. De eerste paragraaf ziet op de waterstaatswerken, de tweede ziet op de onderhoudsplicht. In het derde hoofdstuk zijn de bepalingen uit hoofdstuk 2 nader toegelicht.

De legger is (digitaal) in te zien op het hoofdkantoor van Waterschap Brabantse Delta en is tevens te raadplegen via: https://www.brabantsedelta.nl/legger.

1 ALGEMENE BEPALINGEN

1.1 Inwerkingtreding

Deze legger wordt aangeduid als Legger bergingsgebieden. Deze legger is vastgesteld door het dagelijks bestuur en treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

1.2 Begripsomschrijving

In deze legger wordt verstaan onder:

  • a.

    A- en B-wateren: oppervlaktewaterlichamen, geregistreerd in de legger als respectievelijk A- of B-water overeenkomstig artikel 5.1 van de Waterwet;

  • b.

    Afmeting waterstaatswerk: meetbare maten in m, mNAP, cm, ha, m3;

  • c.

    Bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied in de legger is opgenomen;

  • d.

    Beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone zoals bedoeld in de Keur, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften en beperkingen kunnen gelden;

  • e.

    Buitengewoon onderhoud: het in stand houden van het waterstaatswerk overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie;

  • f.

    Constructie waterstaatswerk: functionele eisen; hoofdonderdelen van een object;

  • g.

    Gewoon onderhoud: werkzaamheden die de functie van het waterstaatswerk in stand houden;

  • h.

    Het waterschap: Waterschap Brabantse Delta;

  • i.

    Insteek: het als zodanig in de legger aangegeven snijpunt van de lijn van talud en maaiveld, dan wel, bij afwezigheid in de legger, de lijn van een oppervlaktewaterlichaam waar talud en maaiveld elkaar snijden;

  • j.

    Keur: verordening van het waterschap op grond van artikel 78 van de Waterschapswet;

  • k.

    Kruinbreedte: breedte van de waterkering op het hoogste punt in het dwarsprofiel van het dijklichaam;

  • l.

    Kruinhoogte: hoogte van de waterkering;

  • m.

    Legger: legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet of in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet;

  • n.

    Maaiveld: hoogteligging van het grondoppervlak in een gebied, met uitzondering van taluds en bermen of andere (kunstmatige) verhogingen dan wel verlagingen;

  • o.

    Onderhoudsplichtigen: natuurlijke personen of rechtspersonen die in de legger of in artikel 5.2 van de Keur zijn aangewezen tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken;

  • p.

    Onderhoudsverplichting: de aansprakelijkheid voor onderhoud van bij het waterschap in beheer zijnde objecten, zoals bepaald in hoofdstuk 2 van de Keur en vastgelegd in de legger of in voorschriften bij watervergunningen;

  • q.

    Ondersteunend kunstwerk: werken die van belang zijn voor de taakuitoefening van het waterschap, voor de waterkering of voor het functioneren van de waterhuishouding;

  • r.

    Oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de Waterwet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna;

  • s.

    Overige kering: waterkering - niet zijnde een primaire, regionale of compartimenteringskering - die beveiliging biedt tegen wateroverlast en op de legger staat;

  • t.

    Primaire kering: waterkering die beveiliging biedt tegen zoals aangegeven in bijlage 1 en 1a van de Waterwet en legger;

  • u.

    Profiel oppervlaktewaterlichaam: de beschrijving van het dwars- of lengteprofiel van een oppervlaktewaterlichaam uitgedrukt in afmetingen (bodembreedte, talud) en hoogtes (bodemhoogte) die representatief zijn voor een bepaalde locatie of traject;

  • v.

    Profiel van vrije ruimte: de ruimte zoals vastgelegd in de legger ter weerszijden van, boven en onder een waterstaatswerk of een toekomstig waterstaatswerk die naar het oordeel van de beheerder nodig is voor toekomstige verbeteringen;

  • w.

    Provinciale verordening: Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent omgeving (Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant);

  • x.

    Referentiejaar: kalenderjaar waarvan situatie als uitgangsbasis dient om iets te berekenen of te beoordelen; peiljaar; i.c. het jaar na realisatie bergingsgebied;

  • y.

    Regionale kering: een waterkering geregistreerd zoals aangegeven in de provinciale verordening en in de legger als regionale waterkering, die beveiliging biedt tegen overstroming;

  • z.

    Regionale wateren: watersystemen of onderdelen daarvan die niet in beheer zijn bij het Rijk;

  • aa.

    Talud: hellend oppervlak van oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen;

  • ab.

    Vaarweg: oppervlaktewaterlichaam met de functie vaarweg;

  • ac.

    Vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet;

  • ad.

    Vorm waterstaatswerk: de verschijningsvorm van het waterstaatswerk;

  • ae.

    Waterhuishoudkundige functie: de functie die de provincie en / of het waterschap aan het waterstaatswerk heeft toegekend;

  • af.

    Waterkering: kunstmatige hoogte, natuurlijke hoogte of gedeelte daarvan, of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben en als zodanig geregistreerd zijn in de legger;

  • ag.

    Waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk;

  • ah.

    Watersysteem: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken;

  • ai.

    Werken: alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies met toebehoren.

1.3 Grondslag

Wet- en regelgeving

In artikel 3.2 lid 1 Waterwet (Wtw) is bepaald dat bij provinciale verordening overheidslichamen i.c. waterschappen worden aangewezen die geheel of gedeeltelijk zijn belast met het beheer over de regionale wateren. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de taken van het waterschap zoals opgenomen in artikel 2 lid 2 van de Waterschapswet, tenzij bij reglement of anderszins (lees: bij provinciale verordening) neventaken of andere taken aan het waterschap worden opgedragen.

Naast de taken die op grond van de Waterschapswet en het Reglement aan de waterschappen zijn toebedeeld, kunnen op grond van artikel 3.2 Wtw beheer en zorgplichten aan het waterschap worden toebedeeld. Belangrijk is wat de Waterwet in artikel 1.1 lid 1 verstaat onder beheer. Beheer is de: ‘overheidszorg met betrekking tot een of meer afzonderlijke watersystemen of onderdelen daarvan, gericht op de in artikel 2.1 genoemde doelstellingen.’ De in artikel 2.1 Wtw genoemde doelstellingen betreffen: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Onderdeel van de doelstelling onder a, voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, is het aanwijzen van bergingsgebieden.

Het begrip bergingsgebied is gedefinieerd in artikel 1.1 lid 1 Wtw: ‘een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen’. Een bergingsgebied moet derhalve ruimtelijk bestemd worden voor de (tijdelijke) berging van water. Het waterschap richt zich daarvoor tot gemeenten met het verzoek de bergingsgebieden planologisch in te passen. Met het vaststellen van een bergingsgebied, wordt ook het gebied vastgesteld waar de duldplicht van wateroverlast en overstroming ingevolge artikel 5.26 Wtw geldt.

In artikel 5.1 lid 1 Wtw is bepaald dat het waterschap als beheerder zorgdraagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen: ook wel “de Waterwetlegger”. Daarnaast is bepaald dat de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones moeten worden aangegeven op een overzichtskaart.

Vooruitlopend op de intrede van de Omgevingswet heeft de provincie de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: IO) vastgesteld. De Waterwet bepaalt dat bij provinciale verordening nadere voorschriften kunnen worden gegeven of vrijstellingen worden verleend voor leggers. Dit is gebeurd in artikel 4.14 en 4.15 van de IO.

De legger op grond van de Waterwet moet worden onderscheiden van de legger als bedoeld in artikel in artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet. Hierin is bepaald dat het algemeen bestuur een legger vaststelt waarin onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen worden aangewezen: ook wel “de Onderhoudslegger”. Het waterschap combineert beide leggers in één document.

Verhouding legger en Keur

De Keur stelt regels over waterstaatswerken, beschermingszones, profielen van vrije ruimte en grondwaterlichamen. In de legger is bepaald waar welke regels uit de Keur van toepassing zijn; de legger is van belang voor de reikwijdte van de verbods- en beheerbepalingen van de Keur.

1.4 Aanleiding/doel

Doel Legger

De legger van waterschap Brabantse Delta is opgedeeld in verschillende deelleggers: leggers voor bergingsgebieden, keringen, vaarwegen en oppervlaktewaterlichamen. In de legger staat vastgelegd aan welke kenmerken een waterstaatswerk en bijbehorende ondersteunende kunstwerken moeten voldoen om naar behoren te functioneren. De legger legt naast de ligging en begrenzing van waterstaatswerken en beschermingszones, de technische eisen qua vorm, afmeting en constructie vast. Daarnaast zijn onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen vastgelegd. De legger is van belang voor de toetsing van de waterstaatswerken aan de gestelde normen. Deze legger gaat specifiek over bergingsgebieden.

Bergingsgebieden

Het waterschap heeft als taak zorg te dragen voor voldoende aan- en afvoer van water. Waterberging is één van de maatregelen om wateroverlast tegen te gaan. Door ruimte beschikbaar te stellen voor tijdelijke opvang van water, wordt wateroverlast elders tot een acceptabel niveau teruggedrongen.

Ruimte geven aan water kan op verschillende manieren: het vergroten van de bergingscapaciteit (inhoud) van oppervlaktewaterlichamen door het verbreden van waterlopen in polders of aanleg van flauwe oevers, of de afstroom van hemelwater vanaf verhard oppervlak naar een oppervlaktewater-lichaam af te remmen door het maken van een bufferende voorziening (retentie). Die maatregelen komen terug in de legger voor oppervlaktewaterlichamen.

Daarnaast kunnen gebieden worden aangewezen die buiten het oppervlaktewaterlichaam liggen en incidenteel tijdelijk onder water mogen stromen: het aanwijzen van bergingsgebieden. Bergingsgebieden maken deel uit van het watersysteem in beheer van het waterschap.

Actualisatie

Het waterschap controleert of er voldoende waterberging aanwezig is. Derhalve behelst deze legger naast de bergingsgebieden vastgesteld tot 2013, nieuw aangewezen bergingsgebieden. De legger van het waterschap bestond uit 53 verschillende leggers, waaronder 27 leggers voor afzonderlijke bergingsgebieden. Voor het verkleinen van administratieve lasten en vergroten van efficiëntie is het wenselijk toe te werken naar één integrale legger voor bergingsgebieden, keringen, vaarwegen en oppervlaktewater-lichamen. Het samenvoegen van de leggers van afzonderlijke bergingsgebieden is onderdeel hiervan. Dit bevordert het gebruiksgemak en sluit met zicht op de Omgevingswet aan bij de wens van overheden om regels met betrekking tot de leefomgeving te bundelen en te vereenvoudigen. Daarnaast vraagt het veel inspanning om iedere legger frequent te herzien en per legger het vaststellingsproces te doorlopen. Hoe actueler de legger, hoe beter de ontwikkeling van de leefomgeving plaats kan vinden.

1.5 Toepassingsbereik

Deze Legger bergingsgebieden is van toepassing op de bergingsgebieden, daarbij horende overige keringen en bijbehorende ondersteunende kunstwerken en werken in het gehele beheergebied van het waterschap. Ook ziet deze legger op onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtige van deze waterstaatswerken.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Het beheergebied van Waterschap Brabantse Delta. De ligging van de bergingsgebieden zijn aangegeven. De exacte ligging en begrenzingen zijn weergegeven op de bij deze legger behorende leggerkaart en tabellen.

2 LEGGERBEPALINGEN

2.1 Algemene uitgangspunten

In dit hoofdstuk is kort toegelicht welke informatie de legger bevat en hoe die informatie geraadpleegd kan worden. Het volgende hoofdstuk geeft nadere toelichting op deze algemene leggerbepalingen.

De Legger bergingsgebieden bestaat naast dit leggerboek uit de volgende onderdelen, die onlosmakelijk deel uitmaken van deze legger:

  • Leggerkaart: een grafische weergave van waterstaatswerken en zones die deel uitmaken van de legger. De kaart geeft naast de ligging en begrenzing van bergingsgebieden de ondersteunende kunstwerken, overige keringen en (afwijkende) beschermingszones weer. Ook zijn kadastrale grenzen weergegeven. De kaart is te raadplegen via: https://www.brabantsedelta.nl/legger;

  • Luchtfoto’s: als onderdeel van de leggerkaart zijn luchtfoto’s ontsloten. Deze geven een beeld van hoe het gebied er uitziet in het referentiejaar en welke werken er reeds aanwezig zijn;

  • Leggertabellen: een overzicht met per waterstaatswerk de kenmerkende afmetingen en eigenschappen waaraan het moet voldoen. De tabellen bevatten de gegevens over vorm, afmeting, constructie en ondersteunende kunstwerken. Daarnaast geeft deze tabel in samenhang met de in dit leggerboek opgenomen bepalingen (afwijkende) afmetingen van beschermingszones weer en geeft het de (afwijkende) onderhoudsplichtigen aan. De leggertabel is per waterstaatswerk te raadplegen via de leggerkaart;

  • Profieltekeningen: tekeningen van het dwarsprofiel van een bergingsgebied. Indien van toepassing is de tekening via een hyperlink in de leggerkaart te raadplegen.

2.1.1 Bergingsgebieden

  • 1.

    Bergingsgebieden zijn als vlak ingetekend op de leggerkaart. Daarmee ligt zowel de ligging als de begrenzing vast. De benaming van het gebied, het referentiejaar en de bergingscapaciteit (m3) indien bekend zijn in de leggertabel te raadplegen.

  • 2.

    Hoogtecijfers (mNAP) van bergingsgebieden die onder normale omstandigheden droog staan, zijn met punten weergegeven op de leggerkaart. Voor bergingsgebieden die standaard (gedeeltelijk) onder water staan is het dwarsprofiel ofwel in pdf via een hyperlink te raadplegen, ofwel te herleiden vanuit hoogtecijfers geprojecteerd op een dwarslijn op de kaart.

2.1.2 Ondersteunende kunstwerken en werken

  • 1.

    De ondersteunende kunstwerken die in deze legger zijn opgenomen, zijn van belang voor het waterstaatkundig functioneren van het gebied als waterberging. De ligging en relevante specificaties van de kunstwerken zijn vastgelegd op de leggerkaart, in de leggertabel en op detailkaarten indien van toepassing.

  • 2.

    Ondersteunende kunstwerken die zich bevinden in een bergingsgebied die niet relevant zijn voor de werking als bergingsgebied, vallen niet onder de werking van deze legger, maar onder de leggers voor oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen.

  • 3.

    Werken zijn niet van belang voor de taakuitoefening van het waterschap of voor het functioneren van de waterhuishouding en zijn derhalve niet opgenomen op de leggerkaart of in de tabel. Reeds aanwezige werken zijn te zien op een luchtfoto uit het referentiejaar, te raadplegen via de leggerkaart.

2.1.3 Overige keringen

  • 1.

    De ligging van overige keringen zijn vastgelegd op de leggerkaart. De specificaties zijn vastgelegd in de leggertabel.

  • 2.

    Overige keringen die naast een bergingsgebied een oppervlaktewaterlichaam dienen, vallen niet onder de werking van deze legger, maar onder de reguliere legger oppervlaktewaterlichamen of de legger oppervlaktewaterlichamen en vaarwegen Mark-Vlietsysteem.

  • 3.

    De beschermingszones langs overige keringen reiken aan beide zijden tot 2,5 meter gemeten vanuit het waterstaatswerk, tenzij anders is weergegeven op de leggerkaart. Beschermingszones worden als vlak ingetekend op de leggerkaart.

2.2 Onderhoudsplicht

Artikel 2.2.1 Hoofdelijke aansprakelijkheid

  • 1.

    Wanneer percelen met een beperkt recht zijn bezwaard, dan wel krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, rusten de in deze legger aan de eigenaar opgelegde verplichtingen van de Keur ook op de beperkt gerechtigden en in geval er sprake is van een persoonlijk recht ook op de gebruikers.

  • 2.

    Voor de nakoming van de in de Keur aan de eigenaar opgelegde verplichtingen is ieder van de genoemde gerechtigden alsmede de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.

Artikel 2.2.2 Bergingsgebieden

De verplichting tot het onderhouden van een bergingsgebied berust bij de onderhoudsplichtige vermeld in de leggertabel.

Artikel 2.2.3 Ondersteunende kunstwerken

De onderhoudsplicht voor (buiten)gewoon onderhoud zoals bedoeld in de Keur voor ondersteunende kunstwerken berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel, een projectplan, een vergunning of algemene regel anders is bepaald.

Artikel 2.2.4 Overige keringen

  • 1.

    Gewoon onderhoud zoals bedoeld in de Keur berust bij de eigenaar van de grond waarop de overige kering ligt, tenzij in de leggertabel anders is bepaald.

  • 2.

    Het buitengewoon onderhoud zoals bedoeld in de Keur berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel anders is bepaald.

3 TOELICHTING LEGGERBEPALINGEN

3.1 Toelichting algemene uitgangspunten

3.1.1 Bergingsgebieden

Voor de goede werking van een bergingsgebied en eventuele vergunningverlening is het noodzakelijk de maaiveldhoogten te kennen. De weergave van maaiveldhoogten en dwarsprofielen in deze legger verschilt bij bergingsgebieden die onder normale omstandigheden droog staan ten opzichte van bergingsgebieden die (gedeeltelijk) standaard onder water staan.

3.1.2 Ondersteunende kunstwerken

Ondersteunende kunstwerken in een bergingsgebied zijn onder meer duikers en stuwen met bijbehorende afsluitmiddelen die het gebied als bergingsgebied dienen.

In een aantal bergingsgebieden komen naast ondersteunende kunstwerken ook ‘werken’ voor. Het gaat hierbij onder meer om voet- en fietspaden, bankjes, vogelspotplekken en hoogspanningsmasten. Omdat het voor toekomstige vergunningverlening relevant is welke werken reeds aanwezig zijn, is een luchtfoto van jaar na realisatie (referentiejaar) van het bergingsgebied beschikbaar.

3.1.3 Overige keringen

Overige keringen zijn waterkeringen die geen door het Rijk of provincie opgelegde normering hebben. Waterkeringen binnen het beheergebied van het waterschap zijn onderverdeeld in primaire, regionale en overige keringen. Primaire waterkeringen worden aangewezen en genormeerd door het Rijk in de Waterwet. Regionale keringen worden aangewezen en genormeerd door de provincie in een provinciale verordening.

Bergingsgebieden bevatten veelal een aantal grondlichamen die op het oog als overige kering lijken te functioneren. De grondlichamen die van waterhuishoudkundig belang zijn, zijn de grondlichamen die rondom het bergingsgebied liggen. De grondlichamen tussen bergingsgebieden en de reeds aanwezige waterlopen hebben een belangrijke functie om samen met de inlaatwerken en uitlaatwerken het bergingsgebied te doen functioneren. Deze grondlichamen worden daarom aangemerkt als overige kering.

Een overige waterkering valt onder de werking van de legger waaraan deze ondersteunend is. Wanneer de overige waterkering ondersteunend is aan zowel een oppervlaktewaterlichaam als een bergingsgebied geldt de volgende rangorde: 1. Legger oppervlaktewaterlichamen, 2. Legger oppervlaktewaterlichamen en vaarwegen Mark-Vlietsysteem en 3. Legger bergingsgebieden.

3.2 Toelichting onderhoudsplicht

In deze legger wordt conform de Waterschapswet volstaan met vastlegging van de onderhoudsplichtige voor gewoon- en buitengewoon onderhoud, zoals bedoeld in de Keur. De feitelijke onderhoudswerkzaamheden verschillen per bergingsgebied en worden niet vastgelegd in de legger. Onder gewoon onderhoud wordt verstaan de instandhouding van het bergingsgebied overeenkomstig zijn functie. Onder buitengewoon onderhoud wordt verstaan het in stand houden van het gebied overeenkomstig de legger, zoals het baggeren van een gebied.

Ondertekening