Regeling vervallen per 19-05-2022

Besluit van het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent subsidie om de klimaat adaptie maatregel te stimuleren (Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen Harderwijk 2021)

Geldend van 27-02-2021 t/m 18-05-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent subsidie om de klimaat adaptie maatregel te stimuleren (Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen Harderwijk 2021)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk;

overwegende:

  • dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke nadere regelingen vast te stellen;

  • dat het gewenst is klimaat adaptatie maatregelen te stimuleren;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Harderwijk 2020;

BESLUITEN:

vast te stellen de

Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen Harderwijk 2021

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag:

  • Een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze regeling die de aanvrager indient;

  • b.

    aanvrager:

    • -

      Een meerderjarig natuurlijk persoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter is van het pand en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

    • -

      Een VvE;

    • -

      Een rechtspersoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

  • c.

    afkoppelen:

  • Hemelwater aangesloten op het gemengd rioolstelsel via fysieke ingrepen loskoppelen en ter plaatse vasthouden of infiltreren en wanneer dat niet mogelijk is via oppervlaktewater of het hemelwaterriool verwerken;

  • d.

    Awb:

  • Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    Asv:

  • Algemene subsidieverordening Harderwijk 2020;

  • f.

    BAG:

  • Basisregistraties Adressen en Gebouwen;

  • g.

    bebouwde kom:

  • Begrenzing van bebouwde kern als bepaald in art. 20a Wegenverkeerswet 1994;

  • h.

    bestaand pand:

  • een pand dat is vergund dan wel is opgericht vóór 1 januari 2015;

  • i.

    college:

  • college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk;

  • j.

    dakoppervlak:

  • de horizontale projectie van een dakoppervlak van een pand;

  • k.

    gemengde riolering:

  • riolering in de openbare ruimte voor de gecombineerde inzameling en afvoer van afvalwater en hemelwater naar de rioolwaterzuivering;

  • l.

    groen dak:

  • dak met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, hoofdzakelijk bestaand uit levende planten (vegetatiedak), zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’;

  • m.

    groenblauw dak:

  • intensief groen dak met dikkere substraat laag waarin veel neerslag tijdelijk vastgehouden kan worden, eventueel in combinatie met actieve sturing op berging van pieken en vertraagde afvoer;

  • n.

    hemelwater:

  • regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;

  • o.

    hemelwater riolering:

  • riolering in de openbare ruimte alleen bestemd voor de inzameling en afvoer van hemelwater, doorgaans naar oppervlaktewater;

  • p.

    infiltratie:

  • het op eigen terrein hemelwater infiltreren van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating in de bodem door via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een (boven- of ondergrondse)voorziening;

  • q.

    nuttig gebruik hemelwater:

  • buffering en filtering van neerslag ten behoeve van (laagwaardig) gebruik ter vervanging van drinkwater, maar niet voor consumptiedoeleinden;

  • r.

    oppervlaktewater:

  • openbaar water, bijvoorbeeld een vijver of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden;

  • s.

    pand:

  • woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), bedrijfspand, kantoorgebouw of school, alle met bijbehorend erf, tuin, terrein en ondergrond en opgenomen in de BAG en legaal gebouwd.

  • t.

    vergroenen:

  • verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of ander slecht waterdoorlatend materiaal, in een tuin of op een terrein vervangen door beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd;

  • u.

    verhard oppervlak:

  • het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen, waarvan hemelwater tot afstroming komt naar een riool;

  • v.

    voorziening:

  • maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat, te weten: het plaatsen van een regenton, -zuil of -schutting, het planten van bomen, het afkoppelen van verhard oppervlak, vergroenen, het aanleggen van een groen dak en het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater;

  • w.

    VvE:

  • Vereniging van Eigenaren.

Artikel 1.2 Asv

  • 1. Op deze regeling is de Asv van toepassing, tenzij hiervan in deze regeling wordt afgeweken.

  • 2. De subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt zijn aan te merken als eenmalige subsidies.

Artikel 1.3 Doel subsidie

Deze regeling heeft als doel inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de gemeente Harderwijk te stimuleren om zelf klimaatadaptatie maatregelen te treffen op/bij het pand. Het gaat om lokale maatregelen op privaat terrein waarmee effecten van de klimaatverandering worden beperkt, zoals wateroverlast, droogte en hitte.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan een aanvrager voor de volgende categorieën voorzieningen a t/m f subsidie verstrekken onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden:

  • a.

    het plaatsen van een regenton, -zuil en/of –schutting;

  • b.

    het planten van bomen;

  • c.

    het afkoppelen van verhard oppervlak;

  • d.

    vergroenen ofwel ontstenen;

  • e.

    het aanleggen van een groen dak;

  • f.

    het realiseren en in werking hebben van een installatie voor nuttig gebruik van hemelwater (jaarrond).

Artikel 1.5 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1. Het college stelt jaarlijks voor het daaropvolgende kalenderjaar een subsidieplafond, als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb vast en neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 3. Volledige aanvragen die op dezelfde datum in de volgorde van ontvangst zijn opgenomen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen. Tussen deze aanvragen wordt geloot, indien toekenning tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden.

  • 4. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

Artikel 1.6 Algemene voorwaarden en verplichtingen

  • 1. Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen wordt het beleidsdoel zoals genoemd in artikel 1.3 in voldoende mate gediend;

    • b.

      de voorziening is maximaal zes maanden voor realisatie aangekocht;

    • c.

      de aanvraag is ingediend binnen zes maanden na realisatie van de voorzieningen waar de aanvraag betrekking op heeft;

    • d.

      de aanvraag is ingediend op een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld en in artikel 1.7 staan opgenomen;

    • e.

      per categorie voorzieningen zoals genoemd in artikel 1.4 kan er één aanvraag per pand worden ingediend;

    • f.

      ontwerp, aanleg en/of installatie zijn deugdelijk uitgevoerd;

    • g.

      de voorziening voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (waaronder het welstandsbeleid en de bouwverordening) en is voorzien van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, monumentenvergunning, etc.);

    • h.

      de aanvrager dient de voorzieningen blijvend in stand te houden en deugdelijk te onderhouden;

    • i.

      herstel, reparatie of uitbreiding van een bestaande voorziening is uitgesloten van subsidie, en;

    • j.

      de aanvrager is verplicht medewerking te verlenen aan een eventuele controle ter plaatse.

  • 2. Naast deze algemene voorwaarden en verplichtingen die voor iedere voorziening gelden, gelden er per voorziening ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Die zijn hieronder in hoofdstuk 2 t/m 7 per voorziening opgenomen.

Artikel 1.7 Aanvraag

  • 1. Na het realiseren van de voorziening(en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door het insturen van:

    • a.

      een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

    • b.

      een factuur op naam met technische specificaties en aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum;

    • c.

      een foto van de bestaande situatie zonder voorziening en de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het pand op de foto duidelijk zichtbaar is;

    • d.

      als deze is vereist: een omgevingsvergunning of de monumentenvergunning;

    • e.

      schriftelijke toestemming van de eigenaar (als de aanvrager een huurder of pachter is);

    • f.

      Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 1.8 Beslissing op aanvraag

  • 1. Het college neemt binnen acht weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

  • 2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

  • 3. Als het college de subsidie verleent, wordt deze gelijktijdig vastgesteld.

  • 4. Het college stelt de subsidie vast met inachtneming van de maximale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.2, 3.2, 4.2, 5.2, 6.2 of artikel 7.3.

  • 5. De betaling van de subsidie vindt plaats binnen vier weken na de subsidievaststelling.

  • 6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

Hoofdstuk 2 Plaatsen regenton, -zuil of -schutting

Artikel 2.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    er wordt minimaal 5 m2 verhard oppervlak aangesloten per regenton, regenzuil of schuttingsegment;

  • b.

    de regenton, regenzuil of het schuttingsegment heeft een minimale capaciteit van 100 liter;

  • c.

    de regenton(nen), zuil(en) of schutting wordt permanent geplaatst bij het betreffende pand, en;

  • d.

    per pand wordt subsidie verstrekt voor maximaal twee van de onder a. geformuleerde voorzieningen.

Artikel 2.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het plaatsen van een regenton bedraagt € 20 per regenton.

  • 2. De subsidie voor het plaatsen van een regenschutting/regenzuil bedraagt € 25 per segment/zuil.

Hoofdstuk 3 Planten van bomen

Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden

  • 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel b, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

    • a.

      de aanplant van bomen is subsidiabel voor maximaal twee loofbomen per pand zover er geen sprake is van een herplantplicht.

    • b.

      De te planten boom moet aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

      • *

        Inheemse boom;

      • *

        Fruit boom of;

      • *

        Bloeiende boom.

    • c.

      De oppervlakte van de tuin dient in verhouding te zijn tot de boomgrootte.

      Daarom gelden de volgende uitgangspunten om voor subsidie in aanmerking te komen:

      < 50m2 (o.a. voortuinen) 3e grootte boom (tot 6m hoogte)

      50 - 200 m2 2e grootte boom (6-12m hoogte)

      > 200 m2 1e grootte boom (>12m hoogte)

      Plantmaat: minimaal 12 - 14 cm (stamomtrek gemeten op 1m hoogte). Voor fruitbomen is 10-12 cm het minimum.

      In de bijlage is een lijst met geschikte bomen opgenomen.

  • 2. Geen subsidie wordt verstrekt voor:

    • -

      lei- en of vormbomen;

    • -

      bomen die in het kader van een herplantverplichting moeten worden geplant;

    • -

      exoten die niet voldoende winterhard zijn of die niet van waarde zijn voor de bevordering van de biodiversiteit. Dit is ter beoordeling van de gemeente.

Artikel 3.2 Hoogte subsidie

De subsidie voor het plaatsen van bomen bedraagt € 35 per boom.

Hoofdstuk 4 Afkoppelen hemelwater

Artikel 4.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel c, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een bestaand pand binnen de bebouwde kom;

  • b.

    er wordt minimaal 20 m2 verhard dakoppervlak afgekoppeld van de gemengde riolering;

  • c.

    er wordt minimaal 20 mm (= 20 liter per afgekoppelde m2 dakoppervlak) berging op eigen terrein gerealiseerd;

  • d.

    bij infiltratie moet de bodem daarvoor geschikt zijn, en;

  • e.

    de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater op eigen terrein of de afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is in de specifieke situatie naar het oordeel van het college haalbaar, waarbij het college bij zijn oordeel de afkoppelkansenkaart van de gemeente Harderwijk betrekt, en kan op generlei wijze overlast veroorzaken.

Artikel 4.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak zonder specifieke voorzieningen bedraagt per pand € 40,-;

  • 2. De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak met specifieke voorzieningen bedraagt voor:

    • a.

      het plaatsen van infiltratiekratten € 50 per krat (van minimaal 410 liter), en;

    • b.

      het aanleggen van een infiltratieveld € 100 per m3 verwijderde grond ten behoeve van berging middels maaiveldverlaging

    waarbij per pand niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 1.000 subsidie wordt toegekend.

Hoofdstuk 5 Vergroenen ofwel ontstenen

Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden

De voorzieningen die aangelegd worden betreffen een groenere tuin of terrein waarbij verharding wordt vervangen voor groen (heesters, hagen, vaste planten, bomen, gras, etc.). Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel d, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een pand binnen de bebouwde kom;

  • b.

    er wordt minimaal 20 m2 verhard oppervlak blijvend verwijderd; en

  • c.

    de eerste aanleg van een tuin of terrein is uitgesloten van subsidie (het moet gaan om bestaande verharding die er aantoonbaar minimaal 1 jaar heeft gelegen).

Artikel 5.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het vergroenen ofwel ontstenen bedraagt € 4,- per m2;

  • 2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 500 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 6 Groene Daken

Artikel 6.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel e, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een pand binnen de bebouwde kom;

  • b.

    het groen / groenblauwe dak heeft een minimaal aaneengesloten oppervlakte van 20 m2, en;

  • c.

    met het aanbrengen van een groen / groenblauw dak wordt het vasthouden en vertragen van hemelwater in voldoende mate gediend, dit ter beoordeling van het college.

Artikel 6.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het aanleggen van een groen /groenblauw dak bedraagt € 20,- per m2 aangelegd dak;

  • 2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 2.500 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 7 Installatie voor nuttig gebruik hemelwater (jaarrond)

Artikel 7.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel f, gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    De installatie (hemelwaterbuffer: filters/pomp/waterverdeling) moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze alleen wordt ingezet voor het doel watervoeding van toilet, wasmachine, het leveren van was- en proceswater en vergelijkbare toepassingen in de woning/bedrijf of als tuindruppelinstallatie, waarbij geldt dat de voorziening voldoende bereikbaar is voor onderhoud en inspectie. In verband met gezondheidsrisico’s mag het gebufferd hemelwater alleen ingezet worden voor bovengenoemde doelen, maar niet worden versproeid of verneveld en mag het niet voor consumptiedoeleinden worden gebruikt;

  • b.

    er wordt minimaal 20 m2 verhard dakoppervlak afgekoppeld van de gemengde riolering;

  • c.

    er wordt minimaal 1000 liter hemelwater gebufferd ter vervanging van het gebruik van leidingwater.

Artikel 7.2 Subsidiabele kosten

  • 1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de eenmalige investeringskosten verbonden aan de uitvoering, waaronder begrepen in ieder geval de loonkosten, materiaalkosten en omzetbelasting.

  • 2. Niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend in ieder geval:

    • a.

      de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

    • b.

      de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen.

Artikel 7.3 Hoogte subsidie

De subsidie voor het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater bedraagt 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500,- per pand.

Hoofdstuk 8 Weigerings- intrekkings- en terugvorderingsgronden algemeen

Artikel 8.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen

  • 1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 of 4:49 van de Awb of in artikel 9 van de Asv, met uitzondering van artikel 9, derde lid, sub g, van de Asv;

    • b.

      het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd het subsidieplafond overschrijdt;

    • c.

      de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 1.3;

    • d.

      de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 1.4;

    • e.

      er niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen: 1.6, 1.7, 2.1, 3.1, 4.1, 5.1, 6.1 of 7.1;

    • f.

      er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere overheids(instellingen) al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.

  • 2. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.

  • 3. De subsidie wordt teruggevorderd indien de subsidie is ingetrokken.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 9.1 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 9.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Subsidieregeling Regenton 2020’.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen Harderwijk 2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 februari 2021

de heer J.P. Wassens

secretaris

de heer H.J. van Schaik

burgemeester