Subsidieverordening Erfgoed Gemeente Hollands Kroon

Geldend van 29-01-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Erfgoed Gemeente Hollands Kroon

De raad van de gemeente Hollands Kroon;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieverordening Erfgoed Gemeente Hollands Kroon

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    monument: een object of terrein dat is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;

  • bijgebouwen, interieurelementen en andere aanhorigheden bij en in een monument worden als onderdeel van het monument aangemerkt indien deze als waardevol worden vermeld in de redengevende beschrijving van het monument.

  • c.

    varend erfgoed: schepen, boten en de drijvende inrichtingen met inbegrip van hun uitrusting en van hun voortstuwingsmiddelen, waarvan het behoud van algemeen belang is wegens hun historische, wetenschappelijke, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, die als zodanig geregistreerd staan in het Register Varend Erfgoed en die hun vaste ligplaats in Hollands Kroon hebben.

  • d.

    voormalig provinciaal monument: een object als genoemd onder sub b, dat door de Provincie per 1 juli 2019 is uitgeschreven uit het provinciale monumentenregister.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor de volgende erfgoedcategorieën:

  • 1.

    Restauratie- en onderhoudswerkzaamheden aan monumenten als genoemd onder artikel 1 sub b; daaronder worden mede verstaan werkzaamheden die met inachtneming van de cultuurhistorische waarden van het monument worden verricht om het monument te verduurzamen.

  • 2.

    Restauratie- en onderhoudswerkzaamheden aan varend erfgoed als bedoeld in artikel 1 sub c.

Artikel 3 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verlenen, vaststellen en uitbetalen van subsidie als bedoeld in deze regeling. Burgemeester en wethouders zijn eveneens bevoegd tot het intrekken of wijzigen van subsidieverlenings- of subsidievaststellingsbesluiten, alsmede tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van subsidiegelden.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt ieder jaar voor het daaropvolgende kalenderjaar of voor een meerjarenperiode een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:25 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht vast.

Artikel 5 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde plafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene Wet Bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen, dan worden deze aanvragen naar het daaropvolgende jaar doorgeschoven.

Artikel 6 Begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dienen binnen vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting de aanvrager schriftelijk mede te delen of zij een beroep doen op de in het eerste lid bedoelde voorwaarde.

HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 7 De aanvraag

Een aanvraag voor subsidie op basis van deze regeling moet worden aangevraagd uiterlijk 6 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 8 Aanleveren van gegevens

De aanvraag gaat vergezeld van de volgende gegevens:

  • 1.

    voor een aanvraag voor een gemeentelijk monument als bedoeld onder artikel 2 lid 1:

  • a.

    een technische omschrijving van de te verrichten werkzaamheden of een bestek, met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting;

  • b.

    voor zover van toepassing: tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1:100);

  • c.

    een recent (dat wil zeggen niet ouder dan een jaar) inspectierapport van een naar het oordeel van burgemeester en wethouders ten aanzien van de monumentenzorg deskundige of deskundige instelling;

  • d.

    voor zover van toepassing: de naam en het adres van het bedrijf dat een voorziening treft;

  • 2.

    voor een aanvraag voor varend erfgoed als bedoeld onder artikel 2 lid 2:

  • a.

    een werkomschrijving, met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting;

  • b.

    een overzichtstekening van het vaartuig met het betreffende gedeelte gearceerd.

  • c.

    overzichtsfoto's van het vaartuig.

Artikel 9 Aanvullen van de gegevens

  • 1.

    Indien de aanvraag niet volledig is of niet is voorzien van de in artikel 7 bedoelde gegevens dan wel wanneer deze gegevens onvoldoende duidelijk zijn om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, doen burgemeester en wethouders daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

  • 2.

    De aanvrager dient binnen de in de mededeling als genoemd in lid 1 aangegeven termijn de aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken. Indien de gevraagde gegevens niet binnen deze termijn zijn verstrekt, nemen burgemeester en wethouders de aanvraag niet in behandeling.

  • 3.

    Van het niet in behandeling nemen van de aanvraag ontvangt de aanvrager een schriftelijk besluit.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 6 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend (aanvraagdatum).

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treedt, ingeval op het moment van de aanvraagdatum de eventueel van toepassing zijnde omgevingsvergunning nog niet in rechte vaststaat, de datum van het onherroepelijk worden van de onderhavige omgevingsvergunning in de plaats van de aanvraagdatum.

Artikel 11 Toegestane uitvoeringstermijn

  • 1.

    De subsidie vervalt als de werkzaamheden niet binnen 12 maanden na datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening zijn voltooid.

  • 2.

    Bij onvoorziene omstandigheden die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen kunnen burgemeester en wethouders de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk verlengen op verzoek van de aanvrager.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 12 Subsidiabele kosten gemeentelijke monumenten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor monumenten als bedoeld in artikel 2 lid 1 voor de volgende restauratiewerkzaamheden:

  • a.

    herstel van het casco. Hieronder wordt verstaan: de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven;

  • b.

    alle onderhoudswerkzaamheden als nader omschreven in lid 2 die tegelijk met één of meer van de hier genoemde restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd;

  • c.

    herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur) al dan niet in combinatie met herstel van het casco. Het gaat dan om zaken als schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen;

  • d.

    reconstructies van verdwenen of gewijzigde onderdelen indien en voor zover deze verdwijning en wijziging afbreuk doet aan de monumentale waarde van het object;

  • e.

    herstel van specifieke technische installaties ten behoeve van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld dieselmotoren, raamzagen en persen;

  • f.

    het aanbrengen van technische installaties ten behoeve van bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming- of luchtbevochtigingsinstallaties;

  • g.

    het in combinatie met één van de maatregelen zoals genoemd onder a tot en met f of lid 2 treffen van voorzieningen die gericht zijn op verduurzaming van het monument met inachtneming van de cultuurhistorische waarden, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor de volgende onderhoudswerkzaamheden:

  • a.

    buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren;

  • b.

    herstel en vernieuwen van rieten daken (met daklatten en herstel van sporen);

  • c.

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van het dakbeschot en sporen;

  • d.

    herstel van goten, in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren, en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

  • e.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling, lijstwerk en luiken;

  • f.

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    herstel van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

  • h.

    inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    op kleine schaal vervangen of inboeten van natuursteen;

  • j.

    behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • k.

    herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen,balkkoppen, en spantbenen);

  • l.

    herstel van glas-in-loodbeglazing en het aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

  • m.

    vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde;

  • n.

    het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • 3.

    De subsidie in de kosten van restauratie of onderhoud van een monument bedraagt:

  • a.

    25% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, als genoemd in lid 1 tot en met 3, tot een bedrag van maximaal € 7.500,- per aanvraag voor een monument met een woonfunctie.

  • b.

    25% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, als genoemd in lid 1 tot en met 3, tot een bedrag van maximaal € 12.500,- per aanvraag voor een monument zonder woonfunctie.

  • 4.

    Indien de aanvrager de voorzieningen in zelfwerkzaamheid verricht, kunnen alleen de materiaalkosten en eventueel noodzakelijk materieel als steigers als subsidiabel worden opgevoerd.

  • 5.

    Als subsidiabele kosten worden tevens aangemerkt de kosten verbonden met de uitvoering van de subsidiabel geachte restauratie- of onderhoudswerkzaamheden als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel voor zover het betreft:

  • a.

    het opstellen van een restauratieplan;

  • b.

    het verrichten van bouwhistorisch onderzoek of een haalbaarheidsonderzoek.

  • c.

    het opstellen van een onderhoudsplan.

  • d.

    uitvoeren van bouwkundige inspecties

  • 6.

    De subsidie voor de kosten als genoemd in lid 5 bedraagt 50% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, tot een bedrag van maximaal € 1.500,00 per aanvraag.

Artikel 13 Subsidiabele kosten varend erfgoed

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor varend erfgoed als bedoeld in artikel 2 lid 3 voor alle onderhouds- en restauratiewerkzaamheden van monumentale onderdelen.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal 25% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, tot een bedrag van maximaal € 5.000,00 per aanvraag.

Artikel 14 Eigenaar

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verleend aan de natuurlijk- of rechtspersoon, die krachtens het eigendomsrecht het genot heeft van een monument of varend erfgoed of dit recht aantoonbaar in de naaste toekomst verkrijgt.

  • 2.

    Indien sprake is van een monument dat meerdere woningen bevat waarvan de eigenaren zich hebben georganiseerd via een vereniging van eigenaren, gelden deze woningen tezamen als één enkel monument waarvoor de vereniging van eigenaren als eigenaar subsidie kan aanvragen en ontvangen.

  • 3.

    Subsidie kan niet worden verleend voor monumenten of varend erfgoed in eigendom van het rijk, een provincie of gemeente of een daartoe behorende dienst of instelling.

Artikel 15 Toestaan inspectie (ambtelijk) deskundige

De aanvrager van subsidie dient een door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige of ambtenaar in gemeentelijke dienst desgewenst de gelegenheid te bieden het monument of varend erfgoed en de wijze waarop de werkzaamheden zullen worden of zijn uitgevoerd, te inspecteren.

Artikel 16 Uitvoeringsvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen aan de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend nadere voorschriften verbinden.

Artikel 17 Schriftelijke toestemming bij afwijking van de verstrekte gegevens

De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Afwijzingscriteria

De subsidie wordt niet verleend indien één of meer van de navolgende situaties zich voordoet:

  • a.

    de aanvrager niet aantoonbaar de juridische eigenaar van het monument is of wordt;

  • b.

    een voor de werkzaamheden vereiste vergunning niet is verleend;

  • c.

    de kosten van de voorzieningen kunnen worden gedekt uit de opbrengsten van een brand- en/of stormverzekering of enige andere vorm van verzekering;

  • d.

    de aanvrager zonder schriftelijke toestemming vooraf van burgemeester en wethouders met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de subsidie is verleend;

  • e.

    door het verlenen van subsidie het in artikel 4 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;

  • f.

    de aanvrager een daarvoor door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige of ambtenaar niet toestaat om het monument of varend erfgoed te inspecteren;

  • g.

    de gevraagde voorzieningen geen zicht geven op duurzame instandhouding;

  • h.

    door de uitvoering van de werkzaamheden de (historische) karakteristiek wordt aangetast;

  • i.

    de kosten van de gevraagde voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • j.

    als voor hetzelfde monument of varend erfgoed in de voorafgaande periode van 5 jaar subsidie is toegekend voor dezelfde werkzaamheden.

  • k.

    voor zover van toepassing: het bedrijf dat de voorzieningen zal treffen niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • l.

    een voormalig provinciaal monument nog een beroep kan doen op subsidieregelingen van de Provincie Noord-Holland.

HOOFDSTUK 4 SUBSIDIEVASTSTELLING EN –UITBETALING

Artikel 19 Subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen 4 weken na het voltooien van de voorzieningen dient de aanvrager een verzoek in voor vaststelling en uitbetaling van de subsidie door te verklaren, dat de werkzaamheden zijn voltooid onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens:

  • a.

    de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt.

  • b.

    een verklaring van de ambtenaar Erfgoed dat werkzaamheden zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    Het besluit tot subsidievaststelling wordt binnen zes weken na indiening van de aanvraag als genoemd in lid 1 genomen.

  • 3.

    Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens en de termijn waarbinnen deze moeten worden aangeleverd.

  • 4.

    De aanvrager dient binnen de in lid 3 aangegeven termijn de aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken.

  • 5.

    Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste of derde lid. De aanvrager ontvangt hiervan een schriftelijk besluit.

  • 6.

    Indien uit de aanvraag als bedoeld in lid 1 blijkt dat de werkelijke kosten hoger zijn dan aangevraagde subsidiabele kosten, wordt de subsidie vastgesteld over de in de verleningsbeschikking genoemde subsidiabele kosten.

  • 7.

    Indien uit de aanvraag als bedoeld in lid 1 blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan in de verleningsbeschikking genoemde subsidiabele restauratiekosten, wordt de subsidie vastgesteld over de werkelijke kosten.

Artikel 20 Uitbetaling

Overeenkomstig artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht geschiedt de betaling binnen zes weken nadat het besluit tot subsidievaststelling is bekendgemaakt op een door de aanvrager op te geven bankrekeningnummer.

Artikel 21 Opschorting en terugvordering

De artikelen 4:56 en 4:57 Awb zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 5 INTREKKING OF WIJZIGING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 22 De intrekking/wijziging

Wat betreft de mogelijkheden om een besluit tot subsidieverlening of subsidievaststelling in te trekken of te wijzigen is Afdeling 4.2.6 Awb onverkort van toepassing.

HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOPBEPALINGEN

Artikel 23 Hardheidsclausule

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen van deze verordening afwijken indien de toepassing ervan zou leiden tot kennelijke onbillijkheden van overwegende aard of indien zich omstandigheden voordoen waarin niet door deze verordening is voorzien.

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid mag geen gebruik worden gemaakt als hierdoor in strijd gehandeld zou worden met de Algemene wet bestuursrecht of andere wettelijke bepalingen.

Artikel 24 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening Erfgoed Gemeente Hollands Kroon.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 december 2020.

Griffier Voorzitter J. Klopstra A. van Dam

Ondertekening