Regeling vervallen per 03-07-2021

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent het Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19, Vlaardingen (Versie 4 juni 2021)

Geldend van 16-06-2021 t/m 02-07-2021

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent het Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19, Vlaardingen (Versie 4 juni 2021)

1. Inleiding

In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.

De maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie waren tot 1 december 2020 voor een belangrijk deel gebaseerd op aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vertaalden deze aanwijzingen in noodverordeningen. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: TWM) per 1 december 2020 is een einde gekomen aan deze structuur van aanwijzingen en noodverordeningen.

Met de TWM is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg). Dit hoofdstuk bevat de wettelijke grondslag voor aanvullende maatregelen die nodig zijn ter bestrijding van het covid-19 virus. Deze aanvullende maatregelen zijn verder uitgewerkt in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (hierna: TRM). De handhaving van de in hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling genoemde maatregelen is voor een groot deel belegd bij de burgemeester.

Het kabinet heeft besloten om per zaterdag 5 juni 2021 stap 3 van het openingsplan te zetten en daarmee de lockdown van Nederland te beëindigen. Het kabinet vindt deze keuze verantwoord vanwege de positieve ontwikkelingen die het ziet: alle cijfers die moeten dalen, dalen hard, en alle cijfers die moeten stijgen, stijgen. Zo is het aantal positieve testuitslagen verder afgenomen. Daarnaast zijn er steeds minder mensen besmettelijk en dalen de ziekenhuis- en IC-opnames. Bovendien neemt de vaccinatiegraad met het huidige priktempo snel toe. Daarmee ontstaat ruimte om te versoepelen en is het verantwoord de samenleving breed, maar beperkt te openen. De resterende beperkingen zijn erop gericht om een snelle verspreiding van het virus tegen te gaan door bijvoorbeeld groepsgrootte nog te limiteren.

Met het zetten van deze derde stap wordt voor wat betreft de maatregelen overgestapt van een stelsel van “gesloten, tenzij” naar een “open, tenzij”. Deze stap houdt daarmee in dat de lockdown wordt vervangen door algemene voorwaarden voor openstelling, met uitzondering van de dansgelegenheden, zoals nachtclubs en discotheken. Deze blijven ook in deze stap nog gesloten. Hoewel aan de openstelling van sectoren en het toestaan van evenementen nog strikte voorwaarden gesteld worden zet het kabinet hiermee een grote stap naar normalisering van de samenleving en gaan onder andere restaurants en musea open, mogen we thuis meer mensen ontvangen en kunnen ook zwembaden en binnenlocaties van attractie- en dierenparken open.

Naast regels voor de openstelling van locaties wordt de toegestane groepsgrootte buiten verruimd van maximaal 2 naar maximaal 4 personen. Bovendien verandert het aanvangstijdstip ten aanzien van het alcoholverbod op openbare plaatsen van 20.00 uur naar 22.00 uur. De eindtijd van dit verbod, 06.00 uur blijft ongewijzigd. De verplichtingen ten aanzien van mondkapjes en de veiligeafstandsnorm blijven in stand, ook als gebruik wordt gemaakt van toegangsbewijzen.

Ten behoeve van de beoefening van sport wordt er een flinke stap gezet richting normalisatie. Vanaf zaterdag 5 juni 2021t is het toegestaan om tijdens de sportbeoefening de 1,5 meter los te laten als dat nodig is voor normale sportbeoefening, zijn groepslessen zowel binnen als buiten toegestaan en worden kleedkamers en douches geopend. Ook wedstrijden tegen andere clubs voor kinderen tot en met 17 jaar worden weer toegestaan. De bestaande verboden op wedstrijden buiten de eigen sportvereniging voor personen van 18 jaar en ouder en op toeschouwers bij amateurwedstrijden blijven intact. Voor sportbeoefening geldt een maximum van 50 personen per binnenruimte. In lijn met de regels van horeca mogen per 5 juni 2021 ook de binnenruimtes van sportkantines weer open. Bij de topsportwedstrijden die op dit moment reeds toegestaan zijn, gaat een maximum aantal toeschouwers van 50 geplaceerde personen gelden.

De gewijzigde regeling maakt het bovendien mogelijk als onderdeel van stap 3 van het openingsplan het coronatoegangsbewijs in te zetten voor een deel van de sectoren die in de Wpg zijn benoemd. Concreet betekent dit dat in aanvulling op een aantal sectoren die open mogen in stap 3, deze sectoren toegangsbewijzen kunnen inzetten om meer personen toe te laten dan de maximale vijftig per zelfstandige ruimte, namelijk 100% van de capaciteit op anderhalve meter afstand. Het gaat dan specifiek om horecagelegenheden en culturele instellingen die werken met placering. Daarnaast wordt ook geplaceerd publiek bij sportwedstrijden en evenementen toegestaan. De veiligeafstandsnorm en de mondkapjesverplichtingen blijven wel nog onverkort van toepassing.

Gepaste handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie blijft essentieel. Die handhaving ziet zowel op toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend en handhavend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt met name bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing of aanwijzing de overtreding niet wordt beëindigd.

We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen. Er is daarom nog steeds een belangrijke rol en (eigen) verantwoordelijkheid weggelegd bij de exploitanten en/of verantwoordelijken en/of eigenaren van de verschillende voorzieningen die nog bezocht mogen worden en/of de samenkomsten die door hen worden georganiseerd. Deels door het opstellen en naleven van sectorspecifieke protocollen, zo nodig met behulp van de afwegingskaders van het RIVM (en de adviezen van de GGD), deels door bezoekers/burgers aan te spreken op de naleving daarvan. Met branches en bedrijven worden afspraken gemaakt over strikte naleving van de maatregelen en daar waar nodig worden protocollen aangescherpt.

Hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling vormen de juridische basis voor de in de sectoren en branches zelf opgestelde protocollen in het kader van de ‘anderhalve meter samenleving’ en voor de handhaving door de sector of brancheorganisaties zelf, indien zij daarin voorzien. Dergelijke protocollen vormen daarmee een nuttige invulling van de zorgplichten.

De bestuursrechtelijke handhaving van Hoofdstuk Va en de bijbehorende ministeriele regeling is in veel gevallen de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dat is het geval op openbare plaatsen en op publieke plaatsen. Op besloten plaatsen is zowel de burgemeester bevoegd als de minister van VWS. Indien het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld: een kantoorpand) is de minister bevoegd om handhavend op te treden. Op overige besloten plaatsen is de burgemeester bevoegd.

De burgemeester heeft per locatie (besloten plaats1, publieke plaats2, openbare plaats3 ) verschillende bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden. Het kan, afhankelijk van het soort locatie, gaan om een aanwijzing aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een spoedbevel aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom en een bevel. Welke bevoegdheid het meest geschikt is, hangt in grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.

Daarnaast kan ook strafrechtelijk worden gehandhaafd op de maatregelen. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende wet- en regelgeving. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces. Strafrechtelijke handhaving is ook aangewezen in gevallen dat de verbodsbepaling gericht is tot de individuele burger en snelle normhandhaving een onmiddellijk effect dient te realiseren. In dergelijke gevallen zijn bestuursrechtelijke maatregelen minder aangewezen en/of effectief.

De burgemeester blijft bovendien bevoegd om op basis van andere lokale handhavingsarrangementen (aanvullende) maatregelen te treffen indien noodzakelijk. Hierbij kan worden gedacht aan handhavingsarrangementen op het gebied van horeca, evenementen, standplaatsen, markten etc. Zo kunnen overtredingen ook gevolgen hebben voor vergunningen.

Het toezicht op hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling berust bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de door de bij besluit van de minister van VWS aangewezen ambtenaren. Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.

Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).

2. Handhaving verboden

2.1 Veiligeafstandsnorm

Op grond van artikel 58f Wpg jo. artikel 1 Tijdelijk besluit veilige afstand dient degene die zich buiten een woning ophoudt, een veilige afstand te houden tot andere personen. De veilige afstand bedraagt 1,5 meter.

Dit verbod geldt niet:

  • a.

    tussen personen die op hetzelfde adres woonachtig zijn;

  • b.

    voor een opsporingsambtenaar, toezichthouder, beveiligingsmede-werker, zorgverlener, mantelzorger of geestelijke bedienaar of persoon die werkzaam is bij een justitiële inrichting, bij de politie, de brandweer, de krijgsmacht of in de kinderopvang of die eerste hulp biedt bij een het leven of de gezondheid bedreigende situatie, voor zover deze zijn taak niet op gepaste wijze kan uitoefenen met inachtneming van de veilige afstand;

  • c.

    voor degene jegens wie een onder b genoemde persoon zijn taak uitoefent;

  • d.

    tussen een persoon met een handicap of persoon tot en met de leeftijd van twaalf jaar en diens begeleider, voor zover die persoon zich niet met inachtneming van de veilige afstand jegens zijn begeleider buiten een woning kan ophouden.

  • e.

    personen tot en met twaalf jaar en andere personen;

  • f.

    personen tot en met zeventien jaar onderling, tenzij zij zich bevinden in een, een instelling voor beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs of een andere ruimte die door een van deze instellingen voor onderwijsactiviteiten wordt gebruikt;

  • g.

    voor personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet op gepaste wijze kunnen worden uitgeoefend met inachtneming van de veilige afstand, en degenen jegens wie zij hun werkzaamheden uitoefenen;

  • h.

    voor personen tijdens kunst- en cultuurbeoefening, voor zover deze activiteiten niet op gepaste wijze kunnen worden uitgeoefend met inachtneming van de veilige afstand;

  • i.

    tussen zorgvrijwilligers, voor zover zij hun werkzaamheden niet op gepaste wijze kunnen uitoefenen met inachtneming van de veilige afstand, en degenen jegens wie zij hun werkzaamheden uitoefenen;

    • -

      tussen leerlingen onderling die zich bevinden op een locatie van een instelling voor voortgezet onderwijs;

    • -

      tussen leerlingen die zich bevinden op een locatie van een school of instelling voor voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs en personen die daar een onderwijsactiviteit verzorgen;

    • -

      voor personen die een praktijkgerichte onderwijsactiviteit in het voorbereidend beroepsonderwijs verzorgen dan wel daaraan deelnemen, voor zover deze onderwijsactiviteit niet op gepaste wijze kan worden uitgevoerd met inachtneming van de veilige afstand;

  • j.

    voor personen die een onderwijsactiviteit in een instelling voor beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs verzorgen dan wel daaraan deelnemen, voor zover voor de beroepsmatige werkzaamheden waartoe de betreffende studenten worden opgeleid, een uitzondering op de veiligeafstandsnorm geldt en deze onderwijsactiviteit niet op gepaste wijze kan worden uitgevoerd met inachtneming van de veilige afstand;

  • k.

    personen in het openbaar vervoer, ander bedrijfsmatig personenvervoer en personen in vervoer voor privédoeleinden, mits:

    • -

      het vervoer primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst; en

    • -

      het vervoer geen recreatieve activiteit is.

  • l.

    personen tijdens en op de locatie van het inchecken, de bagageband, de beveiligings- en grensprocessen, het boarden en de locatie waar reizigers getest worden op de aanwezigheid van het covid-19 virus op een luchthaven, voor zover deze activiteiten niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van de veilige afstand;

  • m.

    personen die op een terras in de buitenlucht behorende bij een eet- en drinkgelegenheid aan weerszijden van een tussen zitplaatsen geplaatst kuchscherm zitten en hun gezicht aan de voor hen bestemde zijde van het kuchscherm houden.

Ten aanzien van dit verbod geldt dat de veiligeafstandsnorm wordt gehandhaafd vanaf drie personen.

Handhavingslijn:

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om een afstand van ten minste 1,5 meter te bewaren ten opzichte van elkaar;

  • -

    Indien nog steeds geen gehoor wordt gegeven, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, tweede lid Wpg met een boete van ten hoogste 95 euro;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd op grond van artikel 58u, vierde lid Wpg4.

Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een besloten plaats, niet zijnde beroep of bedrijf, of van een publieke ruimte aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.13.1 van dit kader.

2.2 Groepsvorming

Op grond van artikel 58g Wpg jo. hoofdstuk 3 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het niet toegestaan om zich in een openbare plaats, een erf behorende bij een publieke plaats, een erf behorende bij een besloten plaats, niet zijnde een woning, op te houden met meer dan vier personen. Daarnaast is het in besloten binnenruimten5 niet toegestaan zich in groepsverband op te houden met meer dan dertig personen per zelfstandige ruimte.

Deze verboden geldt niet voor:

  • a.

    de personen, bedoeld in artikel 58f, derde lid, onder a en d, voor zover zij zich onderling ophouden;

  • b.

    een persoon als bedoeld in artikel 58f, derde lid, onder b en c;

  • c.

    een persoon die in gemeenschap met anderen zijn godsdienst of levensovertuiging belijdt;

  • d.

    een vergadering of betoging als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • e.

    een verkiezing als bedoeld in de Kieswet;

  • f.

    een vergadering van de Staten-Generaal of van een commissie daaruit;

  • g.

    een vergadering van de gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van een waterschap, of van een door deze organen ingestelde commissie;

  • h.

    een bijeenkomst van een internationale organisatie, die gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk, of van een verdragspartij van een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is;

  • een bijeenkomst die plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van een rechter of een officier van justitie in de uitoefening van zijn ambt of die dient ter behandeling van een bezwaar of administratief beroep;

Voor het groepsverbod boven de vier personen gelden naast deze algemene uitzonderingen ook de volgende uitzonderingen:

  • a.

    personen tot en met twaalf jaar;

  • b.

    personen tot en met zeventien jaar die deelnemen aan georganiseerde jeugdactiviteiten en personen die deze activiteiten organiseren of begeleiden;

  • c.

    bezoekers bij een uitvaart, mits het groepsverband niet groter is dan 100 personen;

  • d.

    bezoekers bij een huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, mits het groepsverband niet groter is dan vijftig personen;

  • e.

    personen tijdens beroeps- of bedrijfsmatige kunst- en cultuurbeoefening;

  • f.

    groepsverbanden die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties;

  • g.

    zorgverleners of zorgvrijwilligers enerzijds en personen met een handicap die zij begeleiden anderzijds, alsmede de personen die zij begeleiden onderling;

  • h.

    ambtenaren die werkzaam zijn in het kader van de behandeling van een asielaanvraag, opvang, begeleiding, bewaring of gedwongen terugkeer van vreemdelingen in de uitoefening van hun functie enerzijds en degenen jegens wie zij hun taak uitoefenen anderzijds, alsmede deze laatste personen onderling;

  • i.

    personen in een woongedeelte van een voertuig of vaartuig;

  • j.

    personen tijdens kunst- en cultuurbeoefening, anders dan beroeps- of bedrijfsmatig, mits het groepsverband niet groter is dan vijftig personen.

Voor het groepsverbod boven de dertig personen gelden naast de algemene uitzonderingen ook de volgende uitzonderingen:

  • a.

    personen tot en met zeventien jaar die deelnemen aan georganiseerde jeugdactiviteiten en personen die deze activiteiten organiseren of begeleiden;

  • b.

    bezoekers bij een uitvaart, mits het groepsverband niet groter is dan 100 personen;

  • c.

    personen tijdens kunst- en cultuurbeoefening;

  • d.

    personen die deelnemen aan onderwijsactiviteiten, trainingsactiviteiten en educatieve activiteiten, locaties voor kinderopvang en zorglocaties;

  • e.

    groepsverbanden die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties.

Handhavingslijn:

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om zich te houden aan het groepsvormingsverbod;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, lid 1 onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom op grond van artikel 58u, vierde lid Wpg6 of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een besloten binnenruimte, niet zijnde beroep of bedrijf, aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.13.1 van dit kader.

2.3 Openstelling publieke plaatsen

Op grond van artikel 58h Wpg jo. hoofdstuk 4 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 gelden de volgende regels voor de openstelling van publieke plaatsen.

2.3.1.Voorwaarden openstelling publieke plaatsen

Een publieke plaats wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:

  • -

    Degene die geplaceerd is, uitsluitend van de aangewezen plaats gebruikmaakt;

  • -

    Stromen van publiek gescheiden worden;

  • -

    Hygienemaatregelen getroffen worden.

Een publieke plaats wordt bovendien slechts voor publiek opengesteld, indien daar tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

Daarnaast geldt dat de volgende publieke plaatsen slechts voor publiek mogen worden opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat het publiek heeft gereserveerd:

  • a.

    doorstroomlocaties7, voor zover het deze functie betreft, en met uitzondering van een winkel, warenmarkt, parkeergarage, fietsenstalling, luchthaven, station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften;

  • b.

    eet- en drinkgelegenheden, met uitzondering van eet- en drinkgelegenheden als bedoeld in artikel 4.4, tweede en derde lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19;

  • c.

    wellnesscentra;

  • d.

    locaties voor kunst- en cultuurbeoefening en de vertoning van kunst- en cultuurbeoefening;

  • e.

    sportaccommodaties;

  • f.

    ander bedrijfsmatig personenvervoer, met uitzondering van veerponten;

  • g.

    spellocaties;

  • h.

    locaties voor beurzen en congressen;

  • i.

    zalencentra en locaties voor zalenverhuur;

  • j.

    casino’s.

Voor de publieke plaatsen waar een reserveringsplicht geldt, geldt bovendien dat een beheerder:

  • -

    geen reservering aanneemt voor groepsverbanden van meer dan vier personen, tenzij het gaat om personen als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder a van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, onder a, van de Wpg;

  • -

    er zorg voor draagt dat bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd;

  • -

    er zorg voor draagt dat het publiek wordt geplaceerd in groepsverbanden van ten hoogste vier personen, tenzij het gaat om personen als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder a van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, onder a van de Wpg. De placeerplicht geldt niet voor:

    • o

      doorstroomlocaties;

    • o

      locaties voor sportbeoefening of kunst- en cultuurbeoefening, voor zover de aard van de beoefening zich tegen placeren verzet;

    • o

      ander bedrijfsmatig personenvervoer.

Voor de publieke plaatsen waar een placeerplicht geldt, geldt bovendien dat de beheerder er zorg voor dient te dragen dat:

  • a.

    het publiek in de gelegenheid gesteld wordt de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst

    • I.

      volledige naam;

    • II.

      datum en tijdstip van aankomst;

    • III.

      e-mailadres; en

    • IV.

      telefoonnummer;

  • b.

    toestemming gevraagd wordt voor de verwerking en overdracht van de onder a bedoelde gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst. Daarbij wordt vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is;

  • c.

    de onder a genoemde gegevens op zodanige wijze worden verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door ander publiek;

  • d.

    de onder a genoemde gegevens uitsluitend worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst, veertien dagen worden bewaard en daarna worden vernietigd.

Zie paragraaf 2.7 voor de voorwaarden voor openstelling die gelden voor locaties waar contactberoepen worden uitgeoefend.

Daarnaast geldt dat een publieke binnenruimte slechts voor publiek mag worden opengesteld, indien per zelfstandige ruimte ten hoogste vijftig personen als publiek aanwezig zijn.

Dit verbod geldt niet voor:

  • a.

    personen tot en met zeventien jaar die deelnemen aan georganiseerde jeugdactiviteiten en personen die deze activiteiten organiseren of begeleiden;

  • b.

    bezoekers bij een uitvaart, mits niet meer dan honderd bezoekers aanwezig zijn;

  • c.

    personen tijdens beroeps- of bedrijfsmatige kunst- en cultuurbeoefening;

  • d.

    personen op doorstroomlocaties mits, met uitzondering van in een winkel, warenmarkt, parkeergarage, fietsenstalling, luchthaven, station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, als publiek slechts 1 persoon per 10m² voor publiek toegankelijke oppervlakte worden toegelaten;

  • e.

    personen in voor publiek toegankelijke delen van onderwijsinstellingen, trainingsinstellingen en educatieve instellingen, locaties voor kinderopvang en zorglocaties;

  • f.

    personen en activiteiten als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, onder c, d, e en h, van de Wpg;

  • g.

    personen die direct zijn betrokken bij een onderzoek ter zitting of het horen in verband met een bezwaarschrift of administratief beroep;

  • h.

    personen op een locatie waar ten minste duizend personen geplaceerd kunnen worden, mits hier meer dan tweehonderdvijftig personen als publiek aanwezig zijn;

  • i.

    personen in buitenspellocaties, mits als publiek slechts 1 persoon per 10m² voor publiek toegankelijke oppervlakte worden toegelaten;

  • j.

    personen in sportaccommodaties buiten;

  • k.

    personen in zelfstandige ruimten met een verkeersfunctie

Handhavingslijn voorwaarden openstelling publieke plaats:

  • -

    Ondernemers leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding van artikel 58h Wpg volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

2.3.2.Eet- en drinkgelegenheden

Een eet- en drinkgelegenheid wordt slechts opengesteld voor publiek, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:

  • a.

    de eet- en drinkgelegenheid tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet voor publiek wordt opengesteld;

  • b.

    er binnen of op of rond het terras geen muziek met een hogere geluidsbelasting dan 60 decibel, optreden, beeldscherm of ander mogelijk tot toeloop van publiek aanleiding gevend amusement is;

  • c.

    ter plaatse geen oploop van publiek kan ontstaan;

  • d.

    er geen sprake is van zelfbediening door het publiek.

Het onder a gestelde geldt niet voor eet- en drinkgelegenheden waar uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan ter plaatse, mits de inrichting tussen 01.00 uur en 06.00 uur gesloten is en de duur van het verblijf van publiek in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt.

Bovenstaande geldt niet voor een eet- en drinkgelegenheid:

  • a.

    in een uitvaartcentrum of in een andere locatie waar een plechtigheid plaatsvindt ten behoeve van een uitvaart;

  • b.

    in zorglocaties voor patiënten en cliënten en bezoekers van patiënten en cliënten;

  • c.

    die zich bevindt op een luchthaven na de securitycheck;

  • d.

    binnen een locatie waar besloten en georganiseerde dagbesteding plaatsvindt voor kwetsbare groepen.

Een coffeeshop wordt slechts opengesteld voor publiek tussen 06.00 uur en 22.00 uur.

Een bij een eet- en drinkgelegenheid behorende dansvoorziening wordt niet voor publiek opengesteld.

Binnenruimten eet- en drinkgelegenheden

Onverminderd de bovenstaande voorwaarden, wordt een eet- en drinkgelegenheid, met uitzondering van eet- en drinkgelegenheden als bedoeld in artikel 4.4, tweede en derde lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, binnen slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:

  • a.

    tussen 18.00 uur en 22.00 uur één zitplaats hoogstens twee keer door publiek wordt gebruikt;

  • b.

    het publiek aan tafels wordt geplaceerd.

Terrassen bij eet- en drinkgelegenheden

Naast de hierboven genoemde voorwaarden, worden bij de eet- en drinkgelegenheid behorende terrassen in de buitenlucht, slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:

  • a.

    het terras aan de bovenzijde of aan drie zijden open is;

  • b.

    er niet meer dan vijftig personen als publiek tegelijk per terras aanwezig zijn;

  • c.

    de zitplaatsen op het terras zo worden neergezet dat het publiek op de veilige afstand van elkaar zit, tenzij de beheerder er zorgt voor draagt dat tussen het geplaceerde publiek kuchschermen worden geplaatst die voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het kuchscherm heeft een hoogte van ten minste 1,80 meter van de vloer gemeten;

    • b.

      de onderkant van het kuchscherm bevindt zich op ten hoogste 50 centimeter van de vloer gemeten;

    • c.

      het kuchscherm dat is geplaatst tussen twee zitplaatsen, heeft een breedte van ten minste 92 centimeter;

    • d.

      het kuchscherm dat is geplaatst tussen drie of meer zitplaatsen, heeft een breedte van ten minste 1,85 meter;

    • e.

      het oppervlak van het kuchscherm is zodanig dat dit ten behoeve van de hygiëne kan worden schoongemaakt;

    • f.

      het kuchscherm bestaat uit deugdelijk materiaal, is van een deugdelijke constructie en is zodanig geplaatst, bevestigd of ingericht en wordt zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoals verschuiven, omvallen, kantelen en getroffen worden door het kuchscherm of onderdelen daarvan zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Toegangsbewijzen bij eet- en drinkgelegenheden

De voorwaarde dat een publieke binnenruimte, een erf behorende bij een publieke plaats en de bij eet- en drinkgelegenheden behorende terrassen in de buitenlucht slechts voor het publiek worden opengesteld, indien per zelfstandige ruimte, per erf en per terras ten hoogte vijftig personen als publiek aanwezig zijn, gelden niet voor eet- en drinkgelegenheden, indien, met inachtneming van artikel 6.30 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, alleen publiek wordt toegelaten met een geldig coronatestbewijs en het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsdocument duidelijk zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een handhaver is aangegeven bij de toegang tot de eet- en drinkgelegenheid. Personen t/m 12 jaar mogen zonder toegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.

Bovenstaande is niet van toepassing op eet- en drinkgelegenheden waar uitsluitend of vrijwel uitsluitend personen t/m 12 jaar worden toegelaten.

Een beheerder laat op dezelfde dag niet zowel publiek toe met toepassing van het ‘toegangsbewijzen-regime’ als zonder toepassing van voorgenoemd regime.

Handhavingslijn voorwaarden openstelling eet- en drinkgelegenheden:

  • -

    Ondernemers leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding van artikel 58h Wpg volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

Bij excessieve situaties (zoals enorme drukte in een bepaald gebied) kan er bovendien voor worden gekozen om het betreffende gebied af te sluiten. Zie hiervoor de handhavingslijn genoemd in paragraaf 2.12.1

2.3.3.Locaties voor kunst- en cultuurbeoefening

Publieke plaatsen mogen slechts geopend zijn voor publiek voor kunst- en cultuurbeoefening, anders dan beroeps- of bedrijfsmatig, indien de beheerder er zorg voor draagt dat geen toeschouwers toegelaten worden.

De reserveerplicht geldt niet ten aanzien van publiek tot en met zeventien jaar en het maximum van groepsverbanden van vier personen geldt niet ten aanzien van publiek dat kunst en cultuur beoefent in locaties voor kunst- en cultuurbeoefening, mits het groepsverband niet groter is dan vijftig personen.

Toegangsbewijzen bij kunst en cultuur

De max van 50 personen als publiek per zelfstandige ruimte en bovenstaande verboden en voorwaarden gelden niet met betrekking tot personen in locaties voor kunst- en cultuurbeoefening of de vertoning daarvan, indien het publiek geplaceerd is en, met inachtneming van artikel 6.30 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, alleen publiek wordt toegelaten met een geldig coronatoegangsbewijs en het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsdocument duidelijk zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een handhaver is aangegeven bij de toegang tot de locatie. Personen t/m 12 jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.

Bovenstaande is niet van toepassing op een locatie waar uitsluitend of vrijwel uitsluitend personen t/m 12 jaar toegelaten worden.

Een beheerder laat op dezelfde dag niet zowel publiek toe met toepassing van het ‘toegangsbewijzen-regime’ als zonder toepassing hiervan.

Handhavingslijn voorwaarden openstelling locaties voor kunst- en cultuurbeoefening

  • -

    Ondernemers leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding van artikel 58h Wpg volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

2.4 Evenementen

Op grond van artikel 58i Wpg jo. artikel 5.1 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt er een verbod op het organiseren van evenementen.

Dit verbod geldt niet voor:

  • a.

    evenementen die behoren tot de reguliere exploitatie van die ruimte en die plaatsvinden tussen 06.00 uur en 01.00 uur in:

    • I.

      publieke binnenruimten;

    • II.

      besloten binnenruimten;

    • III.

      de in de buitenlucht gelegen delen van publieke plaatsen.

  • b.

    uitvaarten;

  • c.

    warenmarkten;

  • d.

    beurzen en congressen;

De evenementen genoemd onder a en d mogen slechts worden georganiseerd, indien de organisator er zorg voor draagt dat:

  • a.

    er niet meer dan vijftig deelnemers tegelijk aanwezig zijn;

  • b.

    deelnemers gereserveerd hebben voor groepsverbanden van ten hoogste vier personen, tenzij het om personen gaat als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder a, Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, onder a, van de Wpg;

  • c.

    deelnemers geplaceerd worden in groepsverbanden van ten hoogste vier personen, tenzij het om personen gaat als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder a, Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, onder a, van de Wpg;

  • d.

    bij aankomst van de deelnemers een gezondheidscheck wordt uitgevoerd;

  • e.

    de deelnemers in de gelegenheid gesteld worden de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:

    • -

      volledige naam;

    • -

      datum en tijdstip van aankomst;

    • -

      e-mailadres; en

    • -

      telefoonnummer

  • f.

    toestemming gevraagd wordt voor de verwerking en overdracht van de onder e bedoelde gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst. Daarbij wordt vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is;

  • g.

    deze gegevens op zodanige wijze worden verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door ander publiek;

  • h.

    deze gegevens uitsluitend worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD, 14 dagen worden bewaard en daarna worden vernietigd;

  • i.

    hygienemaatregelen worden getroffen,

  • j.

    stromen van publiek worden gescheiden;

  • k.

    tussen 22.00 uur en 06.00 niet bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

Toegangsbewijzen bij evenementen

Het verbod op evenementen en de hierboven genoemde max van 50 deelnemers gelden niet voor evenementen die, overeenkomstig de hierboven onder b t/m i genoemde voorwaarden, worden georganiseerd, indien, met inachtneming van artikel 6.30 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, alleen deelnemers worden toegelaten met een geldig coronatoegangsbewijs, het vereiste van een geldig toegangsbewijs en geldig identiteitsdocument duidelijk zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een handhaver is aangegeven bij de toegang tot het evenement en de daar aanwezige personen de bij of krachtens artikel 58f van de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Personen t/m 12 jaar kunnen zonder geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.

Bovenstaande is niet van toepassing op evenementen waar uitsluitend of vrijwel uitsluitend personen t/m 12 jaar toegelaten worden.

Een organisator laat op dezelfde dag niet zowel deelnemers toe met toepassing van het ‘toegangsbewijzen-regime’ als zonder toepassing hiervan.

Handhavingslijn organiseren verboden evenement:

  • -

    Organisatoren leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Burgemeester doet een dringend beroep op organisatoren om hier gehoor aan te geven;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de organisator opgedragen om het evenement direct af te gelasten;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.

  • -

    Bij excessen kan direct worden overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement en het opmaken van een proces-verbaal;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing kunnen volgen vanuit de burgemeester, of een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg.

Handhavingslijn overtreden voorwaarden organiseren evenement:

  • -

    Organisatoren leven de gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van de voorwaarden, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg.

2.5 Sport

Veiligeafstandsnorm

De veiligeafstandsnorm geldt, voor zover de sport niet op gepaste wijze kan worden beoefend met inachtneming van de veilige afstand, niet tijdens de beoefening van sport.

Groepsvorming

De paragraaf over het groepsvormingsverbod geldt niet voor:

  • a.

    topsporters die uitkomen in de Dutch Basketball League mannen;

  • b.

    topsporters die uitkomen in de Vrouwen Basketball League;

  • c.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Rolstoelbasketbal;

  • d.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Volleybal vrouwen;

  • e.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Volleybal mannen;

  • f.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Waterpolo vrouwen;

  • g.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Waterpolo mannen;

  • h.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Handbal vrouwen;

  • i.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Handbal mannen;

  • j.

    topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Hockey vrouwen;

  • k.

    topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Hockey mannen;

  • l.

    topsporters die uitkomen in de Korfbal League;

  • m.

    topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Honkbal;

  • n.

    topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Softbal’;

  • o.

    topsporters die uitkomen in de Eredivisie Beachvolleybal;

  • p.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van rugby;

  • q.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van ijshockey;

  • r.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van zaalvoetbal;

  • s.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van badminton;

  • t.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van squash;

  • u.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van tafeltennis;

  • v.

    voetballers behorende tot de A-selectie van clubs die uitkomen in de Eredivisie, Vrouwen Eredivisie en Eerste divisie;

  • w.

    voetballers die uitkomen in internationale voetbaltoernooien die worden georganiseerd door de UEFA of de FIFA;

  • x.

    voetballers van vertegenwoordigende elftallen van de KNVB;

  • y.

    topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van cricket;

  • z.

    andere topsporters die zijn gelieerd aan een instelling voor topsport.

  • aa.

    personen die in groepsverband sport beoefenen, mits het groepsverband niet groter is dan vijftig personen;

  • bb.

    personen tot en met zeventien jaar die sport beoefenen;

  • cc.

    trainers of begeleiders van de sportbeoefening.

Reserveerplicht

Het verbod om reserveringen van meer dan vier personen aan te nemen en de max van 50 personen als publiek per zelfstandige ruimte gelden niet met betrekking tot topsporters, als bovenstaand genoemd onder a t/m z.

Ten aanzien van publiek in sportaccommodaties geldt niet het verbod om reserveringen van meer dan vier personen aan te nemen, mits het groepsverband niet groter is dan vijftig personen. Voor publiek t/m zeventien jaar in sportaccommodaties geldt geen reserveerplicht.

Sportwedstrijden en toeschouwers

Het verbod op evenementen geldt niet voor sportwedstrijden van:

  • -

    Topsporters, als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onder a t/m z Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, mits ten hoogste vijftig personen als toeschouwers aanwezig zijn of ten hoogste 250 personen als publiek aanwezig zijn op een locatie waar ten minste 1000 personen geplaceerd kunnen worden;

  • -

    Personen vanaf 18 jaar, op de locatie en tussen de leden van de sportvereniging waarbij zij als lid zijn aangesloten, mits geen toeschouwers aanwezig zijn;

  • -

    Personen t/m 17 jaar, mits geen toeschouwers aanwezig zijn.

Handhavingslijn sportaccommodaties:

  • -

    Ondernemers/organisatoren leven de gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van de voorwaarden, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding van artikel 58h Wpg volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) worden overgegaan en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 1 onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

2.6 Openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig personenvervoer en vervoer voor privédoeleinden

2.6.1Uitzondering op veiligeafstandsnorm, groepsvorming en max 30 in publieke binnenruimtes

De veiligeafstandsnorm geldt niet voor personen in het openbaar vervoer, ander bedrijfsmatig personenvervoer en personen in vervoer voor privédoeleinden, mits:

  • -

    het vervoer primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst; en

  • -

    het vervoer geen recreatieve activiteit is.

Bovendien gelden in het openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig vervoer niet het verbod op groepsvorming en de max van vijftig personen per zelfstandige ruimte in een publieke binnenruimte.

2.6.2Mondkapjesplicht

Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a, Wpg jo. artikel 6.6 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt In het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer voor personen van dertien jaar en ouder de plicht om een mondkapje te dragen.

Deze plicht geldt niet voor:

  • a.

    leerlingen tijdens leerlingenvervoer van en naar een instelling voor voortgezet onderwijs;

  • b.

    personen tot en met zeventien jaar die deelnemen aan vervoer van en naar de locatie waar jongeren jeugdhulp ontvangen of zorglocaties voor jeugd;

  • c.

    personen die het vervoer uitvoeren voor zover zij zich in een afgesloten ruimte bevinden ten opzichte van de passagiers;

  • d.

    personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;8

  • e.

    begeleiders van personen met een verstandelijke beperking, voor zover deze personen van het door begeleiders dragen van een mondkapje ernstig ontregeld raken, en voor personen die spreken met iemand die vanwege een auditieve beperking moet kunnen spraakafzien;

  • f.

    personen in ander bedrijfsmatig personenvervoer, indien in het voertuig maximaal twee personen aanwezig zijn;

  • g.

    personen aan wie krachtens een wettelijke bepaling gevraagd wordt hun mondkapje af te zetten om zich te identificeren met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, op het moment van identificatie;

  • h.

    personen waarbij het dragen van een mondkapje de goede en veilige uitoefening van hun werkzaamheden in het kader van beroep of bedrijf onmogelijk maakt.

Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.1 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt de mondkapjesplicht voor personen van dertien jaren en ouder ook in een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen.

Handhavingslijn:

  • -

    Reizigers leven het gebod op het dragen van een mondkapje na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Zorgdragen voor de handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de vervoerder. De vervoerder spreekt de reizigers aan op het dragen van een mondkapje;

  • -

    Enkel bij excessen (passagier die voertuig of andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening niet wenst te verlaten en geen mondkapje wil dragen) zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de passagier uit het voertuig verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.9

2.6.3Zorgplicht vervoerder

De aanbieder van voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer heeft op grond van artikel 58k Wpg de plicht om zodanige voorzieningen te treffen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.

Handhavingslijn:

  • -

    Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen zodat reizigers zich houden aan de in de Wpg gestelde regels;

  • -

    Bij overtreding van het verbod door de vervoerder, wordt door de burgemeester in overleg getreden met de vervoerder over de vervolgstappen.

  • -

    Beëindiging van personenvervoer geschiedt volgens artikel 58p, eerste lid, van de Wpg bij ministeriele regeling.

2.7 Reservering, gezondheidscheck en klantgegevens contactberoepen

De beoefenaar van een contactberoep draagt er zorg voor dat klanten en patiënten gereserveerd hebben en bij aankomst een gezondheidscheck is uitgevoerd. Daarnaast dient de beoefenaar van een contactberoep klanten en patiënten in de gelegenheid te stellen de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:

  • -

    Volledige naam;

  • -

    Datum en tijdstip van aankomst;

  • -

    E-mailadres; en

  • -

    Telefoonnummer.

De beoefenaar van een contactberoep dient toestemming te vragen voor de verwerking en overdracht van deze gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD. Daarbij dient te worden vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is.

De reserveringsplicht, gezondheidscheck en registratieplicht geldt niet voor zorgverleners, sekswerkers en mantelzorgers, met dien verstande dat sekswerkers er zorg voor dragen dat bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd.

De gegevens worden op zodanige wijze verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door andere klanten. De gegevens dienen uitsluitend te worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD, dienen veertien dagen te worden bewaard en dienen daarna te worden vernietigd door de beoefenaar van het contactberoep.

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het gebod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het gebod, wordt een dringend beroep op de overtreder gedaan om de overtreding ongedaan te maken (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom / bestuursdwang worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder b, Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.

2.8 Alcoholhoudende drank op openbare plaatsen

Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder e, Wpg jo. artikel 6.9 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het verboden tussen 22.00 uur en 06.00 uur alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet te gebruiken of voor consumptie gereed te hebben op openbare plaatsen. Dit verbod geldt niet in woongedeelten van voertuigen of vaartuigen.

Handhavingslijn:

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid.;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing gegeven aan de overtreder en wordt de overtreder verzocht te stoppen met het nuttigen van de alcoholhoudende drank en deze weg te gooien;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de mondelinge waarschuwing, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.10 De alcoholhoudende drank zal in beslag worden genomen ter vernietiging;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom op grond van artikel 58u, derde lid, onder b, Wpg of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

2.9 Onderwijs

Onderwijsinstellingen mogen slechts onderwijsactiviteiten verzorgen, indien de onderwijsinstelling er zorg voor draagt dat de veiligeafstandsnorm in acht wordt genomen, behoudens de uitzonderingen genoemd in artikel 58f Wpg en hoofdstuk 2 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19.

Instellingen voor voortgezet onderwijs dragen er bovendien zorg voor dat iedere ingeschreven leerling ten minste 1 dag in de week kan deelnemen aan onderwijsactiviteiten op de instelling.

Tot slot nemen onderwijsinstellingen de generieke kaders voor onderwijsinstellingen van het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu in acht.

Handhavingslijn:

  • -

    De onderwijsinstelling draagt er zorg voor dat de generieke kaders voor onderwijsinstellingen van het RIVM in acht worden genomen en dat iedere ingeschreven leerling of student kan deelnemen aan onderwijsactiviteiten op de instelling

  • -

    Bij overtreding door de onderwijsinstelling, wordt door de burgemeester in overleg getreden met het bestuur van de onderwijsinstelling over de vervolgstappen en met de inspectie van onderwijs.

2.10 Bezettingsgraad logementen

De beheerder van een plaats waar tegen betaling verblijf wordt aangeboden aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen met een adres in de gemeente waar dit verblijf wordt aangeboden, mag geen verblijf aan meer dan vier personen van dertien jaar en ouder per verblijfplaats aanbieden, tenzij het gaat om personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, van de Wpg.

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het gebod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het gebod, wordt een dringend beroep op de overtreder gedaan om de overtreding ongedaan te maken (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom / bestuursdwang worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder b, Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.

2.11 Excessen bij besloten en openbare plaatsen

2.11.1Excessen bij openbare plaatsen

Indien de burgemeester van oordeel is dat de omstandigheden op een openbare plaats zodanig zijn dat de daar aanwezige personen het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58f tot en met 58j van de Wpg niet in acht kunnen nemen, of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan hij op grond van artikel 58m Wpg de bevelen geven die nodig zijn om de naleving van deze artikelen op een openbare plaats te verzekeren.

De burgemeester kan op grond van dit artikel onder andere de sluiting van openbare plaatsen voor het publiek bevelen.

2.11.2Excessen bij besloten plaatsen

Indien door een gedraging of activiteit in of vanuit een besloten plaats, niet zijnde een woning, een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het covid-19 virus ontstaat, kan de burgemeester op grond van artikel 58n Wpg de bevelen geven die nodig zijn voor de beëindiging van de gedraging of activiteit en de daar aanwezige personen bevelen zich onmiddellijk te verwijderen.

2.12 Zorgplicht verantwoordelijke

2.12.1Zorgplicht publieke plaatsen

Op grond van artikel 58k Wpg dient degene die bevoegd is tot het aan een publieke plaats treffen van voorzieningen of tot het openstellen van een publieke plaats voor publiek, ten aanzien van die publieke plaats zorg te dragen voor zodanige voorzieningen of openstelling dat de daar aanwezige personen de bij of krachtens de artikel 58f t/m 58j Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.

Deze bevoegdheid kan worden ingezet als publieke plaatsen zoals supermarkten niet of in onvoldoende mate maatregelen treffen die ervoor zorgen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen duidelijk toegangsbeleid hanteert, geen crowdmanagement heeft ingezet of geen zichtbare hygienemaatregelen heeft getroffen.

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven de zorgplicht na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de ondernemer (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van de zorgplicht, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een schriftelijke waarschuwing of een aanwijzing op grond van artikel 58k, eerste lid Wpg vanuit de burgemeester waarin de burgemeester aangeeft welke maatregelen dient te nemen zodat hij aan zijn zorgplicht voldoet;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de aanwijzing, volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    In specifieke gevallen kan in plaats daarvan een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 125 Gemeentewet;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet worden overgegaan.11

Clusterbesmettingen

Bij publieke plaatsen die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD, kan de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet over gaan tot sluiting van deze plaatsen.

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid, nemen maatregelen en gaan vrijwillig over tot sluiting van de inrichting;

  • -

    Indien die ondernemers niet vrijwillig overgaan tot sluiting volgt er een sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet.

2.12.2Zorgplicht besloten plaatsen (niet zijnde beroep of bedrijf)

Op grond van artikel 58l dient degene die bevoegd is tot het aan een besloten plaats, niet zijnde een woning, treffen van voorzieningen of tot het toelaten tot een besloten plaats van personen, ten aanzien van die besloten plaats zorg te dragen voor zodanige voorzieningen of toelating dat de daar aanwezige personen de bij of krachtens de artikelen 58f t/m 58j gestelde regels in acht kunnen nemen.

Deze bevoegdheid kan worden ingezet als de verantwoordelijke voor een besloten plaats niet of in onvoldoende mate maatregelen treft die ervoor zorgen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden.

Handhavingslijn:

  • -

    De verantwoordelijke leeft de zorgplicht na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de verantwoordelijke (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van de zorgplicht, wordt de verantwoordelijke aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een aanwijzing op grond van artikel 58l, tweede lid Wpg vanuit de burgemeester waarin de burgemeester aangeeft welke maatregelen de verantwoordelijke dient te nemen zodat hij aan zijn zorgplicht voldoet;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de aanwijzing, kan een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 125 Gemeentewet.

2.13Mondkapjes publieke binnenruimten, luchthavenhavengebouwen, onderwijsinstellingen en contactberoepen12

Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.1 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 dienen personen van dertien jaar en ouder een mondkapje te dragen in:

  • a.

    publieke binnenruimten;

  • b.

    gebouwen op luchthavens, met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen.

Deze verplichting geldt niet voor:

  • a.

    personen die geplaceerd zijn en de veiligeafstandsnorm in acht nemen;

  • b.

    personen als bedoeld in artikel 6.6 eerste lid Tijdelijke regeling maatregelen covid-19;

  • c.

    personen in door het college van b&w aangewezen stemlokalen als bedoeld in artikel J4 van de Kieswet of andere locaties die worden gebruikt ten behoeve van de uitvoering van een verkiezing als bedoeld in de Kieswet dan wel de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.2 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt ook een mondkapjesplicht voor personen in een onderwijsinstelling of een andere ruimte die door een onderwijsinstelling voor onderwijsactiviteiten wordt gebruikt.

Dit verbod geldt niet:

  • a.

    voor personen op een vaste zit- of staanplaats die deelnemen aan een onderwijsactiviteit of een onderwijsactiviteit verzorgen;

  • b.

    indien het dragen van een mondkapje een belemmering vormt voor deelname aan dan wel verzorging van een onderwijsactiviteit13 ;

  • c.

    voor personeelsleden van een onderwijsinstelling, indien deze een vaste zit- of staanplaats innemen;

  • d.

    voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en scholen voor speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;

  • e.

    voor personen die etenswaren of dranken nuttigen, indien deze een vaste zit- of staanplaats innemen.

Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.3 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt daarnaast een mondkapjesplicht voor de beoefenaar van een contactberoep en de klant of patiënt aan wie diensten worden verleend, gedurende het contact.

Dit geldt niet voor:

  • a.

    personen tot en met twaalf jaar;

  • b.

    sekswerkers en hun klanten;

  • c.

    klanten en patiënten die een behandeling krijgen aan hun gezicht, voor zover het contactberoep niet op gepaste wijze uitgeoefend kan worden op het moment dat de klant een mondkapje draagt.

Algemene uitzonderingen mondkapjesplicht:

Voor de volgende gevallen geldt in het geheel geen mondkapjesplicht:

  • -

    personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;

  • -

    begeleiders van personen met een verstandelijke beperking, voor zover deze personen van het door begeleiders dragen van een mondkapje ernstig ontregeld raken;

  • -

    personen die spreken met iemand die vanwege een auditieve beperking moet kunnen spraakafzien;

  • -

    personen tijdens het beoefenen van sport, waaronder het zwemmen in een zwembad, voor zover het dragen van een mondkapje de beoefening van de sport belemmert;

  • -

    beoefenen van kunst en cultuur, voor zover het dragen van een mondkapje de kunst- en cultuurbeoefening belemmert; poseren voor beeldende kunst, voor zover het gaat om het op beeld vastleggen van personen;

  • -

    deelnemen aan de opname van audiovisueel media-aanbod dat verzorgd wordt door aanbieders van mediadiensten, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008, voor zover het gaat om personen die in beeld of aan het woord komen;

  • -

    personen aan wie gevraagd wordt krachtens een wettelijke bepaling hun mondkapjes af te zetten om zich te identificeren met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht op het moment van identificatie;

  • -

    personen in zorglocaties;

  • -

    indien het dragen van een mondkapje de goede en veilige uitoefening van werkzaamheden in het kader van beroep of bedrijf onmogelijk maakt.

Handhavingslijn publieke binnenruimten en contactberoepen:

  • -

    Aanwezigen leven het gebod op het dragen van een mondkapje na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Zorgdragen voor de handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de verantwoordelijke voor de plaats. De verantwoordelijke spreekt de aanwezigen aan op het dragen van een mondkapje;

  • -

    Enkel bij excessen zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de overtreder uit de plaats verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een publieke binnenruimte of van een ruimte waar een contactberoep wordt uitgeoefend aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.13.1 van dit kader.

Handhavingslijn luchthavengebouwen en onderwijsinstellingen:

  • -

    Aanwezigen leven het gebod op het dragen van een mondkapje na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Zorgdragen voor de handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de verantwoordelijke voor de plaats. De verantwoordelijke spreekt de aanwezigen aan op het dragen van een mondkapje;

  • -

    Enkel bij excessen zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de overtreder uit de plaats verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

2.14 Demonstraties

Demonstraties worden gereguleerd door de Wom en zijn niet gereguleerd in de Wpg.

Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:

  • -

    De individuele deelnemer van een demonstratie heeft in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om zijn of haar gezondheid;

  • -

    Daarnaast heeft de organisator van de demonstratie een verantwoordelijkheid voor de gezondheid voor de deelnemers van de demonstratie.

In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:

  • -

    De landelijke richtlijnen zijn leidend;

  • -

    Het recht om te demonstreren is een grondrecht;

  • -

    Demonstreren is een essentieel onderdeel van een democratische rechtstaat.

Handhavingslijn:

  • -

    Organisator wijzen op risico’s van de demonstratie voor de volksgezondheid (artikel 2 WOM) en de regels gesteld in de Wpg;

  • -

    Afhankelijk van grootte en aard demonstratie kunnen aanwijzingen worden gegeven (artikel 6 WOM) of kan de burgemeester besluiten om de demonstratie te beëindigen op grond van de artikelen 7 en 8 WOM;

  • -

    In geval van beëindiging maakt de politie het besluit van de burgemeester kenbaar dat de manifestatie is beëindigd (vordering) en dat men uiteen moet gaan (waarschuwing);

  • -

    Handhaven volgt indien de opdracht niet wordt opgevolgd (lees: demonstratie gaat door). Strafbaarstelling staat in art. 11 WOM;

  • -

    Opdracht tot beëindiging van de burgemeester vastleggen in mutatie/proces-verbaal van de politie. De vordering vastleggen in mutatie/proces-verbaal van de politie.

Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de WOM. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 WOM).

3. Uitgangspunten

Voor de concrete handhaving van de Wpg gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    High trust, high penalty;

  • -

    De bestrijding van de pandemie vereist vergaande maatregelen waarbij het belang van de gezondheid prevaleert boven het belang van onderdelen van de economie;

  • -

    Een geconstateerde overtreding dient direct ongedaan gemaakt te worden en toezichthouders kunnen hiertoe het gesprek aangaan en aanwijzingen geven. De toezichthouders beschikken hierbij over een discretionaire bevoegdheid;

  • -

    Handhaving is in beginsel reactief en start nadat melding is gedaan van een overtreding of als sprake is van een heterdaad constatering (routinematig, n.a.v. melding/klacht en bij excessen);

  • -

    Operationalisering van de handhaving van de Wpg is een gezamenlijke opdracht. Degene die constateert (via melding of eigen waarneming) is verantwoordelijk voor de handhaving en de afstemming hierover met de partners;

  • -

    Bij beperkte capaciteit ligt de prioriteit bij ernstige overtredingen en/of ernstige gezondheidsrisico’s;

  • -

    De handhaving richt zich in eerste instantie op de eigenaar/ organisator en in beginsel niet op personeel en/of de gasten;

  • -

    De handhaving is gefaseerd en in eerste instantie niet gericht op aanhouding, maar op het beëindigen van de overtreding en herstel van de situatie;

  • -

    Bij de handhaving geldt:

    • o

      dat het gericht is op het stoppen van de overtreding en dit inhoudt dat men kan waarschuwen, verbaliseren en/of het opmaken van een bestuurlijke rapportage;

    • o

      dat men in eerste instantie waarschuwt, maar dat bij het bewust overtreden van de maatregelen een proces-verbaal volgt;

    • o

      dat bij een eerdere waarschuwing en bij het opnieuw overtreden van de maatregelen een proces-verbaal volgt;

    • o

      dat bij illegale bijeenkomsten een proces-verbaal volgt, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen groepsvorming (een ieder) en feesten (de organisator en voor zover mogelijk de deelnemers);

    • o

      dat bevindingen altijd worden vastgelegd.

  • -

    De Officier van Justitie gaat in beginsel over de opsporing en handhaving van strafbare feiten.

4. Communicatie

Via de communicatie van de gemeente Vlaardingen over de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 worden de doelgroepen geïnformeerd over landelijke coronamaatregelen en het geldende handelingskader. Publicatie vindt ook plaats op de website en in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Vlaardingen, 5 juni 2021

De burgemeester van Vlaardingen,

Bas Eenhoorn


Noot
1

Een andere dan openbare of publieke plaats en een daarbij behorend erf, met inbegrip van gebouwen en plaatsen als bedoeld in artikel 6, tweede lid van de Grondwet

Noot
2

Een voor het publiek openstaand gebouw als bedoeld in artikel 174, eerste lid, van de Gemeentewet of artikel 176, eerste lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, en een daarbij behorend erf, of een voor publiek openstaand lokaal, voertuig of vaartuig, met uitzondering van gebouwen en plaatsen als bedoeld in artikel 6, tweede lid van de Grondwet

Noot
3

Een openbare plaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de WOM; plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek

Noot
4

De burgemeester is niet bevoegd om een LOD op te leggen als het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend. In dat geval is de minister van VWS bevoegd.

Noot
5

Besloten plaats, met uitzondering van een daarbij behorend erf en een woning.

Noot
6

De burgemeester is niet bevoegd om een LOD op te leggen als het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.

Noot
7

Doorstroomlocaties zijn publieke plaatsen die op een manier zijn ingericht die het rondlopen van publiek uitnodigt en waar dit ook daadwerkelijk gebeurt. Er mag geen sprake zijn van personen die voor langere tijd in dezelfde ruimte aanwezig zijn.

Noot
8

In geval men een ziekte of beperking aanvoert, kan de burger of reiziger worden gevraagd dit aannemelijk te maken, bijvoorbeeld door een medische verklaring, tonen van medicijnen of anderszins op enigerlei wijze aannemelijk maken dat een uitzondering geldt. De verbalisant heeft de professionele ruimte om te beoordelen of er al dan niet terecht aanspraak wordt gemaakt op de uitzondering.

Noot
9

De mondkapjesplicht voor reizigers in voertuigen/vaartuigen in het OV wordt gehandhaafd op grond van de Wpg. Dat laat onverlet dat er soms situaties kunnen zijn dat daarnaast nog reden kan zijn om te handhaven op grond van de Wet personenvervoer 2000 (WP2000) en Besluit Personenvervoer2000 (BP 2000). De BOA’s in het OV (domein IV) die zijn belast met de handhaving van de door de vervoerders genomen maatregelen kunnen nog steeds proces-verbaal opmaken op grond van artikel 72 WP200021 juncto artikel 52 BP 200022 indien sprake is van verstoring van orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang en de aanwijzingen niet worden opgevolgd.

Noot
10

Voor alcohol op straat wordt primair proces-verbaal opgemaakt voor overtreding van deze bepaling uit de Wpg en niet op grond van de APV waar ook een (geclausuleerd) alcoholverbod in is opgenomen.

Noot
11

Let op: een sluiting ogv artikel 58k, vierde lid, Wpg kan alleen voor korte duur. Indien een sluiting voor langere duur gewenst is, is artikel 174 Gemeentewet de juiste grondslag.

Noot
12

Let op: de mondkapjesplicht voor stations is reeds verwerkt in paragraaf 2.6.2 van dit kader

Noot
13

Van een belemmering is in ieder geval sprake bij activiteiten met betrekking tot lichamelijke opvoeding, zang, toneel en dans.