Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen

Geldend van 15-02-2021 t/m 21-12-2021

Intitulé

Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 41 lid 1 van de Verordening huisvesting scholen gemeente Utrecht,

na het op overeenstemming gericht overleg met de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in standgehouden scholen in de gemeente,

overwegende dat er nadere regels nodig zijn om de vergoeding voor een voorziening zoals genoemd in artikel 1 van de verordening vast te stellen,

besluit vast te stellen de Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen gemeente Utrecht.

Deel 1 De vergoedingen voor permanente voorzieningen: nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie

Artikel 1 Dit deel geldt in de volgende situaties

  • 1. Dit deel geldt voor de permanente voorzieningen nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie. Dit deel geldt ook voor vervangende nieuwbouw met uitbreiding van een gebouw.

  • 2. De volgende kosten vallen onder de kosten van de voorziening

  • De vergoedingen in dit deel zijn een normbedrag. In het normbedrag zijn de volgende kosten opgenomen:

    • a.

      kosten voor het terrein

    • b.

      sloopkosten

    • c.

      bouwkosten, inclusief:

      • i.

        kosten voor een bijna energieneutraal gebouw (BENG)

      • ii.

        kosten voor een gasloos gebouw

    • d.

      als dat van toepassing is:

      • i.

        voor een school voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs: een toeslag voor verhuiskosten

      • ii.

        een toeslag voor paalfundering

      • iii.

        voor een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs: een toeslag voor een apart speellokaal

      • iv.

        voor een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs: een toeslag voor een lift

    • e.

      de kosten van de aanleg en inrichting van het terrein

Artikel 2 Kosten terrein

  • 1. Het college stelt het terrein kosteloos beschikbaar aan het schoolbestuur

  • Het terrein is dan klaar om op te bouwen. Dat heet een bouwrijp terrein (zie gemeentelijke grondprijzenbrief). Het schoolbestuur wordt de eigenaar van het terrein.

  • 2. De kosten van een terrein zet het college altijd op het programma

  • Het maakt niet uit of het schoolbestuur het terrein koopt met vergoeding van de gemaakte kosten, of dat het college het terrein beschikbaar stelt.

Artikel 3 Sloopkosten en vervangende tijdelijke huisvesting

  • 1. De school krijgt de sloopkosten vergoed bij vervangende nieuwbouw

  • Als sloop van een deel van het gebouw noodzakelijk is voor renovatie, is dat ook het geval bij renovatie.

  • 2. Het college stelt de vergoeding voor sloopkosten vast op basis van werkelijke kosten

  • Het schoolbestuur vraagt daarvoor minimaal 3 offertes op. De offerte met de laagste kosten wordt gehanteerd als vergoeding.

  • 3. Het college zorgt voor vervangende tijdelijke huisvesting gedurende sloop en vervangende nieuwbouw

  • Het schoolbestuur kan dit niet aanvragen.

Artikel 4 Bouwkosten

  • 1. De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per m2 bvo

  • De vergoeding bestaat uit 2 delen:

    • a.

      een startbedrag

    • b.

      een bedrag per bruto vloeroppervlak in vierkante meters (m2 bvo)

  • Hiermee realiseert de school de extra ruimte die zij nodig heeft volgens de verordening. Hierna leest u wat geldt voor de bouwkosten per soort onderwijs.

  • 2. Bouwkosten school voor basisonderwijs

Startbedrag voor de eerste 350 m2 bvo

€ 1.361.342,87

Voor elke volgende m2 bvo

€ 2.329,65

Toeslag per vierkante meter speelplaats boven 600 m2 bvo

€ 30,00

  • Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag.

  • 3. Bouwkosten speciale school voor basisonderwijs

Startbedrag voor de eerste 670 m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.205.785,12

Voor elke volgende m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.439,45

Toeslag voor elk speellokaal

€ 209.289,27

Toeslag per vierkante meter speelplaats boven 600 m2 bvo

€ 30,00

  • Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag.

  • 4.

    Bouwkosten school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

Startbedrag voor de eerste 677 m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.122.711,49

Voor elke volgende m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.424,98

Toeslag voor elk speellokaal

€ 209.289,27

Toeslag voor een liftinstallatie met schacht

€ 205.709,57

Toeslag per vierkante meter speelplaats boven 600 m2 bvo

€ 30,00

  • Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag

  • 5. Bouwkosten school voor voortgezet onderwijs

    • a.

      Om de vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs te bepalen, geldt het volgende

      • i.

        De normbedragen voor nieuwbouw, renovatie en uitbreiding zijn gelijk.

      • ii.

        Voor projecten vanaf 460 m2 bvo: de sectieafhankelijke kosten bestaan uit een vast bedrag per voorziening en een vast bedrag per sectie.

      • iii.

        Voor projecten kleiner dan 460 m2 bvo: we kennen geen sectieafhankelijke kosten per project toe. Deze kosten zitten al in de kosten per m2 bvo.

    • b.

      Zo berekent de school de vergoeding

      • i.

        Voor ruimteafhankelijke kosten: vermenigvuldig de extra ruimte in m2 bvo die de school nodig heeft volgens de verordening met de volgende bedragen per soort ruimte:

< 460 m2 bvo

460-2.500 m2 bvo

> 2.500 m2 bvo

Algemene en specifieke ruimte

€ 3.644,74

€ 2.163,04

€ 2.072,71

Werkplaatsen

€ 3.559,87

€ 2.879,63

€ 2.879,63

Werkplaatsen consumptief

€ 4.322,75

€ 3.642,54

€ 3.642,54

    • ii.

      Voor sectieafhankelijke kosten: verhoog de sectie waar de school recht op heeft volgens de verordening met de volgende bedragen per soort ruimte:

< 460 m2 bvo

460-2.500 m2 bvo

> 2.500 m2 bvo

Algemeen

€ 0,00

€ 229.974,77

€ 229.974,77

Algemene sectie

€ 0,00

€ 451.423,11

€ 630.289,93

Werkplaatssectie

€ 0,00

€ 83.469,64

€ 83.469,64

  • iii.

    Voor de inrichting van de speelplaats: een toeslag van € 30,00 per m2 bvo.

  • c. Zo bepaalt de school om welke ruimtes het gaat

  • Tot de algemene en specifieke ruimte behoren:

    • i.

      (uiterlijke) verzorging/mode en commercie: huishoudkunde, gezondheidskunde, uiterlijke verzorging, mode en commercie, en

    • ii.

      handel/verkoop/administratie: verkooppraktijk, kantoorpraktijk, etaleren.

  • Tot de werkplaatsen behoren:

    • iii.

      techniek algemeen:

  • bouwtechniek

  • machinale houtbewerking

  • meten

  • elektrotechniek

  • installatietechniek

  • lasserij

  • metaal

  • motorvoertuigentechniek

  • mechanische techniek

    • i.

      consumptief: werkplaats consumptieve techniek

    • ii.

      grafische techniek: werkplaats grafische techniek

    • iii.

      landbouw: groen-praktijk

  • De overige ruimten behoren tot de categorie algemene ruimte.

  • 6. Een school kan een extra vergoeding krijgen voor paalfundering en bemaling

    • a.

      Het normbedrag is gebaseerd op een standaardlocatie. Als dat nodig is, stelt het college een extra toeslag beschikbaar voor:

      • i.

        paalfundering, en

      • ii.

        bemaling.

    • b.

      Paalfundering: de extra vergoeding is afhankelijk van de paallengte die nodig is.

  • Dit wordt zo berekend:

Nieuwbouw en uitbreiding < 1.000 m2 bvo

Paallengte 1 tot 15 meter

€ 6.704,09 + 35,17 * A

Paallengte 15 tot 20 meter

€ 7.137,34 + 59,50 * A

Paallengte 20 meter of langer

€ 7.968,60 + 106,48 * A

Uitbreiding > 1.000 m2 bvo

Paallengte 1 tot 15 meter

€ 8.186,87 + 12,32 * A

Paallengte 15 tot 20 meter

€10.678,46 + 31,96 * A

Paallengte 20 meter of langer

€16.216,11 + 64,63 * A

  • A = Benodigd aantal m2 bvo

    • c.

      Bemaling: ligt de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld? Dan is bemaling nodig. Het college kent dan een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toe. De vergoeding is € 22,83 per bruto vierkante meter terrein.

Deel 2 De vergoedingen voor permanente voorzieningen: uitbreiding

Dit deel omschrijft de vergoedingen voor de voorziening uitbreiding die is omschreven in artikel 1 van de verordening.

Artikel 5 Dit deel geldt in de volgende situaties

  • 1. Dit deel geldt voor de uitbreiding van de permanente huisvesting van een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs

  • Voor uitbreiding van de permanente huisvesting van een school voor voortgezet onderwijs geldt deel 1.

  • 2. Voor grotere uitbreidingen geldt deel 1

  • Gaat het om een uitbreiding met een andere locatie van een school van minimaal 1.000 m2 bvo (exclusief vaste voet)? Dan geldt deel 1 van deze nadere regel.

Artikel 6 Kosten terrein

  • 1.

    Voor uitbreiding van het terrein geldt artikel 2

  • Is uitbreiding van het terrein noodzakelijk? Dan geldt artikel 2 van deze nadere regel om de kosten vast te stellen die nodig zijn om het terrein uit te breiden.

Artikel 7 Bouwkosten

  • 1. De volgende kosten vallen onder de bouwkosten

    • a.

      de bouwkosten van het gebouw, inclusief:

      • i.

        funderingskosten

      • ii.

        kosten voor een bijna energieneutraal gebouw (BENG)

      • iii.

        kosten voor een gasloos gebouw

    • b.

      de kosten van de aanleg en inrichting van het schoolterrein.

  • 2. De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per m2 bvo

  • De vergoeding bestaat uit 2 delen:

    • a.

      een startbedrag

    • b.

      een bedrag per ‘vierkante meter bruto vloeroppervlakte’ (m2 bvo).

  • Hiermee realiseert de school de extra ruimte die zij nodig heeft volgens de verordening.

  • 3. Bouwkosten school voor basisonderwijs

Startbedrag bij uitbreidingen van 115 m2 bvo of groter

€ 199.355,10

Startbedrag bij uitbreidingen van 55 tot 115 m2 bvo

€ 132.903,40

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 2.655,62

  • 4. Bouwkosten speciale school voor basisonderwijs

Startbedrag bij uitbreidingen van 105 m2 bvo of groter

€ 205.009,63

Startbedrag bij uitbreidingen van 50 tot 105 m2 bvo

€ 136.673,11

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo, exclusief een eventueel speellokaal

€ 2.708,53

Toeslag voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo) in combinatie met uitbreiding van de school

€ 239.006,16

Vergoeding voor elk afzonderlijk speellokaal, zonder gelijktijdige uitbreiding van de school

€ 439.427,23

  • 5. Bouwkosten school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

Startbedrag bij uitbreidingen van 96 m2 bvo of groter

€ 185.677,93

Startbedrag bij uitbreidingen van 50 tot 96 m2 bvo

€ 123.785,28

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo, exclusief een eventueel speellokaal

€ 2.713,90

Toeslag voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo) in combinatie met uitbreiding van de school

€ 209.289,27

Vergoeding voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo), zonder gelijktijdige uitbreiding van de school

€ 439.427,23

Toeslag voor een liftinstallatie met schacht

€ 247.259,18

  • 6. Toeslag paalfundering en bemaling

  • De omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding wordt berekend volgens artikel 4, lid 7 van deze nadere regel.

Deel 3 De vergoedingen voor tijdelijke voorzieningen

Dit deel omschrijft de vergoedingen voor alle tijdelijke voorzieningen.

Artikel 8 Dit deel geldt in de volgende situaties

  • 1. Dit deel geldt voor voorzieningen die nodig zijn voor tijdelijk gebruik

  • Het college baseert de vergoeding op de werkelijke kosten van de investering die de school hiervoor moet doen. Het college maakt hierbij onderscheid tussen:

    • a.

      nieuwbouw van een tijdelijke hoofdvestiging

    • b.

      uitbreiding van een permanente hoofdvestiging met tijdelijk gebouw, en

    • c.

      uitbreiding van bestaande gebouwen die voor tijdelijk gebruik zijn

  • 2. Moet het schoolbestuur huur betalen voor een voorziening voor tijdelijk gebruik? Dan vergoed het college de huur.

Artikel 9 Kosten terrein

  • 1. Als de school extra terrein nodig heeft

  • Kan de school een tijdelijke voorziening niet realiseren op het aanwezige terrein? Dan worden de kosten voor het benodigde terrein bepaald volgens artikel 2 van deze nadere regel.

Artikel 10 Vergoedingen voor een tijdelijke voorziening

  • 1. De vergoeding voor een tijdelijke voorziening

  • De vergoeding bestaat uit een startbedrag en een bedrag per vierkante meter. Deze bedragen zijn inclusief:

    • a.

      de bouwkosten

    • b.

      de kosten van herstel en inrichting van terreinen

    • c.

      de kosten van paalfundering en bemaling

    • d.

      de eenmalige aansluitkosten op nutsvoorzieningen

  • 2. Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

Startbedrag bij nieuwbouw van 80 m2 bvo of groter

€ 77.526,25

Startbedrag bij nieuwbouw van 40 tot 80 m2 bvo

€ 51.684,19

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 1.905,19

  • 3. Vergoeding school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

Startbedrag bij nieuwbouw van 80 m2 bvo of groter

€ 81.255,78

Startbedrag bij nieuwbouw van 40 tot 80 m2 bvo

€ 54.909,39

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 1.866,64

  • 4. De vergoedingen voor de volgende onderdelen worden als volgt berekend:

    • a.

      sloopkosten van het oude gebouw: volgens artikel 3

    • b.

      inrichting van het terrein: volgens artikel 4

    • c.

      tijdelijke verhuizing van de leerlingen: volgens artikel 12

  • 5. Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

  • De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs wordt bepaald met de formule:

  • T = € 1.159,79 *A + € 79.737,80

  • T = De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs.

  • A = Het in overeenstemming met bijlage I, hoofdstuk 3 van de verordening bepaalde aantal m2 bvo aan tijdelijke huisvesting.

  • 6. Toeslag paalfundering en bemaling

  • De omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding wordt berekend volgens artikel 4, lid 7 van deze nadere regel.

Artikel 11 Uitbreiding van bestaande tijdelijke voorzieningen

  • 1. De vergoeding voor de uitbreiding van een bestaande tijdelijke voorziening

  • De vergoeding bestaat uit een startbedrag en een bedrag per vierkante meter. Deze bedragen zijn inclusief:

    • a.

      de bouwkosten

    • b.

      de toeslag voor paalfundering

    • c.

      de toeslag voor herstel en inrichting van terreinen

  • 2. De vergoedingen voor de volgende onderdelen worden als volgt berekend:

    • a.

      sloopkosten van het oude gebouw: volgens artikel 3

    • b.

      inrichting van het terrein: volgens artikel 4

    • c.

      tijdelijke verhuizing van de leerlingen: volgens artikel 12

  • 3. Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

Startbedrag bij uitbreiding van 80 m2 bvo of groter

€ 43.578,14

Startbedrag bij uitbreiding van 40 tot 80 m2 bvo

€ 29.052,07

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 1.996,31

  • 4. Vergoeding school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

Startbedrag bij uitbreiding van 80 m2 bvo of groter

€ 44.186,47

Startbedrag bij uitbreiding van 40 tot 80 m2 bvo

€ 29.457,64

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 1.973,57

  • 5. Huur van voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen

  • Huur van een tijdelijke voorziening en huur van een bestaand gebouw krijgt de school vergoed op basis van de werkelijke kosten.

Deel 4 Toeslagen

In sommige situaties wordt een toeslag gegeven aan het schoolbestuur. Hieronder leest u in welke situaties.

Artikel 12 Toeslag voor verhuiskosten

  • 1. Een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs kan het bestaande schoolgebouw blijven gebruiken

  • Kan de school het bestaande schoolgebouw blijven gebruiken als zij nieuw bouwt? Dan krijgt de school een vergoeding voor verhuiskosten voor 1 verhuizing.

  • 2. Een school voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs moet tijdelijk een andere locatie gebruiken

  • Moet (een deel van) de school tijdens de nieuwbouw tijdelijk een andere locatie gebruiken? Dan heeft de school aanspraak op een vergoeding voor verhuiskosten voor 2 verhuizingen.

  • 3. Het college rekent met een vaste vergoeding per bruto vloeroppervlakte

  • De vergoeding is € 10,00 per m2 bvo die moet worden verhuisd.

Artikel 13 Toeslag voor busvervoer

  • 1. Het college kan een schoolbestuur een toeslag voor busvervoer toekennen

  • Dat kan in de volgende situaties:

    • a.

      Als de school:

      • i.

        goedkeuring krijgt voor vervangende nieuwbouw op dezelfde locatie, of

      • ii.

        de school een schoolgebouw van een andere school moet gebruiken, en

      • iii.

        de school moet tijdelijke huisvesting gebruiken buiten de maximale afstand volgens artikel 31 van de verordening. Dit moet de school doen omdat de sloop en de nieuwbouw nog niet klaar is. Of omdat het schoolgebouw van de andere school nog niet voor de uitbreiding beschikbaar is.

    • b.

      De school gebruikt een gymzaal buiten de maximale afstand die u leest in artikel 31 van de verordening.

  • 2. Het gaat om de werkelijke kosten van het busvervoer

  • Om de toeslag voor buskosten te bepalen, kijkt het college naar de werkelijke kosten. Het schoolbestuur vraagt daarvoor meerdere offertes op.

Deel 5 De vergoedingen voor een eerste inrichting

De gemeente geeft een vergoeding om een schoolgebouw voor het eerst in te richten. De eerste inrichting bestaat uit meubilair en een onderwijsleerpakket.

Artikel 14 Vergoeding meubilair en onderwijsleerpakket

  • 1. Zo berekent het college de vergoeding

    • a.

      Het college bepaalt het bedrag van de vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair aan de hand van het verschil tussen de al toegekende voorziening en de nieuw berekende voorziening.

    • b.

      Heeft de school vóór 1 januari 2021 een vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair ontvangen? Dan wordt het verschil tussen de oude norm (verordening 2015) en de nieuwe norm in deze verordening vergoed.

    • c.

      Bij een vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair is het bruto vloeroppervlakte van het schoolgebouw leidend. Bij nieuwbouw wordt niet direct het volledige schoolgebouw ingericht. Dan wordt de inrichting gebaseerd op de bruto vloeroppervlakte voor het aantal leerlingen dat de school heeft.

  • 2. Vergoeding basisschool

Startbedrag, inclusief 200 m2 bvo

€ 43.624,85

Voor elke volgende m2 bvo

€ 152,60

  • Deze tabel geldt ook voor een eventueel speellokaal.

  • 3. Vergoeding speciale school voor basisonderwijs

Startbedrag, inclusief 250 m2 bvo

€ 92.556,27

Voor elke volgende m2 bvo

€ 157,88

  • 4. Vergoeding school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs

Startbedrag, inclusief 370 m2 bvo, met uitzondering van vaste voet VSO-ZMLK van 250 m2 bvo

Voor elke volgende m2 bvo

SO/VSO-doven

€ 155.948,47

€ 272,22

SO/VSO-sh

€ 141.666,77

€ 352,80

SO/VSO-esm

€ 132.009,17

€ 175,43

SO/VSO-visg

€ 187.347,29

€ 334,83

SO/VSO-lz

€ 119.469,17

€ 164,98

SO/VSO-lg

€ 140.648,84

€ 321,63

SO/VSO-zmlk

€ 117.613,65

€ 139,95

SO/VSO-zmok

€ 114.802,21

€ 160,89

SO/VSO-pi

€ 115.817,06

€ 174,72

SO/VSO-mg

€ 17.723,53

€ 142,72

  • 5. Vergoeding speellokaal speciale school voor basisonderwijs en school voor speciaal onderwijs

  • De vergoeding voor een onderwijsleerpakket en meubilair voor de inrichting van een speellokaal voor een speciale school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs is € 8.446,17.

  • 6. Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

    • a.

      De vergoeding voor de eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair is gekoppeld aan de voorziening nieuwbouw. Dit is niet vervangende nieuwbouw, uitbreiding en ingebruikneming ter vervanging van een bestaand gebouw.

    • b.

      De school heeft aanspraak op deze vergoeding als de school de eerste inrichting nog niet eerder van het rijk of de gemeente betaald heeft gekregen. De hoogte van de vergoeding wordt berekend door het verschil vast te stellen tussen de al toegekende vergoeding en de vergoeding die is vastgesteld op basis van de te realiseren bruto vloeroppervlakte per ruimtetype.

    • c.

      De hoogte van de vergoeding per ruimtetype bestaat uit:

Ruimtetype

Profiel

Vergoeding per m2 bvo

Algemeen

€ 180,03

Specifiek

(Uiterlijke) verzorging/mode en commercie

€ 420,77

Handel/verkoop/administratie

€ 257,40

Praktijkonderwijs

€ 345,60

Werkplaatsen

Techniek algemeen

€ 441,46

Consumptief

€ 854,89

Grafische techniek

€ 1.634,42

Landbouw

€ 0,00

Deel 6 De vergoedingen voor gymzalen

Artikel 15 Nieuwbouw

  • 1. Vergoeding van de bouwkosten voor nieuwbouw van een gymzaal

    • a.

      In deze vergoeding zitten ook de kosten van fundering op staal en de inrichting van het terrein.

    • b.

      De vergoeding is:

Type

Vergoeding

Gymzaal aan het schoolgebouw

€ 1.431.115,41

Gymzaal als apart gebouw

€ 1.460.060,56

  • c. Voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs met cluster 3 is de vergoeding:

Type

Vergoeding

Gymzaal aan het schoolgebouw

€ 1.540.446,62

Gymzaal als apart gebouw

€ 1.572.539,26

    • d.

      Is paalfundering noodzakelijk? Dan krijgt de school een toeslag op basis van de volgende bedragen:

Paallengte

Vergoeding

Vergoeding bij ruimten LG en MG

1 < 15 m

€ 28.785,30

€ 36.294,16

15 < 20 m

€ 39.682,03

€ 50.264,58

> 20 m

€ 55.729,55

€ 72.339,18

    • e.

      Ligt de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld? Dan is bemaling nodig. Het college kent dan een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toe. De vergoeding is € 22,83 per bruto vierkante meter terrein.

Artikel 16 Uitbreiding

  • 1. Als de school een gymzaal wil uitbreiden

  • Dan geldt bijlage 1 van de verordening. Bij gymzalen met een oefenvloer van 140 vierkante meter netto speeloppervlakte of minder, kan de school de oefenvloer uitbreiden tot 252 vierkante meter.

  • 2. Vergoeding voor het uitbreiden van een gymzaal

Uitbreiding

Normbedrag

Paallengte

1 < 15 meter

15 < 20 meter

> 20 meter

112 t/m 120 m2

€ 332.501,60

€ 12.886,69

€ 22.320,47

€ 36.491,51

121 t/m 150 m2

€ 404.201,34

€ 16.113,59

€ 27.893,40

€ 45.614,38

Artikel 17 Onderwijsleerpakket en meubilair

  • 1. Voor een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs

  • De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is € 58.443,74.

  • 2. Voor een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs

  • De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is:

Schoolsoort

Bedrag

SO-doven

€ 46.605,36

SO-sh/esm

€ 46.331,95

SO-visg

€ 56.091,80

SO-lg/mg

€ 61.443,18

SO-lz/pi

€ 44.070,69

SO-zmlk

€ 44.070,69

SO-zmok

€ 43.980,01

VSO-doven

€ 54.639,42

VSO-sh/esm

€ 56.065,12

VSO-visg

€ 66.699,21

VSO-lg/mg

€ 68.426,99

VSO-lz/pi

€ 53.849,88

VSO-zmlk

€ 53.849,88

VSO-zmok

€ 48.071,07

SOVSO-doven

€ 56.583,26

SOVSO-sh/esm

€ 60.656,30

SOVSO-visg

€ 69.216,52

SOVSO-lg/mg

€ 70.289,46

SOVSO-lz/pi

€ 58.439,74

SOVSO-zmlk

€ 58.439,74

SOVSO-zmok

€ 48.616,54

  • 3. Voor een school voor voortgezet onderwijs

  • De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is:

Type

Vergoeding

Gymzaal 1

€ 74.839,29

Gymzaal 2

€ 58.651,78

Gymzaal 3

€ 26.196,75

Oefenplaats 1

€ 16.255,53

Oefenplaats 2

€ 1.876,48

Artikel 18 Het college bepaalt hoeveel geld de scholen krijgen voor het gebruik en onderhoud van gymzalen

  • 1. Het college kijkt naar het aantal klokuren per week

  • Dit is het aantal klokuren dat het college heeft vastgesteld. Dit doet hij op basis van het aantal leerlingen van de school op de teldatum.

  • 2. Als het schoolbestuur eigenaar van de gymzaal is

    • a.

      Is de basisschool of school voor speciaal basisonderwijs zelf eigenaar van een gymzaal? En onderhoudt het schoolbestuur deze gymzaal? Dan krijgt deze school ieder jaar bekostiging volgens lid 3 van dit artikel.

    • b.

      Gebruikt een andere school deze gymzaal ook? Dan tellen we het totale aantal klokuren bij elkaar op om de hoogte van de vergoeding te berekenen.

  • 3. Het schoolbestuur krijgt ieder jaar een bedrag voor het gebruik en onderhoud van een gymzaal

    • a.

      De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. In deze bedragen zit een vergoeding voor:

      • i.

        het binnen- en buitenonderhoud van het gebouw

      • ii.

        het beheren en onderhouden van een gymzaal, zodat de staat van de gymzaal op peil blijft

      • iii.

        het vervangen en aanpassen van het onderwijsleerpakket en meubilair

    • b.

      De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van jaar waarin de gymzaal is gebouwd en de oppervlakte van de gymzaal.

Stichtingsjaar en omvang

Vaste opslag buitenonderhoud

Vast bedrag binnenonderhoud

Variabel bedrag

Gymzaal, gebouwd tot 1987

< 90 m2 bvo

€ 2.306,50

€ 3.287,52

€ 399,44

90-129 m2 bvo

€ 3.306,00

€ 4.218,42

€ 505,47

130-169 m2 bvo

€ 4.331,10

€ 4.612,52

€ 545,47

170-189 m2 bvo

€ 4.843,65

€ 4.401,80

€ 596,82

190-229 m2 bvo

€ 5.868,80

€ 4.215,75

€ 657,50

> 230 m2 bvo

€ 5.894,40

€ 4.771,22

€ 735,52

Gymzaal, gebouwd vanaf 1987

> 252 m2 bvo

€ 6.458,20

€ 3.788,31

€ 668,85

    • c.

      In de verordening 2015 was het buitenonderhoud van een gymzaal een aan te vragen voorziening. Met deze nadere regel ontvangen de schoolbesturen een jaarlijkse vergoeding voor het onderhoud. Het college en een schoolbestuur maken daarom afspraken om de overgang te regelen. Daarvoor zijn twee mogelijkheden:

      • i.

        Een gymzaal van het bouw- of renovatiejaar 2017 of eerder wordt door het college in goede staat gebracht (NEN 2767 niveau 3), waarna het schoolbestuur op basis van de jaarlijkse vergoeding verantwoordelijk wordt voor het buitenonderhoud, of

      • ii.

        een gymzaal van het bouw- of renovatiejaar 2017 of eerder wordt door het schoolbestuur in goede staat gebracht (NEN 2767 niveau 3), tegen een vergoeding van werkelijke kosten door het college. Als een gymzaal uiterlijk in het jaar 2025 wordt gerenoveerd of vervangen wordt, ontvangt het schoolbestuur géén vergoeding om de gymzaal aan NEN 2767 niveau 3 te laten voldoen: na de renovatie of vervanging is de gymzaal weer in goede staat.

  • 4. De school kan ook een andere gymzaal gebruiken voor gymles

  • Zij kan:

    • a.

      een gymzaal van een andere school of de gemeente medegebruiken, of

    • b.

      een gymzaal huren van een commerciële verhuurder.

  • 5. De school ontvangt in de volgende situaties een vergoeding

  • Een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs gebruikt:

    • a.

      een gymzaal in eigendom van de gemeente: het college geeft deze gymzaal om niet aan de school in gebruik;

    • b.

      een gymzaal in eigendom van het schoolbestuur: het college vergoedt aan het schoolbestuur dat eigenaar is van de gymzaal het vaste deel van het klokuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;

    • c.

      een gymzaal in eigendom van een andere school voor primair onderwijs of (speciaal) voortgezet onderwijs: het college vergoedt aan het schoolbestuur dat eigenaar is van de gymzaal het vaste deel van het klokuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;

    • d.

      een gymzaal in eigendom van een school voor voortgezet onderwijs: het college vergoedt aan het schoolbestuur dat eigenaar is van de gymzaal een bepaald bedrag. Dit spreken zij af in een aparte overeenkomst;

    • e.

      een gymzaal in eigendom van een andere partij en het college heeft deze investering niet gefinancierd: het college betaalt een vergoeding aan deze partij.

Artikel 19 Als de school sportvelden huurt

  • 1. Een school voor voortgezet onderwijs kan een vergoeding krijgen voor de huur van een sportveld

    • a.

      De school krijgt alleen een vergoeding alleen als zij geen eigen sportveld heeft en geen sportveld gebruikt dat het college betaalt.

    • b.

      Het schoolbestuur krijgt voor maximaal 8 weken per jaar een vergoeding. De vergoeding is voor 8 weken € 23,85 per klokuur.

Deel 7 Overige artikelen

In dit deel leest u een aantal praktische regels over de vergoedingen.

Artikel 20 De school kan een vergoeding van feitelijke kosten krijgen

  • 1. Het gaat om de kosten die het college eerst goedkeurt

  • Een school krijgt een vergoeding van de kosten bij herstel van een constructiefout, herstel en vervanging door schade aan een gebouw of aan het onderwijsleerpakket of het meubilair (artikel 2, lid 2 en 3 van de verordening). Het college baseert haar vergoeding op een offerte. Het college keurt eerst de offerte goed.

  • 2. De school kan een vergoeding aanvragen voor advieskosten voor het herstel van een constructiefout en onderhoud

  • De volgende punten gelden voor gymzalen van een school voor primair onderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs:

    • a.

      De school krijgt geen advieskosten vergoed voor herstel van een constructiefout en onderhoud aan gymzalen tot € 10.000 (inclusief btw) (volgens bijlage 1 van de verordening).

    • b.

      De school krijgt een vast percentage vergoed aan advieskosten voor herstel van een constructiefout en onderhoud aan gymzalen van meer dan € 10.000 (inclusief btw) (volgens bijlage 1 van de verordening). Dit bedrag is maximaal 2% van de feitelijke kosten. De school stuurt het college hiervoor een declaratie. De school krijgt alleen de advieskosten vergoed die zij echt heeft gemaakt en heeft teruggevraagd.

    • c.

      Verwacht het schoolbestuur dat de advieskosten veel hoger zijn? Dan kan hij het college om een hogere vergoeding vragen.

    • d.

      Het schoolbestuur maakt bij elke aanvraag een schatting van de werkzaamheden die nodig zijn. Gaat het om projecten groter dan € 1.000.000? Dan stelt het college de omvang van de kosten voor begeleiding en advies samen met het schoolbestuur vast.

Artikel 21 Indexering

  • 1. Het college gebruikt de BDB-index om de normbedragen aan te passen

  • Dat doet het college om de bouwbudgetten aan te passen aan de kosten die noodzakelijk zijn om een voorziening te realiseren.

  • 2. Is een project over meerdere jaren verdeeld?

  • Voorzieningen voor nieuwbouw, renovatie en vervangende nieuwbouw worden verdeeld over 2 jaar voorbereiding en 2 jaar uitvoering. Daarbij worden in het eerste jaar van uitvoering de normbedragen (op basis van de dan geldende normbedragen) en m² bvo definitief vastgesteld.

  • 3. Het college heeft een tijdelijke toeslag van 9,8% toegevoegd aan de normbedragen vanwege ontwikkelingen in de markt

  • De normbedragen in deze nadere regel zijn al inclusief deze tijdelijke toeslag. Naast de gebruikelijke indexering verlaagt het college elk jaar de hoogte van de tijdelijke toeslag met hetzelfde percentage als de BDB-index van dat jaar. Dit doet het college totdat de toeslag verlaagd is tot 0. Hierna indexeert het college weer op de gebruikelijke manier (zie lid 1).

Artikel 22 Het college kan de normbedragen verhogen

  • 1. Het college kan de normbedragen verhogen

  • Kan de school een voorziening niet realiseren omdat de kosten hoger zijn dan verwacht? En komt dit door bijzondere lokale omstandigheden? Dan kan het college de normbedragen verhogen met een toeslag.

Deel 8 Slot

Artikel 23 Over de ingangsdatum en naam

  • 1. Deze nadere regel gaat in op 15 februari 2021

  • 2. Naam van de verordening

  • Deze nadere regel wordt de ‘Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen gemeente Utrecht’ genoemd. Dit heet de citeertitel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 24 november 2020, onder voorbehoud van vaststelling van de Verordening huisvesting scholen gemeente Utrecht.

De gemeenteraad van Utrecht heeft deze verordening vastgesteld op 21 januari 2021.

De secretaris, de burgemeester,

G.G.H.M. Haanen P.E.J. den Oudsten