Verordening rechtspositie raads- en burgerleden gemeente Hellendoorn 2021

Geldend van 13-04-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en burgerleden gemeente Hellendoorn 2021

Nijverdal, 30 maart 2021 Nr. 2021-004543

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gelet op het initiatiefvoorstel d.d. 1 maart 2021 van de in het presidium zitting hebbende raadsleden;

gelet op de artikelen 95, 96, 97, 98 en 99 en 147a van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.3, tweede lid, 3.3.8, 3.4.1, eerste lid, en van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

b e s l u i t

vast te stellen de

Verordening rechtspositie raads- en burgerleden gemeente Hellendoorn 2021

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerlid: het door een fractie aangewezen lid van de schaduwfractie, niet zijnde een raadslid, dat het woord mag voeren namens de fractie in de informatie- en debatrondes;

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van 3 keer de maandelijkse vergoeding als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Dit betreft het bedrag per jaar.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie de maximale vergoeding per maand toegekend.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en burgerleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeente­bestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeente­bestuur, worden aan een raadslid of burgerlid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of burgerlid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeente­bestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4 Scholing

  • 1.

    Raads- of burgerleden, die aan scholing als bedoeld in artikel 3.3.3, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Kosten van scholing, die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarde genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.

  • 5.

    Aanvragen, die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6.

    In voorkomende gevallen beslist de vergadering van fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelas­ting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in arti­kel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelas­ting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrek­king als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale poli­tieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van burgerleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, maandelijks plaats met inachtne­ming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 7 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen; of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een decla­ratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 4 weken na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 8 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en burgerleden gemeente Hellendoorn 2021.

De raad voornoemd,

de griffier de voorzitter