Regeling vervallen per 31-12-2021

Nadere regel subsidie noodsteun cultuur- en erfgoedinstellingen 2020 en eerste helft 2021gemeente Utrecht

Geldend van 13-04-2021 t/m 30-12-2021

Intitulé

Nadere regel subsidie noodsteun cultuur- en erfgoedinstellingen 2020 en eerste helft 2021gemeente Utrecht

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

- gelet op artikel 156 lid 3 gemeentewet

- gelet op artikel 3 lid 2 van de ASV;

- en (eventueel) gelet op het [door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader/nota].

Besluit vast te stellen de nadere regel subsidie noodsteun cultuur- en erfgoedinstellingen 2020 en eerste helft 2021 gemeente Utrecht.

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    Utrechtse cultuursector: organisaties die een actieve bijdrage leveren aan de culturele keten, welke te onderscheiden zijn door eigen programmering en de samenwerking met andere culturele instellingen of organisaties die met haar doelstellingen er op gericht zijn (statutair vast gelegd) deze te faciliteren en te ondersteunen en zo bijdragen aan cultuur voor iedereen en aan een aantrekkelijke cultuurstad.

  • b.

    Utrechtse erfgoedsector: organisaties die van belang zijn voor beheer, behoud of beleving van erfgoed in de gemeente Utrecht, welke te onderscheiden zijn door de kwaliteit van één of meer beschermde monumenten (rijksmonumenten en/of gemeentelijke monumenten) met economisch, toeristisch en/of sociaal-maatschappelijke betekenis, en die zijn opengesteld.

  • c.

    Culturele instelling: een organisatie die haar kernactiviteiten ontleent aan één of meerdere kunst- en cultuurdisciplines.

  • d.

    Erfgoedinstelling: een organisatie die haar kernactiviteiten richt op het behoud, het benutten of beleven van cultureel erfgoed.

  • e.

    Amateurkunst: kunstactiviteiten die niet beroepsmatig worden beoefend. De regeling heeft betrekking op alle disciplines: muziek, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel, nieuwe media, literatuur en mengvormen van deze disciplines.

  • f.

    Algemene reserve: de op de jaarrekening voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd genoemde vrij besteedbare reserves, waarvoor geen verplichtingen gelden om deze aan te houden op grond van wet of subsidieverplichtingen zoals deze gelden op datum inwerkingtreding van deze regeling.

  • g.

    Eigen inkomsten: alle inkomsten van de organisatie, met uitzondering van publieke subsidiebedragen. Het percentage eigen inkomsten wordt berekend ten opzichte van de totale baten.

  • h.

    Netto schade: het exploitatietekort van de betreffende instelling in de periode 12 maart 2020 t/m 31 december 2020, danwel het verwachte exploitatietekort voor het eerste halfjaar van 2021, voor zover dat wordt veroorzaakt door de COVID-19 maatregelen die door de rijksoverheid zijn getroffen.

  • i.

    Co-financiering: financiële middelen die worden ingebracht door private of publieke geldverstrekkers ter compensatie van het tekort 2020 danwel ter compensatie van het verwachte tekort voor het eerste halfjaar van 2021.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

  • 1. Het doel van deze regeling is om cultuur- en erfgoedinstellingen die door COVID-19 maatregelen zijn getroffen financiële compensatie te verlenen zodat deze instellingen in 2021 vanuit een gezonde financiële basis (herziene) activiteiten kunnen voortzetten met als resultaat een kwalitatief hoogstaand en inclusief cultuuraanbod voor inwoners en bezoekers van de stad.

  • 2. De gemeente Utrecht streeft naar een pluriform cultureel aanbod bestaande uit een rijk palet aan disciplines, genres en mengvormen daartussen. Monumenten en cultuurhistorische waarden zijn daarbij geborgd als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad. Het achterliggende doel van deze regeling is daarom om de Utrechtse cultuur- en erfgoedsector in stand te houden.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd door instellingen die behoren tot de Utrechtse cultuur- en erfgoedsector.

  • 2. Een subsidieaanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze:

    • a.

      Is ingediend door een cultuur- of erfgoedinstelling waarmee we als gemeente Utrecht in 2021 een meerjarige subsidierelatie onderhouden in het kader van:

      • i.

        De doelstelling ‘Utrecht is een aantrekkelijke cultuurstad met internationale allure voor kunstenaars, bewoners, ondernemers en bezoekers’ (programma Cultuur) als onderdeel van de programmabegroting 2020 gemeente Utrecht;

      • ii.

        De doelstelling ‘Borgen van de monumentale en cultuurhistorische waarden’ (programma Stedelijke Ontwikkeling) als onderdeel van de programmabegroting 2020 gemeente Utrecht;

  • Of;

    • b.

      Is ingediend door een Utrechtse cultuur- of erfgoedinstelling die geen meerjarige subsidierelatie onderhoudt met de gemeente Utrecht, maar waarvan de netto schade voor minstens 25% is afgedekt middels co-financiering. De co-financiering voor zowel 2020 als de eerste helft van 2021 dient te blijken uit de verantwoording 2021, die voor juli 2022 moet worden verstrekt.

  • 3. De subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 4. De aanvrager heeft geen winstoogmerk.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat. Indien het subsidieplafond van 4.000.000 euro wordt bereikt, wordt de subsidie naar rato uitgekeerd over alle aanvragers die aan deze nadere regel voldoen. Bij eventuele onderbesteding worden de beschikbare middelen ingezet voor het herstel van de cultuursector in de tweede helft van 2021. De middelen kunnen tevens worden ingezet voor matchingsafspraken ten behoeve van noodhulpregelingen voor de culturele sector van de provincie Utrecht en/of het Rijk.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend om de netto schade tussen 12-03-2020 t/m 31-12-2020 al dan niet in combinatie met de verwachte netto schade tussen 01-01-2021 en 30-06-2021 te compenseren die is ontstaan als gevolg van de COVID-19 maatregelen die door de rijksoverheid zijn getroffen.

  • 2. De netto schade wordt alleen als zodanig aangemerkt als is aangetoond dat wezenlijke kostenbesparingen zijn doorgevoerd en dat de exploitatie erop gericht is om aanbod voor de stad en keten zoveel als mogelijk in leven te houden.

Artikel 6 Niet subsidiabele activiteiten

  • 1. Niet subsidiabel zijn exploitatietekorten die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van de COVID-19 maatregelen.

  • 2. Niet subsidiabel is de netto schade die reeds is afgedekt door andere steunmaatregelen, zoals van de rijksoverheid, de provincie Utrecht of cultuurfondsen.

  • 3. Niet subsidiabel is de netto schade waarvoor reeds een bijdrage is ontvangen in het kader van de ‘Nadere regel Subsidie noodsteun cultuur- en erfgoedinstellingen gemeente Utrecht 2020’.

Artikel 7 Eisen aan de subsidieaanvraag

Aan de subsidieaanvraag worden een aantal eisen gesteld. De subsidieaanvraag bestaat uit:

  • a.

    een volledig ingevuld format ‘compensatie tekort COVID-19 2020-2021’;

  • b.

    een jaarrekening 2019 (incl. cijfers 2018);

  • c.

    indien beschikbaar (concept)jaarrekening 2020 als bijlage bij de aanvraag voor 2021;

  • d.

    een toelichting op bovengenoemde bijlagen.

Artikel 8 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Alle aanvragen moeten voor 10 mei 2021 worden ingediend bij het college van b en w gebruikmakend

van het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier. Deze staat op www.utrecht.nl/subsidie.

Er vindt 1 subsidieronde in 2021 plaats.

Artikel 9 Maximaal subsidiebedrag per aanvrager

  • 1. De subsidie voor 2020 bedraagt maximaal de netto schade t/m 31-12-2020 verminderd met maximaal 25% van het vrij besteedbare reserves ultimo 2019. Hierbij geldt dat aanvragers die geen meerjarensubsidie ontvangen in 2021 maximaal 300.000 euro subsidie ontvangen over 2020. Daarbij maakt de gemeente Utrecht een uitzondering op het maximale subsidiebedrag voor amateurkunstverenigingen of -stichtingen: daarvoor geldt een maximum subsidiebedrag van 3.000 euro per aanvrager voor 2020.

    • a.

      De inzet van de reserves voor instellingen die gemiddeld 50% of meer eigen inkomsten in 2018 en 2019 hebben gerealiseerd, is gelimiteerd tot het bedrag dat de algemene reserve ultimo 2019 10% van de gemiddelde omzet 2018 en 2019 bedraagt.

    • b.

      De inzet van de reserves voor instellingen die gemiddeld tussen 25% en 50% eigen inkomsten in 2018 en 2019 hebben gerealiseerd, is gelimiteerd tot het bedrag dat de algemene reserve ultimo 2019 7,5% van de gemiddelde omzet 2018 en 2019 bedraagt.

    • c.

      De inzet van de reserves voor instellingen die gemiddeld minder dan 25% eigen inkomsten in 2018 en 2019 hebben gerealiseerd, is gelimiteerd tot het bedrag dat de algemene reserve ultimo 2019 5% van de gemiddelde omzet 2018 en 2019 bedraagt.

  • 2. De subsidie voor de eerste helft 2021 bedraagt maximaal de verwachte netto schade tussen 01-01-2021 en 30-06-2021 verminderd met maximaal 25% van het vrij besteedbare reserves ultimo 2020. Hierbij geldt dat aanvragers die geen meerjarensubsidie ontvangen in 2021 maximaal 180.000 euro subsidie ontvangen voor het eerste halfjaar van 2021. Daarbij maakt de gemeente Utrecht een uitzondering op het maximale subsidiebedrag voor amateurkunstverenigingen of -stichtingen: daarvoor geldt een maximum subsidiebedrag van 1.800 euro per aanvrager voor het eerste halfjaar van 2021.

    • a.

      De inzet van de reserves voor instellingen die gemiddeld 50% of meer eigen inkomsten in 2018 en 2019 hebben gerealiseerd, is gelimiteerd tot het bedrag dat de algemene reserve ultimo 2020 10% van de gemiddelde omzet 2018 en 2019 bedraagt.

    • b.

      De inzet van de reserves voor instellingen die gemiddeld tussen 25% en 50% eigen inkomsten in 2018 en 2019 hebben gerealiseerd, is gelimiteerd tot het bedrag dat de algemene reserve ultimo 2020 7,5% van de gemiddelde omzet 2018 en 2019 bedraagt.

    • c.

      De inzet van de reserves voor instellingen die gemiddeld minder dan 25% eigen inkomsten in 2018 en 2019 hebben gerealiseerd, is gelimiteerd tot het bedrag dat de algemene reserve ultimo 2020 5% van de gemiddelde omzet 2018 en 2019 bedraagt.

  • 3. De financiële compensatie wordt verleend als subsidie, tenzij de aanvrager NOW ontvangt én huurt bij de gemeente Utrecht. In dat geval kan de subsidie worden verrekend met een korting op de huurverplichting. Als de aanvrager hierdoor in liquiditeitsproblemen komt, kan er alsnog worden gekozen voor een subsidie.

Artikel 10 Beoordeling subsidieaanvraag

Het college beoordeelt de aanvraag op:

  • 1.

    De toelichting op de maatregelen en de mate waarin deze hebben bijgedragen om het tekort 2020 en/of het verwachte tekort voor het eerste halfjaar 2021 te beperken.

  • 2.

    De toelichting op de (kern)activiteiten in 2020 en eerste halfjaar 2021 en de wijze hoe deze zorg dragen voor de instandhouding van de cultuur- en erfgoedsector in Utrecht.

  • 3.

    De aanvrager heeft, waar mogelijk, aantoonbaar gebruik gemaakt van de aanvullende rijks- en provinciale ondersteuning, hetzij door bijdragen uit het extra steunpakket voor de cultuur- en erfgoedsector en/of de specifieke en reguliere regelingen (zoals NOW, TOGS en TVL). De schattingen voor de bepaling van de verwachte netto schade voor het eerste halfjaar 2021 dienen realistisch te zijn (zoals bijvoorbeeld een doorrekening van de ontvangen rijks- en/of provinciale ondersteuning 2020).

Artikel 11 Besluitvorming

  • 1. De verleende subsidies komen ten laste van het beschikbare subsidieplafond voor noodsteun COVID-19 aan cultuur en erfgoed. De besluitvormingstermijn is maximaal binnen 13 weken na de sluitingsdatum.

  • 2. De aanvragen worden individueel getoetst aan het beoordelingscriterium uit de artikelen 3, 4, 5, 6 en 10.

  • 3. Het college neemt een besluit op basis van een ambtelijk advies.

  • 4. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de context van de aanvraag en de actuele situatie in het cultuur- en erfgoedveld.

Artikel 12 voorwaarden aan subsidieverlening

Bij de besluitvorming kunnen verplichtingen gelden. In het besluit over de aanvraag wordt omschreven binnen welke periode de aanvrager dient te voldoen aan de verplichtingen en hoe de aanvrager hierover verantwoording dient af te leggen.

Artikel 13 Evaluatie

Het beleid in welk kader de subsidie noodsteun cultuur- en erfgoedinstellingen 2020 en 2021 wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van de subsidieregeling en deze nadere regel.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en eindigt op 31 december 2021.

Er kan naar deze nadere regel worden verwezen als nadere regel Subsidie noodsteun cultuur- en erfgoedinstellingen 2020 en eerste helft 2021 gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 6 april 2021.

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Gabrielle G.H.M. Haanen