Regeling vervallen per 21-07-2021

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent het gedrag en de integriteit van de raadsleden

Geldend van 09-06-2021 t/m 20-07-2021

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent het gedrag en de integriteit van de raadsleden

De raad van de gemeente Achtkarspelen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 april 2021, punt nr.: 18;

Beslút:

De ‘Gedragscode raad Achtkarspelen 2021’ vast te stellen en de ‘Gedragscode voor bestuurders’ uit 2015 in te trekken.

Inleiding

Het doel van deze gedragscode, met uitwerkingen in gedragsregels en gedragslijnen, is om de leden van de raad van Achtkarspelen (hierna: de raadsleden en de raad) een houvast te bieden bij het bepalen van normen over de integriteit van het bestuur. De code kan de discussie stimuleren om tot regels te komen die men in de eigen omstandigheden kan hanteren.

De code geldt zowel voor de raad als geheel als voor zijn leden afzonderlijk. Op grond van artikel 15, lid 3 Gemeentewet stelt de raad voor zijn leden een gedragscode

vast. Deze gedragscode voorziet hierin.

De raadsleden zijn op de naleving van de gedragscode aanspreekbaar. Raadslid ben je altijd en overal, ook op social media. De gedragsregels en gedragslijnen uit deze gedragscode gelden daar ook.

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling in aanvulling op de wettelijke regels. Naast deze code bestaan er voorschriften die in wet of ergens anders geregeld zijn. Bijvoorbeeld over fraude en valsheid in geschrifte. Dit soort voorschriften zijn niet in de code opgenomen.

De code is belangrijk als beoordelingskader bij vragen, twijfels en discussies. De code bevat normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen en regels over procedures die moeten worden gevolgd.

De code bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel, de eigenlijke gedragscode,

beschrijft een aantal kernbegrippen. Zij vormen als het ware de algemene uitgangspunten.

Het tweede onderdeel bevat de feitelijke gedragsregels. Daarbij is er een onderverdeling in:

  • 1.

    algemene bepalingen

  • 2.

    bepalingen over belangenverstrengeling

  • 3.

    bepalingen over informatie

  • 4.

    bepalingen met betrekking tot informatiebeveiliging en privacy

  • 5.

    bepalingen over geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 6.

    bepalingen over bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen

Deel I

Gedragscode

De raadsleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal.

Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde.

De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het

primaire richtsnoer.

Integriteit van de raadsleden houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie van

raadslid samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.

Enkele kernbegrippen zijn daarbij leidend: verantwoordelijk, aanspreekbaar, dienstbaar en onafhankelijk.

Verantwoordelijk

De raadsleden zijn zich bewust van de bijzondere positie die zij als raadsleden maatschappelijk gezien innemen. Dat houdt in dat zij respectvol omgaan met alle burgers en alle organisaties, met de andere bestuursorganen, met de gemeentelijke organisatie en met elkaar. Zij zijn zorgvuldig in de wijze waarop zij omgaan met kennis en informatie, financiële middelen en andere zaken waarover zij in het kader van hun functie kunnen beschikken. Zij zijn steeds transparant in hun handelen en bereid daarover verantwoording af te leggen.

Aanspreekbaar

Men moet altijd kunnen rekenen op de raadsleden. Zij houden zich aan hun afspraken. Zij spreken ook de andere bestuursorganen, de gemeentelijke organisatie en elkaar aan op het niet nakomen van afspraken en creëren daarmee een cultuur waarin voor vrijblijvendheid geen plaats is.

Dienstbaar

De raadsleden werken ten dienste van de bevolking van Achtkarspelen. Hun handelen is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente.

Onafhankelijk

Het handelen van de raadsleden wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid: er treedt geen vermenging op met oneigenlijke belangen en ook iedere schijn van een dergelijke

vermenging wordt vermeden. Iets anders is, dat de raadsleden politiek wel ‘partijdig’ zijn; zo zijn ze verkozen.

Deel II

Gedragsregels

  • 1.

    Algemene bepalingen

    • 1.

      De gedragsregels gelden voor de raadsleden, tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

    • 2.

      In gevallen waarin de gedragsregels niet voorzien of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium.

    • 3.

      De gedragscode en de gedragsregels zijn openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

    • 4.

      Raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode en de gedragsregels.

    • 5.

      Een raadslid is aanspreekbaar op de naleving van de gedragscode en de gedragsregels.

  • 2.

    Belangenverstrengeling

    • 1.

      Een raadslid doet opgave van zijn/haar financiële belangen. Openbare betrekkingen en nevenfuncties moeten worden gemeld.

    • 2.

      Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

    • 3.

      Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn/haar ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

    • 4.

      Als de onafhankelijke oordeelsvorming van een raadslid over een onderwerp in geding kan zijn, geeft hij/zij bij de besluitvorming daarover aan, in hoeverre het onderwerp hem/haar persoonlijk aangaat.

    • 5.

      Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

    • 6.

      Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn/haar onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

    • 7.

      Een raadslid vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de functie van raadslid.

    • 8.

      Een raadslid geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn/haar andere functies dan die van raadslid aan voor welke organisatie deze functies worden verricht, en of de functies bezoldigd zijn.

    • 9.

      Een raadslid behoudt geen inkomsten uit een nevenfunctie op grond van het raadslidmaatschap, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen dan ten goede aan de kas van de gemeente.

    • 10.

      Raadsleden komen niet in aanmerking voor enkelvoudige onderhandse aanbestedingen, waarbij geen openbare aankondiging plaatsvindt en waarbij de gemeente één offerte vraagt. Een dergelijke aanbesteding is in strijd met het beginsel van openbaarheid en transparantie.

    • 11.

      Raadsleden kunnen wel deelnemen aan meervoudige onderhandse aanbestedingen, waarbij minimaal drie natuurlijke of rechtspersonen worden uitgenodigd tot inschrijving. Als bekend is dat een raadslid een bepaalde opdracht wil krijgen, dan moet er altijd een meervoudige onderhandse aanbesteding plaatsvinden.

    • 12.

      Ten behoeve van het transparantiebeginsel worden de criteria waaraan de offertes moeten voldoen van tevoren opgesteld en bekend gemaakt. Degene die het beste aan deze criteria voldoet en het goedkoopste is, krijgt de opdracht, waarna alle deelnemers aan de aanbesteding op de hoogte gesteld worden van de uitslag.

    • 13.

      Als het raadslid de opdracht krijgt, wordt vervolgens namens het raadslid een ontheffing gevraagd bij GS. De definitieve opdrachtverlening vindt daarna plaats.

  • 3.

    Informatie

    • 1.

      Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar raadslidmaatschap beschikt. Hij/zij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

    • 2.

      Een raadslid houdt geen informatie achter die nodig is om een compleet beeld van een zaak te krijgen.

    • 3.

      Een raadslid verstrekt of deelt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

    • 4.

      Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn/haar persoonlijke betrekkingen gebruik van informatie die in het kader van de uitoefening van het raadslidmaatschap is verkregen.

    • 5.

      Een raadslid gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten en met de sociale media van de gemeente.

    • 6.

      Een raadslid gaat vertrouwelijk om met de accountgegevens die aan hem of haar worden verstrekt.

  • 4.

    Geschenken, diensten en uitnodigingen

    • 1.

      Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten als zijn/haar onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij/zij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

    • 2.

      Geschenken die een geringe waarde vertegenwoordigen – met een bovengrens van 50 euro – worden wel gemeld bij de griffier, maar hoeven niet te worden geregistreerd en kunnen door het raadslid worden behouden. Voor geschenken met een waarde boven de 50 euro geldt dat deze worden geregistreerd bij de griffie en geldt dat deze eigendom van de gemeente worden en er door de griffie een passende bestemming voor wordt gezocht.

    • 3.

      Geschenken of giften worden niet op het huisadres ontvangen. Als dit toch is gebeurd, meldt een raadslid dit bij de griffier, die ervoor zorgt dat er door of namens de raad een besluit over het al of niet terugsturen van het geschenk of de gift wordt genomen.

    • 4.

      Kortingen, anders dan die collectief bepaald zijn, op privé goederen en andere gunsten in verband met de functie van raadslid worden niet geaccepteerd.

    • 5.

      Een raadslid meldt uitnodigingen voor reizen, bijeenkomsten, evenementen, diners en vergelijkbare activiteiten die hij ontvangt in verband met zijn/haar functie, via de griffier aan het presidium. 1

    • 6.

      Bij uitnodigingen voor reizen, bijeenkomsten, evenementen, diners en vergelijkbare activiteiten op kosten van derden is het uitgangspunt is, dat een raadslid niet op kosten van derden reist. Als deelname aan een reis functioneel is, dan is er sprake van een reis ten behoeve van de gemeente en gelden de regels voor het declareren van de kosten voor dergelijke reizen.

      Als er sprake is van duidelijk gezamenlijke belangen, dan kan in overleg in het presidium2 worden bepaald, dat reiskosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van derden komen.

  • 5.

    Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, en voorzieningen

    • 1.

      Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een raadslid is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

    • 2.

      Een raadslid declareert geen kosten die al op een andere wijze worden vergoed.

    • 3.

      In geval van twijfel omtrent een declaratie door een raadslid wordt dit voorgelegd aan de voorzitter van de raad en zonodig ter besluitvorming aan het presidium voorgelegd.

    • 4.

      Gebruik van gemeentelijke eigendommen of – voorzieningen voor privédoeleinden is in principe niet toegestaan.

      Beperkt privégebruik van faciliteiten als internet, e-mail en/of telefoon is in redelijkheid toegestaan. Ook kunnen er in het kader van de rechtspositieregelingen en de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Achtkarspelen 2019 faciliteiten beschikbaar worden gesteld die mee voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

Deze gedragscode treedt in werking met ingang van 23 april 2021

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 april 2021

De raad van de gemeente Achtkarspelen,

De griffier,

Mevr. R. de Vries-Mulder

De voorzitter,

Dhr. mr. O.F. Brouwer


Noot
1

Bij de bepalingen 5 en 6 van hoofdstuk 4 gaat het in principe om die uitnodigingen waarin een raadslid geïnteresseerd is. Bij ‘de derde’ in bepaling 6 gaat om een persoon, bedrijf, instelling of instantie die een eigen belang heeft bij besluitvorming van de gemeente in een bepaalde richting, in de nabije of een verder gelegen toekomst.

Noot
2

Zie voetnoot 1.